Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
Berigten.
| |
Groot-Brittannien.Onlangs stelde de Heer John. Hunter, deszelfs fraay, uitgestrekt en kostbaar Museum, aan zyn Huis in Londen, ter beschouwinge open van een groot aantal Letterminnaren; onder welke zig verscheiden Leden der Koninglyke en Oudheidkundige Maatschappyen, van het Collegie der Geneesheren, en ettelyke Vreemdelingen van aanzien, bevonden. Deszelfs nieuw en uitmuntend Stelzel van Natuurlyke Wysbegeerte, trapswyze van het geringste Plantje tot het ryk der Dieren opklimmende, trok byzonderlyk de aandagt der Kenneren. De Heer Hunter wagtte in Persoon het Gezelschap op, en gaf een soort van wandelende (peripathetische) Les over deze en gene Stukken, welke tusschen de 2 en 3 uren duurde, en welke niet weinig tot genoegen en onderrigting der Toehoorderen strekte. Het gehele Kabinet, 't geen door den Heer Hunter sedert 30. Jaren met allen vlyt en naauwkeurigheid verzameld is, komt hem boven de 20,000 pond str. te staan. Onder de Zeldzaamheden, die 'er in gevonden worden, is de opgezette Huid van een Dier uit Zuid-Amerika, het Kameelpaard (Camelo-Pardus) geheten: aan welks bestaan de Natuurkenners tot dus verre getwyffeld hebben. Het is meer dan 10 Voeten hoog, heeft een gerekten Hals en lange Benen, gelykende, in velen opzigte, naar het gewone ras van Kamélen. Wegens de stramheid der Gelederen kan het Dier nog bukken nog nêer gaan liggen. Het neemt dus deszelfs Voedzel van Boombladeren, en rust al leunende aan de Takken. Den 12. Juny laatstl. is de Heer Robert Cumin, Hoogleeraar in de Kerkelyke Geschiedenis, aan de Universiteit te Edenburg, overleden.
De Geneeskundige Maatschappy , te Londen, heeft de vraag: hoe werken de onderscheiden Lugtsoorten of het menschelyk Lighaam, zo wel in den gezonden als ziekelyken staat? by mangel van enig ingekomen voldoenend Antwoord, andermaal opgegeven om voor den 8 Maart 1789 beäntwoord te worden. Tegen denzelfden tyd, heeft de Maatschappy, onder aanbieding van de Fothergillsche Medaille, de volgende vraag ter beantwoording gearresteerd: Welke omstandigheden kunnen den voortgang der ontsteking bevorderen, hinderen, of wel geheel voorkomen? als mede voor het Jaar 1790 een gelyke prys gesteld op de beste verhandeling der Hoofdziekten. | |
Vrankryk.De Heer de Busson, enigst nagelaten Zoon des Overledenen beroemden Natuurkenners van dien naam, heeft een' opentlyk gedenkteken, voor dezen zynen Vader, doen oprigten, 't geen, hoe eenvouwdig ook, egter niet te min nadrukkelyk en gepast genoeg is, zo | |
[pagina 2]
| |
om aan het oogmerk te beantwoorden, als een blyk op te leveren van de edelaartige denkwyze des waardigen Afstammelings van dien groten Man. Te Montbard, waar de Heer de Busson zyn gewoon verblyf hield, ryst uit het midden der uitgestrekte Tuinen, aan het Huis behorende, naby een zeker Lustpriëel en Kabinet, een vry hoge Toren, die zeer verre kan gezien worden. Ter Zyde van dezen Toren heeft de Heer Busson, de Zoon, een zeer lage Zuil doen opregten, en 'er alleen deze woorden, met grote letteren, laten opgraveren.
Excelso turri
Humilis Columna
Parenti suo.
Filius Buffon.
[Wy zullen, in onze eerstvolgende No. enige Levensbyzonderheden van dezen Overledenen Geleerden, onzen Lezeren, mededelen.]
Het Koninglyk Gezelschap der Artzenykonst, te Parys, heeft den Prys van 600 Liv. op deszelfs beantwoorde vraag, nopens het Konings Zeer, aan den Heer D. Baumes, Lid van 't Gezelschap te Nismes, en het Accessit aan den Heer Riyal, Medelid van 't Gezelschap te Castres, toegewezen. De Koninglyke Akademie der Byschriften en fraaye Letteren te Parys heeft, in hare laatste openbare zitting, van de maand April, de reeds gegeven, en niet voldoende beantwoorde vraag: Quelle ont été les différentes penplades de Barbares, transportées sur les Frontieres de l'Empire? En quel tems, pour quoi & comment se sont faites ces Emigrations, & quelle a été l'influence de ces Peuplades sur le loix, les moeurs, la langage des contrées ou elles se sont établis? [welken zyn de onderscheidene volkplantingen van Barbaren geweest, die naar de Grenzen van het Keizerryk vervoerd wierden? Wanneer, om welke reden, en op hoedanige wyze zyn deze ontvolkingen gebeurd, en welken invloed hebben die Volkplantingen gehad, op de Wetten, de Zeden, de Tale der Gewesten, waar dezelve zig gevestigd hebben,] op nieuws voorgesteld, om te beantwoorden tegen Paschen van 1790. Dezelve zal op St. Marten 1789 ene dubble Prys uitdelen, 't geen reeds voorleden Jaar moest geschied zyn, dog toen wierd uitgesteld, voor het beste antwoord op de vrage: Quels furent L'orìgine, les progrès & les effets de la Pantomime chez les anciens? [welken zyn de beginzels, voortgangen en uitwerkzels geweest van de Pantomime by de ouden.] By het Akademisch Schryfkantoor [Bureau d'Ecriture] mede aldaar, zyn, in de zitting van 17 April, l.l. aan Mejuff. Vallain en Chatelain, ieder een Gedenkpenning, uitgedeeld. Na het eindigen dier zitting, deed de Hr. Haiiy, een der Leden, en oprigter der stigting voor de Blinden, een kort verslag en aanwyzing, van de by hem uitgevonden middelen om Blinden te laten schryven; betogende wyders de mogelykheid hier van met twee Blinden der Stigtinge. | |
