Amsteldamse vrolikheyt
(1647)–Anoniem Amsteldamse vrolikheyt– AuteursrechtvrijVervult met Veel'erhande gesangen, en Nieuwe Voysen
[pagina 64]
| |
Stemme: Rousemouse, &c.
A Erdig Wijntjen, edel natjen,
Eerst gekomen uyt het Vaetjen:
Wijn, die door u groote kracht;
Dwingt der alder-sterkste macht:
Licht-herts vreugde droefheyts drijver,
Geests-verquikker, Rijm-dichts schrijver,
Lach verwekker wellekom,
Gun dat ik u deugden rom.
2 Soetheyt, die men noyt volprijsen
Kan, noch genoech eer bewijsen:
Wijn, gy zijt der Geesten geest,
Nu en nimmermeer geweest;
Wilt my door u smaek vermaken,
Dat wy tot de vreugd genaken,
Nabuur segt, wat segt gy nu?
Want dit Glaesjen komt tot u,
| |
[pagina 65]
| |
3 Daer is den bodem, ‘t laetste drupp’len
Siet gy op mijn nagel hupp’len,
Doet gelijk ik heb gedaen,
Laet het voorders ommegaen:
‘t Sa, roept viva, ey siet hier na,
De Wijn die doet vaek aen het Bier scha.
Hiet den Roemer wellekom,
Drinkt hem uyt en keert hem om.
D.L. Bleu. |
|