Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |||||||||||
Berigten.
| |||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||
kunnen uitdelen; zynde slegts een enkel antwoord op dezelve by haar ingekomen, 't geen geheel niet voldoende was, en naauwlyks enige opmerking verdiende. Zy heeft des goed gevonden, die vraag ter zyde te stellen, en, in derzelver plaats, ene van volgenden inhoud op te geven: Determinare, num functiones arbitrariae, per integrationem aequationum differentialium tres vel plures variabiles comprehendentium ingressae, ad quamcumque curvam superficiem &c. pertineant, sive sit algebraica, sive transcendens, sive etiam mechanica, discontinua, liberoque manus motu producta; an ad eas curvas tantummode rite trabantur, quae suns continuae et per aequationem algebraicam vel transcendentem exhibeantur? De antwoorden moeten duidelyk, in het Russisch, of Latyn, Hoogduitsch, of Fransch geschreven, niet met den naam des Opstellers, maar met ene zinspreuke, ondertekend en verzeld van een gezegeld Billet, waar op dezelfde zinspreuk en binnen in welk den naam des schryvers, voor 1 July 1789 gezonden, worden aan het Adres van den Geheimschryver der Academie Johannes Albertus Euler. | |||||||||||
Italien.De Heer P. Franceschi, Secretaris ad pias causas, te Venetien, is tot Staatsraad der Republiek be noemd geworden: zynde de eerste, die van Geheimschyver tot dien stand veheven is. Als Schryver heeft hy zig wel niet openlyk vertoond; des niettegenstaande is hy een der Geleerdste, Kundigste en Verdienstelykste Mannen in Venetien. Deze Stad heeft, onder anderen, de verbeterde inrigting harer Scholen, aan hem te danken: als mede het byleggen der Onlusten in den Jare 1761. toen hy, in den Ouderdom van slegts 28 Jaren, door den beroemden M. Fasckarini, sedert Doge van Venetien, tot Geheimschryver der berugte verbetering des Raads van Tienen, verkozen, en tot dit byleggen gebruikt wierd. Het Gerugt, 't geen zig, sints enigen tyds, uit Sicilien verspreid heeft, als of men, te Girenti, ene Arabische overzetting der Historie van Livius gevonden hadde, welke de nog ontbrekende Boeken zoude bevatten, is ongegrond bevonden: zynde het gebleken, dat dit gevonden Handschrift niet meer behelsd, dan 't geen reeds bekend is. Die van Sicilien schynen uit de dikte van 't Boek besloten te hebben, dat hetzelve vry meer inhield, en herriepen sedert, 't geen zy daaromtrent, zonder naauwkeurig onderzoek, bekend gemaakt hadden. De Boekery van St. Markus, te Venetien, word nog, van tyd tot tyd, uitgestrekter en kostbaarder. Behalven de 500 Handschriften en oude Bronzen, die, voor vyf jaren, uit de aanzienlyke Bibliotheek aan het Klooster S. Giovanne di verdara, te Padua, toebehorende, derwaarts overgevoerd zyn, heeft men 'er onlangs nog ettelyke Banden met Handschriften uit de Archieven van het Paleis van St. Markus bygevoegd. Ene Latynsche, op pergament geschereven, Bybel van 't Jaar 1000. is wel het voornaamste onder dezen. De Abt Morelli, tegenwoordige opzigter, is bezig met een nieuwe Catalogus der Boekery te maken. Deze Heer heeft zeer veel toegebragt tot verbetering en opsiering derzelve. Men is aan zyn toedoen het besluit van den Raad schuldig, waarby de Boekery ten vrijen gebruike voor Inboorlingen en Vreemdelingen is opengesteld geworden. De Raad heeft ook, in erkentenis zyner diensten, zyner Jaarwedde, kortlings, ene vermeerdering van 100 Dukaten toegevoegd.
De Bibliotheek van Pinelli, waarvan, voorleden Jaar, een gedrukte Naamlyst in 6 Delen, door Morellie vervaardigd, in 't ligt verscheen, is, door een Engelschen Boekhandelaar voor 13500 ZechinenGa naar voetnoot(†) gekogt. De Antike Penningen en Schulpen daar onder niet gerekend. | |||||||||||
Engeland.In één der laatste vergaderingen van de Koninglyke Maatschappy las men, onder anderen, ene zeer vernuftige verhandeling voor van den Heer Dr. James Edward, die zig gene geringe verdiensten heeft verworven, in het kostbaar Kabinet van Linnaeus herwaarts te brengen. Deze verhandeling, door hem zelven opgesteld, en aan de Vergadering overhandigd, behelsde waarnemingen omtrent de Irritabiliteit der Planten, en was, uit dien hoosde, zo belangryk als aangenaam te horen. Gelyktydig deelde Dr. Smith den uitslag ener proefneminge mede, die hy op de gewone Berberisse genomen hadde, en welke, van ene zeer eenvouwdige natuur zynde, door ieder één kan gevolgd worden. Wanneer de Plant in bloey staat, zyn de stamina der bloeissems agter over gebogen naar elk Bloemblad, zodanig dat zy zig onder derzelver holle tipjes verschuilen. Zo dra nu één der vezeltjes aan den binnenkant aangeroerd word, zal het terstond, met ene aanmerkelyke kragt, van onder het bloemblad springen; strykende deszelfs Antherae, tegen het stampertje (Stigma). Deze zonderlinge werking der nature, beäntwoord aan zeker oogmerk, 't geen ligt kan nagegaan worden: naardemaal de bevrugting van het zaadje, ongetwyffeld, langs dien weg, tot stand gebragt word. Wanneer de Stamina in derzelver oorspronglyken stand zig bevinden, worden de Antherae, wegens de holligheid van de bloembladen, voor den regen gedekt. In deze rigting blyven zy waarschynlyk, tot dat het een of ander insekt, den honig beneden uit den bloeisem komende zuigen, zig tusschen de vezeltjes waagd, en byna onvermydlyk dezelven in het gevoeligste deeltje raakt; door middel van welk, het doeleinde der nature in de huishouding van deze plant bereikt word. | |||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||
Onder de talleloze en kostbare zeldzaamheden, door den Heer John Hunter verzameld, en in zyn Museum bewaard, munt inzonderheid uit deszelfs verzameling van Bekkenelen. Men vind 'er ene regelmatige en onafgebroken opklimming der minst volkomene uit het dierenryk, tot de volkomenste uit het menschelyk geslagt. Onder de veelvuldige menschelyke Geraamten, is meest aanmerkelyk dat van den Ierschen Reus, 't geen voorheen in Springgarden te zien was. De Heer Hunter heeft voor dit stuk niet minder dan 130 Guinies betaald.
