Ad Interim. Jaargang 5(1948)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Mijn woorden Mijn woorden breken uit mij als rivieren, En soms als plotselinge bloesemgolven, En soms als watervallen die bedolven Onder hun schuim, dondrende zegevieren. Ik zwier in sterren uit over de nachten, En 'k zwenk over de hemel uit in vluchten, 'k Doordrenk de aether overal met mijn zuchten, 'k Doorboor de aarde met mijn wanhoopsschachten. Ik ben het woord in zijn kortstondige weelde. Ik ben de Farao, die voor zijn sterven, Al wat hij zag, reeds in zijn graf laat beelden, Opdat hij na zijn dood de wereld erve; Maar ach, de woorden die dit doel beamen, Die vallen met mijn eeuwig zwijgen samen. Bertus Aafjes Vorige Volgende