Duitschland en Naburige Landen.Zyne Koningl. Majesteit van Pruissen heeft den Geheim Kanzelier Fisser in Anspach, voor deszelfs Plaatsbeschryving van Anspach, een gouden Gedenk penning doen ter hand stellen. De Heer Kainds van Augsburg heeft een Werktuig uitgevonden, om brandige Tarwe te zuiveren: 't geen bevonden is, zo zeer aan het doel te beantwoorden, dat de Keizer hem een Praemie van 1000 Dukaten, behalven nog 2000 Guldens tot goedmaking van de kosten, tot het vervaardigen daar van aangewend, verëerd heeft. De spraak gaat, dat te Dusseldorp ene nieuwe Hoge School staat opgerigt te worden. De wegens deszelfs reizen zo zeer beroemde Heer Forster, is tot opper Bibliothecarius aan de Universiteit te Mainz, onder het bygevoegd Karakter van Keurmainzischen Hofraad, en met ene Jaarwedde van 200 gouden Louisen, aangesteld. De Heer Bergraad Crell, in Helmstadt, is, den 3. April dezes Jaars, tot Medelid van de Koningl. Maatschappy der Wetenschappen te Londen, verkozen: Ene Eer, welke, sints Elf Jaren, genen Buitenlander te beurt viel. De Regerende Hertog van Bronswyk heeft, nevens deszelfs Geheimraad van Rottenkreukz, beiden egter enkel in hoedanigheid van Medeleden der Maatschappy, het naar gewoonte ingebragt getuigschrift, aangaande 's Mans verdiensten en goed gedrag, éigenhandig ondertekend. By de Keurmainzische Akademie der Wetenschappen, te Erfurt, is de Heer Joh. L. Späth. beroepen Hoogleeraar in de Natuurkunde te Altorf, tot Medelid benoemd. Het getal der openbare Leerären aan de Universiteit de Mainz bedraagd thans 54. die der mindere Scholen uitgezonderd: te weeten 13. in de Theologische Faculteit, 12. in die der Regten, 8. in de Geneeskundige, 10. in de Wysgerige, 5. in de Geschied- en Staadkundige en 3 in het Finantiëele. | |
Nederlanden.Harderwyk . De Wel Ed. Hooggel. Heer R. Forsten Med. Doct. Ejusd. Faculd. ut. & Medic. Leg. Prof. Ordin. heeft den 10 der verlopene maand. het Rectoraat deezer Akademie met ene plegtige Oratie: pro legum providentia in homine, nondum nato, etiam exstincta matre, servando, [over de voorziening der Wetten, in den nog niet geboren mensch, zelfs na het overlyden der moeder, te behouden.] overgedragen aan den Heer Prof. B. Nieuwhoff: zynde voorts, in plaats van den Heer Prof. J.H. Schacht tot Secret. van den Akademischen Senaat aangesteld de Heer Prof. M. van Geuns. Middelburg . Door Heeren Burgemeesteren, Schepenen en Raden dezer Stad, is, kortlings, de Wel Eerw. zeer Gel. Heer Do. C.H.D. Ballot, Predikant by de Nederd. Gereform. Gemeente alhier, tot Hoogleeraar in de Wysbegeerte, en wel inzonderheid in de Proefondervindelyke Natuurkunde, aan het Illustre School alhier aangesteld.
Utrecht. Door het Provintiaal Utrechtsch Genootschap van Konsten en Wetenschappen, is in 't ligt gegeven het onderstand | |
Programma.In de algemene Vergadering des Genootschaps, welke dit Jaar, op Dingsdag den 17 Juny, binnen Utrecht gehouden werdt, gaf de President van het Collegie der Heeren Directeuren, aan de tegenswoordig zynde Leden, kennis: Dat, onder de ingekomene Prysverhandelingen over den Kinkhoest, het beste aan de voorgestelde Vraag voldaan had de Verhandeling, die ter Zinspreuk voerde binnewaarts Cum moriar, medium solvar & inter opus, en dat dus aan dezelve, als die de volledigste, en met fraaye waarnemingen van eigene ondervinding gestaald, was, de uitgeloofde Prys van 30 Gouden Ducaten, of van ene Gouden Medailleter zelfder waarde, was | |
[pagina 3]
| |
toegekend. Dat ook aan den Schryver ener Latynsche Verhandeling, welke ten opschrift had: Inter inventa maximi ponderis detecta Corticis Peruviani in Tussi Convulsivâ praestantia merito reponenda enz. Murray . (Welke insgelyks een fraay voorstel der voornaamste stukken, die tot de Ziekte behooren, bevattede) een Accessit van ene Zilveren Medaille was toegewezen. Dat wyders besloten was, om de Verhandeling wier Zinspreuk was, Vitae summas brevis spem vos vetat inchoare longam, (welke, om dat ze te laat was ingekomen, naar den uitgeloofden Prys niet dingen konde) van wegens derzelver byzondere verdiensten, onder de Verhandelingen des Genootschaps te laten drukken, en aan den Schryver, ingeval hij binnen den tijd van drie Maanden zijn raam openbaren wil, uit ene byzondere erkentenis, onderscheiden van een gewoon Accessit, ene Zilveren Medaille aantebieden. Waarop de Billetten der twee eerste Verhandelingen in de Vergadering geöpend zynde, bevonden werdt, dat de eerste tot Schryver had den Heer Johannes Veirac Medicinae Doctor te Rotterdam , oud President Schepen van Sebleland &c.,Ga naar voetnoot(*) en de tweede, wylen den Heer Jacobus Thiensius van de Wynpersse in zyn Ed. Leven Médicinae Doctor te Leiden , Nosocomii Clinici Lugd. Bat. Medicus. En werden hier op de overige Billetten, uitgenomen dat der laatstgemelde Verhandeling, in de Vergadering verbrand. Vervolgens deed de President verslag, hoe onder de ingekome Prys-Verhandelingen, over het Phlogiston, zeer verre de voorrang verdiende de Verhandeling, wier Zinspreuk was Opinionum commenta delet dies, Naturae judicia confirmat. En dus aan deze uitmuntende Verhandeling, ingevolge de Resolutie der algemene Vergadering van den 25 May 1785. de dubbele Prys was toegewezen; doch, dat teffens besloten was, om de Verhandeling, wier opschrift was: Neque tamen istas quaestiones Physicorum exterminandas puto; est enim animorum ingeniorumque naturale quoddam pabulum consideratio contemplatioque Naturae. Cicero . (en welke; door dien ze niet ter bepaalder tijd was ingeleverd, ook niet naar den uitgeloofden Prys dingen kon,) uit hoofde van haare uitmuntende verdiensten, niet alleen onder de Verhandelingen des Genootschaps te laten drukken, maar ook aan derzelver Schryver, ingeval hy mogt goedvinden, binnen den tyd van drie maanden, zyn naam te ontdekken, uit eene byzondere erkentenis, doch onderscheiden van een gewoon Accessit, eene Gouden Medaille van 20 Gouden Ducaten aantebieden. Waarop het Billet der eerstgemelde Verhandeling, geöpend zynde, bleek, dat derzelver Schryer was de Heer Alexander, Petrus Nahuis , Professor in de Medicyne, Physiologie, Chemie & Botanie te Utrecht . Werdende de anderen, dat der laastgemelden uitgenomen, verbrand. Vervolgens berigtede de President dat van de ingekomene Prys-Verhandelingen over Scheikundige Onderwerpen, (aan welker beste, by Resolutie der algemeene Vergadering, van den 26 April 1786. eene Gouden Medaille ter waarde van 20 Ducaten, met een Accessit van eene Zilveren Medaille aan de naast daarby komende, was aangeboden) aan eene Verhandeling over het Rotterkruid, en deszelfs werking op zommige midden-Zouten, wier Zinspreuk was: Dies diem docet, de