Dr. Watson heeft zyn post van Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, aan de Universiteit te Cambridge, nedergelegd.
In Ierland heeft zig onlangs een nieuw verschynzel in de Natuurlyke Historie opgedaan. Op den 30 Mey, laatstleden, wanneer een' zwaar onweder in het Graafschap Antrim woedde, hoorde men te gelyk, een ongewoon gedruis in den berg Knoklade, waar op eindelyk ene vuuruitbarsting uit deszelfs top volgde, die met het opwerpen van gloeijende Stenen gepaard ging. De vuurstroom verspreidde zig in de breedte ongeveer 30 voeten, en vloeide anderhalf mylen verre: alles, wat hem in zynen weg tegenstond, zo van Huizen, als Vee en Menschen, met zig slepende. | |||||||||||
Frankryk.Door den beroemde Geneesheer A. Petit, Deken der Geneesk. Faculteit te Parys, die bereids, in deszelfs Geboortestad Orleans, een stigting ten behoeve van arme zieken had ingevoerd, zyn, in de Geneeskundige Faculteit te Parys, twee nieuwe Leerstoelen, een voor de Ontleedkunde, op ene jaarwedde van 2000 Livres, en een voor de Heelkonst, op een jaarlyks inkomen van 2500 Liv. opgerekt. De lessen zullen, voor niet, en in de Fransche tale, gegeven worden. Op aanpryzing van den Heer Petit, die zig van de eigenlyke aanstelling verschoond heeft, zyn reeds de beiden Hoogleraren verkoren: te weten, de Heer le Clerc voor de Ontleed- en de Heer Coivesort Desmarets voor de Heelkunde. Opgemelde Faculteit heeft hier op een Medaille, met het beeld des stigters en de volgende latynsche inscriptie, laten slaan: Lectiones Publicae Gallico Idiomate de Anatomia et Chirurgia, in scholis medicorum Parisiensium institutae, ex liberalitate. cl. M.A. Petit MDCCLXXXVII. Een goude afschroefzel is den Heer Petit, en den overigen Leden, elk een zilvren, ter hand gesteld.
Zie hier de by onze vorige No. beloofde Levensbyzonderheden, van den beroemden Natuurkenner De Buffon .
George lodewyk le clerc , Ridder, Grave van Buffon, Heer van Montbard, Marquis van Rougement, Burggraaf van Quiney, Heer van la Mairie, les Harens, les Berges, en andere Plaatsen, Opziener der Koningl. Tuin, en Kabinetten van Nat. Historie; een der Veertigen van de Fransche Akademie, aanhoudend Thesaurier van de Akademie der Wetenschappen enz. wierd, den 7 September des Jaars 1707. te Montbard, in Bourgogne geboren. Zyn Vader, de Heer le Clerc, was Raadsheer in het Parlement van Dyon en de Zoon wierd tot denzelfden rang opgeleid. De lust voor de Wetenschappen egter nam ter goeder ure zyn geheel hart in, en nimmer bezielde hem enige andere zugt, dan om dezelven boven alles aantekweken. Op de School van Dyon, begon hy zyne eerste oeffeningen. Ene hardvogtige gesteldheid, en een levendig en driftig karakter bezittende, gevoelde hy een ongelooflyken yver voor den arbeid en de vermaken. Van zyne vroegste jeugd af, toen by nog zelfs een leerling was, had hy zeer veel op met de Meetkonst; en zyne zugt voor deze Wetenschap was zo sterk, dat hy van de beginzels van Euclides, waarvan hy steeds een exemplaar by zig droeg, niet aftetrekken was: en wanneer hy met zyne Speelmakkers kaatste, verborg hy zig dikwyls in een hoek, of begaf zig diep in een eenzame Wandellaan, om zyn boek eens in te zien, ten einde te beproeven, of hy het voorstel, 't geen hem moeilyk scheen, konde oplossen. Op zekeren dag, zyn ongemene sterke neiging tot beweging in volgende, klom hy op een Toren; en zig vervolgens langs een touw met knopen naar beneden latende zakken, kwetste hy op een deerlyke wys zyne handen, dog gevoelde de daar door veroorzaakte pyn niet, alzo hy bezig was met een voorstel der Meetkunde, 't geen hem duister scheen, en welk zig eensklaps voor zynen geest vertoonde, op het oogenblik, toen hy zig liet afzakken. Deze zaken, en vele anderen van dien aart, voorspelden alles, wat van den Heer de Buffon zou worden. Ten dien tyde woonde te Dyon een jong Heer, Kingston geheten, met zyn Gouverneur. Deze was een man van de grootste verdienste; hy kende den Heer de Buffon, beschouwde hem in zyne waarde, wilde den roem hebben om hem in zyn onderwys te doen delen, en stoeg hem ene reis naar Italien voor, met zynen voedsterling. De Heer de Buffon had, toen hy deze reis aanvaarde, den ouderdom van 19 a 20 jaren bereikt. Nog de fraaye Standbeelden, nog de kostelyke Schilderyen van Konstmeesteren, konden hem in Italien treffen. Hy was byziende, en konde slegts de helst van alle die vermaken genieten, welken de reizigers derwaards lokken en bekoren. Italien egter leverde voor hem, in andere opzigten, een Toneel op, enen oplettenden en verstandigen beschouwer waardig: en het is van deze reis af, dat hy altoos het begin van zynen smaak voor de Natuurlyke Historie gedagtekend heeft. In Frankryk terug