[Douwe van of Julius Dominicus Hottinga]
HOTTINGA (Douwe van of Julius Dominicus), zoon van Douwe, olderman van Bolsward, en van Luls Herema van Walta, een der hoofden van de Friesche geuzen en medeonderteekenaar van 't verbond der edelen. Te Bolsward bevelhebber zijnde, verliet hij die stad en borg zich met de vlucht, toen 's prinsen zaken aldaar door tweespalt, slecht beleid en verraad begonnen te verloopen. Hij huwde Habel Offenhusen, weduwe van Hessel Feitsma. Zijne eenige dochter Rieme huwde Bernard Assnede.
Zie J. Carolus, de rebus Billaei, Lib. II. p. 152, 153; Winsemius, Chron., B. XVII. bl. 582; Te Water, Verb der Edel., D. II. bl. 472, 473; Kok, Vad. Woordenb., i.v.; Vrije Fries, D. VIII. bl. 237.