| |
| |
| |
Pieter Waterdrinker
door Ralf Grüttemeier
1. Biografie
Pieter Arie Johannes van der Sloot werd op 17 oktober 1961 in Haarlem geboren als tweede van drie zoons in het hoteliersgezin van Willem van der Sloot en Alida Waterdrinker. Hij groeide op in Zandvoort, waar het hotel van zijn ouders stond, en bezocht in Haarlem het Eerste Christelijke Lyceum, waar hij in 1980 eindexamen deed. Aan de Universiteit van Amsterdam begon hij aan studies Frans en Russisch - die hij niet afmaakte - en vervolgens aan een rechtenstudie die hij in 1986 als meester in de rechten afsloot. Daarna vertrok hij voor twee jaar naar Spanje, waar hij onder andere als reisleider en animator op de Canarische Eilanden werkte. Sinds eind jaren tachtig reisde hij regelmatig naar de voormalige Sovjet-Unie, onder andere als zakenman, en vanaf 1991 was hij, wonend in Moskou, verbonden aan De Telegraaf. Sinds 1996 is hij voor dezelfde krant correspondent in Moskou, van waaruit hij ook voor Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer en de VPRO werkt.
Onder de schrijversnaam Pieter Waterdrinker debuteerde hij in 1998 met de roman Danslessen. Behalve romans schrijft Waterdrinker korte verhalen, reportages en essays, waarvan hij enkele in Hollands Maandblad en De Tweede Ronde heeft gepubliceerd. Hij werd genomineerd voor de Gerard Walschapprijs en de Bob den Uylprijs. Vertalingen van zijn werk verschenen in het Russisch, Duits en Engels. Waterdrinker woont in Moskou en Sint-Petersburg, samen met zijn partner Julia Klotchkova.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Kunstopvatting
Het oeuvre van Pieter Waterdrinker kan worden gekarakteriseerd als een variant van het realisme. Zijn boeken schetsen een eigentijdse werkelijkheid waarin de aandacht vooral uitgaat naar het Holland van de tweede helft van de twintigste eeuw en het eigentijdse Rusland. Daarbij gaat het hem niet louter om de beschrijvingen, maar om het - soms hilarische, soms melancholische - typeren van mensen met literaire middelen. Keer op keer probeert Waterdrinker de weergegeven werkelijkheid naar een algemener plan te tillen, waarbij hij opvallend gedetailleerd te werk gaat.
Zo is de plaats van handeling van Waterdrinkers debuut Danslessen (1998) en van zijn vierde roman, Duitse bruiloft (2005), een hotel in Zandvoort. Ook al duikt de plaatsnaam in de romans nergens op, toch kan daar bij de lezer geen misverstand over ontstaan, gezien de ligging aan zee, de bouwwerken (bijvoorbeeld een station en een racecircuit) en een aantal historische verwijzingen (bijvoorbeeld bezoeken van keizerin Sissy, verwijzingen naar de schrijver L.H. Wiener). Ook de tijd van handeling is bij Waterdrinker over het algemeen scherp af te bakenen: Danslessen verhaalt gebeurtenissen tussen 28 september 1968 en de eerste zaterdag in april 1969, terwijl Duitse bruiloft voornamelijk een periode van 11 tot 17 mei eind jaren vijftig beslaat.
De andere locatie in Waterdrinkers oeuvre is het eigentijdse Rusland, meer in het bijzonder Sint-Petersburg en Moskou. Zo vertelt Liebmans ring (2001) over de drie maanden durende dwalingen van Johannes Liebman door het in een chaotische crisis verkerende Sint-Petersburg. Hij is op zoek naar zijn trouwring, die hem werd ontstolen bij het bezoek aan een op zijn overleden vrouw lijkende prostituee - een queeste zonder succes die eindigt met Liebmans sprong in de Neva op 20 november 1998. Een Hollandse romance (2003) begint ergens in juni 2002, nadat Joost Schlingemann in Moskou is achtergelaten door zijn vrouw Suzette, die samen met hun vierjarige zoon Max naar Nederland is teruggekeerd. De lezer kijkt door de zoekende ogen van Joost - die zijn baan in de reclame opzegt - naar de wereld van zeer en minder succesvolle buitenlanders en
| |
| |
Russen in Moskou en omstreken, en niet in de laatste plaats naar een drietal vrouwen die in het leven van Joost aanspoelen. De roman eindigt op 2 december 2002, vlak voor ‘halftwaalf - halftien Nederlandse tijd’, wanneer Joost op het punt staat per zeppelin vanuit Moskou naar Nederland terug te keren.
