verschillenden aard der onderwerpen, die hij behandelde, en dat, naar den eisch des onderwerps, sommige stout, krachtig, verschrikkelijk zelfs, andere verheven, zacht en aandoenlijk geteekend zijn.
In het 3e deel vindt men eene uitvoerige bespiegeling der Eerste wereld in zeven boeken. Zij is eene dichtmatige uitbreiding der eerste hoofdstukken van Genesis, geheel in den geest der overige Bijbelberijmingen, die toen in den smaak waren. Beter zijn de 17 mengelgedichten van ernstigen aard, die in dezen bundel worden gevonden. Siegenbeek, van Kampen, d'Escury, de Vries, Witsen Geysbeek en anderen, die de geschiedenis onzer letterkunde hebben beschreven, geven hem eenparig lof. Macquet was een der eerste leden der Maats. v. Ned. Letterk. te Leyden. Hij stierf in 1798.
Hij schreef:
Verhandeling over de Bijbelsche ziekten en eenige andere gevallen, die in de Heilige Schriften voorkomen, en door de Geneeskunde ligt ontfangen. Leyden 1762. 2e dr. 8o.
Inleiding tot de Pathologie of beschouwing van het menschelijk ligchaam in den zieken staat. Utrecht 1782. 2 d. 8o.
Dichtlievende Uitspanningen in Nieuwe Bijdragen tot opbouw der Vaderl. Letterk. D. I. bl. 33-68.
Verhandeling over de voortreffelijkheid der Oude en Hedendaagsche Poëten. T.a.p.D. II. bl. 77-150.
Over het schoon in de Poëzije in Werk. v.d. Maatsch. van Ned. Letterk. te Leyden, 3e dr. Leyden 1777.
Lof der Lente, Lof des Zomers, Lof des Herfst en Lof des Winters, in vier jaarzangen. Leid. 1761. 8o.
Proeven van dichtkundige Letteroefeningen: over den smaak in de Poëzije, over den Abraham den Aartsvader van Hoogvliet; over eenige dichtstukken van Vondel, en over den IJstroom van Antonides; over den Gijsbrecht van Aemstel en Lucifer van Vondel, over Hooft als dichter en over de Elegijen. Utrecht 1780, 1783-1786. 3 d. 8o.
In de Bibl. der Maats. van Ned. Letterkunde, een ms. Dichtlievende Uitspanningen, met aanmerkingen van eenige leden der Maats., van dergelijken inhoud als in de Nieuwe Bijdragen.
Zie Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenb. D. IV. bl.| 267 volgg. Apollineum, I St. bl. 70; Siegenbeek, Gesch. d. Nederl. Letterk.; Van Kampen, Gesch. d. Lett. en Wetens.; Collot d'Escury, Holl. Roem in Kunsten en Wetens. D. IV. (2) 722, 723. De Vries, Gesch. d. Ned. Dichtk. D. III. bl. 180; Nieuwenhuis, Aanhangs. o.h. Woordenb. v. Kunst. en Wetens. o.h.w. Taal- en Dichtk. Bijdr. D. II. bl. 217; Handel. d. Maats. v. Ned. Letterk. 1799; Arrenberg, Naamreg. v. Ned. Boek. bl. 274; Boekzaal der Gel. Wereld, 1761 bl. 325, 1762, bl. 625 1779. bl. 463; Cat. d. Bibl. v. Ned. Letterk. D. I. bl. 69, 203, 262. D. II. bl. 200 Navorscher, D. III. bl. 54.