gekomen zynde, begaf hy zig naar Angers, op de Hogeschool; steeds verzeld wordende door den jongen Heer en deszelfs Gouverneur. Hier raakte hy by 't spel in twist met enen Engelschman, kwam in een twegevegt, kwetste zyn tegenparty, en was genoodzaakt Angers te verlaten en naar Parys terug te keren, alwaar hy aan enige vertalingen arbeidde; hebbende uit het Latyn overgezet de Fluxien van Newton, en, uit het Engelsch, de Weegkunde der Planten van Hales. Deze verstandhouding, welke hy met de Engelschen had gehouden, gepaard met de grondige kennis aan de meesten hunner werken, deed hem de lust bekruipen tot ene reis naar Engeland, alwaar hy zig niet langer dan 3 maanden | |||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||
ophield: en nu nam het reizen van den Heer de Buffon, die toen nog geen 25 jaren bereikt had, een einde. Meerderjaarig geworden zynde, geraakte hy in 't bezit der nagelaten goederen zyner Moeder, welken omtrent 3 maal honderd duizend Livres bedroegen. Men maakt van dit voorval, 't geen in den eersten opslag ene onverschillige zaak schynt te wezen, gewag, ten einde gelegenheid te hebben, om aan te merken, dat, by aldien de Fortuin in 't algemeen, zo vele jonge lieden, by welken de noodzaakelykheid, om zig een bestaan te verschaffen, de vermogens ontwikkeld had, werkeloos weet te houden, zy insgelyks, om zo te spreken, de bekwaamheden dier buitengewone mannen, welken door de zugt naar roem gedreven warden, doet aangroeyen en verdubbelt; door deze uitsluitende zugt, by het enige voorwerp, welk zy zig voorstellen, te bepalen. Voltaire wierd, even als de Heer de Buffon met de Fortuin geboren: en deze beide grote mannen dezer Eeuwe, - van den enen kant van alle die kwellingen des geestes, welke een te lage middelbare stand na zig sleept, bevryd, en van de andere zyde de middelen bezittende, om een Geheimschryver te kunnen bekostigen, die, door hunne werken afte schryven, en hun alle de lastige navorssingen te sparen, op ene aanmerkelyke wyze hunnen arbeid verligting aanbragt, - hadden het gemene voorregt, om zig geheel en al aan de geliefkoosde onderwerpen hunner overweging te kunnen overgeven, om nimmer door moeilyke en vervelende zaken in hunnen arbeid terug gezet te worden, en om, in één woord, dat geen te kunnen verrigten, 't geen anderen, misschien van dezelfde geaartheid, dog zonder dezelfde middelen, niet zouden hebben kunnen doen, ten ware hun leven eens zoo lang geweest ware.
(Het vervolg in ons Eerstkomende.) | |||||||||||
Zwitserland.Men verenigt zig, aan vele oorden en plaatsen, om de Gedagtenis van onzen Salomon Gessner, te vieren. Te Parys nam de Ridder Florian gelegenheid, toen hy zyne intrede in de Akademie deed, om in zyne aanspraak een zeer fraaye Episode tot deszelfs Lof, in te vlegten. By de Akademie te Pavia is ene afzonderlyke Statige byeenkomst gehouden, om de gedagtenis des Duitschen Theokrius tevieren. De Abt Bertola las ene Lykrede op Gessner, in de Fransche Tale, voor. Ook wierden, door andere Leden, ettelyke Lofdigten in verscheidene talen op hem gelezen. Van Parys heeft de Heer Houdon ene Tekening, en de Heer Trippel, van Romen, een Model tot een Gedenkteken van Gessner naar Zurich gezonden. Bovendien ziet men nog van Wenen en andere Plaatsen ettelyke Tekeningen te gemoet, ten einde volgens de beste derzelver, op de ene of andere openbare plaats, in den omtrek der Stad een marmeren Grafnaald, voor den onsterfelyken Digter, te laten vervaardigen en opregten. Men ziet alrede een zodanig opgerigt Gedenkteken in een Hof te Arlesheim, alwaar Gessners Lykbus, in een uitgehoolde Rots geplaatst weird. Houdon's Tekening vervat insgelyks een Lykbus, op een verheven voetstuk staande, om wellken de Genie der onsterflykheid een Krans vlegt, Trippels Schets vertoont onder anderen, in een Bas-relief, Gessner, daar hy de Godin Natuur streelt, en de drie Bevalligheden de hand toereikt. | |||||||||||
Duitschland en Naburige Ryken.In den nagt, tusschen den 12 en 13den Juny, is te Kiel , aan ene slepende Borstkwale, in den ouderdom van 66 jaren overleden, de Heer Joh. Andreas Cramer , Kanzelier der Universiteit aldaar. De Letter- en Konstlievende Waereld lyd hier door een zeer aanmerkelyk verlies. De Heer Cramer had zig by dezelve niet weinig roems verworven, uit hoofde van zyne Kundigheden en Schriften. Zyne geestelyke Gezangen en andere Gedigten, rangschikken hem onder de beste Digteren: en zyn vervolg op de geschiedenis van Bossuet draagt duidelyke blyken van zyne belezenheid en geschiedkunde. De geschillen tusschen den Hertog van Schwerin, en de Magistraat der Stad Rostock, over de Universiteit aldaar, die aanleiding gegeven hadden, zedert den jare 1760. ter oprigting