Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berigten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groot-Britannien.Den 29 October, is, te Norwich Overleden, de Wel Eerw. Robert Plumptree, D. D, Meester van het Koninginne Collegie, en Hoogleeraar te Cambridge.
Onze beroemde Verzameling van Klassikale Schryveren is, onlangs, op nieuw vermeerderd met enen allersierlyksten Druk van Catullus , dien de Heer Wilkes in 't ligt gegeven heeft. Deze Druk is zo naauwkeurig, dat 'er geen enkele Lettergreep, of zelfs Stip, misgesteld of uitgelaten is. Ondertusschen heeft dezelve op het Tyteblad gene verdere aanpryzing dan deze: Recensuit Johannes Wilkes, Anglus: daar men zig herinnerd, dat by de uitgave van den Glasgowschen Druk van Horatius, in den Jare 1774, die insgelyks volmaakt is, de afgedrukte Bladen telkens in het Collegie opgehangen wierden, met aanbieding ener beloning voor elke fout, die 'er in gevonden mogt worden. Wilkes heeft, in dezen Druk, zig voornamelyk bediend van dien van Vulpus, in het jaar 1737, te Padua uitgekomen. - 'Er zyn drie Exemplaren op Pergament getrokken, om welke volmaakt te hebben, het Pergament uit Italïen, en de inkt uit Parys ontboden was. Van dezen heeft het Britsch Museum, de Koninglyk Maatschappy, en de Keizerlyke Ambassadeur, welke laatste den Heer Wilkes op het denkbeeld van deze uitgave gebragt hadde, elk een Afdrukzel, ten geschenke, ontvangen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frankryk.Het Hof heeft, den 17 October, het Dagverhaal, met de daar by gevoegde Kaarten en Brieven, ontvangen, van den Grave de la Perouse, die zig, zedert ruim 3 Jaren, op enen Zeetogt bevond. De Heer van Lesseps, Onder-Consul van Kroonstad, die voor Russische Tolk op dezen Togt in dienst gesteld, en aan het Schier Eiland Kamschatka, aan Land gestapt was, heeft het een en ander overgebragt: hebbende zedert 27 Jan. te Land gereisd, en, in dien tyd, enen weg van 4000 Mylen, door weinig bewoonde Landen, en langs ongebaande wegen, afgelegd. Op zyn Togt, van Petersburg naar Versailles, heeft hy niet meer dan 20 dagen doorgebragt. Zie hier een Uittrekzel van het opgemelde Dagverhaal.
‘'s Konings Fregatten, La Boussole en l' Astrolabe, het eerste gecommandeerd door den Grave de la Pe- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rouse, Kapitein en Opperbevelhebber der Expeditie, het twede, door den Kapit. Burggrave de Langle, gingen onder Zeil, van de Rhee van Brest, op den 1. Aug. 1785. om ontdekkingen te doen. Na de Eilanden Madera en Teneriffe, ten einde zig aldaar van nog wat Wyn te voorzien: die van Martin-vas en la Trinité, om derzelver Aardmeetkundigen stand te bepalen; en dat van St. Katherina van Brezil, om 'er enige ververschingen in te nemen, aangedaan te hebben; deed de Graaf de la Perouse, enige navor schingen in de Zuid Zee; voer de Straat la Maire, den 25. Jan. 1786, zynde 69 dagen na zyn vertrek van het laatste Eiland, door; en bereikte, den 9 Febr. den groten Oceaan, gemeenlyk de Zuid, of de Stille Zee, geheten. Den 24 dier Maand, wierp hy het Anker in de Baai van La Conception, (een Stad in Chili) en vertrok van daar 19 Maart. Den 8. April ontdekte hy het Paasch-Eiland, waar hy aan Land stapte. Den 28 Mai kwam hy onder het Eiland Othahytee, een der Sandwichsche Eilanden, waar Kap. Coock zo ongelukkig het leven liet. De Graaf de la Perouse legt zig voornamelyk toe, om die Eilanden op te nemen, die de beroemde Engelsche Zee-Reiziger niet heeft kunnen bezigtigen. Hy verliet de Sandwichs 1 Juny, zette koers naar Noord-Amerika, en bereikte aldaar den 23. dier maand, de hoogte van Mont-Saint-Elie, op 60 graden Breedte. Van zyne landings plaats tot aan de Haven van Monterey, op 36 graden en 2 minuten Breedte, nam hy de Kust op; 't geen Kapit. Coock, door tegenwinden belemmerd, slegts gedeeltelyk, en van afstand tot afstand, hadde kunnen doen, zynde niet verder geweest dan 43 graden. De Graaf heeft zyne ontdekkingen gevoegd by die van den Engelschen Zeevaarder, en by de opnemingen, die, zo ten Lande, als ter Zee, door de Spanjaarden van Kalifornia gedaan zyn. Hy vertrok uit de Haven van Monterey 24 Sept. Stak den groten Oceaan over, naar het vaste Land van Azia, en ontdekte, op dezen Togt, enige onbewoonde Eilanden. ‘Den 15 Decemb. raakte hy in 't Gezigt van Assonsong, een der Eilanden onder de Kust van China, en wierp den 3 Jan. 1787, het Anker voor Macao. Van daar vertrok hy 6 Febr. en liep den 28. in de Baai van Manille, voor Cavita, om zig van enige ververschingen en levensmiddelen voor zyn laatsten Togt te voorzien. Hy verliet de Manille 9 April, en, ten Oosten Formosa voorby zeilende, zette hy koers tusschen door de Eilanden Japan en Korea, bezag de Oostkust van dat Schier-Eiland, en voer op tot 52 graden Breedte, door een vry enge Straat, by de Zeevaarders onbekend, en gevormd, van de ene zyde door de oostelyke Kusten van Tartaryen, en van den anderen kant, door twee grote Eilanden, waar hy aan Land stapte, en welken hy, gedeeltelyk, bezigtigde. Het Noordelyk einde dezer Zee-engte door Banken bezet vindende, welken den doortogt ondoenlyk maakten, wendde hy te rug naar het Zuide; en zyne nasporingen voortzettende, ontdekte hy, op 46 graden Breedte, een Straat, die hem in de Zee bragt, gelegen ten Oosten der Kurillesche Eilanden, tusschen welken hy enen weg vond, langs welken hy naar de Haven van Avatska, aan de zuidzyde van het Schier-Eiland Kamschatka, kon zeilen. Aldaar wierp hy den 6 Sept. het Anker.’ ‘Deze Scheepstogt, van 5 maanden, in ene onbekende Zee, onder byna onophoudelyke zware Nevels, was inderdaad niet min gevaarlyk dan moeilyk: dezelve kan egter niet weinig ter opheldering dienen van een voornaam punt der Aardmeetkunde; zullende, gevoegd by de ontdekkingen, die de Russen in dit Noordelyk deel des Aardkloots gedaan hebben, ons naauwkeurig kennis doen verkrygen aan een uitgestrekt Land, welks bestaan tot nog toe betwist wierd. De Volken, die de Eilanden bewonen, door den Grave de la Perouse bezogt, hadden gene kennis aan de Europeanen, zo min als aan de overige bewoners van het grote vaste Land: zy zyn vriendelyk en gastvry: dog hun grond levert gene voortbrengzels op, welken de Handeldryvende Natien derwaarts kunnen lokken.’ ‘By het vertrek van den Heer Lesseps, den 30 Sept. 1787. bevonden zig de Officieren en Gemenen der beiden Fregatten, in den besten staat van Gezondheid; en schoon meer dan 2 Jaren de Zee doorkruist hebbende, hadde de Scheurbuik zig onder dezelven nog niet ontdekt.’ ‘De Graaf de la Perouse, na enigen voorraad te Avatska ingescheept te hebben, was voornemens den 1 Oct. wederom Zee te kiezen, om de nog overblyvende nasporingen in het zuidlyk Halfrond te doen: men meend, dat hy, in de maand July of Aug. van 1789 in Frankryk te rug zal kunnen wezen.
Eene Proefneming met het onlangs uitgevonden Slagzilver, door den Heer Bartolet (zie Alg. Konsten Letter Bode, bladz. 33.) is dezer dagen, van een aller ongelukkigst gevolg geweest. Opgemelde Heer, nevens de Heer Lavorsier en le Tors, naar de Kruitmolen van Essone, omtrent 8 Mylen van Parys gelegen, gegaan zynde, om deze proefneming aldaar te doen, was de laatste, met de Zuster van den Direkteur der Kruitmolen, slegts weinige minuten in het Stookhuis geweest, of men hoorde een verschrikkelyken slag; en daar op toeschietende, vond men de suffrouw dood en geheel verpletterd, en den Heer le Tors genoegzaam aan stukken geslagen: gevende kort daar na den geest. Men schryft dit akelig toeval aan ene onvoorzigtige aanraking van het Slagzilver toe.
De Koningl. Societeit . van Konsten en Wetenschappen, te Metz, heeft in hare Vergadering van 16 October, den Prys, op de reeds in 1785, opgegevene en vervolgens nog eens herhaalde Vrage: Is het mogelyk, om de Joden, in Frankryk, nuttiger en gelukkiger te maken, en door welke middelen? Onder de Schryvers van drie ingekomene Verhandelingen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ieder voor een Derde, besloten te verdelen, als, boven de overigen Antwoorden, de beloning waardig gekeurd zynde, alhoewel geen derzelven den gehelen Prys verdiende. Deze Verhandelingen zyn, by de opening der Billetten gebleken, tot Schryvers te hebben, de Heeren Gregoire, Vicaris van Embermenil, by Luneville; Thierny, Advokaat van Nancy, en Zaskind Hourvilz, een Polak, die zig thans te Parys bevind. Opmerkelyk is het, dat alle de drie Verhandelingen, schoon geschreven door lieden van verschillende beroepen, woonplaatsen, en waarschynlyk ook van onderscheidene Gods dienstige belydenis, nogtans op dezelfde beginzels gegrond zyn, dezelfde bewyzen aanvoeren, een gelyk doel hebben, en nagenoeg dezelfde middelen aan de hand geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Duitschland en naburige Ryken.Den 26 Aug. dezes jaars, overleed, te Praag, by de Bermhartige Broeders, de Geleerde Gelukzoeker Heinrich Keller, in Swaben geboren, die voor Toneelspeler, Soldaat, Lugtbal-maker, Schryver, alles onder een, in de voornaamste Steden van Duitschland speelde. Het ontbrak hem aan gene vermogens, maar zyn onrustige geest, zyn gestadig woelen, en beledigend schryven haalden hem vele vyanden op den hals, terwyl zyne losbandigheid hem altyd arm hield en met schulden beladen. Te Dresden tragtte hy Konstenaars en Geleerden nader aan elkanderen te verbinden, en stigtte een zogenaamd Pantheon, waar in alle Vreemdelingen konden komen, kennis aan Geleerden, Konstenaren en Edellieden krygen, ook Konststukken beschouwen, beoordelen, kopen enz. De meeste vreemde Gezanten, de voornaamste Adel, verscheidene Geleerden en Konstenaren hadden ook werkelyk daar op ingetekend, Schilderyen, Prenten enz. in een fraaye gehuurde Zaal, toegebragt; dog het Werk bleef weldra steken, uit mistrouwen, partyschap enz. De inval was zekerlyk niet onaartig, en wel waardig werkelyk tot stand gebragt te worden, overmits de Konstenaars, buiten hun Vak, merendeels Vreemdelingen, en ondertusschen de Geleerden zelden Konstkenners zyn: 't geen te dikwyls aanleiding tot nutteloze pennestryden geeft. Zyn laatste en beste Werk was het Dresdner Kunstler Lexicon, 't geen, alhoewel onvolledig, nogtans zyn yver eer aandoet.
