Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Zomer Ik lag in het met gele boterbloemen En paarse klaver geborduurde gras, Ik hoorde bijen om mijn hoofd heen zoemen Alsof 't een grote, roze bloemkelk was. De zon beschoot het land met gouden pijlen, Die trillend in de aarde bleven staan, En boven mij zag ik met volle zeilen De clippers naar de blinkende einder gaan. Waar speelgoedkoeien graasden langs de bermen Onder de gembergroene zonneschermen Die de oude olmen hadden opgestoken. En dichterbij zag ik twee bruinglazuren Paarden zò dromerig naar een vlinder turen Alsof zijn vleugeltjes naar haver roken. C. Buddingh' Vorige Volgende