Souterliedekens
(1540)–Willem van Zuylen van Nyevelt– Auteursrechtvrij§ Den .C.L. psalm Laudate Dominum in sanctis eius. Na die wise Die bruyt en wou niet te bedde. § Loeft GodDEn Heere wilt altijt louen Ga naar margenoot+
Al in zijn heylghen goet
Int firmament hier bouen
Van zijnder crachten soet
Hem danct en prijst:
Hem eer bewijst.
Hem danct en prijst in uwen moet.
Loeft hem in zijn virtuyten Ga naar margenoot+
En in zijn groote cracht
Van binnen, en van buyten
Hem loeft in v ghedacht.
Sijn lof verbreyt
Nae zijn grootheyt
Sijn lof verbreyt dach ende nacht.
Wilt hem met trompetten prisen Ga naar margenoot+
| |
[Folio Y2r]
| |
En met basuyn gheclanck
En wilt hem lof bewisen
Al metten Souter sanck
Loeft hem seer wel
Met herpen spel
Loeft hem seer wel v leuen lanck.
Hem louen tot allen tyen Ga naar margenoot+
Wilt met tamboeren fijn,
Met danssen met melodyen,
Met snaren vrolijck zijn.
Laet louen hem
Die orghel stem
Laet louen hem met bliden schijn.
In cymbalem die wel luyden Ga naar margenoot+
Hem loeft toch altijt meer
In cymbalen die beduyden
Ghenuecht, en blischap seer,
Laet alle gheest
Hier alder meest
Laet alle gheest louen den Heer.
§ Allen den Heere Sy lof end eere. |
|