van ene nieuwe en twede Hoge school, te Buzow, welke geheel door den Landsheer bekostigd wierd, thans gelukkig bygelegd zynde, staat deze laatste Akademie, met hare Boekery, Kabinet van Natuurlyke Zeldzaamheden en 't geen verder aan dezelve verleend is, voor zo veel daar omtrent, door de plaatselyke omstandigheid van Rostock, niet veranderd of anders ingerigt word, weder derwaarts verplaatst te worden: zo nogthans, dat zy gene nieuwe, maar de oude, in het jaar 1419 gestigte, Universiteit zal blyven. De Hertog behoud alleen 't Landsheerlyk oppergezag en toevoorzigt, benevens de Bisschoppelyke en Kanselary geregtigheden, aan zig: De Stad, daar en tegen het Medepatroonschap, en betaald voor de verleggings kosten 2000 Ryksdaald. Van wederzyden zullen 'er 9 Professoren beroepen en bekostigd worden: dog het zal vrystaan, in 't vervolg ook meerderen aantestellen. Den Professoren van Stadswegen, in de Godgeleerdheid en de Wysbegeerte, zullen te gelyk het Predikampt mogen waarnemen, mits zy dagelyks 3 of 4 uren Collegie houden: ook zal die der Rechten, by haar aangesteld, het Syndikschap van het eerste kwartier der stem hebbende Burgery, en die in de Geneeskunde het Stadsdoctoraat, mogen behouden. Het Rectoraat is voor een geheel jaar. De Rector zweert, als voor heen, niet slegts aan den Hertog en de Universiteit, maar ook aan den Raad en Stad. Den Raad word verbleven, de Akademische wetten te handhaven, dezelven naar best inzien te verbeteren en in de Hoogduitsche tale bekend te maken. Het regt van Akademische wetgeving blyft, in 't vervolg, alleen tot het personele, de discipline, en het officieele bepaald, en is, ingevalle het tot agterdeel der Stad of van den Raad mogte strekken, aan deszelfs | |||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||
toestemming onderworpen, op straffe van onwaarde. De beiden voor handen zynde Akademie kassen zullen, zoals zy zig thans bevinden, in één gesmolten worden, om daar uit de gemeenschappelyke uitgaven, de bepaalde jaarwedden der Professoren uitgezonderd, te doen. De jaarlyke renten, tegen 5 pCt. van deze en gene vordering der Stad op de Domainkamer, nevens het overschot van elke vierde Landslotery, staan hier nog bygevoegd te worden. Alle 5 jaren doet de Hertog ene visitatie der Universiteit, welke de Raad, door gemagtigden staat, by te wonen. De in diervoegen herstelde Akademie zal voortaan de enige in het geheele Land zyn en voor altoos in Rostock blyven: voor zo verre de Landsheer, door inbreuken aan de zyde des Raads, of storenissen in het genot zyner voorrechten, niet genoodzaakt word, haar, langs den weg van rechten, weder weg te nemen: behoudende, in zodanigen gevalle, de Stad alle de Akademische Gebouwen, nevens de Stads tegenwoordige Universiteits kasse, gelyk de Hertog die van de tegenwoordige Buzowsche Akademie: en zullende de gemeenschappelyke aanwinsten gedeeld worden. De overbrenging staat tegen Paasschen des volgenden jaars 1789 te geschieden. | |||||||||||
Nederlanden.Leyden . Het Kabinet van Natuurlyke Zeldzaam heden, door wylen den Heer J.N.S. Allamand, indeszelfs leven Hoogleeraar in de Wysbegeerte en Wiskunde alhier, voor zig afzonderlyk verzameld, en 't geen door hem, ten gemenen nutte, reeds zedert een geruimen tyd, in ene Zaal, agter het Akademie Gebouw, en daar aan behorende, geplaatst was, is, na 's mans overlyden, door deszelfs nagelatene Weduwe Vrouwe Magd. Crommelyn, geheel in eigendom aan de Hoge schole afgestaan. Van welk een en ander, Heren Curatoren ene dankbare geheugenis, by de Nakomelingschap, hebben willen bewaren, door het doen plaatsen van de volgende inscriptie, met vergulde letteren, in opgemelde Kabinetkamer. Hic naturae thesaurus . Rotterdam , den 3den dezer, is alhier, in den Ouderdom van 91 jaren overleden, de Heer Steven Hogendyk , Stigter van het Bataafsch Genootschap der Proeondervindelyke Wysbegeerte te Rotterdam. | |||||||||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Denemarken . Eybiggia Saga, seu Eyranorum Historia &c. Geschiedenis der Eyraianen, vertaald en uitgegeven door den Hr. Thorkelin, te Koppenhagen 1787. in 4to. [Dit stuk verhaalt de bedryven der Noorweegsche Gelukzoekers, die zig van Eyrarspeitt, Alptafiord en Breidavik, aan de Kaap van Snasell meester maakten, en vervat een tydvak van meer dan ene Eeuwe, van het einde der 9de, tot aan het begin der 11de. Het wierd geschreven door een onbekenden ten tyde der Yslandsche Adelregering, en gevolglyk voor het Jaar 1264. Men vind 'er veel aanmerkelyks in, ten opzigte der Huishoudelyke en Staatskundige Constitutie van Ysland: waar het boek nog heden in grote agting is, en men nog de gewoonte heeft, om 'er des winters het Gezin uit