De banden van de romans met de werkelijkheid zijn ook op andere terreinen zeer expliciet en gedetailleerd, bijvoorbeeld in sleutelromanachtige passages of in verwijzingen naar recente politieke gebeurtenissen. Hier zou men in Een Hollandse romance de moord op Pim Fortuyn kunnen noemen - bij Waterdrinker steevast als ‘de Kale Dandy’ aangeduid - of de gijzeling van 850 Moskouse toneelbezoekers door een groep gewapende Tsjetsjenen op 23 oktober 2002.
| |
Visie op de wereld
Desondanks gaat het hem, als gezegd, in zijn boeken niet om een literaire documentatie van de historische werkelijkheid - daarvoor is alleen al zijn datering niet altijd even consequent en nauwkeurig. Hij gebruikt de aangehaalde werkelijkheidssuggestie veeleer om in zijn romans zijn visie op de mens in het algemeen en de moderne mens in het bijzonder over te brengen. De gedetailleerde verankering van zijn personages in de historische werkelijkheid vormt daarbij een soort tegenwicht in verband met de generaliseringen die zijn boeken uitdragen.
Die mensvisie is op het eerste gezicht nogal somber, als men op uitingen in een van zijn schaarse interviews - in dit geval met Lies Schut in 2005 - mag afgaan: ‘Zoals er een wet is van behoud van energie geloof ik dat er een wet is van het behoud van het kwade (...(. De mens kan kennelijk niet zonder, alleen de verschijningsvorm, het masker, verschilt.’ Het kwade is in zijn romans dan ook overal aanwezig en de handelingen van de meeste personages worden bepaald door hebzucht, egoïsme en seksualiteit. In Een Hollandse romance is de bovenbuurman van Joost, Michail Abramovitsj Pobatski, van mening: ‘Copuleren, roddelen over de medemens en consumeren - meer zat er feitelijk niet in de ondermaanse hoofden.’ De romans van Waterdrinker vertellen dan ook vaak over soms hilarische pogingen van de personages om de genoemde driften te verbergen en ze toch te bevredigen - het eerste mislukt daarbij
| |
| |
nog vaker dan het laatste. Felix, de gestudeerde van de drie Bagman-zonen in Duitse bruiloft, vraagt zich in dat verband af: ‘Vogels vertoonden baltsgedrag; apen sloegen elkaar vaak tot bloedens toe met takken op de kop om een wijfje te krijgen. Maar de menselijke komedie die iedere dag weer werd opgevoerd om elkaar in bed te krijgen, was dat niet een regelrechte ontsporing van de biologie?’
| |
Thematiek
In het werk van Waterdrinker gaat het om de wisselwerking tussen de drift en het maskeren ervan, tussen het verlangen en het verbergen van verlangens, en de kern van zijn romans kan gezocht worden in de traditionele tegenstelling tussen schijn en wezen. Daarbij gaat het hem vooral om het ontmaskeren van de schijn. Dat leidt tot een veelheid aan motieven tussen de polen niet-weten, vergissing, misleiding, leugen en bedrog.
Anders dan bij de door hem bewonderde W.F. Hermans bestaat er in de romanwereld van Waterdrinker echter geen twijfel over wie liegt en wie zich vergist. Dat bleek reeds in zijn debuut Danslessen waar opeens meneer en mevrouw Lulovski, begeleid door hun twaalfjarig dochtertje Françoise, in het rustige winterseizoen de grote zaal huren van het verder bijna lege hotel in de badplaats om daar danscursussen te geven. Meneer Lulovski blijkt na een tijdje Vandenleulkerke te heten en bovendien niet de vader van Françoise te zijn. Mevrouw Lulovski is dan wel de moeder, maar niet getrouwd met Vandenleulkerke - zij heet eigenlijke Lejeune. En wat voor Boeb en Françoise op een dansconcours lijkt, blijkt uiteindelijk onderdeel uit te maken van opnames voor een kinderpornofilm.
