was een der meest vertrouwde raden van Filips de Goede, Hertog van Bourgondië, die hem in 1429 tot ridder der toen ingestelde orde van het Gulden Vlies aanstelde, en wiens zoon, de Graaf van Charolois, later Karel de Stoute, hij ten doop hield, en onder het voltrekken dier plegtigheid, hem de ridderorde van het Gulden Vlies om den hals hing. Hij teekende in 1435 de vrede van Arras, werd in 1451 tot stadhouder over Luxemburg aangesteld, en overleed in 1475 in het zeventigste jaar zijns ouderdoms, nadat hij in 1465 naar Frankrijk gevlugt was. Hij was gehuwd eerst met Johanna van Roubais, die hem eene dochter schonk, daarna met Margaretha van lotharingen, dochter van Antonie, Graaf van Vaudemont, die hem de heerlijkheden Aarschot en Birbeek ten huwelijk aanbragt, en bij wie hij, behalve dochters, twee zonen verwekte, Filips van Croy, Graaf van Porcean, vader van Willem van Croy, Graaf van Chièvres, die volgt, en Jan van Croy, Heer van Roeulx, de stamvader der graven van dien naam, die later volgen. Het wapen van Croy-Renty is gevierendeeld; 1 en 4 gedwarsbalkt van zes stukken van zilver en keel, 2 en 3 van zilver beladen met drie bijlen (haches), 2 en 1 van keel; het helmteeken een opkomende hazewindhond van sabel met halsband van zilver, tusschen een vlugt van zilver.
Zie Pontus Heuterus, Genealogia praecipuarum familiarum; Maurice, le blason des armoiries de tous les Chavaliers de l'ordre de la toison d'or, p 17; van Loon, Beschrijv. der Nederl. Historiepenn., D. I. bl. 14, 93; van Hoogstraten, Woordenb., D. III. bl. 406, (die hem verkeerdelijk opperhofmeester van Frankrijk noemt, hetwelk zijn broeder was); van Mieris, Histor. der Nederl. Vorst, D. I. bl. 47, 63; Baron de Reiffenberg, Memoires autographes du Due Charles de Croy, Brux. et Leipzig, 1845. 8o.