Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
Aan Benjamin Constant, 6 april 1793Ik vlei mij wel met de gedachte dat je hier grotendeels je zorgen zult vergeten. Wat bestaat er een verscheidenheid in het ongeluk. Alleen HymenGa naar eind48. heeft de handen al vol met zoveel soorten doornen, dat ze niet te tellen zijn, en hoezeer hij ze ook links en rechts verspreidt, er blijven er nog altijd over die niemand verwacht had. Maar toch, wie zich de doornen van het celibaat herinnert of de wonden voorziet die overblijven uit alle mogelijke verscheurdheden of gedwongen scheidingen, legt er zich soms met meer geduld bij neer dan jij hebt kunnen doen. Ik neem je niets kwalijk, niet alleen omdat het blijkbaar al gebeurd is, maar vooral ook omdat er wellicht niets in je te laken valt. Het weer is zo mooi dat ik wilde dat je al op reis was. Misschien zie je hier een uitwijkelingGa naar eind49. van jouw leeftijd die werkelijk aardig is. Het is de eerste die ik meemaak die gezonde, open en gematigde ideeën heeft over de toestand. Bovendien is hij als zeeman bijna overal geweest. Hij is intelligent en ontwikkeld; ten slotte is hij nauwelijks Fransman en nog minder aristocraat. Hij heeft zich overigens althans voor het ogenblik, in Neuchâtel gevestigd, zodat je niet bang hoeft te zijn dat je hem vaak ziet... |