Nieuws
De nieuwe titels van juli/augustus 2024
Pauls ontwaken (1974, heruitgave) van Frederik van Eeden is een indringend werk over het veel te jong overlijden van zijn zoon, de kunsthandelaar Paul van Eeden. Voetzoekers (1932) is een serie opstellen van Jan Gresshoff, en Adriaan Roland Holst schreef in 1926 een werkje Over den dichter Leopold.
In 1973 verscheen Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier, waarin Hedwig Speliers het oeuvre van Gerard van het Reve vergeleek met De groene anjelier van Oscar Wilde. Voor Wilde was de groene anjelier hét herkenningsteken van het homoseksuele milieu, en Speliers zag in het werk van Van het Reve een vergelijkbaar symbool. Ook van Speliers: De pool van de droom (1983), een verzameling essays van en over de Vlaamse auteur Johan Daisne, en Die verrekte gelijkhebber (1973), een polemische bundel over de actualiteit.
Het zeerooversjongetje (1920) is het bekendste ‘Indische’ jeugdboek van Marie van Zeggelen, een Haagse auteur die in toenmalig Nederlands-Indië woonde. Ze besteedde in haar jeugdboekjes veel aandacht aan de Boeginese bevolking op Celebes (zonder daarbij overigens de koloniale machtsverhoudingen aan de kaak te stellen). Dit boek gaat over het jongetje Bo, dat op het eiland Banggai woont, bij Celebes. Hij wordt samen met een groot aantal dorpsgenoten ontvoerd door Alfoerse zeerovers. Op voorspraak van een zendeling komt hij vrij.
Ook veel poëzie deze maand. Van Bertus Aafjes komt de verzamelbundel Gedichten (1947) uit, van Albrecht Rodenbach de verzameling Keurgedichten, en van Willem de Mérode de bundel Eenvoudige gedichten (1939). Johanna Othonia publiceerde in 1617 Poematia, een bundel Latijnse gedichten. Ook Een dichter verliefd. Brieven van Jacques Perk aan Joanna C. Blancke bevat de nodige poëzie.
Klioos kraam, vol verscheiden gedichten is een tweedelige bloemlezing van Nederlandstalige poëzie uit 1656, waarmee de noordelijke dichters zich presenteerden aan hun collega’s in het westen. Naast het voorwoord, waarin Klio haar ‘Kraam voor Nederduitsche Gedichten’ aanbiedt aan Apollo, bevat het o.a. werk van Anslo, Asselijn, Sibylle van Griethuysen, Gabbema, Oudaen, Anna en Maria Roemers, Jan Six, Vollenhoven, Vondel en Westerbaen.
Van Willem Bilderdijk verschijnt het treurspel Floris de Vijfde (editie uit 1912, oorspronkelijk 1808). Mede doordat Bilderdijk de handeling ondergeschikt maakte aan de poëzie, genoot het stuk weinig populariteit. De enige tegemoetkoming aan de lust tot spektakel van het publiek is dat Floris de Vijfde op het toneel wordt doodgestoken. Multatuli besprak het stuk in zijn Ideeën en liet er weinig van heel.
Anna van Schrieck (1642-1688) was een Antwerpse begijn, wier autobiografische werk onderdeel vormde van de vrouwelijke mystieke belijdenisliteratuur. In 1698 werden haar teksten, voorzien van een biografie, uitgegeven door twee medebegijnen in Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr. Anna van Schrieck.
Ten slotte ook nieuwe jaargangen van de Nieuwe Belgische Illustratie en De Tweede Ronde. Dat laatste tijdschrift bevat onder andere een themanummer over Friese poëzie uit 2002.
Nieuwe titels
Titel | Jaar | Auteur |
---|---|---|
1656 | Anoniem | |
1657 | Anoniem | |
1904 | Nieuwe Belgische Illustratie, De [tijdschrift] | |
2002 | Tweede Ronde, De [tijdschrift] | |
2005 | Tweede Ronde, De [tijdschrift] | |
2006 | Tweede Ronde, De [tijdschrift] | |
1947 | Bertus Aafjes | |
1912 | Willem Bilderdijk | |
1974 | Frederik van Eeden | |
1932 | Jan Greshoff | |
1939 | Willem de Mérode | |
1698 | Johanna-Maria Michielssens en Anna Rossoms | |
1617 | Johanna Othonia | |
1939 | Jacques Perk | |
1919 | Albrecht Rodenbach | |
1936 | A. Roland Holst | |
1983 | Hedwig Speliers | |
1973 | Hedwig Speliers | |
1973 | Hedwig Speliers | |
1920 | Marie C. van Zeggelen |