| |
Techniek
Deze ontrafeling van de schijn voltrekt zich in Danslessen in kleine stappen. De ik-verteller vertelt weliswaar ruimschoots ná de gebeurtenissen vanuit het standpunt van een volwassene, maar de lezer kijkt bijna overal door de ogen van de elfjarige Boeb als belevend ik. Daardoor wordt voor de lezer reeds in de aanloop naar het dansconcours duidelijk dat hier iets niet in de haak is. Françoise is iets te vaak ziek en zegt rare dingen tegen Boeb - en Boeb krijgt wederom bij Françoise thuis een vreemde man aan de lijn die aan mevrouw Lulovski vraagt ‘Had jij voor vanmiddag soms een jongetje besteld?’. Maar voor de elfjarige Boeb en de andere personages in de romanwereld wordt pas
| |
| |
helemaal op het einde van de verhaalde gebeurtenissen duidelijk wat er echt aan de hand is.
| |
Ontwikkeling
De omgang met het motief van schijn-en-wezen verandert echter geleidelijk aan in het werk van Waterdrinker. In Danslessen wordt deze tegenstelling nog behoedzaam ontvouwd en krijgt nadrukkelijk een psychologische dimensie mee: de aandacht voor de ontwikkeling van een jongen op de rand van de puberteit. Daarentegen werken de latere, in de wereld van de volwassenen spelende romans met feller aangezette contrasten. Zo is reeds op de eerste bladzijden van Duitse bruiloft voor de lezer duidelijk dat de aanstaande Duitse bruid Liza Bender haar prille zwangerschap slechts veinst. Maar de andere personages weten daar niets van en geloven allemaal de bruid. De bruid maakt zich dan ook grote zorgen wanneer zij enkele dagen voor het huwelijk ongesteld wordt. Wat Liza echter niet, maar de lezer wel weet, is dat ook Ludo er alle belang bij heeft om seks te vermijden. Hij moet zich namelijk vlak voor zijn trouwdag met syfilis bij de dokter melden en dient zich op diens advies ‘de komende tijd van iedere seksuele omgang’ te onthouden. De klemtoon op de felle klucht is ook elders evident - zo blijkt gaandeweg dat Ludo en Liza hadden afgesproken om een half jaar na hun huwelijk de ouders van Liza te vermoorden. Daarna zouden ze de worstfabriek verkopen en met het geld vertrekken, allemaal overigens ‘op een wijze die nog niet helemaal tot in de finesses was uitgedacht’.
Een vergelijkbare voorkeur voor de klucht en het groteske spreekt uit Een Hollandse romance. In deze roman raakt de Nederlandse multimiljonair Berend Braverman op zijn vijftigste onder indruk van de lectuur van ‘de goddelijke en geniale Ljev Nikolajevitsj Tolstoj’ - te weten de Tolstoj van Mijn biechten niet de romancier. Braverman wil vervolgens radicaal breken met zijn ‘hypocriete’ bestaan en afstand doen van al zijn bezit. Hij wil nu een leven van waarheid, soberheid en geloofwaardigheid leiden. Tegen deze achtergrond vat hij het plan op met een speciaal voor hem te bouwen zeppelin van Moskou naar Nederland te vliegen en boven het centrum van Amsterdam 50.000 exemplaren van de Nederlandse vertaling van Mijn biecht naar beneden te werpen, waarbij ook Joost Schlingemann aan boord
| |
| |
zou zijn - en hij brengt het plan nog bijna ten uitvoer, ook.
Dit soort zwaar aangezette komische taferelen lijken in het werk van Waterdrinker in toenemende mate de boventoon te voeren, maar ze zijn ook al in zijn debuut aan te wijzen. Zo wordt in Danslessen (pp. 92-96) op gezag van de burgemeester Van der Heijden over afbraak of behoud van het oude postkantoor beslist door een wedstrijdje schaatsen tussen twee wethouders. In dat verband komt in het gesprek tussen twee buitenstaanders die het allemaal te gek voor woorden vinden, de zin voor: ‘Maar ja, wat wil je ook, met zo'n joodje aan het hoofd.’ Deze zin kwam Waterdrinker op een klacht wegens belediging van de burgemeester en discriminatie van de joodse bevolkingsgroep te staan, vooral omdat de echte burgemeester van Zandvoort op het moment van verschijnen van de roman ook Van der Heijden heette en joods was. Dit proces ging via het Hof van Amsterdam tot aan de Hoge Raad en eindigde met de bevestiging van de vrijspraak van Waterdrinker. De Hoge Raad interpreteerde de schaatswedstrijd als een ‘hilarische en onmiskenbaar niet aan de werkelijkheid ontleende scène’, en omdat er ook verder in de roman niets op zou wijzen dat aan de uitspraak een beledigend karakter zou toekomen, ging Waterdrinker vrijuit.