Drie kostbare Schilderyen, waar van een het Oordeel van Paris, door den Ridder van der Werf, het ander ene Magdalena, van Corregio, in een zilvren Lyst, met fyne Stenen omzet, gevat, en het derde de Kop van een Oud Man verbeeld, uit de Keurvorstelyke Gaandery, te Dresden, in den nagt tusschen 21 en 22. Octob. by geweldige Inbreking gestolen zynde, heeft men terstond zyn best gedaan, by openbare Advertentien, en onder aanbieding van ene Praemie van 1000 Dukaten, voor den ontdekker en aanhouder, in de In- en Uitlandsche Nieuwspapieren, om deze Stukken, waar het mogelyk, te agterhalen. Deze pogingen zyn alrede in zo verre geslaagd, dat twee daar van, korte dagen, na den Roof, te rug gezonden zyn. Het Stuk van Corregio blyft nog alleen agter.
Het Hertoglyk Kabinet van Natuurlyke Zeldzaamheden, te Meiningen, waar over de Heer Raad en eerste Bibliothekaris, B.G. Walch, het opzigt heeft, en waar in alrede ene zo keurige als complete Verzameling gevonden wierd, zo van Zee- en Schelpgewasschen, als Petrefakten, en ruwe zo wel als geslepen Gesteenten, is, onlangs, op nieuw verrykt geworden door ene schone Verzameling van Delfstoffen, die, voor 't merendeel, zeldzame en fraaye Stukken bevat. Het Kabinet bezit een Fonds in zig zelven, waar door het zig waarschynlyk nog verder kan uitbreiden: als bevattende enen zo ruimen voorraad, zo wel van Schelpgewasschen, als edele Gesteenten, byzonderlyk van Egyptische Keitjes, Granit- en Porphyrstenen, Orientaalsche, Italiaansche, Portugesche, Korsikaansche, Lotharingsche Jaspissen, van Achaten, Kornaalen, Topasen, Amethysten, Sardonix, Onix, Laps Lazuli, van Pudding-steen en Astroïten, dat het menig Kabinet daar uit kan verryken en daar en tegen, by ruiling, zig zelven de nog ontbrekende Zeldzaamheden aanschaffen. Ook is men 'er tot ene zodanige ruiling gereed, zo dra daar mede zulke Stukken kunnen ingeworven worden, als men verder nog meend nodig te hebben. - Het Kabinet staat, op bepaalde dagen der weke, voor alle Liefhebbers open, en Vreemdelingen kunnen alle uren toegang tot het zelve krygen. Onder de Versteningen bevat het verscheidene zeldzame Stukken uit de Verzamelingen van Scheuchzer en Woodward.
De Heer Hugo, tot dus verre onderwyzer des Erfprinssen van Dessau, die, enige jaren geleden, den prys by de Rechtsgeleerde Faculteit, te Göttingen, wegdroeg, is aldaar, tot buitengewoon Lector in de Rechten benoemd geworden. - De Heer Dokt. en Bibliothecarus Koppe, te Rostock, is tot Honorair Lid van het Hertoglyk Duitsch Genootschap te Helmstad verkoren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlanden.Rotterdam den 8. November. De Heer Lambertus Bicker, Medic. Doktor, Direkteur en Eerste Secretaris van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam &c. &c. van den laatsten Post afstand hebbende gedaan, en tevens door het Overlyden van den Heer P. van Swieten, de Posten van Direkteur en Tweden Secretaris vakant geworden zynde, hebben Heren Direkteuren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van dit Genootschap tot Direkteur en eerste Secretaris aangesteld den Heer Gerhardus Gysbertus ten Haeff, en tot Lid en Tweden Secretaris den Heer Olivier Christiaan Elckma, beiden Med. Doktores te Rotterdam: wordende by dezen de genen, die aan het Genootschap iets hebben toe te zenden, verzogt zulks voortaan te doen aan den voornoemden Eersten Secretaris.
