Ad Interim. Jaargang 5
(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 225]
| |
[Ad interim, 1948, nummer 6]InleidingGa naar eind*De oorspronkelijke opzet van dit nummer was: niet enkel via vertalingen maar ook door middel van essays een beeld te geven van de gehele Engelse poëzie sedert Shakespeare. Tijdens de samenstelling werd echter als vanzelf de aandacht getrokken tot het werk van de dichters der zogenaamde Modern Period (1911-1926) en tot dat van na hen komende generaties. Wij doelen hier in het bizonder op de ‘Intellectual Poets’, met T.S. Eliot en Edith Sitwell als leidende figuren; op de ‘Revolutionary Poets’, de groep van W.H. Auden, Cecil Day Lewis, Louis Macneice en Stephen Spender; op de ‘New Verse’-groep onder leiding van Geoffrey Grigson; en op de vertegenwoordigers van de Nieuwste Engelse poëzie: de dichters van de ‘Apocalypse-movement’ onder leiding van Henry Treece, de ‘Neo-Surrealisten’ en niet in de laatste plaats op het werk van een unieke figuur als Dylan Thomas, die terecht als een der belangrijkste Engelse dichters van deze tijd wordt beschouwd. Vastgesteld dient te worden dat wij ons bij het samenbrengen van vertalingen van oudere - d.w.z. vòòr 20ste eeuwse - dichters niet hebben laten leiden door een streven naar volledigheid. Aard en omvang van dit nummer lieten dat niet toe; daarbij waren wij in sterke mate afhankelijk van de persoonlijke smaak der medewerkers, die bij voorkeur hun lievelingsdichters vertaalden of althans die figuren tot wie zij een zekere affiniteit bespeurden. Het best vertegenwoordigd zijn de dichters van de 19e eeuw. Wij wijzen hierbij speciaal op Swinburne's beroemde gedicht ‘The Garden of Proserpine’, voor het eerst in onze taal overgebracht door Victor E. van Vriesland. Anders is het met de ‘moderne afdeling’. Daarin vindt men nagenoeg alle belangrijke figuren vertegenwoordigd. Wij willen hier ook de aandacht vestigen op de vertalingen naar T.S. Eliot en Dylan Thomas: eveneens de | |
[pagina 226]
| |
eerste in Nederland, voor zover wij kunnen nagaan. Het komt ons onbegrijpelijk voor dat vooral het werk van de eerste in ons land nog vrijwel onbekend is, zoals trouwens ook dat van Dylan Thomas en andere jonge Engelsen. Op de groeiende betekenis van de moderne Engelse poëzie in het kader van de Europese dichtkunst kan niet vaak genoeg worden gewezen. Sedert de bevrijding overtreft haar invloed verre die van de Franse poëzie. Het was dan ook in de eerste plaats onze bedoeling door middel van dit nummer een ruimere belangstelling voor haar uitingen te wekken. Vermelden wij nog, dat het merendeel van de hier volgende gedichten speciaal voor deze aflevering van Ad Interim vertaald is.
B.V. |
|