Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berigten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prys-voorstelVan zyne Doorl. den Grave en Russ. Keizerl. Kamerheer Apollos Moussin Puschkin, voor den jare 1790.
Hoe vele en schrandere proeven men ook reeds, omtrent de Elektrisiteit, genomen heeft, en hoe zeer het langs dien weg gelukt moge wezen, de gewigtigste ontdekkingen, aangaande de algemene en bestendige Wetten der Elektrieke kragt, te doen, is men egter, niettegenstaande dit alles, nog niet zeer verre gevorderd in het onderzoek der eigenlyke grondstoffe van deze verwonderlyke verschynzels, en heeft men slegts weinige voldoende kennis, aangaande de Natuur en Eigenschappen van dat Wezen, welk men Elektrische Stoffe gewoon is te noemen. De Franklinsche Theorie der Elektriciteit, bekend onder dezen naam hares beroemden uitvinders, ondersteld niet meer dan het aanwezen van slegts ene enkele Elektrieke Stoffe. Hoe verwonderlyk nu ook deze schone en eenvoudige Theorie met de ondervinding overeenstemme, kan men haar egter nog als gene volkomen bewezene Waarheid beschouwen, zo lang nog enige Elektrieke geval en het aanwezen van twederlei Elekrieke Stoffe, van onderscheiden aart, schynen aanteduiden, en men van alle proeven, die, door middel van ene enkele dusdanige stoffe, te verklaren zyn, gene kan bybrengen, welke niet even gemakkelyk, op de onderstelling van twederlei, kan opgelost worden. Zelfs ondersteld zynde, dat de Franklinsche Theorie voor ene ontwyffelbare Wet der Nature te houden ware, zoude zy tog van hare onderstelde Elektrieke Stoffe gene andere Eigenschappen aan de hand geven, dan dat de deeltjes van deze in alle lighamen opgesloten vloey stoffe, uit kragt van enen hogen graad van Elasticiteit, elkanderen afstoten, en, uit hoofde ener Chemysche affiniteit tot de stoffe van alle andere Lighamen, door dezen aangetrokken worden, en zig daar in, met mindere of meerdere snelheid, bewegen. Dan is deze Elektrieke stoffe ene byzondere Hoofdstoffe? ene vloeystof van enen geheel onderscheiden aart? of heeft zy enige overeenkomst met de vuur- of lichtstoffe? of zyn misschien Elektriciteit en vuur slegts verschillende modificatien van ene en dezelfde grondstoffe? En, wanneer 'er in de natuur twee verschillende soorten van Elektrieke stoffen bestaan, hebbe men dan ook de ene voor de brandbare zelfstandigheid, of het zogenaamde Phlogiston der Scheikundigen, en de andere voor een soort van Zuur te houden, gelyk enige proeven schynen aantedui- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den? Deze allen zyn vragen, welker beantwoording nog veel onderzoeks vereischt, en ene zeer grondige Scheikundige ontleding ondersteld, dog welke tegelyk voor de Natuurkunde in 't algemeen van het grootste belang zou wezen, en, in meer dan enen opzigte, tot een nuttig gebruik aanleiding kunnen geven. De voornaamste proeve welke te bewyzen schynt, dat de Elektrieke stoffe, by aldien zy niet zelve het Phlogiston uitmake, het zelve egter in zich bevatte, is de revificatie der Metaalkalken, welke, door de Elektriciteit, even als door middel van een bygevoegd Phlogiston, volgens de gewone Scheikundige manier, kan te weeg gebragt worden. Deze proeve, zou, zonder twyffel, beslissend wezen, en over de natuur der Elektrieke stoffe een aanmerkelyk licht verspreiden, wanneer men slegts konde bewyzen, dat het Phlogiston, aan welks bewerking men de revificatie van het Metaalkalk, in ene Elektrieke proeve, toeschryft, niet enigermate uit het lighaam, waar in de kalk opgesloten was, of uit de Geleiders, die, gelyk bekend is, de Elektriciteit des te beter overbrengen, naar mate zy meer Phlogiston in zig bevatten, nog uit