| |
Verwantschap
Waterdrinker plaatst zichzelf in het poëticale kader van de grote Russische realistische vertellers. Hun vragen zijn, althans voor een deel, zijn vragen. In de formulering van Waterdrinker, in een interview uit 2003: ‘In de klassieke Russische literatuur zitten altijd drie vragen verpakt: hoe moet je leven, wat moet je doen, wie is er schuldig?’ De namen die Waterdrinker dan ook - niet alleen in zijn romans - steeds weer naar voren schuift zijn die van Toergenjev, Tsjechov en Tolstoj. Zo geeft hij bijvoorbeeld aan Een Hollandse romance een motto van Tolstoj uit Mijn biecht (1881) mee: ‘En gelijk alle gekken noemde ik iedereen krankzinnig, behalve mijzelf.’
Ook in zijn essay ‘Anna Karenina en La Perla’ uit Montagne Rasse (2007) fungeert Tolstoj als bril op het moderne Rusland: ‘Eigenlijk, dacht ik, terwijl het silhouet van Toela aan mijn coupé voorbijschoof, was er sinds Tolstoj nauwelijks iets nieuws onder de Russische zon.’ De aanleiding voor deze gedachte is de constatering dat grote delen van de bevolking ook na een eeuw
| |
| |
socialisme nog steeds bijzonder arm zijn, en andere bijzonder rijk. De titel Montagne Russe verwijst juist naar deze gelijktijdigheid van enorme verschillen: ‘Rusland is een golvende carrousel, een “Montagne Russe” van de tijd: van de neonzuilen in Moskou via factorijen uit het tijdperk van Dickens naar het diepdonkere platteland van vóór de Verlichting, is in het schuitje maar een flits.’ Dat hele spectrum aan ‘Ruslanden’ komt in Waterdrinkers reportages in Kaviaar en ander leed en Montagne Russe aan de orde. Net als in Waterdrinkers fictie gaat ook in deze opgetekende belevenissen de aandacht sterk uit naar corruptie, criminaliteit, krankzinnigheid en prostitutie.
| |
Thematiek / Visie op de wereld
Maar vooral uit zijn fictie blijkt dat Waterdrinker liefde en menselijkheid als tegenkrachten tegen egoïsme en hebzucht beschouwt. Zo komen in zijn romans nogal wat perfecte, haast geïdealiseerde liefdesrelaties voor. In Een Hollandse romance en Duitse bruiloft zijn dat de ouders van de protagonist, in het ene geval Benno en Lydia Schlingemann en in het andere Jacob en Maria Bagman. Maar ook individuen kunnen bij wijze van spreken liefde en menselijkheid belichamen. In Liebmans ring zou men dat over de Russische Ira kunnen zeggen die zich over Liebman ontfermt en in Danslessen over de grootvader van Boeb, Arie Waterman. Vooral de bejaardendag die hij ieder jaar op de eerste zaterdag in april in het hotel organiseert, wordt door iedereen ‘fantastisch’ gevonden: ‘aan de meeste bejaarden was duidelijk te zien dat ze het hele jaar naar deze dag hadden toegeleefd’.
Behalve voor menselijkheid staat Arie Waterman echter ook nog voor iets anders: de noodzaak om zich te blijven herinneren, als constituerend onderdeel van die menselijkheid. Daardoor krijgt Waterdrinkers manier van schrijven die, zoals gezegd, nadrukkelijk verbanden legt met concrete gebeurtenissen en plaatsen, een verdere dimensie. Deze dimensie wordt in de volgende dialoog tussen Boeb en zijn opa op een manier verwoord die als motto boven het hele oeuvre van Waterdrinker zou kunnen worden geplaatst:
Mijn grootvaders wangen gloeiden. Hij hanteerde de versnellingspook alsof het een instrument voor krachttraining was.
| |
| |
‘Vertel eens, Boeb, wat was daar vroeger?’ vroeg hij ineens. Hij wees naar een gebouw van grijze baksteen waarop drie Hollandse vlaggen lusteloos langs hun stok hingen. ‘Hotel Groot Badhuis,’ zei ik, zo hard als ik kon. ‘En daar?’ vroeg hij, gebarend naar de andere kant van de weg. ‘De oude watertoren.’ ‘En wie hebben dat allemaal gesloopt?’ ‘De Duitsers.’ ‘Maar wat moeten we?’ ‘Verzoenen,’ dreunde ik mijn lesje op.