Gouden, en aan ene andere over een byzonder midden Zout uit de Mesembryanthemum Chrystallinum, of de zogenaamde Ys-plant, (welke ter Zinspreuk had: Experiundo discimus,) de Zilveren Medaille was toegewezen: waarop derzelver Billetten geöpend zynde, bevonden werd, dat de Schryver dier beide Verhandelingen was de bovengem Heer Alexander Petrus Nahuys . Hier na ging de Vergadering over tot het vaststellen van ene Prysvraag, die beantwoord moet worden voor of op den 1 October 1790. met uitleving van den gevonen Eere-Prys van ene Gouden Medaille van 30 Ducaten, of van derzelver waarde, om daar over uitspraak te doen in de Maand April 1791. en werdt goedgevonden de volgende Vraag optegeven: ‘Wat voordeel bekomen wy uit de nieuwste ontdekkingen omtrent de Vasa Lymphatica? Wat licht verspreiden dezelven over de beschouwing der Huishouding van 's Menschen Lichaam? Wat vrugten trekken wy uit dezelven, zo met opzigt tot de kennis der Ziekten, als met betrekking tot derzelver genezing?’ Insgelyks is door Heren Directeuren en gewone Leden bestoten, om ene Gouden Medaille ter waarde van 20 Ducaten aantebieden aan den Schryver der beste Verhandeling over de Staatkundige Historie van ons Vaderland, over het een of ander onderwerp, benevens een Accessit van ene Zilveren Medaille, aan de naast daarby komende, mits deze Verhandelingen enig licht hier aan byzetten. En moeten dezelven worden ingeleverd voor den 1 October 1789. om 'er uitspraak over te doen in de Maand April 1790. Verders herinnert het Genootschap: 1. Dat by de Vergadering des Jaars 1786. ten tweede maale, met uitloving van een dubbelen Prys, is voorgesteld de volgende Prysvraag: ‘Zyn het Vuur en Licht twee van elkanderen verschillende stoffen? of is het één en dezelfde stoffe, welke door hare verscheidene werkingen de aandoening van Warmte in ons gevoel, en die van Licht in ons gezicht veroorzaakt?’ Moetende derzelver beäntwoording ingeleverd worden voor of op den 1 October 1788. om 'er uitspraak over te doen in de maand April 1789. 2. Dat by het Programma van hetzelfde Jaar ter beantwoording voor den 1 October 1788. tot eene gewone Prysvraag is opgegeven, deze volgende: ‘Hoedanig en met welke plegtigheden wierdt het Hooge Landgerigt des Bisschops gehouden in het Over- en Neder-Sticht van Utrecht? Was het houden van 't zelve aan zekere tyden of plaatzen verhonden, of stond zulks willekeurig aan den Bischop? Wie moesten daartoe verschreven worden? Welke zaken en gedingen behoorden, ter eerste instantie, voor dit hoogste Gerigt gebragt te worden, en kon men van de Vonnissen van alle andere Regtbanken beroep doen? Zo niet; dan bepaaldelyk, van welke Regtbanken, en van welke gedingen, beroep viel op deze Hooge Bank; eindelyk, of dit Landgerigt des Bisschops, in 't Neder Sticht, hetzelfde is geweest, als de Hooge Klaringe des Bisschops in het Over-Sticht of Over-Yssel? en hebben die Steden in het Sticht, zo Over- als Neder-Sticht, of zommigen derzelven, onder de Bisschoppen, enige Rechtelyke Judicature gehad, onderscheiden van de Judicature, welke de Stedelyke Rechtbanken van Schout en Schepenen uit naam der Land-Vorsten uitoefenden? Zo ja, van waar is die Judicature den Steden aangekomen, en hoe verre heeft zy zig uitgestrekt?’ Zullende de uitspraak geschieden in de maand April 1789. 3. Dat by de algemeene Vergadering van het Jaar 1787. besloten is, de Vraag ‘over de vorderingen, der latere Wysgeeren boven Oude, in de Zielkunde,’ nogmaals voortestellen, met uitloving van enen dubbelen Eere-prys, om beantwoord te worden voor of op den 1 October 1789. op dat de uitspraak geschiede in de maand April 1790. Doch moet hier in onder het oog gehouden worden, dat het Genootschap niet verlangt, dat één of ander gevoelen, 't zy van den Schryver, 't zy van enige Oude of Latere Wysgeren voorgetrokken en verdeedigd; maar enkel, dat, uitvoerig en nauwkeurig, de onderscheidene gevoelens der Oude en Latere Wysgeeren worden opgegeven, en daaruit afgeleid de Vorderingen der Lateren boven de Ouden. 4. Dat op die zelfde Vergadering, ter beantwoording voor of op den 1 October 1789. met aanbieding van een Prys van 30 Gouden Ducaten, of van ene Gouden Medaille van dezelfde | |
[pagina 4]
| |
waarde, tot ene gewone Prysvraag de volgende was opgegeven: ‘Welke zyn de waarschynelykste gedagten over den aart en de uitwerkzelen van het Dolle bonds vergif op het Dierlyk Lighaam? en welke zyn de geschiktste en zekerste middelen, om de gevolgen derzelve voortekomen of wegtenemen?’ Zullende de uitspraak daar over geschieden in de maand April 1790. Dat insgelyks in het vorige Jaar 1787. door Heeren Direc teuren en gewone Leden besloten is, om ene Gouden Medaille ter waarde van 20 Ducaten aantebieden aan den Schryver den beste Verhandeling over de ene of andere nieuwe ontdekking in de Theorie of Practycq der Landmeetkunde, benevens een Accessit van ene Zilveren Medaille, aan de naast daarby komende Verhandeling. En moeten deze Verhandelingen worden ingeleverd voor of op den 1 October 1788. om 'er uitspraak over te doen in demaand April 1789. Alle Verhandelingen, welken naar den Prys dingen, mogen niet met den eigen naam der Opstelleren, maar moeten met ene Zinspreuk getekend, en met een verzegeld Billet, het welk dezelfde Zinspreuk ten opschrift heeft, en waar in des Opstellers naam en Adres, zeer duidelyk, door hem eigenhandig gemeld staan, vergezeld zyn. - En moeten de Verhandellingen met ene andere hand, dan die van den Opsteller, en duidelyk geschreven, in het Nederduitsch, Fransch of Latyn, opgesteld, Vragtvry toegezonden worden aan P. Luchtmans , Professor te Utrecht, fungerende als Secretaris van dit Genootschap; Zullende alle Verhandelingen, die na den gestelden tyd gezonden worden, ten opzigte van den Prys, in gene aanmerking worden genomen. De Billetten, tot die Verhandelingen behorende, aan welke een Prys wordt toegewezen, zullen alleen geopend, en de overigen ongeopend verbrand, worden.
