Souterliedekens
(1540)–Willem van Zuylen van Nyevelt–Den .C.xx. psalm. Leuaui oculos meos in montes. Na de wise Ma damme la regente, cest nest pas la fachon.![]() Mijn oogen wou ick stueren Ga naar margenoot+
Al tot die berghen fijn
Vandaen sal in mijn trueren
Mijn hulp en bistant zijn Ga naar margenoot+
God is die hulpe mijn
Die maecte hemel en aerde
Ick hou tallen termijn
Sijn hulp in groter waerde.
Die Heere sonder sneuen Ga naar margenoot+
Sal stieren dinen voet
Hy die is seer verheuen
Is v bewaerder goet
Dit moechdy wesen vroet
Hy slaept tot ghenen tiden Ga naar margenoot+
Die Israhel behoet.
Siet hy sal slapens miden.
Die Heer wil v bewaren Ga naar margenoot+
Die Heer ons God vaelyant
| |
[Folio T1r]
| |
V bedecsel sonder sparen
Ouer dijn rechter hant
Die son v niet en verbrant Ga naar margenoot+
Noch ooc die Maen bi nachte.
Als God met zijn bystant
V helpt doer zijn crachte
Die Heer wil v beschermen Ga naar margenoot+
Bewaren van alle quaet.
Uwer siel moet hy ontfermen
Behoeden vroech en laet.
Die Heer, waer dat ghi gaet Ga naar margenoot+
Die moet v wel gheleyden
Bewaren uwen staet
Van nv tot eewicheyden.
|
|