Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Praeludium Nooit had zij Amsterdam zo liefgehad als op de avond dat hij naast haar ging. De straatlantarens brandden en er hing een kleine maan boven de binnenstad. Zoals de wind vaart door het jonge blad doorvoer haar onverhoeds een huivering - was het een voorgevoel, een waarschuwing? Zij wilde het niet weten, zij vergat zichzelf, haar laatste weerstand ging verloren. Zij wist zich sedert zij hem had ontmoet weerloos, en eenzamer dan ooit tevoren. Maar een verwachting, angstaanjagend zoet, werd als een wonder ademloos geboren in de ontroering van hun afscheidsgroet. H. Michaelis Vorige Volgende