Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
19 juniGisteren vergat ik je te bedanken voor je brief, hoewel deze dank mij allereerste woord had moeten zijn. Je brief, zoals je nu ziet, was eigenlijk niet nodig geweest, maar het motief ertoe is jou waardig, dat wil zeggen, het werd ingegeven door de meest volmaakte en edele oprechtheid. Om je niet te kort te doen, wil ik je niet langer laten wachten op dit antwoord, dat je gemoed volkomen gerust moet stellen. Ik zal het naar Bentinck sturen, zodat je het spoedig ontvangt. Ik zal je gedurende enige tijd niet meer schrijven, clandestiene brieven houden me te lang wakker. Ik kijk uit naar je richtlijnen om mij te genezen van deze libertijnse gewoonte. Maar jij moet me overdag alles schrijven wat in je hoofd opkomt; gedachten geboren in Engeland en geboren in Frankrijk zal ik allemaal begrijpen, want het zijn allemaal medeburgers van de mijne, die van ieder land zijn. Sluit wat je schrijft eerst in een envelop met mijn adres erop en doe die dan in een andere omslag waar mijn naam niet op mag staan, gericht Aan de heer Spruyt, Boekverkoper in de Koorstraat, Utrecht. Veroorloof je geen onvoorzichtigheden, in die zin is mijn gemoedsrust in jouw handen. Vergeet niet vanuit Berlijn naar mijn vader te schrijven. Hij is op je gesteld en zal die attentie waarderen. Nogmaals, schrijf lange brieven maar niet te vaak. Schrijf mij je mening over al het interessants dat je tegenkomt. Ik durf te zeggen dat je beschouwingen aan nie- | |
[pagina 37]
| |
mand beter gericht kunnen worden, en ook je confidenties nergens beter kunnen worden toevertrouwd: op het gebied van de eerlijkheid heeft mijn grillig hoofd nooit een moment gewankeld. Tot ziens. Zolang ik een hoofd en een hart heb, blijf ik je toegenegen vriendin. p.s. Stuur een dankwoordje aan d'HermenchesGa naar eind7.. Hij beklaagt er zich over dat hij geen teken van leven meer van je heeft ontvangen. Maar laat niet merken dat ik het je gevraagd heb. Je hebt groot gelijk dat ik niets waard zou zijn als je vrouw. Daar zijn we het helemaal over eens. Ik heb geen talent voor ondergeschikte. p.p.s. Waarom zei je eergisteren, dat je je rol als mentor betreurde? In mijn ogen was dat een grote verdienste van je. In een oogwenk ontdekte ik je begrip, je goedheid en de waarde van je vriendschap voor mij, en dat heeft mij een gevoel van grote vriendschap bezorgd voor jou. Misschien heb je het gevoel dat je moeite tevergeefs is, maar ze is niet helemaal verloren. Juist als een argument er niet in slaagt het hart te raken of het verstand te overtuigen, leeft het ten slotte in de herinnering. Het kan iemand er op een dag in de toekomst nog eens toe brengen anders te gaan denken. Op een keer, als je aarzelt over een besluit, kan het argument in de weegschaal worden gegooid en die naar de betere kant doen doorslaan. [...] |
|