voortelezen. De Vertaler, die tot zyne overzetting, zig van het Afschrift bediend heeft, 't geen A. Magnaus liet maken van zyn gevonden Handschrift, in de Boekery van Rosen, voor dat het zelve, in den hevigen brand van Koppehagen, verloren raakte, heeft zyne opvoeding ontvangen te Breidavik en Eyrarspeitt. Hy bezogt meermalen Thanesthing, waar de Regters op stenen gestoelten zittende, het regt uitoeffenden. Hafstadir, vermaard wegens haar Tempel, &c. Halhgefell, ene Heilige Berg, aan de zieken der doden gewyd. Het gezigt der plaatsen komt nog overeen met de aloude beschryvingen. De Hr. Thorkelin zag 'er met eigene ogen, om zo te spreken, de bedryven zyner Voorvaderen.] Spanje . Discursos Filosoficos enz. Wysgerige Vertogen over den Mensch: door Den John Paul Forner. 8vo Madrid. 1787. [Het Journal Encylopedique van Bouillon, maakt van dit Werk met lof gewag. De Schryvers beschouwen het als een doorslaande blyk der gelukkige verbetering in de letterkunde, welke sedert enige jaren, onder het bestier en de aanmoediging van den Grave Florida Blanca in Spanje, stand gegrepen heeft.] Alle de Werken van Thomas de Yziarte, in Prose en Verzen, zyn, byeen gevoegd, in 't ligt gekomen te Madrid, in 6 Delen 8vo. Italien . Sull Uso del' Fuoco considerate, &c. Praktikale Waarnemingen omrent het gebruik van 't Vuur, als een Heelkundig Geneesmiddel: door Angelo Riboli. Medehelpend Heelmeester aan het groot Koninglyk Hospitaal te Milaan. In 8vo. Milaan 1787, [de Schryver begint met een Geschiedverhaal van de menigvuldige veranderingen in het begrip aangaande dit Hulpmiddel : vervolgens ontvouwd hy, hoe hetzelve, in zommige gevalen, als een Stimulus werkt, en daarentegen verhaald, in de 3de plaats, de gelukkige witwerkzels van deszelfs gebruik in den loop van zyn eigen Practyk, en verklaard eindelyk, de wyze van applicatie, met de nodige voorzorgen in het gebruik daar van Nov. litt. de Fizenza.] - Delta Filosofia della Storia. &c. De Wysgeerte der Geschiedenis, in 3 Boeken, door den Abt Aurelio de Giorgi Bertola, Hoogl. in de algemene Geschiedenis. 8vo te Padua 1787 [De Journalisten van Romen spreken met veel ophefs van dit Werk.] Saggio intorno alle principali Malatie &c. Proeve over de Ziektens, waar aan het Menschelyk Lighaam meest onderhevig is, en over de beste Geneesmiddelen voor dezelven, door Dr. Francisco Vacca, Hoogleeraar aan de Universiteit te Pisa, 2d. 4to ieder 420. Blads Pisa, 1787. [Dit Werk word door de Journalisten van Florence aangeprezen.] | |||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||
De Abt Giovanni Andres heeft het 3de Deel in 't ligt gegeven van zyn Oorsprong, Voortgang en tegenwoordigen Staat der Letterkunde: behelzende dit stuk het twede deel der fraaye Wetenschappen; het word uitgegeven te Parma, in 4to, en is groot 674. Bladz.
Grootbrittanien . Pharmacopoeia, Collegii regalis Medicorum Londinensis, 4to prys 9. s. by Johnson, te London. The History of the Decline and Fall of the Roman Empire. Geschiedenis van het verval en den ondergang des Roomschen Ryks, door Edward Gibbon, 4, 5 en 6de Deel 4to 3. l. 3. s. te Londen, by Cadell. [Dit Werk is thans compleet. De Schryvers van de Monthly Review, die 'er met veel lofs van fpreken, hebben een uitvoerig berigt gegeven van deszelfs algemeen Doel, en beloven ene verde opgave van den voornamen inhoud.] Transactions of the Royal Society, &c. Verhandelingen der Koninglyke Maatschappy, te Edenburg, 1ste D. 4to prys 1. l. 5 s. hy Cadell. te Londen. [Dit Stuk is in 2 Delen verdeeld, waarvan het eerste de Geschiedenis der Maatschappy, nevens een Dagverhaal van derzelver Vergaderingen, en Lysten zo van de tegenwoordige als overleden Leden; en het 2de de Geschriften en Verhandelingen bevat, die by de Maatschappy zyn voorgelezen.] An Account of the Pelew Islands enz. Beschryving van de Pelewsche Eilanden, in het westerlyk deel van den vreedzamen Oceaen gelegen; opgemaakt, door George Keate, Schildk. uit de reizen en verhalen van Kapt. Henry Wilson, en enigen zyner Officieren, die, in Aug. 1783. aan deze Eilanden Schipbreuk geleden hebben met de Oostind. Paket the Antelope, en nu, met derzelver goedvinden uitgegeven: in 4to. 1 d. rooijaal Papier, met 17 Koperen Platen; te Londen by G. Nicoll. An Essay on the Powers and Mechanism of Nature &c. Proeve over de Kragten en Werktuiglykheid der Nature, dienende om, door ene meer diepzinnige ontvouwing der Natuurkundige Beginzels, het groot Gebouw des Newtoniaanschen stelzels uit te breiden, te verbeteren en meer vast te maken; door Robert Joung 8vo 6. s. by Becket te Londen. [De Schryver heeft, volgens een ingevlogten Brief van hem in het laatste Stukje van de Monthly Review, aan de Recensenten, ten