[Ad interim, 1948, nummer 9]
Mededeelingen van de redactie
Zooals reeds eerder werd medegedeeld, wenscht de Uitgeversmaatschappij A.W. Bruna & Zoon N.V. met ingang van 1 Januari 1949 de exploitatie van Ad Interim stop te zetten om redenen die hier niet ter zake doen. In ieder geval billijkt de redactie deze redenen en stelt zij er prijs op, de firma Bruna te danken voor de wijze waarop zij in de moeilijke jaren onmiddellijk na den oorlog steeds zooveel mogelijk en vaak met voorbijzien van eigen voordeel aan de wenschen van de redactie is tegemoetgekomen.
Op het bestaan van Ad Interim, dat in ons litteraire leven klaarblijkelijk in een behoefte voorziet, heeft het besluit van de firma Bruna intusschen geenerlei invloed. Na eenig beraad heeft de redactie besloten, de exploitatie in eigen hand te nemen. Op eigen gezag kan zij dus mededeelen, dat het maandblad in 1949 in een fraaiere uitvoering zal verschijnen. Daar de papier- en drukmoeilijkheden vrijwel tot het verleden behooren, zal ons blad in een aantrekkelijker formaat en op houtvrij papier gedrukt worden, terwijl ieder nummer steeds op de vijftiende van iedere maand verzonden zal worden. Ten hoogste twee nummers zullen gecombineerd verschijnen - aan dit dubbelnummer zal dan, zooals gewoonlijk, een bijzonder karakter gegeven worden.
Verder kan medegedeeld worden, dat twee redacteuren van
HET WOORD
waarvan de uitgave in 1949 niet voortgezet wordt, tot de redactie van Ad Interim zijn toegetreden. Het zijn Ferdinand Langen en Bert Voeten, wier namen men dus in den kop van onze volgende aflevering zal aanreffen. Voorts heeft het meerendeel van hun vroegere collega's van Het Woord zich bereid verklaard in Ad Interim rubrieken over Beeldende Kunst, Muziek e.d. te