De grote betekenis van herinnering in het werk van Waterdrinker blijkt ook uit de vraag van de ik-verteller in Danslessen als die, in een van de weinige uitspraken waarin hij iets over zichzelf prijsgeeft, ‘leven’ rechtstreeks aan ‘herinnering’ koppelt: ‘Wat is het nut van het leven, wat het nut van de herinnering?’ En het antwoord dat de roman als geheel daarop geeft zou kunnen luiden: je het verleden blijven herinneren om daaruit de kracht tot schuldbesef en verzoening te halen.
| |
Kritiek
Reeds in de allereerste recensie van een werk van Waterdrinker beklemtoonde Bart Vervaeck (1998) de speciale mengeling van fantasie en werkelijkheid die Waterdrinker in een ‘mild realistische stijl’ presenteert: ‘Zoals het verhaal van Boeb overgang in ondergang omzet, zo tovert het ook de werkelijkheid om tot fantasie.’ Deze visie op Waterdrinker is in het grootste gedeelte van de literatuurkritiek aan te treffen, waarbij de klemtoon in deze mengeling echter nogal verschilt. Voor Karel Osstyn (2006) bijvoorbeeld is dit ‘spel met de fictie’ wat hij noemt een ‘hardcore van de ziel’. Bedoeld wordt daarmee een niets verhullende kijk op de drijfveren van de mens en een kritiek op het burgerlijke: ‘Waterdrinkers stijl mag dan al klassiek-realistisch zijn, hij becommentarieert zonder een blad voor de mond te nemen de huidige menselijke conditie.’
| |
Publieke belangsteling
De aandacht voor het werk van Waterdrinker lijkt groeiend - Montagne Rasse en Een Hollandse romance kregen als Rainbowpocket in 2009 een tweede druk. Dezelfde groeiende aandacht is ook in de recensies te herkennen: terwijl er over Danslessen - afgezien van aandacht in verband met het proces - maar een enkele recensie verscheen, werden alle boeken sinds Waterdrinkers tweede roman Liebmans ring - onder andere - zowel in de Volkskrant als in NRC Handelsblad besproken.
| |
| |
| |
Kritiek / Stijl
Ook het meer gedetailleerde beeld dat uit de literatuurkritiek naar voren komt, vertoont nogal homogene trekken. Dat betreft onder andere kritische opmerkingen over Waterdrinkers stijl. Zo spreekt Henk van Renssen (2000) naar aanleiding van Kaviaar en ander leed van ‘overdreven en clichématig taalgebruik’ en heeft Elsbeth Etty (2003) het in verband met Een Hollandse romance over een ‘kreupele stijl en een beeldspraak van likmevestje’. Met betrekking tot Duitse bruiloft constateert Arjan Peters (2005) zuinig ‘dat de formulering niet uitblinkt door precisie’ en spreekt Pieter Steinz (2005) van een ‘onevenwichtige stijl: onbeholpen zinnen en uitleggerige gedachtestromen worden afgewisseld met snelle dialogen en knappe beschrijvingen’.
