vraag, dat is mijn schuld niet en ik ben erg blij dat je komt, maar volg goed mijn instructies op. Ik heb de weduwe gevraagd je te ontvangen, ik heb er haar om gesmeekt en ze zal het doen. Donderdagochtend. Je zult van haar misschien horen of ik in de stad ben of niet. Je gaat maar eens op de kermis kijken en als je me daar aantreft met mijn moeder, des te beter; als we 's avonds naar de opera gaan, nog beter. We zullen hardop praten, zonder de minste geheimzinnigheid, en men zal er aan gewoon raken je te zien.
Als wij die dag niet in de stad mochten zijn, zend dan je kaartje naar mijn vader die zeker thuis zal zijn, zeg dat jij en de heer de Bellegarde ons pas na het middageten in Zuylen zullen komen bezoeken en kom dan inderdaad, voel een beetje de toon van het huis aan, en probeer je die eigen te maken; ik zal zitten werken, ik zal wat over mijn werk praten, en jij ook, heel eenvoudig en verder vertel je wat nieuwtjes aan mijn lieve moeder, je redeneert een beetje met mijn lieve vader, en verder alles wat je maar wilt. Je zegt maar dat je je vriend bent komen vergezellen, dat je naar de kermis gaat en dat je ons wilde bezoeken en je vraagt wat we de volgende dag doen, alsof het vanzelfsprekend was dat je ons iedere dag een bezoek kwam brengen.
Vaarwel, de bel gaat voor het avondeten, ik kom gauw terug. Je moet weten dat de weduwe mij pas vandaag je brief heeft kunnen overhandigen.
Weet je dat het buitenverblijf van mijn oom in dit dorp ligt? Je doet maar alsof je een oude vertrouwde vriend bent, je vraagt hem voor vrijdag bij voorbeeld te eten. Helaas kan ik je niet beloven dat wij, jij en ik, ons op ons gemak zullen voelen, dat we wat alleen kunnen gaan wandelen, wat zachtjes zullen kunnen praten; integendeel, ik eis zelfs dat je het niet probeert. Als je me iets te vertellen hebt, schrijf me dan en geef je briefje aan mevrouw Geelwinck; ik zal langs dezelfde weg antwoorden. Op die manier kan ik je laten weten of je je verblijf zonder moeilijkheden voor mij kunt verlengen, dan wel of je me een dienst bewijst door na een paar dagen maar weer weg te gaan. [...]