enige andere zig ergens in de lucht bevindende stoffe, door den Elektrieken slag ontwikkeld geworden zy. Zouden niet de nieuwe ontdekkingen, aangaande de Eigenschappen der zogenaamde konstlucht-soorten, een tot nog onbekend middel aan de hand geven, om deze gewigtige vraag, door nieuwe proeven, optelosschen? Het is bekend, dat zulken van deze luchtsoorten, die men zuivre of gedephlogisteerde lucht noemd, by de verkalking der Metalen en de revificatie van deze kalk, om zo te zeggen, mede in 't spel komen, daar zy, middelerwyl zy gebeure, derzelver bewerking bevorderen en wederom uit de kalk ontwikkeld worden, wanneer deze, zonder byvoeging van brandstoffe, in besloten vaten, door sterk vuur gerevificeerd word: ook is het bekend, dat de Elektriciteit een middel zy, om de verschillende lucht-soorten te phlogisteren, of dezelven in gelyken staat te brengen, in welken zy, door byvoeging van het brandbaar beginzel, overgaan. Deze overweging en het gegrond vermoeden, dat scheikundige proeven, met dat oogmerk ingerigt, gewigtige ophelderingen hier omtrent zouden geven, hebben den Heer Grave Moussin Puschkin, die den voortgang der Wetenschappen met gelyken yver bevorderd, als hy zelve zig met zo gelukkig gevolg daar op toelegt, bewogen, om, by de Keizerl. Akademie der Wetenschappen, te St. Petersburg, met goedkeuring van het Doorlugtig Hoofd derzelve, de Vorstin Daschkaw, ene somma van 50 Hollandsche Dukaten te bestemmen, welke den genen der Uit- of Inlandsche Geleerden (de Medeleden der Akademie zelve niet uitgezonderd) zal toegewezen worden, die, naar het oordeel van enen by de Akademie te benoemen Regter, het beste Antwoord op het volgend Voorstel zal geven: ‘Door Proeven te bepalen, in hoe verre de Konstlucht-soorten, of de Elektrisiteit, of deze in zamenvoeging met genen, in de Mineralisatie medewerken; en door deze proeven te beslissen, of de Elektrisiteit met 'er daad een Phlogiston dan niet in zig bevatte.’ De Verhandelingen moeten, in de Hoogduitsche, Russische of Fransche Tale geschreven, voor den 1. Juny 1790, aan de Keizerl. Akademie der Wetenschappen, te St. Petersburg, gezonden worden; zullende de later inkomende, onder generhande voorwendzel, aangenomen worden. Voorts moeten de Verhandelingen niet met den naam des Schryvers, maar slegts met ene Zinspreuk of Devies, ondertekend zyn: gelyk mede de Schryvers verzogt worden om 'er een verzegeld Briefje by te voegen, 't geen, nevens hun Devies, hun Naam, Karakter en Woonplaats bevat. Dit Briefje word niet geopend, ten zy de Verhandeling den Prys behale. De Akademie zal haar uitspraak, in het begin van de maand December deszelven Jaars, bekend maken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Portugal.Men heeft, kortlings, in het Dorp van St. Michael de Caldas, omtrent een myl van het Steedje Guimaranes, in de Provincie Entre Douro y Minho gelegen, ettelyke oude Baden ontdekt, die van vroeger tyd dan de Romeinsche Werken schynen te zyn. Dezelven zyn 10 of 11 in getal, en van verschillende gedaante en grootte. Een daar van is groot genoeg om 25 personen te bevatten; dezelven gaan af met trappen, en zyn met witte en blauwe Stenen opgehaald. Men heeft ook enige toegangen gevonden, om van het ene Bad naar 't andere te gaan: zommigen schynen byzonderlyk ten dienste van ziekelyke personen ingerigt te zyn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groot-Britannien.De tegenwoordige Eeuw schynt zich byzonderlyk te kenmerken door de oprigting van Letterkundige Maatschappyen. De verhandelingen der Amerikaansche en Schotsche Akademien hebben wy onlangs in het licht zien verschynen: en wy bespeuren met genoegen, dat de liefde voor de Letteren niet