's Hage . De Hooggel. Hoog Eerw. Heer Nicolaas Barkey, S.S. Th. Doct. en Proff. mitsgaders rustend Predikant by de Hoogd. Gemeente alhier, is den 18den der afgelopen maand Juny, in den ouderdom van 79 Jaren overleden; zynde vervolgens het Lyk by Schegening, in de open lucht, op het Kerkhof ter navolving, begraven. De overledene heeft zig niet weinig roems in het ryk der letteren, gedurende deszelfs leven, verworven, door zyn uitgebreide kundigheden zo in de H. Wetenschap als anderen takken van Geleerdheid, blykens zyne veelvuldige nagelaten Schriften, onder welken zyne Bibliotheca Bremensis en Hagana, Musaeum Haganum, en Symbolae Hagana,Ga naar voetnoot(*) boven al uitmunten. Haerlem . In de jongste Jaarlyksche grote Vergadering van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen, den 21 Mey, dezes Jaars, binnen deze Stad gehouden, is (1. Aan den Schryver van het ingekomen Antwoord, op de ten 3 den male herhaalde vrage; - ‘Welken zyn de onderwerpen, betreffende de Natuurlyke Historie onzes Vaderlands, waar van men met gegronde reden te vermoeden hebbe, dat eene verdere nasporing ten nutte van het Vaderland verstrekken zal,’ en welk Antwoord de Zinspreuke voerde: Natura munera sua non sunul tradit, nec omnibus patent &c. de gouden Eerprys toegekend; en wel uit hoofde dat het zelve, schoon met opzigt tot de Delfstoffen en het Ryk der Dieren, min volledig zynde, egter zo zeer, ten aanzien van het Ryk der Planten, voldoende bevonden was. Opgemelde Schryver is, by het openen van 't Billet, gebleken te zyn de Heer Steven Jan van Geuns , Student aan 's Lands Hoge Schole te Harderwyk.Ga naar voetnoot(*) voorts is 2. By het agter blyven van enig Antwoord, op het reeds ten tweden male opgegeven Drieledig voorstel betrekkelyk de Lugtkennis, om nam. a. ‘Optegeven den besten toestel, om, op de gemakkelykste en zekerste wyze, Proefnemingen, omtrent de verdikte Lugt, te kunnen in 't werk stellen: b. Met den besten toestel de werking der verdikte Lugt, in verschillende gevallen, naar te gaan: en inzonderheid het Dierlyk Leven, den groei der Planten, en het branden in Lugt van verschìllende digtheid, te beproeven. En c. aantewyzen, welke gevolge of nieuwe Leringen hier uit afgeleid kunnen worden?’ - is deze zelfde vrage wederom voorgesteld om te beantwoorden voor 1 Nov. 1790. 3. De vrage, in 1782 opgegeven, niet voldoenend beantwoord zynde, is derhalven dezelve op nieuw herhaald, om te beantwoorden voor den 1 Juny 1793; en wel in dezer voege: ‘Kan men op voldoende gronden, zo uit de Aantekeningen in de Hospitalen en Doodlysten, als anderzins, bewyzen, dat 'er, in ene rede van het getal der Ingezetenen, inzonderheid van de nieuwlings uit Europa te Batavia aangelanden, thans ongelyk meer Menschen aldaar ziek worden en sterven, dan voorheen, met byvoeginge, wanneer de kennelyke vermeerdering begonnen, en van tyd tot tyd toegenomen, is?’ ‘Welken zyn hier van de voorname oorzaken? En kan men uit den aart der ziekten, en uit vergelykinge met andere plaatzen in Europa, zo wel als in de Oost-Indiën, maar vooral uit de Geschiedkundige Plaatsbeschryvinge van Batavia, tot enen trap van de hoogste waarschynlykheid betogen, dat die Stad, daar de Gragten binnen dezelve, welke weleer, toen zy voor ene der gezondste Plaatsen in Oost-Indiën gehouden wierd, vol water waren, nu in zommige tyden van 't Jaar zeer ondiep en droog zyn; en stinkende Dampen zig over de Stad verspreiden, in evenredigheid (behalven andere nadelige gevolgen) steeds ongezonder geworden, en zulks derhalven als de Hoofdoorzaak der ongezondheid te stellen zy?’ ‘En eindelykt hoedanige verbeteringen zyn hier omtrent, met hope van een goed gevolg, uittedenken, en werkstellig te maken?’ 4. Ook is, by mangel aan voldoende Antwoorden, de vrage den 22 Mey 1786 voorgesteld, en luidende aldus: ‘Hoe verkrygen de Planten hare voedzels? wat is dezelven hier in voordelig of hinderlyk? En welke onderrigtingen zyn 'er, uit het geen ons hier van bekend is, ten nutte van den Landbouw, of ter voorkweking van Gewassen, in 't algemeen te trekken?’ - Ten twedenmale opgegeven, om beantwoord te worden voor primo Novemb. 1790. 5. Twee Nieuwe vragen, by de Maatschappy gearresteerd, zyn van volgenden inhoud: A.) Om te beantwoorden voor primo November 1789. Daar het zeker is, dat de grootheid der Astronomische Refractie verschillende is, naar den verschillenden stand van den Barometer en Thermometer, vraagt de Maatschappy: ‘Eene Theorie der Astronomische Refractie, waar uit, voor elken gegeeven stand van den Barometer en Thermometer, en voor alle hoogten van 't Hemel-licht boven den Gezichtiender, | |
[pagina 5]
| |