Vlissingen . Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen alhier, heeft, in zyne Algemene Vergadering, den 29 October gehouden, den Gouden Eerprys toegewezen, aan den Heer A. Bonn , Anat. et Chir. Prof. aan het illustre Athenaeum te Amsterdam, na dat, uit de opening van het billet, gebleken was, dat hy onder de Zinspreuk: Concordia res parvae Crescunt, &c. Schryver ware van het Antwoord, op de Vraag: betreffende ‘de Vereeniging en zamenwerking der geleerde Maatschappyen in ons Vaderland tot haar algemeen doel: de bevordering van nuttige Kunsten en Wetenschappen;’ gelyk ook dien Eerpenning aan den Heer A. van Solingen , Med Doct. te Middelburg, is toegekend, na dat hy, door de opening van het Billet, als Schryver was ontdekt van 't meest voldoende Antwoord, op de Vraag: raakende ‘de meer in trein brenging der Wis-, Natuur- en Tekenkunde.’ Het Antwoord: onder de Zinspreuk: Ex perientia est Magistra rerum, op de Vraag: omtrent ‘de Ziekten der Negers in de Nederlandsche Volkplantingen, in de West-Indien, &c.’ heeft men, als onvoldoende niet kunnen bekronen. Het Genootschap ziet met verlangen meerdere Verhandelingen te gemoet, voor den eersten van Louwmaand des Jaars 1789, ter beantwoording der Prysvragen, voorgesteld in het Programma des Jaars 1787; vernieuwt de Vraag: omtrent ‘de Ziekten der Negers;’ onder belofte van den gewonen Gouden Eermunt aan hem, die dezelve voldoende beantwoord, wanneer het ook zyn zal; en steld voor de eerstemaal, om beantwoord te worden voor den eersten van Louwmaand des Jaars 1790, onder dezelfde belofte, voor de twee volgende Vragen: ‘Hoe is de Aardrykskundige gesteldheid van Zeeland, voornamelyk ook betrekkelyk tot de Rivieren en Stromen, geweest, van de oudste tyden, dat het zelve bekend is geraakt, tot aan het begin der Graaflyke Regering? Welke veranderingen zyn in dezelve voorgevallen, zedert dat laatste tydperk, tot aan het einde der veertiende Eeuw? Is naderhand hare gesteldheid dezelfde gebleven, of heeft zy ook merkelyke veranderingen ondergaan? Zo ja! Welken waren deze? En van welken invloed zyn alle die veranderingen geweest, zo op het Huishoudelyk bestaan, als op het Staatswezen van dat Landschap?’ En ten tweeden: ‘Wat is de reden, dat de Kinderpokjes (variolae), op onderscheidene tyden en plaatsen, zomtyds onverwacht zig openbaren, en zeer geweldig woeden; terwyl anderen, zelfs in de nabuurschap daar van, op den zelfden tyd geheel bevryd zyn? Hangt zulks af van ene byzondere gesteldheid in den Dampkring; van de hoedanigheid der Steden en Plaatsen; van het voedzel, of andere oorzaken? Zyn 'er ook voorbehoedende middelen ten dien opzichte te bedenken?’ Men wenscht by de beantwoording dezer Vraag, de redeneering, zo veel mogelyk, bevestigd te zien door wezenlyke gebeurtenissen, uit de ondervinding opgemaakt. Eindelyk word, boven de Gouden Medaille, 40 Gouden Ducaten aan den genen beloofd, die, op de best voldoenste wys, voor 1 January 1791, de Keuren van Zeeland, in ene goede Nederduitsche Taal, met korte Aanmerkingen opgehelderd, voorsteld. De Antwoorden op alle de gemelde Vragen en Voorstellen moeten, op de gewone wys en voorwaarden, in elk Progamma des Genootschaps te zien, toegezonden worden aan den Heer A. Dryfhout , A.L.M. Phil. et Theol. Doct en Predikant te Middelburg; of aan den Heer H. van Royen , Rect. der Latynsche Scholen te Vlissingen, Secretarissen van het Genootschap. Tot Directeuren van dit Genootschap zyn, zedert de vorige algemene Vergadering aangesteld, de Heren Pet. Alex Boreel de Mauregnault, Schepen en Raad te Goes; Mr. Nic. Joh. van Hoorn van Burgh, Raad te Vlissingen; Mr. Ap. Jan Corn. Lampsins, Bailliuw wegens zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prinse van Orange, te Vlissingen; Jan Stavorinus, Schepen te Middelburg; Mr. Gysb. Car. van Hogendorp, Pensionaris der Stad Rotterdam; Mr. Joh. Adr. Moens, Raad te Vlissingen; Mr. Adr. Fr. Lammens, Schepen en Raad te Vlissingen. En tot Leden zyn in deze Vergadering verkoren de Heren Mr. Baron van Hupsch, Lid van verscheidene Akademien en Gel. Genootschappen te Keulen; Seb. Just. Brugmans, Prof. Botan. te Leiden; Rudolph Forsten, Anat. en Chir. Prof. te Harderwyk; Fred. Will. van der Leeuw, Med. Doct. Anat. et Chir. Lector te Dordrecht; P.J. Thomassen a Thuessen, A.L.M. Phil. et Med. Doct in 's Hage; Joh. H. van der Palm, Predik., thans wonende te Middelburg; Jac. de Puit, Stads Operateur en Vroedmeester te Middelburg; J. de Kanter, Phz., Notaris te Zierikzee.