minder sterk in Ierland begint door te breken. Het Deel der Verhandelingen, 't geen, over enigen tyd, door de Koningl. Iersche Maatschappy gemeen gemaakt is, bevat een aantal van lezenswaardige Stukken, die het Vernuft, der Geleerdheid, en den smaak der Ieren niet weinig eers aan doen. Men schynt 'er eindelyk in dat Gewest het verwyt moede geworden te zyn, 't geen het zelve zo lang, over het stilzwygen, heeft moeten verdragen. De Wel Eerw. Robert Burrowes onderrigt ons, in de Voorreden van dat Deel, nopens verscheidene mislukte pogingen, die, van tyd tot tyd, ter opregting ener Maatschappy aldaar zyn aangewend geworden. ‘In den Jare 1683. bragt William Molyneux de instand brenging van ene Maatschappy, van gelyken aart als de Koningl. Maatschappy, te Londen, waar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van hy een voortreffelyk Lid was, in Dublin te weeg: en 'er zou zeer veel van ene Stigting te wagten geweest zyn, van welke de Heer William Petty Voorzitter, en Molyneux Geheimschryver was, zo niet de beroerde Staat van het Koningryk haar reeds in het Jaar 1688. den bodem ingeslagen hadde. Vrugteloos schynt het ontwerp hervat geweest te zyn, in den aanvang dezer Eeuw, toen de Graaf van Pembroke, op dien tyd, Onderkoning, den post van Voorzitter bekleedde by een wysgerig Genootschap, in het Dublin's Collegie opgerigt. In den Jare 1740 wierd de Natuur- en Geschiedkundige Maatschappy opgericht: van welker Aantekeningen nog 2 Delen voor handen zyn, en onder welker opzigt Smith zyne Geschiedenis van Waterford uitgaf. En in 't Jaar 1772. wanneer de aandagt dezer Maatschappy op den vroegeren staat van Ierland zich vestigde, wierd by haar ene afzonderlyke Commissie ingevoerd, met het bepaald oogmerk om 's Lands Oudheden te onderzoeken. De gunstige wyze, op welke hare gemeen gemaakte Voorstellen, buiten 's Lands, ontvangen wierden, wyst de genegendheid aan by vreemde Natien, om dezen tak van Letterkunde te helpen aankweken: waar van de Koninglyke Iersche Akademie dankelyk erkend, reeds de belangrykste blyken ontvangen te hebben. De byeenkomsten van deze Oudheidkundige Commissie hielden, na verloop van 2 Jaren, op: doch de yver van enige weinige Leden, steeds aanhoudende, heeft het publiek ettelyke Vertogen geleverd, die zedert in 4 Delen by elkanderen verzameld en uitgegeven zyn, onder den Tytel van: Collectanea de Rebus Hibernicis. Omtrent den Jare 1782, nam de Maatschappy, waar uit naderhand de Akademie ontstond, een aanvang: dezelve bestond uit een onbepaald getal van Leden, meestal tot de Universiteit behorende: die, in hunne weeklyksche Vergaderingen, beurtswyze, Verhandelingen voorlezen. Zig beyverende om hunnen arbeid tot eer en voordeel van hun Land te doen gedyen, vormden zy een uitgestrekter Plan, en deze en gene nieuwe buitenleden by zig kiezende, wier namen hunne nieuwe Stigting des te meer luister konden byzetten, of wier uitgegeven schriften grond gaven om enig nut van hunnen arbeid te hopen, wierden zy de grondleggers der Koningl. Akademie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frankryk.De Heer Messer, welke zig reeds beroemd gemaakt heeft, door zyne ontdekking van een groot aantal Kometen, heeft op nieuws des morgens van den 26. der laatstverlopen Maand, een Staartster ontdekt by den agterklaauw van den Groten Beer. Dezelve heeft ene staart van bykans 3 graden: en is voor het blote oog niet zigtbaar. Des morgens ten 3 uren was hare regte ascensie 167 graden, en hare afwyking 48 graden.
De Heer Gin, Raadsheer in den groten Raad, heeft het 3de Deel zyner Vertaling van Homerus, waarop de Koning wel hadde gelieven in te schryven, aan zyne Majesteit en de Koningl. Familie voorgedragen.
