[Jelmer Hinlopen]
HINLOPEN (Jelmer), zoon van Jacob Hinlopen en van Isabella Cornelia van den Burgh, predikant aan de Vuursche, te Loosduinen en te Zalt-Bommel, huwde 27 April 1778 jonkvrouwe Petronella Johanna Godin van Drakenstein, geboren te Utrecht 23 Julij 1753, en bezweek door zijn grooten ijver voor de studiën in jeugdigen leeftijd, twee zonen nalatende, Jacob geboren 1779, gehuwd met jonkvrouw Henriëtte Margaretha Wttewaall, die kinderen naliet, en Pieter Anthonij, heer van Sterkenburg, lid der Gedeputeerde Staten van Utrecht, gehuwd met jonkvrouwe Anna Maria Cornelia van Westrenen.
Hij schreef:
Dissertatio phil. de ec quod Arabes ab Aramaeis acceperunt et in suam loquendi ac scribendi rationem derivarunt, Traj. Bat. 1775, 4o
Zie Scheltema, Mengelw., D. III. St. I. bl. 187; Abbing, Vervolg op Velius, D. II. bl. 140, Bijl; Glasius, Godgel. Nederl., o.h.w. Hinlopen; Cat. der Maatsch. van Ned. Letterk., D. II. bl. 429.