C.C.L. Paehlig
Overige bronnen in DBNL
Titel | Auteur | Jaar |
---|---|---|
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15 | A.J. van der Aa | 1872 |
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10 | P.J. Blok en P.C. Molhuysen | 1937 |
Secundaire literatuur over C.C.L. Paehlig
Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.
Auteur | Tekst | In | Jaar |
---|---|---|---|
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Caroli Christiani Paehlig Oratio de studio Jurisprudentiae ad Civitatis rationem et praesentis temporis usum accommodando. Groningae 1806. Dat is, dat de beoefening der Regtsgeleerdheid naar den toestand des Vaderlands en de behoeften van den tegenwoordigen tijd behoore geschikt te worden. In 4to. 106 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1806 | 1806 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Redevoering van Mr. C.C. Paehlig, Prof. te Groningen, door den Schrijver verdedigd tegen de Beoordeeling van dezelve, geplaatst in den Schouwburg van in- en uitlandsche Letter- en Huishoudkunde van 1807. I. Te Groningen, bij W. Kamerling. In gr. 8vo.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810 | 1810 |