De Koningl. Akademie der Wetenschappen en fraaye Letteren, te Angers, heeft tot een onderwerp van den prys, die by dezelve, in de openbare Vergadering van 19 Juny 1789. staat uitgedeeld te worden, bepaald: Ene Lofrede op Charles de Cossé, den eersten van dien naam, en bekend onder den naam van den Marschalk de Brissac, in den Jare 1563 overleden: moetende de Stukken voor het einde van Febr. aan den Heer de Narcé, aanhoudend Geheimschryver der Akademie, te Angers, vragtvry, gezonden worden.
By de Akademie der fraaye Letteren, te Montauban, is, voor het volgend Jaar 1789. een prys der Welsprekenheid van 250 Livres, uit het Fonds van den Heer de Latour, Deken der Kerke van Montauban, en Medelid der Akademie, beloofd op ene Lofrede over Jean de la Valette-Parisot, Grootmeester der Maltheser orde. Als mede een Prys der Dichtkunde, van gelyke waarde, op ene Redenvoering in Versen, over het onderscheiden Karakter en de overeenkomsten der Welsprekenheid en Dichtkunde: welken beide pryzen, den 25 Aug. eerstkomenden, staan uitgedeeld te worden.
Het Letterkundig Genootschap van Grenoble, heeft de volgende Prysvragen, voor het Jaar 1789 opgegeven. 1. Ene Geschiedkundige Lofreden op den Konnestabel Lesdiguieres. 2. Ene soortgelyke op den Ridder Bayard 3. Welke zyn de beste middelen, om de Bedelaars uit te rooyen, en zo aan oude als jonge Noodlydenden enen kragtdadigen onderstand te verschaffen, in de Provincie van Dauphiné? zynde ten 4. de Vrage des vorigen Jaars, betreffende de Zyde-windery, en het voor- of nadelig gebruik van Steenkolen by dit Handwerk, voor dit Jaar gecontinueerd. Elk der Pryzen is een Gouden Medaille van 300 Liv. moetende de Antwoorden voor 1 Mey 1789. ingezonden worden aan den Intendant der Generaliteit te Grenoble. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Duitschland en naburige Ryken.Men heeft, te Novi (een Stad in Bosnie, aan de Rivier Unna) een Turks Handschrift gevonden, behelzende ene Geschiedenis van den Oorlog tusschen Oostenryk en de Porte, beschreven door enen Turkschen Pacha, in den Jare 1730. Dit Handschrift word, op order van den Generaal Laudon, in het Hoogd. overgezet, door den Baron van Uhsky; en men verzekerd, dat deze Vertaling gedrukt, en openlyk gemeen gemaakt, zal worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het fraaye Stuk van Corregio, 't geen, zo als voor heen gemeld is, met nog twee andere Stukken, uit het Keurvorstelyk Kabinet, te Dresden, zedert weder te rug gezonden, gestolen was, is ook, onlangs, wederom te regt gekomen.
In den nagt, tusschen den 28 en 29 Sept. is te Altorf overleden, de Heer J.A.M. Nagel, Hoogl. in de Oostersche Talen, enz. die zig, door verscheidene Akademische en andere kleine Schriften, met lof hadde doen kennen, en vele voorname Mannen tot Leerlingen gehad heeft. Hy was geboren in den Jare 1710.