oogmerk om een twede Deel dezer Proeve te laten volgen, waarin hy praktikale toepassingen zal maken op de Beschouwing, in dit eerste Stuk ontvouwd. Opgemelde Journalisten schynen, om deze reden, hun beoordeling van Joung's leer tot zo lange uitgesteld hebben: zeggende als dan dezelve, misschien, beter te zullen vatten.] First Lines of the Theory and Practise of Philosophical Chemistry. Eerste Trekken (of Beginzels) van de Praktyk der Wysgeerige Scheikunde, door John Berkenhout, Med. Doct. 8vo. 6. s. 6. d. by Cadell. [De schryvers van de Monthly Review spreken niet ongunstig van dit Werk.] Ancyclopedia Brittannica, of Woordenboek van Konsten, Wetenschappen en Mengel Letterkunde, volgens een geheel nieuw plan, by weeklyksche Nommers; waar van berekend word, dat 'er in 't geheel tusschen 240 en 300 zullen uitkomen versierd met omtrent 360 koperen Platen en ettelyke duizenden gesneden Figuren, 4to 1. s. by 't Nom. by C. Eliot en T. Kay, te Londen en Edenburg. An Ecclesiastical History of Scotland, kerkelyke Geschiedenis van Schotland, van het begin des Kristendoms in dat Eyk af tot op den tegenw. tyd, met aanmerkingen op de gewigtigtigste gebeurtenissen, in een reeks van Brieven aan een Vriend, door den Weleerw. John Skinner, 2 delen 8vo. 14 s. by T. a J. Evans te Londen. The Poetics of Aristotle, Digtkunde van Aristoteles, uit het Grieks vertaald met Aantekeningen, door Henry James Peije, klein zak formaat 4. s. by J. Stockdale, Londen. Mathematical Essays, Wiskundige Proeven over verschillende Onderwerpen, door den Wel Eerw. John. Hellings, by Davies &c. te Londen, 4to 7 s. 6. delen. Sophoclis Tragoediae Septem, nova versione &c. door Th. Johnson, A.M: 2 delen 8vo. 14. s. by Pote, te Edinburg.
Duitschland . Beytrage zur befordering des vernunftigen denkens in der Religion: Bydrage ter bevordering van redelyke begrippen omtrent den Godsdienst 11 de st. 12 D. te Frankfurt en Leipzig 12 gr. [Dit Stukje houd in 1.) twe voorbereidings leerr. over Joh: 6. vs. 47-64. welker eerste de Leenspreuken, in den Text voorkomende, verklaard, en de tweede drie Waarheden daar uit afleid en ontvouwd. 2.) Vervolg ener Verhandeling over de Menschwording onzes Heren, volgens Matth. 1. van R. Mauer, 3.) over Semler's onderhoud met Lavater, 4.) of de pogingen om redelyke begrippen omtrent den Godsdienst te verbreiden tegen woordig voor het Protestantendom gevaarlyk zyn kunnen? (5) Geschiedkundige ophelderingen van enige duistere plaatsen in 't N. T. 6.) Het plaatselyke der Gelykenissen van Jezus, 7.) Briefwisseling tusschen de la Chaise en Jacob Spon over de vraag: of de Katholyke dan wel de Protestantsche Kerk de oudste zy. Neue versuche die Kircher historie, der ersten Jarhhunderd, aufzuklären Nieuwe proeve ter opheldering van de Kerkelyke Geschiedenis der eerste Euwe. door J.S. Semler, Leipzig. Algemeine Geschichte der Philosophie, Algemene Geschiedenis der Wysbegeerte, door J. Aug. Eberhad. Philos. Prof. te Hall: aldaar, [De Schryver bepaald zyne Geschiedenis tot 3 Tydperken, te weten van de opkomst der Wysgeerte tot op het jaar 500 van de Kristelyke jaartelling: - voorts van daar tot het jaar 1500, en vervolgens tot op dezen tyd. De Wysbegeerte der Barbaarsche Volkeren, dat is van allen die gene Grieken waren, gelyk de Hebreuwen en Kaldeuwen, gelyk mede der Grieken, en onder dezen ook van de Egyptenaren en Joden, nevens die der Romeinen, vind men in het eerste Tydvak opgehelderd. Het twede vervat de Wysgeerte der Grieksche Kerk, der Arabieren en der Latynen: en het derde, 't geen zig tot de latere tyden bepaald, is verdeeld in eeuwen en korte afdelingen, naar de vermaardste scholen. De schryvers der Annales Literarii van Helmstad pryzen de lezing aan.] Ueber Friederich den Grossen &c. Over Frederik den Groten en myne gesprekken met hem, kort voor deszelfs overlyden, door den Ridd. van Zimmerman, Koningl. Grootb., Lyfarts en Hofraad te Leipzig, kl. 8vo. 314 bladz. [De Hr. Zimmerman, in de Geleerde waereld te over bekend wegens zyn Leven van Haller, en verhandelingen over de Nationale Trotsheid en de Eenzaamheid, wierd, door den stervenden Vorst ter hulpe ontboden, toen deze by alle zyne Geneesheeren was opgegeven. Hy kwam te Potsdam den 23 Juny 1786 en bleef aldaar tot 11 July daar aan volgende. Gedurende dezen tyd hield hy 33 gesprekken met den Koning, over onderscheiden onderwerpen: van dezen is alles, wat gevoeglyk gemeen kon gemaakt worden, in dit werkje vervat. In een aanhang- | |||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||
zel geeft de Dokter een verslag van eene gevaarlyke Operatie, welke de Koning in het jaar 1771 te Berlyn onderging, en van de gesprekken, die toon tusschen hen gehouden wierden.]