Haarlem . In de laatstgehoudene grote Vergadering van Teylers Fondatie, binnen deze stad, hebben Heren Directeuren en Leden geoordeeld, dat het ingekomene ter beantwoording van de Vraag in de Schilderkunde, by het Tweede Collegie dezer Fondatie, voor den Jare 1787, uitgeschreven, niet voldoende was om bekroond, of onder de Stukken der Fondatie uitgegeven te worden. Zynde die Vraag deze geweest: ‘Zou 'er mogelykheid zyn, van, met enige zekerheid, na te gaan, hoedanig de Schilderkunst der Ouden, ten aanzien van 't werktuiglyke, geweest zy? van welke Verfstoffen zy zig bediend, en hoe zy die op hunnen taferelen gebezigd hebben? welke veranderingen en verbeteringen zyn daar in door de lateren, die men Moderne heet, van de vroegste tyden, tot heden toe, uitgevonden en gebruikt? En wat is 'er thans voornamelyk te zeggen ter verklaring, of ook ter verbetering indien dit mogelyk is, van de tegenswoordig in gebruik zynde Teken- en Schilderwyze, de Stoffen, waar mede en waar op getekend en geschilderd word, betreffende?’ Welke Vrage, wegens hare gewigtigheid, geoordeeld is in aanmerking te komen, om nog eens, by ene volgende gelegenheid, herhaald te worden, waar toe, wanneer dit zo word besloten, nadere aankondiging, ter behoorlyker tyd; zal gedaan worden. Ondertusschen heeft men het thans nodig geacht te herinneren de waarschuwing, by die van het Twede Collegie, in hun Programma voor den Jare 1786, aan den Schryvers van Andwoorden gedaan, van zich te wachten hunne Verhandelingen, met hunne eigen' hand geschreven, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
toe te zenden of daar in hunne hand, hier en daar, te laten zien, vooral de genen, die weten, dat hunnen handen by de Fondatie bekend zyn; alzo de Stukken, in welken ene bekende hand ontdekt word, tot het mededingen na den prys niet toegelaten zullen worden, even als of zy met der Schryveren eigen naam ondertekend waren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Frankryk . Dissertation sur l'Extraction des Corps Etrangeres des plaies, & Specialement de ceiles, faites par armes a feu &c. Verhandeling over het uitsnyden van vreemde Lighamen uit Wonden, byzonderlyk zulken, die door Schietgeweer veroorzaakt zyn: met de Beschryving en Afbeeldingen van verscheidene Werktuigen, onlangs uitgevonden, om deze Operatie meer gemakkelyk en zeker te maken, door den Heer Thomassen, Chirurgyn by het Koningl. Krygs Hospitaal, te Neuf Brisach, Lid van verscheidene Akademien, 8vo. Te Straatsburg, by Treuttel 1788. Dit Werk is verdeeld in vier Afdelingen. In de eerste onderzoekt de Schryver de Natuur en de verscheidenheid der vreemde lighamen, en geeft een denkbeeld van de toevallen, welken zy kunnen veroorzaken. De twede geeft de bewyzen voor en tegen de uitsnyding, volgers de onderscheidene gevallen, aan de hand. In de derde brengt de Heer T. alle Werktuigen ter toets, die men voor deze Operatie kan uitdenken, met aanwyzing van der zelver gebreken en voordelen. De laatste bepaald zig byzonderlyk tot de onontbeerlyke Instrumenten, beschryvende de A. hier in een van zyn eigen vinding, met opgave van de wyze op welken anderen kunnen verbeterd worden, als mede van de regels, zo der Theorie als Praktyk, welken men, by het gebruik daar van, in agt te nemen hebbe.
Londres et ses Environs, ou Guide des Voyageurs &c. Londen en hare Buitenstreken, of Gids der Reizigers, Nieuwsgierigen en Liefhebberen in dat deel van Engeland, aanwyzende alles, 't geen voor de zulken, in derzelver onderscheidene Standen, van enig belang kan zyn, met onderrigtingen, omtrent 't geen, voor het aangaan der reize, noodzakelyk dient geweten te worden, en ene opgave van de voornaamste Koop- en Manufaktuur-Steden door de drie Ryken: versierd met Gezigten van de voornaamste Gebouwen en Koningl. Huizen, nevens een Kaart, in 't koper gesneden. Geschreven te Londen, door M.D.S.D.L. 2 Del. in 12mo Te Paris, by Buisson, prys 5 Liv. Een nuttig Werkje, niet slegts voor Reizigers, die Londen willen gaan zien, maar ook voor Kooplieden, die kennis en Correspondentie verkiezen te krygen met de voornaamste Huizen van Negotie in die Hoofdstad.
Estella, Roman, Pastoral. Estella, ene Herderlyke Roman, door den Heer Florian, Lid van verscheidene Akademien. Parys 1788. 8vo. 235 bladz. De Heldin dezer Roman bezit al de kieschheid, waar door de schriften van den Heer F. uitmunten. Verscheidene omstandigheden, egter hier voorkomende, gelyken te zeer op de Geschiedenis van Eloise, om het Werkje als oorsprongelyk te beschouwen: met dit alles vloeyd het over van fraaye Schilderyen, terwyl de styl zo bevallig als vloeyend is. De Heer Janinet gaat voort met weeklyks zyne Costumes & Annales des grands Theatres de Paris uittegeven. Het Werk behelsd ene Geschiedenis van elk Schouwtoneel, korte opgaven van alle de voorname Stukken, daar op vertoond, en Anecdotes omtrent dezelve en de beroemdste Spelers, en verzeld van de Afbeeldingen dezer laatsten. Intekeningen tegen 30 Liv. in 8vo. en 36 Liv. in 4to. worden aangenomen ten Huize van den Heer Ratinet, rue Haute Feuille, No. 5. te Parys.
Duitschland . Andachtsbuch für das Weibliche Geschlegt &c. Godvrugtige Handleiding voor de Vrouwen en byzonderlyk voor het meest geoeffend deel derzelven, door S.G. Marezoll, 1ste Deel. Leipzig 1788. gr. 8vo. 410 blz. 18 gl. Dit Stuk, welks Schryver een vriend van wylen den Heer Zollikofer is, vervat, na eenige Inleidende beschouwingen over de bestemming, en de uitoeffening der vrouwlyke bekwaamheden, drie Afdelingen, waar van de eerste Overdenkingen omtrent de bestemming des vrouwelyken Geslagts, in 't algemeen, de twede aansporing tot de voornaamste deugden en waarschuwing tegen de heerschende feilen der Vrouwen, en eindelyk de derde beschouwingen van enige der voornaamste hinderpalen en bevorderings middelen der aangeprezene Deugden, bevat. De Schryvers der Gothaische Gelebrte Zeitung pryzen dit Werkje vooral aan haar, voor welken het byzonder geschikt is, met veel nadruk aan, als uitmuntende, door ene oordeelkundige uitkiezing van vele nuttige en gepaste zaken, klaarheid en duidelykheid van begrippen, ligt te volgen aaneenschakeling van denkbeelden, en enen aangenamen en overredenden voordragt, vol vuur en leven, zonder redenkunstig Klatergoud of verlepte Dichterlyke Bloemen.