| |
Kritiek
Maar ook over de sterke punten van Waterdrinkers schrijverschap is men het in grote mate eens. Zo wordt hij beschouwd als iemand die ‘excelleert (...) als absurdistisch, fantasierijk verteller’ (Etty 2003). Arjan Peters (2005) spreekt van een ‘rasverteller’ en Sonja de Jong (2007) van een ‘rasschrijver’ - een karakterisering die overigens reeds op de flaptekst van Danslessen kon worden aangetroffen en ook de toon heeft gezet voor de Duitse receptie van Die Hochzeit von Zandvoort - de vertaling van Duitse bruiloft.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Pieter Waterdrinker, Danslessen. Amsterdam 1998, De Arbeiderspers, R. |
Pieter Waterdrinker, Kaviaar en ander leed. Notities uit Rusland. 's-Gravenhage 2000, BZZTôH, VB. |
Pieter Waterdrinker, Liebmans ring. Amsterdam 2001, De Arbeiderspers, R. |
Pieter Waterdrinker, Een Hollandse romance. Amsterdam 2003, De Arbeiderspers, R. (2e druk: Amsterdam 2009, Muntinga, Rainbowpockets 962) |
Pieter Waterdrinker, Duitse bruiloft. Amsterdam 2005, De Arbeiderspers, R. |
Pieter Waterdrinker, Montagne Russe. Belevenissen en verhalen. Amsterdam 2007, De Arbeiderspers, VB. (2e druk: 2009, Muntinga, Rainbowpockets 941) |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Bart Vervaeck, Ananas en schorseneren. In: De Morgen, 31-7-1998. (over Danslessen) |
Henk van Renssen, Rusland blijft bizar. In: de Volkskrant, 7-7-2000. (over Kaviaar en ander leed) |
Bastiaan Bommeljé, De zaak W. Een justitieel en literair schandaal in Nederland. In: Hollands Maandblad, jrg. 43, nr. 5 [= 642], mei 2001, pp. 3-12. (over Danslessen) |
Joost Zwagerman, Naar de rechter! In: Joost Zwagerman, Landschap met klein vuil. Amsterdam 2001, pp. 121-123. (over Danslessen) |
Elsbeth Etty, Leven als verrottingsproces. Roman vol russische waanzin van Pieter Waterdrinker. In: NRC Handelsblad, 30-11-2001. (over Liebmans ring) |
Arjan Peters, Even gek doen, op z'n Russisch: Pieter Waterdrinker reageert goedgeluimd op gedoe rond zijn eerste roman. In: de Volkskrant, 21-12-2001. (over Liebmans ring) |
Lies Schut, Markante roman Pieter Waterdrinker. In: De Telegraaf, 24-10-2003. (interview over Een Hollandse romance) |
Max Pam, Mijn Russische biecht. In: HP/ De Tijd, 31-10-2003. (over Een Hollandse romance) |
Arjan Peters, Een vis in het Russische water. Pieter Waterdrinker epateert en schmiert dat het een aard heeft. In: de Volkskrant, 31-10-2003. (over Een Hollandse romance) |
Elsbeth Etty, Niet denken wat anderen zeggen. Pieter Waterdrinker beziet de Kale Dandy vanuit Moskou. In: NRC Handelsblad, 31-10-2003. (over Een Hollandse romance) |
H.U. Jessurun d'Oliveira, Literaire belediging. In: H.U. Jessurun d'Oliveira, Woorden als daden. Deventer 2004, pp. 119-121. (over Danslessen) |
Klaus Beekman en Ralf Grüttemeier, Belediging en literatuur. Pieter Waterdrinker, Danslessen. Of: zijn Zandvoorters makkelijk te beledigen? In: Klaus Beekman en Ralf Grüttemeier, De wet van de letter. Literatuur en rechtspraak. Amsterdam 2005, pp. 160-179. (onder meer over Danslessen) |
Lies Schut, Liefdesverklaring aan Holland. In: De Telegraaf, 11-11-2005. (interview; over Duitse bruiloft) |
Arjan Peters, Bruidegom met harde sjanker. In: de Volkskrant, 18-11-2005. (over Duitse bruiloft) |
Pieter Steinz, Zo zijn onze manieren. In: NRC Handelsblad, 16-12-2005. (over Duitse bruiloft) |
Karel Osstyn, Hardcore van de ziel. Pieter Waterdrinker. In: Ons Erfdeel jrg. 49, nr. 3, juni 2006, pp. 448-450. (over Duitse bruiloft) |
Daniëlle Serdijn, Met een tophoer een dure Russische disco in. In: de Volkskrant, 19-10-2007. (over Montagne Russe) |
Elsbeth Etty, Journalistieke mythologie. In: NRC Handelsblad, 19-10-2007. (over Montagne Russe) |
Sonja de Jong, De veelzijdigheid van Rusland én van Waterdrinker. In: Haarlems Dagblad, 27-10-2007. (over Montagne Russè) |
117 Kritisch lit. lex.
mei 2010
|
|