Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 347] [p. 347] De wagen Slaaploos luistrend naar de regenvlagen liep hij naar het raam en keek op straat: voor zijn huisdeur hield een zwarte wagen, op de bok een man, de blik vol haat. Haastig liet hij het gordijn weer zakken, als kristal zag hij zijn eigen staat: het verstijven eerst, en het verstrakken bij het breken van de dageraad. O, dat hij toen hoorde hoe de wagen langzaam wegreed door de leege straat... Door het bovenlicht zag hij het dagen; tranen stroomden over zijn gelaat. Ed. Hoornik Vorige Volgende