1539 † Dev. prof. ‘Aenhoort doch mijn gheclagh, ghi hertekens vervult met minnen’ bl. 107. De drie verschillende geestelijke omwerkingen van het lied (ibid. nr. 82, 83, 85) geven getuigenis van zijn populariteit; de toegevoegde melodie is een vereenvoudidge variant van de onze. - Voor 1542 Kamper Lb. C iii. - 1569 † Veelderh. bl. 305. - 1575 † Coornhert. - 1577 † Hofken der gstl. L. CXX. - 1589 Amst. Lb. bl. 3. - 1617 * Prieel der gstl. melodie bl. 140. - 1626 Amst. Pegasus bl. 45. - Begin 17de eeuw Land, *Thysius bl. 32 ‘Aenhoort mijn geclagh, o bloeyende jeucht’ doet eenigzins aan onze melodie denken.