27.
Ick quam ghereden in een dal.
(Ps. LXIII)
Ga naar voetnoot*
Ick quam ghe - re - den in een dal
daer ont - moe - te mi een meys - ken smal,
daer ont-moe-te mi een meys - - - - ken smal.
Tekst: - Tweede regel uit 2, het verdere ontbreekt.
Vgl. Bols blz. 208 ‘Ik kwam laatst door den boogaard gegaan’ waarvan de melodie verwantschap met de onze aantoont, herhaalt op dezelfde wijze; zijn lied is van den nachtegaal als bode. Of misschien is bedoeld het lied ‘Vom verschlafenen Jäger’ Uhland 104 ‘It wolde gut jeger jagen - wat bejegende em up der heide? ein megtlein in witten kleidern.’