de grootheid der Astronomische Refractie naauwkeurig kan werden bepaald. De Maatschappy voegt hier noch by: 1. Dat deeze Theorie of moet zyn afgeleid uit naauwkeurige Astronomische Observatien, of ten minste met dezelven overeenkomstig zyn. 2. Zy geeft in bedenking, of de verschillende graad van vogtigheid des Dampkrings ook niet eenen merkelyken invloed hebbe op de veranderlykheid der Refractie? 3. Meent zy ook te moeten herinneren aan de Formule, welke de Heer de la Grange (Nouveaux Memoires de l'Academie de Berlin pour 1772. pag. 259.) gegeeven heeft, en de daar over gemaakte Aanmerkingen van den Heer Prof. Damen (Dissert. de Montium altitudine Baromet. metienda, Ha gae Com. 1783. in Additam.) B.) Uit het Fonds van wylen den Heer Directeur N.W. Kops , om te beantwoorden voor primo November 1791: ‘Welken zyn de Delfstoffen binnen den ommekring der Zeven Vereenigde Provintien en derzelver Geassocieerde Landschappen te vinden, van welker verdere naaspooring men met genoegzaame redenen nut voor 't Vaderland kan verwachten?’ - Men begeert geenen enkelen lyst van gemelde Delsstoffen, maar tevens de redenen, waarom men zich van derzelver verdere naaspooringe voordeel voor het Vaderland hebbe te belooven. 6. Wyders zyn aangesteld tot Directeur , der Maatschappy, de Heer C. de Cock , Ouddessave van Colombo, te Groningen: en tot Leden de Heren Justinus Brugmans , Botanic. & Hist. Nat. Professor te Leyden, Ch. Gottf. Gruner , Hofraad, Prof. Medic. &c. &c. te Jena, .. Morveau , Profes de Chymie de L'Académie de Dyon, Petr Stephanus Kok , Stads Medic. Doctor en Professor in de Natuur- Ontleed- en Vroedkunde te Antwerpen, Willem Brouwer Bosch , Med. Doct. te Haerlem, E.J. Thomassen à Theussink A.L.M. Philos. & Med. Doct in 's Hage, en John Cuthbertson , Mechanicus, te Amsterdam. Het een en ander is, door de Maatschappye, op de gewone wyze, by een gedrukt uitvoerig Programma openlyk gemeen gemaakt; met bygevoegde errinnering van ettelyke, voorheen opgegeven vragen, en daar toe dienende ophelde ringen, welker beantwoording zy, op de bepaalde tyden, met verlangen te gemoet ziet; en van 't geen verder door den genen, die naar den Prys willen dingen, behoord geweten en in agt genomen te worden. | |
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Denemarken. Historie of danmark . Geschiedenis van Denemarken, zedert den Jare 942 tot aan het Jaar 1787. door Frederik Subm, 3de Deel, te Koppenhagen 1787. in 4to. met Geslagttafels en Platen. [Dit Deel vervat de Historie der drie Deensche Koningen Herald met de zwarte Tanden, Svend met de gekloofde Baard, en Knud den Groten, nevens een Tafereel van de grote Schattingen, die de gewapende Volkplantingen der Noormannen, in Noorwegen, Rusland, Engeland en Frankryk, ingevoerd hebben. De Schryver erkend zeer veel verschuldigd te zyn aan de verdienstelyke verzameling der Heren Lagerbrink en Langebeek. Hy verbeterd, zeer oordeelkundig de Noordsche Geschiedenissen van dien tyd, ook zelfs die van Engeland]. Viga Glums, Saga, of het Leven van Glum den Moordenaar op kosten van den Kamerheer Suhm, te Koppenhagen, by Stein, in 4to. [Deze Levensbeschryving is getrokken uit tien Handschriften van Amas Magnous, waarvan het Oudste in de 14de Eeuwe geschreven is. Het Afdrukzel gaat verzeld van ene Vertaling van den Hr. Petersen, een Yslandsch Geleerden, die 'en verschillende Lezingen, oordeelkundige Aantekeninggen, en een Woordregister, ter opheldering van verscheidene duisterheden, heeft bygevoegd. Glum draagd den naam van Moordenaar, om dat hy velen zyner Vyanden heeft afgemaakt. Hy wierd geboren in 't Jaar 926. uit een Heldengeslagt, hem in dapperheid evenarende, en stierf 1003. Zyne Verrigtingen zyn wel niet zonderling, dog zy dienen om kennis te krygen aan de zeden, wyze van Oorlogen, en regtspleging der Ouden. De Heer Petersen beweerd, dat de Schryver van dit leven de beroemde Are Frode geweest zy]. Engeland . Variety enz. Verscheidenheid: zynde ene Verzameling van Proeven, geschreven in den Jare 1787. 12mo. by T. Cadell, te Londen. Sketches of the History of Man: Schetsen van de Geschiedenis des Mensche, door wylen H. Home, Lord Kaims, 4to. nieuwe verbeterde Druk, by A. Hraban en T. Cadell, te Londen, en W. Creech, te Edenburg. The Englisch Review , voor Mey 1788. inhoudende berigten van de volgende Boeken: 1. Verrigtingen van de Koningl. Maatschappy te Edenburg, 1ste deel: 2. De Werken van wylen Dr. J. Gregory: 3. Rutherford's beschouwing der aloude Geschiedenis: 4. Verrigtingen van de Amerikasche Wysgerige Maatschappy 2 d. 5. Collin's Ode op de bygelovigheden der Schotsche Hooglanderen: 6. Broeder Pieter aan Broeder Thomas, een beklagbrief, door P. Pindar: 7. Piozzo's Brieven aan en van S. Johnson: 8. De ton, of de Dwaasheden der Mode, een Toneelspel, door Juffr. Wallace: 9 Hinter's waarnemingen omtrend de ziekten by het Krygsvolk in Jamaica; 10. Cardonnel's Schilderkundige Oudheden van Schotland: 11. Over het aanbelang der Godsdienstige gevoelens, door den Hr. Necker, en meer anderen: gedrukt by Murray, te Londen, en by Sibbald, te Edenburg. Observations on the Animal Oeconomy enz. Waarnemingen omtrent de Dierlyke Huishouding, en de oorzaken en gonezing der Zeektin: door J. Gardiner, M.D. 870. te Londen, by Eliot en Kay. By dezelve is uitgekomen: A. Series of Letters enz. Een reeks van Brieven, tot onderrigting der Jeugd dienende, door J. Marshall, 2 D. in 12mo. Historical , Monumental, and Genealogical Collections enz. Verzameling van Geschiedenissen, Gedenktekens en Geslagten, opzigtelyk het Landschap van Glocester, opgemaakt uit de oorsprongelyke Papieren van wylen