Ueber den umgang mit Menschen. Over de Verkering met Menschen, door A. Vryheer van Knigge, 2 Delen, 8vo. Hannover, by Schmidt, 1788. 1 Rhtl. 16 gl. De Schryver, wiens omstandigheden en bekwaamheden ten volle blyken berekend te zyn voor de moeyelyke taak, die hy in dit Werk op zig nam, doorloopt in ettelyke Hoofddelen alle bedenkelyke Standen en betrekkingen der Menschen, en geeft ene menigte leerzame voorschriften aan de hand, die niet slegts voor den onkundigen ter onderrigting dienen, maar ook den meer geoeffenden, ter heilzame erinnering, te stade kunnen komen. Zyn Schryfstyl is zuiver naauwkeurig en vloeyend, en alles leverd blyk op van 's mans braafheid en edelaartige bedoelingen.
Recueil des Deductions, Manifestes, Declarations, Traites et autres. Actes & Ecrits publics, qui ont été rediges et publiés pour la cour de Prusse, par le Ministre d'Etat Comte de Herzberg, depuis le Commencemént de la Guerre de Sept ans 1756 jusqu'a celui de la Guerre de Baviere, 1778. vol. 1. Berlyn 1788. by Haude en Spener, 3 Rthl. 12 gr. Deze Verzameling van Staatschriften is van des te meer waarde, daar soortgelyke Stukken, gelyk in de Voorrede te regt word aangemerkt, van hoe veel belang ook voor den Historieminnaar, na enig tyd verloop ligt verloren raken, en dikwyls met veel moeyte naauwlyks op te sporen zyn; gelyk alrede de berugte Memoire raisonné van den Jare 1756. zeer zeldzaam geworden was. De Verzameling behelsd, behalven dit en de daar toe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onmiddelyk betrekkelyke Stukken, nog een aantal van 31 andere Staatschriften. Aan de Voorrede is een zeer opmerkelyke Brief gehegt, dien de Graaf van Herzberg, zonder naams tekening, in het Jaar 1757, aan Frederik den Groten schreef: als mede twee Brieven van Prins Hendrik van Pruissen aan opgemelden Staats Minister.
Reliqua Librorum Frederici II. Imperatoris, de arte venandi cum avibus, pars I. uitgegeven door Prof. Schneider. Leipzig, by de Erven Müller 1788. Buiten de Voorrede des Uitgevers, en den Text, die naar den Augsburgsche Druk van 1596 gevolgd is, behelsd ook nog dit Deel enige Hoofddelen: de Falconibus, Asturibus & Accipitribus, uit het 23ste Boek, de Animalibus van Albert Magnus. De voortreffelyke Ontleed- en Natuurkundige aanmerkingen, welken meestal op eigen ondervinding gegrond zyn, en velerleye eigen gemaakte Waarnemingen omtrent de Levenswyze en aandrift, niet slegts der Roofvogelen, maar ook van andere soorten dezer Dieren, de beschryvingen der soorten van Valken, die men op de Jagt gebruikt, nevens de onderrigtingen voor de behandeling daar van, zetten dit kleine Werkje des groten Keizers, onder alle de vreemdheid en barbaarschheid van Styl, ene waarde by, welke die der meesten nieuwe Schryveren, zo over het Onderwerp als over de kennis der Vogelen in 't algemeen, verre overtreft: en men mag te meer nut van deze nieuwe uitgave wagten, deels daar het Stukje thans weinig meer bekend, deels wegens verscheiden ingemengde oude Italiaansche en Fransche woorden, zeer moeylyk te verstaan was. Schoon dus wel de oorsprongelyke Druk naauwkeurig gevolgd is, heeft egter het Stukje ene nieuwe en meer bevallige gedaante gekregen uit de handen van enen man, die reeds meer blyken zyner grondige taalkennis en zyner bekwaamheid gegeven heeft, zo in het ophelderen van duistere plaatsen by oude Natuuronderzoekeren als in de Ontleedkunde der Dieren, byzonder der Vogelen. Zyne Aanmerkingen staan in een twede Deel te volgen, waar by insgelyks enige Platen tot opheldering zullen gevoegd worden. De Voorrede behelsd enige narigten nopens 's Keizers verdiensten by de Wetenschappen, deszelfs Gedichten, en pogingen om de kundigheden der Arabieren, in Italien en Frankryk te verbreiden, enz.
Hamburger Schiffer Calender. Hamburgersche Schippers Almanach voor den Jare 1788. Hamburg, by Hofmann, 8vo. 226 bladz. Deze Almanach is byzonderlyk ten dienste van Scheepvarenden opgesteld en zeer gepast daar toe ingerigt, De Schryver is de Kapitein Muller, te Stade.