Ook is, den 18 October, in den Ouderdom van 76 Jaren, de Heer S. Uriot, Hoogl. in de Fransche Tale, by de Kaarls Hoge School, te Wurtemberg overleden. Hy was een beroemde Letterkundige en Geschiedkenner, een zeer bekwaam Redenaar, en in zyn jeugd een voortreffelyk Schouwspeler. Reeds in den Jare 1737 wierd hy, door Koning Stanisslaus, tot Hoogl. in de Geschiedenis en Aardmeetkunde, by de Ridder-Akademie te Luneville, benoemd. Zedert begaf hy zig aan het reizen, en wierd vervolgens aan het Bareutsche Hof tot Onderwyzer der Prinsessen aangesteld. Van daar trad hy, in den Jare 1759, in dienst des Hertogs van Wurtemberg. 'Er zyn ettelyke gedrukte Redenvoeringen, Brieven, Gedichten en Toneelschriften van hem voorhanden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlanden.Haarlem . In ons laatst voorgaand Blad, gaven wy enig berigt aangaande de drie Geleerden van Oostenryks Italien, die thans, in dienst des Keizers, ten nutte der Wetenschappen reizen. Zedert vernemen wy, dat een derzelven, de beroemde Ridder Landriani, in het laatst van October, in Holland gekomen is, en zig ook eenigen tyd alhier, by den Heer Dokt. van Marum, heeft opgehouden: dat wyders deze Ridder, den 24 Novemb van Amsterdam, herwaarts te rug gekomen is, om met gem. Dokt. enige nieuwe Physische Proefnemingen, door de sterke kragt van Teylers Electriseer Machine, te doen; van welke Proefnemingen Dokter van Marum, in het Twede vervolg der Elektrische proeven, met Teyler's Elektriseer-Machine in 't werk gesteld, 't geen hy voornemens is, in het aanstaande Voorjaar op de Pers te geven, verslag zal doen. De Ridder Landriani is, den 4den dezer, van Amsterdam vertrokken, naar Utrecht; voornemens zynde, van daar deszelfs Reize te nemen, over Munster, naar Kassel en Gottingen, vervolgens naar Saxen en Bohemen, om in January 1789 te Wenen te zyn, en tegen May weder te Milan te rug te komen, om als dan ten spoedigste zyne nieuwe en gewigtige Proefnemingen, omtrent het vuur en de warmte, in het licht te geven, welken, door de Natuurkundigen, met verlangen te gemoet gezien worden.
Tot nog toe zag men, by onze Bloemisten, slegts enige weinige soorten van Afrikaansche Bloemen, die, in de nabyheid onzer Volkplanting aan de Kaap de Goede Hoop, gevonden worden, en van daar herwaarts, van tyd tot tyd, gezonden waren. Dan, in den Nazomer van dit Jaar, heeft een Uitlandsch liefhebber ons ene talryke Verzameling van Bloemen, uit dat waerelddeel, en, als 't ware, een geheelen Kaapschen Bloemhof vertoond. - Het is een Fransch Officier, die, gedurende 6 Jaren, aan de Kaap de Goede Hoop, verblyf hield, en, een liefhebber der Plantkunde zynde, zig de moeyte gegeven, en de gevaren getroost heeft, om ene menigte van wilde Bloemgewassen, diep landwaarts in, op te zoeken, en ze vervolgens, aan den gezegden uithoek, zorgvuldig te kweken. Den 18 February dezes jaars van daar vertrokken, en, den 24 Juny, te Amsterdam aangekomen zynde, begaf hy zig, met zyne keurige Verzameling, uit meer dan 2000 Bloembollen, van onderscheidene soorten, bestaande, herwaarts, om, in de nabuurschap dezer Stad, als de beroemde Kweekhof van Bloemen, voor geheel Europa, een proef te nemen, hoe verre onze grond en luchtstreek geschikt waren voor de kweking zyner medegebragte uitheemsche Plantgewassen. Niettegenstaande de mede gebragte Bollen reeds in Maart hadden moeten in den grond gelegd worden, waren zy nogthans allen in goeden staat gebleven, en zommigen zelfs. hoe digt ook in Kasjes gesloten, en met papier omwikkeld, aanmerkelyk uitgelopen. Ondertusschen was men niet zonder reden bedugt, of zy, daar het Saisoen reeds zo verre verlopen was, hier in Holland, nog dit jaar wel zouden bloeyen, en vooral nieuwe Bollen, van genoegzame rypheid, voortbrengen. Zonder welk laatste, de gehele schat verloren zou gegaan zyn: daar de Bollen slegts voor een jaar goed zyn en ene jaarlyksche verjonging