Ralph Bigland, Schildk. No. VIII. met Platen, by C. à T. Wilkie te Londen. Cases of Hydrocele enz. Voorbeelden ener Waterbreuk, met waarnemingen omtrend ene byzondere manier om deze ongesteldheid te behandelen, waarby gevoegdis, een by zonder geval van ene Hernia Vesicae Urinariae gepaard met het vorig ongemak: en twee gevallen van een gekankerde Breuk, door T. Keate, in 8vo. by J. Walter, te Londen. The Life of Capt. James Cook. Het Leven van Kapitein J. Kook, versierd met deszelfs Pourtrait naar de oorsprongelyke afbeelding van den Hr. Dance, door A. Kippis D.D. in 4to. op het zelfde Formaat en met de zelfde Letter als zyne Reizen; by C. Nicol, en G. G. en J. Robinson, te Londen. The Celebrated Speech of Richard Bunsley Scheridan enz. Het berugt Pleidoi van R.B. Scheridan, Schildk gehouden in de Zaal van Westmunster, den 3, 6, 10 en 13 Juny 1788: by de zelfs optelling van de bewyzen voor de aangevoerde beschuldiging tegen Warren Hastings: volgens het egte Handschrift gedrukt, te Londen, by C. Forster. Duitschland J.K. Stunzer, Uber die goldene Ader &c. over de gouden Ader voor ongeoeffenden in de Geneeskonst, 8vo 8. gross. Wenen. Zustand der Konigl. Preuszischen Armee &c. Staat der Koningl. Pruissische Armee in den Jare 1788. nevens een korte Geschiedenis dezer Krygsmagt, van derzelver eerste oprigting tot heden, 8vo Breslau, 14. gr. F. Kratter, Phil. und Statisz. Beobachtungen &c Wysgerige en Staadkundige beschouwingen, byzonderlyk de Oostenryksche Staaten betreffende, gr. 8. Leipzig, 18. gr. Joban G. Rosenmullers Predigten enz. Leerredenen, by byzondere gelegenheden gehouden, 8. Leipz. 12, gr. L. v. Stoixuer, Ab- | |
[pagina 6]
| |
handlungen &c. Verhandelingen over den Zyden- Vlas- e Hennipteeld 8. Neurenb. 8. gr. Der erhohete Ertrag der Feldguter: verbeterde inkomst der Landgoederen, door het aanliggen van Weilanden, volgens de Gronden van Home, Mirau dot, en Schubart van Kleef, uitgegeven door J.C. Fischer, 8. Jena 14. gr. Die Reisenden &c. de Reizenden om Land en Velkskennis, uitgegeven door twee Geleerden, 1ste D. Neurenb, I. Thaler, Briefweihsel &c. Briefwisseling der Familie van den Kindervriend 8ste D. Leipz. 14. gr. Chr. S. Salzmarin, Carl von Carsberg &c Karel van Karelsberg, of over de Menschelyke Elende, 6de D. gr. 8 Leip 2. 20. Savary, Briefe &c. Brieven over den Staal van Oud en Nieuw Egypten, 2. en 3. D. met ene Landkaart, Berlin. I. Th. 6. gr. Fr. Meinert, uber das Studium &c. over de beoeffening der Krygs- en Wiskundige Wetenschappen, gr. 8. Halle, Job G. Fr. Pabsts, die Entdeckungen des 5ten Welttheil, &c. Ontdekkingen des 5den Waerelddeels, of Reizen rontom de Waereld, een Leerboek voor de Jeugd, 4de D. 8. Neurenb. I Th. Lebens-und Regiering Geschichte Friedrichs &c. Levens en Regerings Geschiedenis van Frederik den 2den, Koning van Pruissen, 3de D. 8. Leipz. I Th. 12. gr. Anecdoten und Karakterzuge &c. Anekdoten en Karakter trekken uit het Leven van Frederik den 2den, Dertiende Ver zameling, Berlin, 8. gr. F.L. Asters, Unterricht &c Onderwys in de Vestingbouwkunde, op de Gronden van Glaser; 2de stuk, met Platen, 4to. Dresden, I. Th. 4. gr. C. v Baczko versuch einer Geschichte &c. proeve ener Geschiede nis en Beschryving van Koningsbergen, eerste Stukje gr. 8. Koningsb. Essai Sur la vie &c. proeve over het Leven en de Regering van Frederik II. Koning van Pruissen, om te dienen tot ene Inleiding voor deszelfs laatste Schriften, 2. D. gr. 8 Berlin. I. Th. 16. gr. Acerra Philogica &c. een nieuw Lees boek voor de Jeugd, volgens het Plan van een voorheen, onder gelyken Tytel, uitgekomen Geschrift, dog met een meer bepaald oogmerk, bearbeid, 2de Deeltje; behelzende alleen zodanige opstellen, welken het een en ander tot de kennis der oude Geschiedenis of Fabellere kunnen toebren gen, 8. Hamburg, 18. gr. Berlinsche Monatschrift, van J. Gedike en F.E. Biester, XIde D. 6de st. voor de Maand Juny 1788. [inhoudende 1. aan de Koningl. Pruissische Staatsminster, Zyne Excell. den Vryheer van Sedlitz, by het toezenden der Martiaalsche Zingedigten, een klein Digtstuk van den Hr. Prof. Ramler, in den eigen trant van Martialis, 2. G.E. Lessing eigenhandige aanmerkingen op Winkelmans Geschiedenis van de Konst der Aloudheid, 3. Daphne, grotendeels naar den Ovidius van Prandstettel, in Wenen, in Versen gebragt, 4. aan den Heer O.H.P. Stark; zynde een vervolg van een voorgaand Stuk 5. Schryven van den Voogd Hummel in Bonnal, aan den Hr Geheimraad Scholser. 6. iets over het vrouwelyk Geslagt.] Berlin in den Boekwinkel van Haude en Spener. Akademischen Monarschrift, uitgegeven ten huize van den Hr. Geheimraad Caman. [Het zelve houd in: 1.) Allegorische Personen var Prof. Ramler, met 5. Platen van B. Rode. 2.) Aan onzen groten Pourtraitschilder, van den kanon. Glern. 3.) proeve over de Konst der Ouden, om twe soorten van Glas, voor Gedre venwerk, op elkanderen te zetten; van den Geheim Finantie Raad Gerhard. 4.) over den invloed der fraaije Konsten op het bestuur en het Kenschetzende der Volken, van den Uit gever. 5.) Lyst van alle Werken des Rectors en Graveerders D. Berger. 6.) Narigt voor Konstenaren.Berlyn.