Nederlanden . Bespiegelingen der Vier Levensstanden van den Mensch, met plat. gr. 8vo. Haarlem, by A. Loosjes. De verdeling van 's Menschen Leeftyd, in de vier perken of Getyden van het jaar der Natuur, is zeer gebruikelyk by goede Schryvers, en op haar zelve niet ongepast. De Schryver van het voorhanden zynde Werkje, dit denkbeeld volgende, bepaald dus zyne Bespiegelingen tot de Vier Levensstanden van den Mensch, nam de Kindschheid, Jongelingschap, Mannelyke Jaren en Ouderdom, die als Lente, Zomer, Herfst en Winter van 't Leven kunnen beschouwd worden. Ieder van welken ene Schets of Tafreel behelsd, van 't geen elken Levensstand byzonder eigen is, doorvlogten met leerzame bedenkingen en de nutste Lessen. Het een en ander word voorgesteld in enen vloeyenden en bevalligen Styl, hier en daar met Dichterlyke Bloemen bestrooid. De twee laatste Bespiegelingen overtreffen ongetwyffeld de beiden voorsten: die ook trouwens reeds afzonderlyk voorheen in het ligt gegeven waren: een blyk dat des Schryvers kundigheden, oordeel en bekwaamheden, gedurende dezen zynen arbeid, zig meer en meer ontwikkeld hebben. Echter loopt deze enigzins ongelyke behandeling, van het onderwerp, hier minder in 't oog, daar zy, schoon toevallig, in ene opklimmende volkomenheid voortgaat, welken niet kwalyk schynt te passen, aan de trapswyze vordering van den Mensch, en deszelfs vermogens en vatbaarheden. Het geheel ondertusschen verdiend aanpryzing: als aanleidelyk tot het verkrygen van nuttige Menschenkennis, gezonde begrippen van Godsdienst en indrukken van deugd en braafheid; en als in dier voegen ingerigt, dat zo wel het opgroeyend Kind, als de meer vatbare Jongeling, de volwasschen Man zelve, en afgaande Grysaart, een heilzaam voedzel, beiden voor het verstand en het hart, uit het een en ander konne trekken. De bygevoegde vier Platen verbeelden de onderscheidene Levensstanden; zynde een derzelven aan het hoofd van elke Bespiegeling geplaatst. Men kan dit Werkje, onzes bedunkens, met veel nut, als een Prys van naarstigheid, aan de katechiserende Jeugd uitdelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw uitgevonden werktuigen en konstgevaarten.Ten behoeve der Katoen- en Spaansche Wolspinnery, heeft de Hof-Instrumentmaker en Werktuigkundige Christiaan Storch, te Offenbach, ene geheel nieuwe en zeer net bewerkte Kam - of Kaard-Machine , in gereedheid gebragt, welke door één persoon behandeld word. Derzelver Eigenschappen zyn: 1. Dat zy de Wolle van zelve opschuift, en de Vlokken, op de volmaakste en fynste wyze, weder aftrekt, zo als zulks by het Wolkaarden vereischt word: 2. Dat met behulp van dit Werktuig, een enkel persoon, in gelyken tyd, zo veel doen kan, als anders 12 personen; en 3. Dat de Machine ook kan gesteld worden, om door het water bewogen te worden, wanneer zy nog ongelyk meer voordelig werken moet. Een volledige beschryving zou te wydlopig vallen. Het Werktuig is, nevens de daar door gekaarde Wolle, voor ieder by hem te zien. Wyders zyn by hem gereed gemaakte Spin-Machines van goede qualiteit tot 30 Spillen te bekomen. Buitenlanders, ene nadere beschryving van het Werktuig verlangende, worden verzogt, de Brieven Vragtvry te zenden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toneel- en ander konstvermaak
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nicolet, een der bestierderen van de Petits Spectacles, op de Boulevards, te Parys, heeft een Brief ontvangen van den Baron Trenck, over deszelfs Toneelstuk: de Baron Trenck, 't geen een en andermaal met toejuiching vertoond is. Om den twyffel weg te nemen, aangaande het werkelyk bestaan van dezen Baron, die by velen scheen plaats te hebben, heeft Nicolet dezen Brief openlyk bekend gemaakt.
