Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Dansende duiven Zij dansen op hun vlerken, koperbruin, Omhoog en weer omlaag tegen elkander: Als in een spiegel houdt de een de ander Zijn tengre beeltnis voor binnen de tuin. De palmen en de rozen zijn bevolkt Met duiven, die zacht koeren rond hen beiden, Alsof zij met muziek hen begeleiden: Een trommelen terwijl het danspaar kolkt. En langzaam worden beider borsten rood, Zachtrood, wijnrood, onder de eerste stralen Der zon en op hun rijzen en hun dalen Opent de dag haar moederlijke schoot. Op 't grasveld klateren twee marmeren bronnen, De morgen draalt. Er is nog niets begonnen. Bertus Aafjes Vorige Volgende