Nederlanden. Eerstelingen, op kl. schryfmediaan in 8vo. te Utrecht by de Wed. S de Waal, Passius Raadzels, 2de Druk, in klein 8vo te Utrecht by de Wed. S. de Waal. Hazeu, het Leezen gemaklyk gemaakt, 2de Druk, klein 8vo. te Amsterdam by W. van Vliet. De Geest der Nederlandsche Dichters 1ste Stukje gr. 8vo. te Amst. by M. de Bruin. Almanac der Natuur voor Mey en Juny, in kl. 8vo. Amst. by J. de Jongh. (Zal om de 2 maanden vervolgd worden.) Nederlandsche Beroertens; 6de Deel, in gr. 8vo. te Amsterdam by P. Conradi. Dryfhout Leerredenen in gr. 8vo. te Middelb. by P. Gillisten en Zoon. Proeven van Vernuft, Gevoel en Smaak, 2de Stukje in gr. 8vo 's Hage by Munier. Boddaert de Jonge Gedichen kl. 8vo. te Utrecht by Otterlo. Bilderdyk Elius in gr 8vo. met pl. Amst. by P. Uylenbroek. Kleine Dichterlyke Handschriften. Eerste schakering gr. 8vo. Amst. by P. Uylenbroek. Pypers Meuswal of gevolgen der wraakzucht kl 8vo. Amst. by P. Uylenbroek. Pypers, de Graaf van Comminge of de ongelukkige gelieven, kl. 8vo. Amst. by P. Uylenbroek 1788. A. A Gaignan de l' Ami Elize Treurspel kl. 8vo. Amsterdam by P. Uylenbroek. A. J. Verbeek Historie der Spartaanen tot na den dood van den jongen Ayn enz, in kl. 8vo. te Dordrecht, by H. de Kaas. Merkwaardige Levensgevallen van v. d. Trenck, 1ste Deel met het Pourtrait, gr. 8vo. Amst. by M. de Bruin. Schoolboek der Deugden kl. 8vo. met pl. Amsterdam by K. Keyzer. Elemens de Sphere petit 8vo. à, Amst. Chez. J. v. Gulik. Verzameling van Vertaalde Dichtstukken, gr. 8vo. Amsterdam by Emenes en de Vries. Verzameling van Placaaten en Resolutien, 3de Deel gr. 8vo. te Campen by J.A. de Chalmot. Aan myne jonge Vriendin of Zedelyke Brieven ter verbetering van het hart, 1ste stuk, in groot 8vo. Middelb. Gillissen en Zoon. Abraham en Izaac gevolgd na het Hoogduitsch van J.C. Lavater, te Amsterdam by J. Allar. Zaaken van Staat en Oorlog, betreffende de Verenigde Nederl. sedert het Jaar 1780, I Deel in gr. 8vo. by J. Allart te Amsterd. | |
Land- en zeekaarten.By den Konstverkoper Ortolini, in Venetien zyn 6 nieuwe Kaarten van Duitschland, onder den tytel: Geografia Germanica, in groot Folio uitgekomen. Te Turin, is ene generale Kaart des Aardkloots in 't ligt gekomen, vervaardigd door den Abt Lirelli, Geografist van Z.M. den koning van Sardinien, en Lid van de Koninglyke Akademie der Wetenschappen aldaar. Gemelde Waereldkaart is ingerigt naar de nieuwste en naauwkeurigste Sterrekundige Waarnemingen, zo wel als overeenkomstig de ontdekkingen, door Kaptein Cook, op deszelfs reize rontom de Waereld gedaan enz. Zy bevat twee Halfronden, aan den Voet van welken een strook is, door den Autheur uitgevonden, ten einde met één opslag van 't oog de vier Waereld-delen te kunnen beschouwen, nevens alle derzelver betrekkingen, en onderscheiden leggingen; en om tevens de gebreken te vermyden, die in andere Kaarten gevonden worden, waarop de Landen, aan de Kusten grenzende, ene oppervlakte beslaan, die, naar evenredigheid viermalen groter is, dan die van de Landen neer binnenwaarts of in 't middelpunt liggende. Deze fraaye Kaart is door een zeer bekwaam Plaatsnyder in 't Koper gebragt, onder wiens opzigt ook het afdrukken en afzetten geschied is: zynde dezelve te bekomen, te Turin, by den Aucteur en de voornaamste Boekhandelaars, voor Liv. 6. piemonteesch geld. Te Berlyn, in de Koningl. Pruiss. Akademie Konst- en Boekwinkel, is tot op het einde van dit Jaar, ene Intekening opengesteld op ene uitgave van enen nieuwen Atlas met ongevêer 36 Landkaarten, voor de Geographie van den beroemden Büsching: welke stukswyze staat 't ligt te komen, en waarvan ieder stukje, 't geen 6 Bladen zal beslaan, voor 14 gr. den Intekenaren word aangeboden. De Kaarten zullen door den Heer Geheim Secret. Sotzmann, Geografist dan de Akademie der Wetenschappen aldaar, gete- | |
[pagina 7]
| |
kend, en onder dienst opzigt, door den Konstgraveerder Sack, in het Koper gebragt worden. Te Londen is gedrukt en uitgekomen, by J. Edwards, en J. Johnson, een uitvoerige Kaart van de Landen, tusschen de Witte en Kaspische Zeeën gelegen: nevens een berigt van de Cirkassische en andere Volkeren, die den Berg Caucasus bewonen. | |
Tekeningen en prentwerken.La Sainte Famille, &c: het heilig Gezin, een Konstplaat, gegraveerd naar de Originele Afbeelding van Gnide: door Maviez, te Parys, by Crepy, kost 3 Liv. [in deze Plaat, die de hoogte van 17. duimen, en ruim 13. breete heeft, is het Meesteragtige en Kon stige van de berugte Schildery, waar naar zy gevolgd is, zeer juist uitgedrukt]. By den Boekhandelaar J. de Jongh, te Amsterdam, is een plan van Intekening uitgekomen op een stel van X grote hele vels Konst-Plaaten, onder den tytel van Gaandery der Vaderlandsche Geschiedenissen, die zamen 140 Afbeeldingen zullen uitleveren, zo van de interessantste Gebeurtenissen, als der uitmuntendste Mannen, sedert de aankomst der Batavieren in deze Gewesten tot op het einde van 't jaar 1787. na meesterlyke Tekeningen in 't Koper gebragt door M.D. Sallieth, en met ene korte beschryving der Vaderl Geschiedenis verrykt, door J. Fokke: ieder Plaat zal op ƒ3 12 te staan komen. | |
Schilderyen en beeldhoustukken.Een der Konstigste Oudheidsstukken, zynde een Marmerwerk, en verbeeldende de Geschiedenis van Dirce, Zetus en Amphion, is, in het laatst der Maand Mey, uit Romen, naar Napels gezonden: gelyk mede de Piramiede van Oostersche Granitsteen, nevens de Grote Kom of Vaas van roden Porfier, uit het Paleis van Medicis, eerlang naar Florence staan gevoerd te worden. | |
Muzyk-stukken.Choral vorspielen fur die Orgel und da Klavier, aus allen Kirchen tonarten, worin chorâle vorkommen: von J.C. Ruhnau, die 2. ersten Bogen. Berlin by dem verfasser. [Er staan nog zes Bladen te volgen: zullende de afgave aan de buitenlandsche Intekenaren, niet dan na de uitgave der laatsten, geschieden]. | |
Toneel- en ander konstvermaak
| |
[pagina 8]
| |
gen van allen, voor al van Sofia, maar hy verzoekt een oogenblik alleen te zyn; 't geen hem ingewilligd wordt. Nu geeft by zich over aan vervoering, en een Karaf met water nevens een Glas op Tafel vindende, schenkt hy in, en vermengt het Water met vergift. Zyne deugd brengt hem tot inkeer, en hy laat het vergift op tafel staan; gevende uit besef van het eislyke des zelfsmoords, ene zo vreeslyke gif, dat Elize en Sofia toeschieten, om hem te vragen; wat hem daerd? Hy antwoord, dat hy een Monster is, en gaat woedend heen; dit ontstelt Elize voornaamlyk, zo, dat zy Sofia om drinken vraagt. Deze geeft haar in onkunde het Glas met vergift; dat zy inzwelgt. Schielyk voelt zy de werking. Sofia schreeuwt om hulp; Eduard verschynt, hoort dat Elize pyn heeft, en zegt om bystand te zullen zenden. Nu koomt Karel woedend te rug, verneemt het gebeurde, ontdekt de waarheid, vervloekt zich zelf, en wil zich doorsteeken. Eduard belet zulks. - Onmiddels sterft Eliza. Het stuk sluit met een bevel van Eduard aan Karel, om hem te ontwyken, wyl hy mooglyk tot een wanhopig besluit in slaat zoude zyn.
