Ontbreekt in het eenige exemplaar der eerste uitgave, omdat het blad uitgescheurd is. Over de voorgeschiedenis van dit mooie oude kerklied vgl. Bäumker, Kathol. deutsch. Kl. II 246. Het is een hymne naar het voorbeeld van die van den hl. Ambrosius, en komt reeds in de 8ste eeuw voor ‘Christ du der leoht pist inti take’, ook in de 12de, en in de 14de bij den Monnik van Salzburg. Bäumker geeft vele bewijsplaatsen uit zangboeken tusschen 1586 en 1695 met verwante melodieën, ook moderne lezingen. A.J. Mitchell (the Gude and Godlie Ballatis, Edinburgh 1897 bl. 144 en CXV) neemt aan, dat de hymnus uit de 7de eeuw stamt, en de 7de str. een later toevoegsel is. Hij haalt Engelsche vertalingen van vóór 1546 (Coverdale) en 1621 aan. Zie ook Wackernagel I nr 121, II nr 564 (ndd), III nr 478 en 645. - Begin der 16de eeuw. Liedboek van Anna van Keulen (Bolte, Zs. f.d. Ph. XXI 138). - Midden der 16de eeuw. Liedboek van Amalia van Kleef, bl 14a (Bolte, Zs. f.d. Ph. XXII 397 vv. vgl. ibid. XXI 138 nr 65). - Vl. bl. z. pl. en j. Zwei schöne Geistliche lieder Das erst Christe der du bist der helle tag. Vaticaan (Stevenson Inv. nr 2870 s s). - 1648 werd het te Brussel op de klokken gespeeld (v.d. Straeten V 19) en 1694 te Alkmaar (Tijdschr. v. Ndl. Muz. Gesch. V 280).
Christe, qui lux es et dies,
Lucifer, lucem praeferens,
Defende nos in hac nocte,
Nec hostis nos subripiat,
Nec caro illi consentiat,
Cor semper ad te vigilat;
Famulos, qui te diligunt.
Quos sanguine mercatus es.
Praesta, pater omnipotens,
Per Iesum Christum Dominum,
Regnat cum sancto spiritu.
Clemens Blume, Die Hymnen des
5-11 Jh, Leipzig, 1908, bl. 21.
Hymnus ad completorium, komt reeds in hss der 9de eeuw voor.