nodig hebben. Met dit alles egter slaagde de Planting volkomen naar wensch. De vroegere soorten bloeyden in de eerste dagen van Augustus, de overigen volgden elkanderen trapswyze, en allen konden, met het begin van November, of verplant of opgenomen worden: zelfs de meest agterlyken, en die nog niet in bloey waren, hadden jonge Bollen van genoegzame grootte en rypheid voortgebragt; terwyl ook die genen, welken, by de aankomst der koude en herhaalde nagtvorst, nog in bloey stonden, niets van deze voor haar ongewone strenge lucht geleden hadden. In der daad, dit vreemd Plantsoen, gedeeltelyk in een besloten Hof, gedeeltelyk op het open Veld staande, leverde een zo fraai als ongewoon Schouw- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
spel op. Men zag de schoonste schakeringen in de koleuren, zo wel als de treffenste verscheidenheid in de formen en gedaanten, der Bloemen. By velen waren de Bloembladen gedubbeld, op dezen lag een ongemene fluwelen gloed, genen vertoonden zig als pluimen. 'Er waren onder de verschillende soorten, die, volgens de verzekering des Planters, 6 maanden lang bloeyen, en dus in den vollen bloey opgenomen moesten worden. Deze soorten groeyen laag by den grond, spreidden zig wyd uit, en bedekten dus de Aarde met een digt groen tapyt, waar uit men, allerwegen, ene verscheidenheid van de keurigste, zo witte als gele, Violet-rozen, zwavel- en roodkoleurige Bloemtjes zag opgaan. Na de opneming, heeft de Eigenaar zyne nieuwgekweekte Bollen in bakjes gerangschikt, en, in een warm gestookte Kamer, om voor de vorst bewaard te wezen, geplaatst. Hy is voornemens dezelve met het Voorjaar, op nieuws te planten, 't zy hier of in Frankryk, naar dat hem best gelegen zal komen. Meergemelde Officier, die ene manier aan de hand weet te geven, om zommigen zyner Bloemen, altyd, zelfs gedurende den Winter, in bloey te hebben, heeft ook Bollen medegebragt, die goed zyn, om te eten, smakende enigermate als Kastanjes. Nog bezit hy 'er, die zeer zonderling zyn, in gedaante naar het Popje van een Zyworm gelykende, schoon egter rond, en een soort van Wol of Zyde, van Nanquin koleur, voortbrengende, waar mede hy zig voorsteld dat Proeven zouden kunnen genomen worden, voor de Manufakturiers in Wolle en Zyde Stoffen. Wyders heeft hy nog mede gebragt op zyn minst 200 verschillende soorten van Zaden, zo van Bloemplanten, als bloem- en vrugtdragende Heester en andere Plantgewassen, allen wel bewaard en in den besten staat. Eindelyk een party opgezette Afrikaansche Vogelen, keurig gevuld, en zo wel bewaard, dat dezelve niets van de levendigheid hunner koleuren, of iets van de Vederen verloren hebben. Volgens het oordeel van kenneren, zyn deze zyne Vogelen niet minder, dan die, waar van de Heer Levaillant, over 3 of 4 Jaren, ene zo fraaye verzameling, uit dat Waerelddeel, naar Frankryk heeft overgebragt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Programma van Teylers Tweede Genootschap,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets over de eerst verwagt wordende komeet.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Nederlanden . Proeve geschikt voor jonge getrouwde Vrouwen, door Juffrouw Griffith, te Amsterdam by Woertman. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets over Koning Frederik den Groten, en myne gesprekken met hem, kort voor zyn dood. Door den Ridder van Zimmermann, Koninglyke Grootbrittannische Lyf-Artz en Hofraad, te Amsterdam by M. de Bruin en A.B. Saakes. Verhandeling over het gebed, naar de Lering der Openbaaring, en der rede, van J. A Cramer Kanzelier van de Hoogeschool te Kiel uit het Hoogduitsch, te Utrecht by A. v. Paddenburgh. Voorreden voor Bonnet's Leerreden 3de Deel. Jesus Menschen Kennis of Overdenkingen over de Gelykenissen van onzen Heiland, door J.L. Ewald, Generaal Superintendant en Predikant te Detmold, een Leesboek voor belyders van