Den 30sten Mey laatstl., wierd te Breslau, in de Maria Magdalen Kerk, het vermaard Muzyk, van Handel's Messias, onder aanvoering van den Kapelmeester Hiller, met een Orchest, uit meer dan 250 Meesters bestaande, allerkeurigst en gelukkigst uitgevoerd. | |
Narigten en byzonderheden tot den handel, en scheepvaart, land- en veebouw, alsmede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelykIn Portugal is, behalven verscheidene verleende voorregten aan ene Associatie van Kooplieden in Manufakturen, de uitvoer van Wolle, ook zelfs van de zogenaamde Spaansche, verboden geworden. Te Berlyn is, by ene Koningl. Publicatie van 21 Mey, laatstl. bevolen, om alle nog voorhanden zynde Waren van vreemde Fabrieken, buiten 's Lands te zenden, voor den 1 Augustus aanstaanden, en wel onder bedrieging van Aanhaling der agtergeblevenen: gelyktydig egter is, met uitzondering hierop, de invoer vrygesteld, van vreemde Nay-Naalden, gelyk mede van die in de Fabrieken van Altena en Iserlohn, in 't Graafschap Mark, gewerkt; schoon op een inkomend regt van 4 grosschen van de duizend stuks voor de eerste, en van I grossche voor de beiden laatsten: mits van een certificaat verzeld. In Spanje begind men zig sints enigen tyd met yver toeteleggen, op het aan den gang brengen van Fabrieken, zo van Wollen, en Catoenen als Garen en Zyde Stoffen, voor de kleding dienende. 'Er zyn alrede 3 Werkhuizen, in Madrid, daartoe aangelegd, alsmede verscheidene openbare Leerscholen, om Werklieden te kweken, opgeregt. De Wol word 'er uit onderscheidene gedeelten van La Mancha gebragt, en het Garen komt uit de Bisdom men van Salamanka en Leon: ettelyke honderden Vrouwen en Kinders houden zig bezig met Spinnen. De Koning onsteund deze ondernemingen kragtdadig. Den 17den Mey is het eerste Schip langs de nieuwe Rhynvaart, welke de Heer Raad Traiteur by Germesheim (in den Neder Paltz) heeft aangelegd, gevaren. Aan den Dam, waarmede de volle Rhyn afgesloten en geheel in de nieuwe Vaart staat geleid te worden, is men nog druk bezig te arbeiden. By die van Engeland is een ontwerp in til, om een Landpost, op de wyze der Oostersche Caravanen, op China en Bengalen aanteleggen, ten einde de berigten uit Kanton van daar met meer spoed naar Europa, en vice versa, te kunnen overvoeren: en men geeft zig moeyte om het aan het Hof van China smakelyk te maken. De weg meend men te kunnen lopen twars door het half Eiland, tot aan den mond van de Ganges, by Dyczabad, en verder van daar over Cittingham, Leigech en Tonkin tot Canton. De Russen maken een soortgelyk plan van communicatie tusschen Canton en Kamschatka. Te Altona, is, 's avonds van den 28 Juny, de eerste Deensche Haringjager, Schip. Peter Claesse, met 68 Tonnen, nieuwen Haring aangekomen. Te Vlaardingen, is 's avonds van den 29 Juny, de eerste Haringjager binnen gekomen, met 10 Tonnen Haring, die tegen 500 guldens, per Ton, verkogt zyn. | |
Letterkundige anekdoten.De Heer Diderot, in Petersburg zynde, was zo onverschillig, om den groten Euler te leren kennen, dat hy slegts enige reizen, by deszelfs huis aan reed en aan de deur een kaartje overgaf. Hem, op zekeren tyd, in de Akademie aantreffende, verschoonde hy zig daarmede; dog de oude Euler gaf hem ten antwoord: Ik woon niet aan de deur! De onlangs overleden Hertog Lodewyk Ernst van Bronswyk en Lunenburg, die, gedurende deszelfs leven, de Wetenschappen beminde en aanmoedigde, hield zig, sedert deszelfs terugkomst uit Holland, in Duitschland, byzonderlyk bezig met den ommegang met geleerde Mannen en het lezen van geleerde Schriften. Meermalen vermaakte hy zig in persoon met Letterkundigen Arbeid. Ene fransche Vertaling van Zimmerman, over de Eenzaamheid, is van hem voor handen: en 't geen der optekening waardig is, slegts weinige ogenblikken voor zynen onverwagten dood, was hy nog bezig met het overzetten van Neckers onlangs uitgekomen Werkje, over het gewigt van Godsdienstige begrippen, in de Hollandsche Tale, waarvan hy reeds een groot deel afgeschreven hadde. Nauwlyks was hy van zyn Schryftafel opgestaan, of hy gaf den geest. | |
Geboorte- trouw- en sterflysten.Volgens ene, door het Neder Oostenryksch Landsbestuur, uitgegeven Lyst, zyn, geduurende het laatstverlopen jaar, in geheel Neder Oostenryk, 11024 Huwelyken voltrokken, waar onder 115 Protestantsche, en 35 gemengde Paren: 48685 Kinderen geboren, van welken 3855 buiten den Echt, en 667 van Protestantsche Ouders, geteeld waren; en 55793 personen Overleden: en onder dezen 46536 aan gewone krankheden, 4514 aan byzondere Landkwalen, 4065 aan Heerschen de ziekten, 39 door zelfsmoord, 597 door ongelukkige toevallen; 43 waren geweldadig door anderen om 't leven gebragt. Gedurende de laatste week zyn te Amsterdam Overleden 179 Personen: te Haarlem was in dien tyd het getal der doden 17, waaronder 4 beneden de 12 Jaren.
Te Haarlem by A. Loosjes. |
|