Ad Interim. Jaargang 2(1945)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 292] [p. 292] Alfred Kossmann Shakespeare: sonnet 66 Moe van dit alles smacht ik naar de dood. Zie ik het naakte beedlaarskind versmaad En schaamle ijdelheid in pronkgewaad En zuivre trouw meinedig in de nood En gouden eer aan schooiersvolk vergooid En deugd door dronken razernij verkracht En eerlijkheid verbannen en veracht En kracht door manke willekeur gekooid En kunst voor blind gezag verlamd en stom En geest door dwaze wetenschap berecht En simple waarheid uitgemaakt voor dom En dienaar goed in dienst van koning slecht, Dan ging ik gaarne, moe van alles, heen, Liet ik niet haar van wie ik houd alleen. Vorige Volgende