Dezelve was van dezen inhoud: ‘Ik hebbe, Myn Heer! een afdrukzel ontvangen van uw behaaglyk Stuk, en verwondere my, dat gy op de gedagten konde komen, om den jammerlyken reeks myner onafgebrokene onheilen, gedurende 43 Jaren, in een Toneelstuk te brengen. By aldien gy 'er enig voordeel uit gehaald hebt, zal ik 'er hartelyk over verblyd wezen: en ik ben 'er grootsch op, wanneer ene Natie, zo hoog by my geschat, myn naam en wederwaardigheden hare goedkeuring niet onwaardig vind: U verzekerende, dat my dit niet weinig troost verschaft, na myne langdurige en harde gevangenis. Ik zal den aanstaanden Winter te Parys wezen, en mogelyk een Stuk van myn eigen maakzel vertonen. Ik hebbe 4 a 5 Vertalingen van myne Romaneske Geschiedenis gelezen, en ze allen verminkt of vervalscht gevonden. Thans ben ik bezig aan een egt en getrouw verhaal van alles op te stellen, 't geen ik, binnen kort, denke uit te geven. Intusschen ben ik uw ootmoedige Dienaar: De eigendomlyke waarde der Schouwburgen is, zedert de laatste Jaren, in Engeland, en vooral in de Hoofdstad, op ene verbazende wyze aangegroeid. Men weet niet, voor hoe veel, en onder welke voorwaarden, de Familie van Rich, allereerst, de beiden onbepaalde Patenten bekomen hebbe, uit kragt van welke zy, ettelyke jaren, de drie Tonelen, Drurylane, Lincoln's Innfields en Covent Garden, ophield; maar het is zeker, dat, omtrent den Jare 1760, de Heer Rich, met den beroemden Thornton in onderhandeling was over den gehelen Eigendom daar van, voor 40,000 Pstr. schoon de Koop, door de tegenkanting van enen Skipwith, die eisch op het éne Patent maakte, toen niet doorging. Sedert egter, dit geschil vereffend zynde, bedong de Heer Rich, voor het afstaan van zyn recht, een vermeerderde som van 60,000 Pstr. In het Jaar 1774, verkogt Colman, een der Kopers, zyne vierde poverdrtie voor 21,000 Pstr., en men zegt, dat zedert deze en de andere Portien nog duurder gekogt zyn, door den Heer Harris. De Eigenaars van het Drury-lane Toneel hebben Octroy voor 21 Jaren, waar van de vernieuwing aan het goedvinden der Krone staat. De Heer Garrick droeg zyn helft in den Eigendom daar aan, in het Jaar 1776, voor 85,000 Pstr. over, en de helft hier in, zynde een vierde van den gehelen Eigendom, is onlangs aan den Heer Sheridan voor 18,000 Pstr. verkogt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Narigten en byzonderheden, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk.De verslagenheid over de breuk van zo vele Handelhuizen, byzonder in de Lynwaten, te Dublin, houd niet slegts aan, maar word staag groter, overmits die Bankeroeten invloed over het gehele Ryk hebben, en dagelyks meer Negotianten zig genoodzaakt vinden, om met betalen op te houden. Men is niet zonder reden bedugt voor de ergste gevolgen, welken daar uit voor de Fabrieken ontstaan zullen: daar het Crediet der Fabrikeurs in Antrim, ene Provintie, die enkel door den Handel in Lynwaten bestaat, ten enemale geknakt is.
Het Steedje Swabach, in 't Markgraafschap Anspach, munt uit in velerhande voordelige en bloeyende Fabrieken. Men rekend, dat 'er alleen met de Koussen-Fabriek aldaar 180,000 Florynen, en met die der Naalden, waar van 200 Millioenen geleverd worden, 130,000 Flor. jaarlyks gewonnen worden.
In den Jare 1767. waren, in Rusland, 165 Yzeren Koperhutten aan den gang, die 3, 4, 97315 Pud gesmeed Yzer, en 1,9,5679 Pud Koper uitleverden. Het Pud Yzer, op 80 Kopeiks gerekend, brengt de waarde der gehele massa tot 2,7,97852 Roebels: en dat van 't Koper, tegen 8 Roebels geschat, brengt de waarde van het geheel op 1,5,65432 Roebels. Het produkt van beiden beliep dus 4,3,63284 Roebels. De inkomsten der Krone hier uit bedroegen zuiver 4,03583 Roebels, zonder het Muntgeld van het daar van geslagen Kopren geld te rekenen.
Uit Zweedsch Pommeren worden jaarlyks, 8 jaren door elkanderen gerekend, 1828 Lasten Rogge, 893 L. Tarwe, 851 L. Gerst, 380 L. Haver, 381 L. Erwten uitgevoerd. Van 1778-84 leverde het naar buiten 15,568 ½ Centner Tabak in Bladen, en 118,311 pond gewerkte. De waarde der uitgevoerde Paarden bedroeg in 8 jaren 77,728 Ryksd.: de Hoeveelheid Wol, in dienzelfden tyd 1,676,230 Pond. Men kan rekenen dat 'er in 't gehele Land 250,000 Schapen zyn. De uitvoer van Mout beliep op 1,557,968 Rksd. volgens spesifique Lysten van 1778-83, bedroeg de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarde van alle uitgevoerde Produkten en Goederen 3,613,797 Rksd. en der ingevoerde 2,873,607 Rksd. van welke beiden, een som van 5,317,380 Ryksd. op de balans van den Zeehandel, en slegts 1,170,024 Ryksd. op die van Landhandel kwamen. De Land inkomsten bedroegen in 1785 een som van 230,762 Ryksd. en de uitgaven waren 229,059 Ryksd.
De aangroei en het gewigt des Deenschen Asiatischen Handels word, in het Hamb. Polit. Journal, volgender wyze opgegeven.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Letterkundige anekdoten.Ter tyde van Koningin Anna, was het, in Engeland, een gebruik, wanneer een der Kapelanen van 't Hof een Dekens Ampt kreeg, den Kapellaans-Tafel met een Zilvren schotel te verëeren. Een derzelven tot Deken van Peterborough (welk Dekenschap ongemeen schraal van inkomsten is) verkoren zynde, en zig wat huiverig tonende om het gewoon geschenk te doen, wierd, op zekeren dag, aan Tafel daar over gerailleerd: ‘ach! myne Heren;’ sprak hy koeltjes, ‘men kan niet verwagten, dat ik U een Zilvren Schotel zal verëren; gemerkt ik slegts Deken van Pewter-borough ben.’ [Pewter betekend in het Engelsch Tin.]
Men vroeg eens den Generaal der Jesuiten, Oliva, hoe het kwame, dat 'er onder zyne Orden, waar van het merendeel uit zeer fyne en schrandere verstanden bestond, zig nog zo vele domören en halzen bevonden. ‘Wy moeten Heiligen hebben,’ antwoordde de Generaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geboorte- trouw- en sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 163: in 's Hage 27: en te Haarlem 12, onder welken laatsten 8 beneden de 12 jaren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Weerkundige waarnemingen, te Haarlem.
Te Haarlem by A. Loosjes. |
|