Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
Aan Benjamin Constant, eind september 1793Donderdag, 7 uur 's morgens. De aandoening die ik gisteravond ondervond toen ik de heer de Ch. hoorde spreken over iemand van wie ik niet kan uitstaan dat erover gesproken wordt, vooral met hem, heeft mij de hele nacht wakker gehouden, op enkele momenten na van onaangename en belachelijke dromen; ik heb bij voorbeeld xx gezien die met bolle wangen en dik als een Hollandse burgemeester, zijn jas niet meer kon dichtknopen.Ga naar eind52. Als je 5 of 6 uur in bed doorbrengt zonder te kunnen slapen, denk je aan veel dingen en heb je de tijd om je heel precies van elk ding rekenschap te geven... Ik heb mij herinnerd dat je de laats te dagen op de grond ging zitten bij Ninette en het is een vorm van geflirt van je. Ik overwoog ook dat ik nog nooit door je overladen ben met zoveel zachte en lieflijke dingen... Je wordt werkelijk een sociaal wezen, even liefdevol als beminnelijk. [...] |
|