Nederlanden. Rulhiere , Geschiedk. ophelderingen, omtrent het Edict van Nantes. Eerste deels tweede stuk, in gr. 8vo. Te Amst. by J. Kok Pz. Malchion, tegen Paulus Samosatenus. in gr. 8vo. Te Utrecht by A. v. Paddenburg. De inwendige Razerny of Drift tot Zelfmoord, als ene wezenlyke ziekte beschouwd, door Lauenbrugger , uit het Hoogd vertaald, door Lambert. Nolst, Med. Doct. in gr. 8vo. te Dordrecht, by J. Krap Az. De Recensent, 4de stuk, by Willem Holtrop, [waarin opgave en beoordeeling van de volgende Werken: 1. Herder's Brieven, 3 en 4de deel. 2. Steenmeyer over het gezag der Reden in opzicht tot de openbaring. 3. Tissel Leerredenen, 1 d. 4. van Slype Tempelgezicht van Zacharia, 1. en 2de deel. 5. van Hemert tweede Brief aan Bonnet. 6. Bydragen tot bevordering van Waarheid en Godsvrucht, 1ste stuk. 7. Hennings over de Geesten en Geestenzienders, 1. en 2de stuk. 8. van Swinden Positiones Physicae, Tom. 1. en Tom. 2. 9. Frank Geneeskundige Staats-Regeling, 1. d. 2de st. 10. Kasteleyn Beschouwende en werkende Chymie, 1. deel, en 2 deels 1ste stuk. 11. Tilanus aanleiding tot onderwys in den Godsdienst. 12. Canones Synodi Nationalis Dordracenae &c. uitgegeeven door W. van Irhoven. 13. Broedelet over de Leer der Ellende, Verlossing en Dankbaarheid. 14. Handelingen van 't Geneeskundig Genootschap Servandis Civibus, XIII. d. 1ste stuk. 15. Almanach ten dienste der Zeelieden voor het Jaar 1788. 16. Damm Fabelkunde. 17. Nomsz Oldenbarneveld. 18. van Slype Gedigten. 19. Kinker Myne minderjarige Zangster. 20. Boddaert Junior Gedichten. 21. Verbeek Historie der Spartaanen. 22. Brieven van Abraham Blankaart, 2 deelen. 22. Byzonderheden van Frederik de 2den 2 deelen. Rommelzo van invallende Gedachten, onder de Spreuk: o Quantum est in rebus inane. No. 1. kl. 8vo. te Amsterdam, by J. Weege. Coxe , Brieven over Polen, Rusland enz. Uit het Engelsch. In gr. 8vo. 7de deel, te Amsterd. by J. Yntema. Byzonderheden van den Koning van Pruissen, IIIde deel, in gr. 8vo. in 's Hage, by I. van Cleef. Proeven van gevoel en smaak, 3de stukje, gr. 8vo. in 's Hage by Munier. Het wichtige der Godsdienstige begrippen, door den Heer M. Necker , uit het Fransch vertaald, in gr. 8vo. te Amst. by Schalekamp. | |||||||||||
Tekeningen en prenten.Latona , vlugtende voor de wraak van Juno, ene Konstplaat van 26 duim, en 6 lyn, br. 18 duim, te Parys, kost 12 liv. [De vermaarde Bolechou heeft dit onderwerp gekozen, om gevoegd te worden by zyne Konstplaat les Baigneuses, en hadde het zelve byna af, toen een ongelukkig toeval een einde aan zyn leven maakte in 1765. Het hield lang aan eer men een bekwaam Konstenaar kon vinden om het te voltooijen: tot dat eindelyk de Heer Chatelin, Konstgraveerder des Konings, zulks ondernam. De Schryvers van het Journal Encyclopedique spreken zeer hoog van deze Plaat: waar in, zy zeggen, dat de Heer C. de voetstappen van Bolechou gevolgd is, en op ene gelukkige wyze getragt heeft, de manier van dezen groten Meester te treffen.] Het Afbeeldzel van Matthys Straalman, Raad en Burgemeester te Amsterdam, met een in 't koper gesneden vaers onder het zelve: te Luik, by Le mairie, Boekhandelaar van den Prins Bisschop. | |||||||||||
Schilderyen en beeldhoustukken.De Kardinaal Rimaldi heeft te Romen, ter ere van Metastasio, een Standbeeld doen opregten, met dit inschrift.
Petro Metastasio, civi romano
Principi italici dramatis
Joannes Maria Riminaldus
Ferrariensis Presb. Card.
Anno MDCCLXXXVII.
Viro ubique gentium clarissimo
Ne Honor in patria Deësset.