Christus uit het Hoogduitsch te Utrecht by de Wed. S. de Waal en Zoon. Verhandelingen over de Fortuin, ter betooginge dat de ouden onder dien naam, gelyk onder den naam van Fortuin, of noodlot niets dan de Goddelyke Voorzienigheid verstaan hebben, in 2 Afdelingen, voorgelezen in, en opgedragen aan de Maatschappyë der verdiensten onder de zinfpreuk Felix Meritis door Arend Fokke Simonsz. Medelid derzelver Maatschappyë, Hoofdlid van het Amsteldamsch Dicht- en Letter-oefenend Genoodschap, enz. te Amsterdam by Arend Fokke Simonsz. Over het groote en schoone in de Natuur door Hendrik Sander, Professor aan de Illustre School te Karelsruhe, Medelid van het Genootschap van Natuur onderzoekers te Berlyn, en Honorair Lid van het Vorstelyk Sinhaltisch Duitsche Gezelschap Beerenburg, 2de Deel. Uit het Hoogduitsch vertaald door J.V.M., A.Z. te Utrecht by G.T. v. Paddenburgh en Zoon. Geographische Historie van den Mensch en der alom verbreide viervoetige Dieren, in het Hoogduitsch beschreven door den Hoogg. Heer E.A.W. Zimmerman, Hoogl. in het Carolinisch Collegie te Brunswyk, vertaald en met aanmerkingen vermeerderd, 1e. Deel, te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geboorte- trouw- en sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 255, in 's Hage 54: en dat der voorgaande Week aldaar 29: en te Haarlem 13, onder welken laatsten 7 beneden de 12 jaren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bekendmakingen en prys-opgaven van in- en uitlandsche boeken en geschriften.By Alex Hogg, te Londen, en alle andere Boekverkopers in en buiten die Stad, word thans uitgegeven: Alle de Werken van den vermaarden Latynschen Dichter Virgilius, uit het oorsprongelyke vertaald, en met keurlyke Platen versierd, en verrykt met aantekeningen en ophelderingen, als mede ene Levensbeschryving van Virgilius, en Vertogen over de onderscheidene soorten van Dichtkunde, door W.H. Melmoth, uitgever van den nieuwen 4to. Druk van Homerus Werken, en van den Telemachus, No. 1. zullende weeklyks met één No. tot 30 in getal, agtervolgd worden. Dit eerste No. pronkt 1. met het Afbeeldzel van Virgilius. 2. nevens een fraaye Plaat, door Lowrey, in 't koper gebragt, verbeeldende de Trojaansche Vorsten AEneas en Turnus, Koning der Rutiliers, de Goden aanroepende voor het aangaan van hun Tweegevegt. De prys is een Sixpence. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan het Nederlandsch publiek.Het mangelt onzer Natie geenzins aan Tydschriften, die, of oorsprongelyk, of uit andere Talen overgezet, ter verlichting des verstands, of beschaving van het hart dienen. Geen derzelven egter bepaalt zig tot de beschouwing van den Mensch, ten aanzien van zyne eigenschappen, bekwaamheden, betrekkingen en handelingen, door alle de tydperken van zyn leven. Geen derzelven houdt zig opzetlyk bezig met het Stuk der Opvoeding, het gewigtigst onderwerp in de daad voor 's Menschen beoefening! - De uitgebreidheid. of duisterheid van afzonderlyke Verhandelingen, over deze onderwerpen reeds uitgegeven, heeft veroorzaakt, dat zy niet algemeen zyn ter harte genomen. Het is de vervulling van dit gebrek, welke een Gezelschap van Menschen-vrienden heeft doen besluiten, om een nieuw Tydschrift aan Neerlandsch Publiek aan te bieden, onder den naam van: BYDRAGEN tot het MENSCHELYK GELUK, welke zal dienen, om ene egte kennis van den Mensch, in zyne vatbaarheden, betrekkingen en betrachtingen, volgens het beloop des Menschelyken levens, te verspreiden; onze Land-genoten, langs de onzydigste, treffenste en bondigste redeneringen, tot de edelste beginzelen en handelingen op te leiden; de beste inrichtingen voor te dragen, door welke het ware Geluk der Menschen, in den kring der Maatschappye, zou kunnen bevorderd worden; en byzonderlyk, om de zuiverste Voorschriften mede te delen, betreffende de Lighaamlyke en Zedelyke Opvoeding der Jeugd, van hare