Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Het dode kind Snel gelijk een stoet van fiere zwanen Roeit een schaar van mannen mij voorbij, Om zich door 't gewoel een weg te banen Naar het kerkhof aan de overzij. En als vreesde hij zijn zoon te wekken, Op zijn hoofd de kist met tulen lint, Op de tenen en met strakke trekken, Loopt voorop de vader van het kind. Haastig dobbert op zijn wieglend hoofd 't Kistje met de kinderlijke dode, En daarop, als van zijn doel beroofd, 't Knapenmutsje, mee naar 't graf ontboden; Haastig gaat hij, en geen traan die vliedt, Met de haast die liefde soms gebiedt. Bertus Aafjes Vorige Volgende