Nieuwsbrief
2 september 2019
Nieuws van de DBNL - september 2019
Aankondiging: romans Vestdijk op DBNL
Op 17 oktober 2019 komen twaalf romans van de schrijver-arts Simon Vestdijk online beschikbaar in de DBNL. Hiermee worden deze titels, die al sinds 2010 niet meer in de boekhandel verkrijgbaar zijn, toegankelijk voor onderwijs en onderzoek. Het gaat onder meer om de historische romans Aktaion onder de sterren (1941) en Het proces van Meester Eckhart (1969).
De erven Vestdijk waren nauw betrokken bij de selectie. Zij droegen ook eerder al bij aan de DBNL door diverse teksten van Simon Vestdijk beschikbaar te stellen voor digitalisering. Zo werden in 2007 de essaybundels De Poolse ruiter (1946) en De glanzende kiemcel (1950) opgenomen in de selectie van 1.000 sleutelteksten over de Nederlandse cultuurgeschiedenis op DBNL.
In april 2020 volgen nog zeventien romans van Vestdijk, een van de belangrijkste Nederlandse auteurs van de twintigste eeuw.
Voor uw agenda: DBNL-dag op 8 november
Op vrijdag 8 november 2019 vindt de allereerste DBNL-dag plaats bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Op deze informatieve middag krijgt u als gebruiker een kijkje achter de schermen bij DBNL, kunt u vragen stellen aan DBNL-medewerkers en samen met ons een taartje eten ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum. Meer informatie volgt.
Nieuwe titels van september
Dichteres en schrijfster Anna Fles werd in 1854 geboren en groeide op in een gezin waarin kunst en cultuur een grote rol speelden. Zo was haar moeder amateurschilderes en schreef haar zus Etha onder andere kunstkritieken voor Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift. Anna studeerde zang, schreef kinderliedjes - waarvan er enkele geplaatst werden in Kun je nog zingen, zing dan mee! - en ging aan de slag als spraak- en zanglerares. Dit leidde tot het boek Spreken en zingen, dat een van de eerste Nederlandse leerboeken over zang- en spraaktechnieken was en nu nog steeds gebruikt wordt: in 2018 verscheen de 49ste druk, in de loop der tijd wel herzien en aangevuld met nieuwe technieken. De DBNL brengt deze maand de dertiende druk online van Spreken en zingen, het werk dat Fles schreef onder het pseudoniem A.M. Eldar.
In 1875 richtte de Zuid-Afrikaanse dominee Stephanus Jacobus Du Toit de Afrikaanse Taalbeweging op met als doel de verengelsing tegen te gaan en het Afrikaans te bevorderen als (schrijf)taal. Een vertaling van de bijbel naar het Afrikaans werd hierbij als onmisbaar gezien. In 1893 verscheen Di eerste boek van Moses, genoem Génesis, het eerste bijbelboek dat vertaald werd onder leiding van Du Toit, die het boek tevens van aantekeningen voorzag. Enkele jaren later volgden Mattheus, Openbaringen en de Psalmen. De DBNL brengt de eerste druk van Genesis online.
De redactie en uitgever van Literatuur zonder Leeftijd kondigden in 2018 aan dat dit unieke tijdschrift, dat zich volledig richt op de studie van de jeugdliteratuur, zou ophouden te bestaan. Met het toevoegen van de laatste vier jaargangen zijn nu alle jaargangen van Literatuur zonder Leeftijd (1986-2018) beschikbaar op DBNL.
Verder online deze maand: onder andere Drie novellen van Virginie Loveling, De kerck der deucht waarin dichter Karel van Mander met zijn kunstenaarsvrienden in een droom op reis gaat, jaargangen van De Vlaamsche School en meer jaargangen van Onze Taal, deze keer onder andere met artikelen over dominant vergadergedrag, de taal van de snackbar en de reputatie van Lutjebroek.
De schatkamer van... Wim Daniƫls
‘DBNL is voor mij een onschatbare bron om in te grasduinen. Als ik in de DBNL een trefwoord intik, het maakt eigenlijk niet eens zo veel uit welk woord, dan komen er vrijwel altijd interessante titels naar boven.
De DBNL heeft de Nederlandse literatuur en taal toegankelijker gemaakt. Wij hadden thuis vroeger geen boeken. Voor mij was de bibliotheek dan ook een grote ontdekking en dankzij de bibliotheek ontdekte ik de rijke wereld van de literatuur. Toen er twintig jaar geleden uiteindelijk een digitale bibliotheek kwam, werd die wereld nóg makkelijker toegankelijk. Als je DBNL opent, staan daar meteen op de eerste pagina de nieuwe aanwinsten. Laatst vond ik daar bijvoorbeeld het boek Lot van wissheyd ende goed geluck van Jan David uit 1606. Dat gaat over oude spreekwoorden en zegswijzen, en daar kan ik echt van genieten.