eerste kindsheid, tot in dien ouderdom, in welken zy zig gewoonlyk aan de Maatschappy verbindt, welk alles zodanig zal behandeld worden, dat het zo wel vermaken, als stichten zal. De schryvers van dit Tydschrift zullen zig tot dit einde bedienen, zo van Uitheemsche werken, die over deze onderwerpen reeds in 't ligt zyn, als van hunne eigen opstellen, of oorsprongelyke verhandelingen, met welke Nederlandsche Geleerden hen zullen gelieven te verëeren, gelyk zy alle ware Menschen Vrienden by dezen zeer vriendelyk uitnodigen, hun daar toe de behulpzamen hand te bieden, als houdende zy zig verzekerd, dat zulk een Tydschrift, door de edelmoedige hulp van Geleerden ondersteund, en door een gunstig Debiet aangemoedigd niet missen zal, enen voordeligen invloed op het Algemeen te maken. Op de helft van ieder Maand zal'er een Stukje verschynen, ter grootte van 6 a 7 Drukbladen, in een geschikt Octavo formaat en netjes uitgevoerd, waar van de prys matig zal worden berekend, zullende het 1ste Stuk met half January van 1789 worden uitgegeven. Te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, en te Amsterdam, by M. Schalenkamp. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Te Haarlem, by den Boekverkoper F. Bohn , wordt thans uitgegeven: J.D. MICHAELIS, Inleiding in de Boeken des Ouden Verbonds, 1ste Deels 2de Afdeling, (bevattende de Vyf Boeken van Moses,) in gr. 8vo. ƒ2:6 Van het 1ste Stuk, (behelzende 't Boek van Job,) zyn nog te bekomen ƒ1:12 Dit gevoegd by 's Mans Inleiding in 't N. Testament, maken de Inleiding voor alle de Bybelboeken tot een kompleet Werk. - Volgens 't Plan van den Autheur, zal dit Werk niet meer dan in 2 Delen 4 Stukken bestaan, dewelke elkaar zo spoedig doenlyk volgen zullen. Van het alom geagte Werkje: De VRIEND der KINDEREN, 8 Delen, zyn van den 2de Druk weinig compl. Exempl. meer voor handen ƒ5:14 Van denzelfden Auteur is gedrukt, BRIEFWISSELING tusschen de Familie en Bekenden van den Vriend der Kinderen, 4 stukken ƒ3:6
Den gem. Uitgever, F. Bohn , door aankoop Eigenaar geworden zynde van een Werk, voor alle Christenen zonder onderscheid allernuttigst, te weten: HET EERSTE CHRISTENDOM, of DE GODSDIENST der OUDE CHRISTENEN, in de eerste Eeuwen des Euangeliums, door W. Cave, vertaald door S. Bor, Pred. te Zeist, vyfde druk. van nieuws overzien en in styl en taal verbeterd, met ene aanpryzende Voorreden van den Profess. H. Witzius en H.S. van Alphen, en met XVI nieuwe Kunstplat. 2 Delen in gr. 8vo; levert het zelve een bepaalden tyd, of zo lang de weinige Exemplaren strekken, af, voor den ongemeen goed kopen prys van ƒ2:10- in plaats van ƒ5:10- in den voortreflyken inhoud van dit Werk hebben alle Christenen van alle Gezindheden belang. Het beschryft in 3 Boeken, 1. Hoe de oude Christenen zig tegen de lasteringen der Heidenen verdedigen: hunnen Godsdienst, Godsdienstige Vergaderplaatsen, vieren van 's Heren dag, Leeraars en Ledematen, openbare en huislyke Godsdienstoeffeningen, bedienen van Doop en Avondmaal: 2. Hunne Nedrigheid, Hemelsgezindheid, Zedigheid, Matigheid, Kuisheid, Volvaardigheid en Standvastigheid in hunne Geloofsbelydenis, en, 't geen alle verwondering te boven gaat, hunne Lydzaamheid onder het Lyden En 3. Hunne Rechtvaardigheid, Liefde, Weldaadigheid, Eendragt, Vreedzaamheid en Gehoorzaamheid aan de Burgerlyke Overheden, en Strengheid hunner Kerkelyke Tucht. Van alle welke wetenswaardige dingen, in dit Boek, Voorbeelden en Historien voorkomen, die in waarheid zeldzaam zyn. Ook is alles met zonderlinge Geleerdheid, juistheid, klaarheid en beknoptheid uitgewerkt. Behalven dien, zyn vyf Drukken, en de Voorreden van H. Witsius en H.S. van Alphen, aanpryzings genoeg. Een uitvoeriger Bericht is van dit Werk alom gratis by de Boekverkopers te bekomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weerkundige waarnemingen, te Haarlem.
Te Haarlem by A. Loosjes. |
|