6.
Het soude een meysken gaen om wijn.
(Ps. XCII)
Es sout ein Meis-kin ha - - - - len wijn
Sna - vens al so spa - - - - - - - - - - - - - de
Si hat ein so wit hembt - - - de - kin an
Dar duer sach ich die lust - - e - - - li - ke mane.
Si sach al hier, si sach al daer,
Si meind si waer alleine;
Si hat ein so swart plaetskin stan
Al thuischen huer snee witte beinen.
GEORG FORSTER, FRISCHE TEUTSCHE LIEDLEIN. II. NO. 1, 1540.
Het is het oude bekende lied van de winterrozen, dat dikwijls ook begint ‘Es wolt ein meydlein wasser holen’; alleen schijnt de zon in plaats van de maan door het hemd, zie Uhland no. 113, Erk-Böhme I 418 - Dülkener Fiedler bl. 14 - Böhme Ad. Lb. 147. Erk-Böhme wijst op oude Duitsche lezingen van 1534, 1535, 1547 en 1582 en moderne nakomelingschap aan den Nederrijn, Westfalen, Brandenburg, Pommeren, Silezie, Saksen, Thüringen, Hessen, Oostenrijk. Vgl. ook 68 Lieder Berg u. Neuber 37 (Goedeke Gr. II).
In Nederland hebben wij ‘Tsouw een meysken gaen om wijn’ Land Thysius blz. 50., P.v.d. Aelst 1602 no. 145 ‘es wollt ein Mägdlein Wasser holen (Wm. Jb. II). Een quodlibet in een Londensch Hs. begin XVI eeuw bevat onzen eersten regel (Wolf Driestemmige Lieder no. 1). † Schriftver. L. 1593 (zie Wackernagel Ned. Ref. 45) * ‘Wat sou een meyssie uyt water halen gaen’ Boerenlieties na 1706 no. 378 schijnt mij met onze melodie verwant.
Een later lied van het meisje en den hazelaar begint ook zoo:
Daer zou een meysje gaen halen wijn
Het was 's avonds maer alle soo late,
Zij quam al voor een Hazelaers Boom
En daer bleef zy wat tegen staen praten.
zie Kalff blz. 350 naar een volksboekje der 18de eeuw en mondeling uit Brugge naar Looten en Feys.