Mijn geboortedorp is Aarle-Rixtel. Daar is in 1510 een jongen geboren, Aernout van Eyndhouts, over wie je bijzonder weinig informatie kunt vinden. Terwijl die Aernout van Eyndhouts, geboren op 720 meter afstand van waar ik geboren ben, de allergrootste bibliothecaris en manuscriptenverzamelaar geworden is in Italië in de zestiende eeuw. Hij werkte bijvoorbeeld voor Cosimo I de Medici en Diego Hurtado de Mendoza, die ambassadeur was van keizer Karel V. Terwijl ik nergens iets over hem kon vinden, biedt DBNL mij een ingang om meer over hem te weten te komen. Dat is het mooie aan DBNL.
Ik wens DBNL veel menskracht toe en veel nieuwe digitale ontwikkelingen, zodat de werken nóg sneller online kunnen komen. De Nederlandse taal en letterkunde blijken zo rijk te zijn, dat we die schatten graag zo snel mogelijk willen ontdekken. En dat kan het best via DBNL.’
Wim Daniëls is schrijver, spreker en taaladviseur. Hij schreef onder andere De taal van de fiets, Koken met taal en Houdoe, het verhaal van een Brabants woord.
Parels uit de DBNL
In 1940 schreef de katholieke recensiedienst Boekengids duidelijke taal over de toenmalige nieuwe roman van Gerard Walschap, Houtekiet (1939): ‘Het is een literair merkwaardig opus, met constructief bedoelde thesis. Herhaaldelijk ontsierd door terging, profanatie en goedkope polemiek, kan het herleid worden tot een in haar onderdeelen te weinig doorzochte, als geheel onaannemelijke beweering. […] Op grond van de christelijke zedenleer en van de natuurwet, moet dit werk voor de meeste lezers verderfelijk worden geacht’. Naast de protestantse roman Alowiekes schoon’ gedacht van Guido van Deth kreeg Houtekiet als enige roman dat jaar het stempel van ‘verboden literatuur’. Het was zeker niet Walschaps eerste roman die niet werd gesmaakt door Boekengids. Toch was de relatie tussen de katholieke kerk en Walschap niet altijd zo stroef. Als jonge kerel had Walschap zelfs het idee opgevat om toe te treden tot de kerk, maar hij besefte al snel tijdens zijn studies dat het priesterschap niets voor hem was.
Als eenentwintigste-eeuwse lezer vraag je je af wat er nu zo verderfelijk is aan Houtekiet. De roman vertelt het verhaal van Jan Houtekiet, een man die aan het begin van het verhaal het best omschreven kan worden als een primitieve natuurmens. Na een conflict met dodelijke afloop met de veldwachter, bouwt Houtekiet een hut op diens graf. Het huis is voor hem en Lien, een meisje uit een nabijgelegen dorp dat zwanger is van hem. Het is op dat stukje verwilderde heide, ook wel Deps genoemd, dat Houtekiet de eerste stenen legt voor een nieuwe samenleving. Al snel voegen zich andere vrijdenkers en buitenstaanders bij Lien en Houtekiet. Deps wordt zo een kolonie die zich ontlast van alle kerkelijke en sociale wetten. In het begin althans, want stap voor stap begint Deps te veranderen onder invloed van haar eigen inwoners. Zo brengt het personage Nard Baert economie en handel naar Deps en wordt religie onder invloed van de vrouwen het dorp binnengebracht in de vorm van de onderpastoor Apostel. De drang naar een gestructureerde maatschappij wordt Houtekiet te veel en hij verlaat Deps. De oervader van Deps beseft echter na enkele jaren dwalen dat hij heimwee heeft naar zijn dorp en keert terug. Na de dood van zijn grote liefde Iphigénie komt Houtekiet helemaal tot het besef dat er krachten zijn die de individuele mens overstijgen, maar evengoed beseft hij dat een God te klein is om die krachten te bezitten. De roman eindigt dan ook symbolisch in een kerk. Niet met Houtekiet biddend voor het altaar, maar met hem in de kerktoren, uitkijkend over de natuur rondom hem: ‘Hij zat daar niet te prevelen of kruiskens te maken. Hij keek rustig over de velden en in de lucht en hij voelde zich een met die oneindigheid waarin onvatbaar voor woorden en gedachten dat fijne raadsel zweeft waarover het sterven van Iphigenie hem aandachtig gemaakt had en dat ons allen boeien blijft in dit aardsche leven’.
De roman is duidelijk schatplichtig aan het vitalisme en Jan Houtekiet is het schoolvoorbeeld van een vitalistische held: intuïtief, actief, zelfbewust en zich afzettend tegen de maatschappij. Ook Deps wordt gebouwd op deze principes: haar inwoners leven in eenheid met de natuur, laten zich leiden door hun levensdrift en hebben zelfbeschikkingsrecht. Het dorp evolueert steeds meer naar een conformistische maatschappij doorheen het verhaal, en ook Houtekiet verandert, maar hij zal nooit zijn vitalistische vrijheid laten gaan en plaatst tot op het einde de ware kracht van het leven in de natuur. Het mag dus niet verbazen dat de katholieke kerk liever niet had dat haar volgelingen Houtekiet lazen.
Gerard Walschap, Houtekiet. Verschenen in De Gids, jaargang 103, 1939.
Foto: Collectie AMVC-Letterenhuis Antwerpen