Het eerste deel van de Amsterdamse mengel-moez(1658)–Anoniem Eerste deel van de Amsterdamse mengel-moez, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ol. EEn Jongheer trots, en kaal, die trouwde een Boerinne Want zy had gelt en goet, dit deed dēe Ionkheer minne: En of hem Vaartje schoon stoffeerde zyne tas Staàgh smaald' hy, echter, dat zyn wijf boerinne was, Vaàr gaff heur kost en drank, (het zou de droes verdriete) Dat hy dit op heur broot staag aan dan noch zou schiete. (Eens in gezelschap) zei hy, lief nu wilt u spoên, En zegh eens hoe veel voêr u Vaàr wel op moet doen Voor al zyn Beesten? zy, om hem dit te betale [pagina 199] [p. 199] Zei wel een groot voêr meer nu in te moete hale Als wel voor deze: mits hy voor-raad had van doen, Om dat hy nu een beest meer als voorheen most voên. D. Questiers. Vorige Volgende