Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Wandelende geliefden Zij haast dansend, met de borst vooruit, Hij door niets dan door haar lijf bezield, Wandelen, verliefd tot op hun huid, Over 't grasveld heen dat voor hen knielt; Met de vingers in elkaar verward, Als twee slanke heesters, uit de grond Weggewandeld met een kloppend hart, Geurend uit de bloesems van hun mond. Gans ontworteld, uit de grond gereten Door omhelzingen en vuurge kussen, Die nog vlammen en nog branden tussen Hunne takken, bladren, oksels, spleten; Of misschien wel gistend en sereen Reppend naar die brand der liefde heen. Bertus Aafjes Vorige Volgende