Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] Liefde Slaaf van vlees en al z'n lusten, langer niet, dan toegestaan, heb ik, die Uw navel kuste, Uwen schedel op'-gedaan; en er vlogen witte duiven, toen ik de verlossing sprak, en in leer-groen over-huiven d'oleander openbrak; de camelia ging bloeden, en ik volg' et honingmerk tot het steeds in U vermoede mozaiek en wonderwerk. Duizend verzen, uitgelezen, aan -gewelf en schedelwand, mocht ik dichter door U wezen in een onbetreden land. Gaan, als gaan in koningsgraven, met de sleutel tot de taal, vondst van onontgonnen gaven, winst aan verzen en verhaal. Stiller naast me neer gelegen, dan ooit vlees aan stilte won, woord met woord aaneengeregen, dat uìt U voòr U begon. Uit Uw bekkeneel gestegen, witte duiven op mijn hand, bleef het wonder niet verzwegen van -gewelf en schedelwand. [pagina 214] [p. 214] Al Uw denken. Uw begeren, al Uw zachte zin voor mij, werd aandachtig psalmodiëren, David, Koning aan Uw zij. Slaaf van vlees en al z'n lusten, langer niet, dan toegestaan, ben ik, die Uw navel kuste, tot Uw tempel ingegaan. Jac. van Hattum Vorige Volgende