Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 243] [p. 243] Francis Thompson (1859-1907) Ontmoeting in de droom De ademtocht die nacht en dag Vermengden in het Oostlijk klaren, Werd tot een lied, onhoorbaar zacht, Dat Lyra streek uit sterlichtsnaren. Toen schemer kromp, en 't licht bedeesd Langs morgens grijze ogen viel, Steeg met de zielen die verrezen Naar Lucidé mijn ziel. Nog was er in haar blik geen gloed, Dan die 'k er eens in schijnen zag, Nog was haar diepe hart als toen Het voor het laatst aan 't mijne lag. Daar zwol, en zonk en herbegon, Verwachting in haar ogen aan: Spranklende droppen van de bron Diep uit haar ziel vandaan. Zo hoge zaligheid doorwaait De kamers van der dromen woon, Dat daar de wieken van de tijd Weer jong zijn, en verblindend schoon - O vreugd voor mij, o vreugd voor haar - Zij, die 't verleden zacht omsluit: Waar onze kus de lucht verwarmt, Gaan nooit haar ogen uit. Jan G. Elburg Vorige Volgende