Desgelyks is, door den Heer Francesco Caradori, van Pistoya geboortig, Hof Beeldhouwer des groot Hertogs van Toskanen, een marmeren Borstbeeld van den vermaarden Muzykmeester Sacchini vervaardigd: het welk in de Kapel van 't Pantheon, aan den zelfden Pyler, waaraan men het Gedenkteken van Raphaël van Urbino ziet, opgehangen is. | |||||||||||
Muzyk-werken.The Works of Handel &c. De Werken van Handel, verbeterd in gelyk formaat en compleet, bestaande in Oratorios, Opera's, Duetten, Anthema's, Concerten, Lessen, te Deums, Trios, &c. zeer fraai in 't koper gebragt, op brede folio's bladen gedrukt, onder het onmiddelyk opzigt en bestuur van Dr. Arnold, Organist en Componist van zyne Majesteit, in Nommers, voor 3 stuiv. ieder op gemeen, en 4 stuiv. op bes papier. Gedrukt voor den Uitgever, en te bekomen by Longman, te Londen. The wreath, een verzameling van Aria's voor de Stem em Fiool, gecomponeerd door James Stoock, kost 5 st. Drie Sonates, voor het Klawier of Piano-Forte, geaccompagneerd met een Fiool en Fioloncello, door Leopold Kozeluch: Een vierde Stel van Cantato's (Canzonetts) door Sig. Giordany, kost 5 st. allen by Longman en Broderip, te Londen. Zes Sonata's, geschikt voor de Piano-Forte of Klawier, door C. van Hall, kosten 10 st. 6 d. by G. Goulding. | |||||||||||
Toneel- en ander konstvermaak
| |||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||
Dingsdag 1 July. Het Koningl. Nationaal Schouwtoneel, te Berlyn heeft, gedurende dit jaar, aanmerkelyke vorderingen gemaakt; niettegenstaande onlangs eenige verandering omtrent het bestuur over hetzelve is voorgevallen, door dien de Koning den geheim Finantie-Raad van Beyer, uit hoofde van deszelfs veelvuidige bezigheden, van het Toneel opzigt verschoond hadde: als hebbende zulks genen verderen invloed op het Toneelbedryf zelve, waar over Prof. Engel, gelyk voorheen, steeds opzigt blyft houden. Elk schouwspeler mag het des voor een geluk rekenen, naar Berlyn beroepen te worden, waar over 't geheel de wedden zo wel ingerigt zyn, als naauwlyks by enig ander Toneel kan plaats vinden. De Bestuurders hebben, in het voorleden jaar, den Toneel-opzigter Lanz laten reizen, ten einde met de Leden van deze en gene gezelschappen bekend te raken. Het Toneel heeft ook, langs dien weg, ettelyke spelers gekregen, onder welken Juffr Unzelman zig de byzondere gunst van 't Berlynsche Algemeen heeft weten te verwerven.
Haerlem . De Leden des Oeconomischen Taks hebben, op Woensdag den 9 dezer, derzeiver op reces gescheiden Vergadering van het voorleden jaar. op nieuw begonnen: wordende thans die byëenkomsten gehouden in de Remonstrantsche Kerk, alhier. | |||||||||||
Narigten en byzonderheden, tot den handel, en scheepvaart, land- en veebouw, alsmede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk.In Denemarken is de uitvoer van Hoornvee op nieuw vrygesteld, en de uitgaande rechten zyn van 2 Daald. en 40 Schellingen, tot op een Daald. voor een Os, en op 4 mark voor een Koe, Kweën of Kalf verminderd. Het Koraal, 't geen door de Napolitanen aan de kust van Afrika, gevischt wordt, staat voortaan te Napels verwerkt te worden: zynde ene Maatschappy van Kooplieden aldaar, ten dien einde, met een Privilegie door den Koning begiftigd geworden.
In Engeland is de invoer van Tarwe, op enige gronden, behorende aan de verenigde Staaten van Amerika, verboden, en zulks uit hoofde, dat in dezelve een Insect gevonden word, welks verspreiding voor den Graanhandel in dat Koningryk ten uittersten nadelig zou kunnen zyn.
Het produkt der Wollen Manufakturen in de drie ryken van Groot-Brittannien, is, voorleden jaar, over de 10 Millioenen gelds geweest. De Schotsche en Iersche Wol is, op zommige markten, zo duur als de Engelsche gekogt.
De Heer James Maguire, Schryfmeester te Enniskillen, in Engeland, heeft kortlings een middel uitgevonden, om, met de uitterste naauwkeurigheid, de lengte, zo wel op zee, als aan land, te bepaalen: en van deze zyne ontdekking opening aan de Lords van de Admiraliteit gedaan.
In de Oostenryksche Nederlanden, is de invoer van Oud-Yzer en Schroot, geheel Tolvry, opengesteld: die van Neteldoeken, gezegd Brochees, zo wel als van geborduurde en gebloemde Neteldoeken, 't zy in onverwerkte stukken, of afzonderlyke gehele of gedeeltelyke Garnituren, op een inkomend regt van 5 ten honderd van de waarde, en die van ruwe Salpeter, op een inkomend recht van slegts 10 stuivers van de honderd ponden, gesteld. | |||||||||||
Geboorte- trouw- en sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week is geweest: te Amsterdam 181. en te Haarlem 5. waar onder 4 beneden de 12 jaren. Dat van 's weeks te voren was slegts 7, en dus niet 17, zo als in onze eerste No. by mistelling is opgegeven. | |||||||||||
Bekendmakingen en prys-opgaven van inlandsche boeken en geschriften.In den Boekwinkel van A. Loosjes, zyn nog enige Exemplaren te bekomen van de volgende werken:
In onze vorige No. is ene zinstorende Drukfeil ingeslopen: bladz 5. kol. 1. reg. 2. van onderen, staat: Ierlands geleerden, moet zyn ......... Yslandsch geleerden.
Te Haarlem by A. Loosjes. |