Amoreuse liedekens(na 1613)–Anoniem Amoreuse liedekens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een oudt Liedeken. [Och hoe mach hem sijn leven lusten] OCh hoe mach hem sijn leven lusten, Die zijn leven verlooren heeft, Sijn zinnekens zijn hem in swaer onrusten Want dat herteken geenen troost en heeft. 't Was mijnder herte wel een medecijn, Doen ick hem laest met ooghen aensagh, Eylacen nu is dat Treuren mijn, Want ick hem zien noch spreken en mach. Dat lot is nu op mijn gevallen, [pagina 138] [p. 138] Dat ick dat suyr so suypen moet, En ick en weet geene troost met allen, Al dat ick doe is teghenspoet. Mijn Lieveken hadde my uytvercoren Eer hy my laestwerven verliet, Hy en leyde my niet dan deughden te voren Ende nu laet hy my in swaer verdriet. Och moght ick den tijt geleven Dat hy my minde en ick hem niet, Ick soude mijn herteken in rusten begheven, Ende laten hem oock in swaer verdriet. Die ons dit Liedeken lustigh stelde Het was een geselle jonck en fijn, Vrou Venus liefde dier hem toe quelde, Het is soo quaet by de Nijders te zijn. Vorige Volgende