voorzaat Matthias Wentzen, commissaris generaal van de orde der Minnebroeders, guerdiaan in het Minnebroedersklooster te Dordrecht en uitgever van het Fasciculum Myrrhae, bijgezet. Zijne kinderen waren Adriaan, Machteld, Christina, Jorijna en Maria. Zijne beeldtenis vindt men bij Velius en Brandt. Brandt vervaardigde er een bijschrift op. Onder de Poëmata van Grotius is een gedicht ter zijner eere.
Zie, behalve de kerkelijke geschiedschrijvers, Brandt, Uytenbogaert, Trigland, Baudartius, Hoogstraten, Luiscius, Kok, Nieuwenhuis, Kobus en de Rivecourt, de Levensbeschr. van Ned. Mannen en Vrouwen, D. V. bl. 65 volgg.; Brandt, Lev. van de Groot; Regtspl. van Oldenburneveld; Bijnkenshoek, Quaest jur. dubl.; H. de Groot, Verantw, der wettel. Regeer. van Holl en West-Vriesl.; Valerius Andreas, Bibl. Belg., p. 804; Foppens, Bibl. Belg. T. II. p. 1186; Sweertius, Ath. Belg., p. 622; Merc. Franç. 1618, p. 109, 465; Burigny, Vie de Grotius, T. I. p 90, 92, 115, 117, 167, 168; Resol. Stat. Cener. 8 Junij 1619; van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 1423; Grafschrift over den dood van den hoogghel. Heer Rombout Hoogerbeets, s.l. 1625, 4o.; Velius, Chron van Hoorn, bl. 351, 352, 648; Abbing, Verv. op Velius, bl. 464 volgg.; Boonzajer en Merkes, Geschiedk. herinner. betrekkelijk het Slot Loevestein; Morsel en Kneppelhout, Iets over Loevestein; Rogge, Bezoek op Loevestein in 1624; Jeannin, Négociat., T. III. p. 184, 204, 213, 219; van
Meteren, Nederl. Geschied., B. XXXII fol. 622, 623, 627; Carleton, Lettres, Mémoires et Négociat., T. II. p. 285, 297, 303, T. III. p. 10, 79, 91; Beverwijck, Citnem. d. Vrouw. gesl., B. III. bl. 184; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. IX. bl. 429, D. X. bl. 22, 48, 173, 192, 210, 319, 240, 254, 255, 260, 261, 263, 287, 293, 297, 298, 331, 342, 369, 371, 372, 377-380, 410, 414, D. XI. bl. 45; van Wijn, Verv. op Wagenaar, D. X. bl. 129, 130, achter aan bl. 3-6, D. XI. bl. 21, 22; van Kampen, Karakterk., D. II. bl. 53; M. Siegenbeek, de waarde van R.H. als mensch en christen geschetst uit de brieven van Loevestein geschreven, in Redev. en Verhand. 1836; Collot d'Escury, Holl roem in Kunst. en Wetensch.; Ypey en Dermout, Geschied. der Ned. Herv Kerk; Kist en Royaards, Kerk Archief, D. V. bl. 490, D VIII. bl. 28; Vollenhoven, Broed-Gevang., bl. 60; Vrije Fries, D. VIII. bl. 118; Scheltema, Staatk. Nederl., D. I. bl. 464 volgg.; E.A. Sandbrink, Spec. jurid. de Advoc juribus ut doctrina, bl. 68, 76; Schotel, Klooster, Kerk en Hof der Augustijnen te Dordrecht, bl 34; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. VIII. bl. 15, 46, 51, 73, 85, 103, 108. D. XI. bl. 259; Veziu's Geschied. van het straf- en doodrecht van het gelukkig eiland
Teneriffe, bl. 284-289 (vertaling door Prof. II W. Tijdeman); Chron. van het Hist. Genootsch., D. II. bl. 18, 65, D. V. bl. 44, 454, 457, D. VI bl. 31, 303, 305, 307, 408, 411, D. VIII. bl. 237-240; Navorscher, D IV. bl. 129, 130; P. Cunaei Epp., p. 6, 8, 25, 47, 48, 120; Epp. Praest. ac erud. vir. (Amst. 1684) p 391, 425; Brieven van verscheijden verm. en geleerde Mann. (Amst. 1662), bl. 276b, 368, 416, 442, 455, 462, 470b; Grotii Epp., 213, p. 74; Poëm., p. 233; Bibl. Gronov, p. 6, 32; Cat. der Hands. van J. Koning, bl. ; Cat. Bibl. Rem., bl. 11, 18; Cat. der Hands, van van Voorst, bl. 173; Catal d'une collect. remarq de Manuscrits etc., vente 1-3 Dec. 1862 à la Haye, p. 10, 22, 71; H.W. Tijdeman, in Hand, der Maatsch. van Ned. Lett., 1861, bl. 63,