| |
| |
| |
Judicus Verstegen
door August Hans den Boef
1. Biografie
Judicus Marinus Pieter Jan Verstegen werd op 8 oktober 1933 te Den Helder geboren. Hij bezocht de Rijks-HBS-b te Velzen en studeerde vervolgens scheikunde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Aan deze universiteit promoveerde hij in 1960 tot doctor in de wis- en natuurkunde op een onderzoek dat hij aan het Reactor Centrum Nederland te Den Haag had verricht. Daarna werkte Verstegen in Noorwegen op het Kjeller Institutt for Atomenergie en vervolgens van september 1964 tot oktober 1965 via een fellowship aan het Chaim Weizmann Institute of Science te Rehovoth bij Tel Aviv. Terug in ons land trad hij als fysisch chemicus in dienst bij de NV Gloeilampenfabrieken Philips, vestiging Roosendaal.
In zijn studententijd trad Verstegen op met zelfgeschreven cabaretnummers en publiceerde hij in Propria Cures. Later verscheen werk van hem in onder andere De Gids, Maatstaf, Tirade, NRC Handelsblad en De Volkskrant, alsmede in een aantal chemische tijdschriften. Werk van hem is opgenomen in diverse anthologieën.
Voor zijn debuut Legt uw hart daarop ontving Verstegen de Debuutprijs van de Groot-Kempische cultuurdagen en de literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek.
Sinds 1983 leeft Judicus Verstegen volledig teruggetrokken.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Kritiek
Verstegens literaire carrière begon op een manier die menig literator jaloers kan maken. Sindsdien is de waardering voor zijn werk wisselend geweest en is ook de belangstelling langzamerhand afgenomen. Werd hij aanvankelijk als een talentvolle, vernieuwende auteur begroet, in 1980 kenschetst Aad Nuis hem naar aanleiding van de bundel De terugkeer van Ralf Pedersen als ‘Een vakman, die een ouderwetse pointe hanteert’. Zowel de lijvige roman Legt uw hart daarop, waarmee Verstegen in 1967 debuteerde, als de verhalenbundel Een zon bij nacht die een jaar later verscheen, werd vrijwel unaniem lovend ontvangen. ‘Een schitterend boek’ noemde Wam de Moor het debuut en Paul de Wispelaere oordeelde Verstegen ‘op grond van zijn beide eerste werken al een groot schrijver’.
Wat minder enthousiast was men over Verstegens latere romans. In De noordelijke samenzwering (1975) en De tocht over Bessegen (1978) zagen critici te veel herhaling van oude thema's en onderwerpen, ook al vonden zij het geheel nog steeds boeiend. De exuberantie van de dialogen uit Een bruine ring om de ziel (1974) vond men soms bezwaarlijk.
De recentere boeken van Verstegen werden door aanzienlijk minder critici opgemerkt dan de eerste.
| |
Publieke belangstelling
De publieke belangstelling voor Verstegen is nooit groot geweest, zij het dat Legt uw hart daarop en Een zon bij nacht herdrukt werden.
| |
Stijl
Wat men naast de thematiek en de constructie bij Verstegens eerste boeken zo bewonderde, was de stijl: puntig, compact, vol ironie, met zeer plastische formuleringen en woordspelingen. Een voorbeeld van de ironie, over een antropoloog die de vermeende beenderen van Petrus onderzocht: ‘Hij stelde vast dat de onderkaak en het stuk dijbeen afkomstig waren van een krachtig gebouwd mannelijk persoon van zeventig jaar, gestorven ten tijde van Nero, die een notoir brievenschrijver moest zijn geweest, in zijn jeugd veel vis gegeten had en driemaal een haan had horen kraaien. Geen twijfel mogelijk.’ (De vloek van het schema, 1970)
De stijl waarin Verstegen zijn vertellers hun verhaal laat weer- | |
| |
geven, verschilt nauwelijks van die van de dialogen van de belangrijkste personages. Het kleinst zijn de verschillen in Een bruine ring om de ziel; sommige recensenten noemden dit stilistische effect in deze roman ‘onecht’ en spraken van overdrijving.
| |
Kunstopvatting
Een uitzondering op deze homogeniteit in stijl vormt De koekoek in de klok (1969), dat een aantal brieven bevat waarin hoofdpersoon Kommer Ezemer zich in zijn strijd tegen het hem aangedane hooggeleerde onrecht tot steeds hogere instanties richt. Er bestaat een sterke relatie tussen Ezemers fanatisme en de overdreven formele stijl die hij hierbij gebruikt. Ook in De vloek van het schema hanteert Verstegen - naast het gebruikelijke commentaar van de verteller - de briefvorm, maar daarbij wijkt hij niet af van de stijl uit de rest van het boek. Het gaat om zes brieven over het schrijverschap. De verteller legt daarin uit dat hij ‘negatief en bitter’ schrijft, omdat dit nu eenmaal zijn visie op de wereld weergeeft en tegelijk omdat het schrijven een bepaalde vorm van bevrijding voor hem is. Hij deelt mee dat hij geen concessies wenst te doen aan de lezers, omdat hij de erkenning elders zoekt dan in het domein van de literatuur, een discipline waaraan hij overigens weinig maatschappelijke betekenis toekent. In een brief aan negen met de voornamen aangeduide critici deelt hij het volgende mee: ‘U bent voor de schrijver wat voor het paard de mus is die in zijn vijg pikt.’
| |
Techniek
Voor de sfeer van Verstegens boeken maakt het weinig uit of hij een interne dan wel een externe verteller het woord geeft. Hierin sluit Verstegen aan bij de al genoemde homogeniteit in stijl van verteller en personages. De toon van Legt uw hart daarop en De vloek van het schema, waarin Verstegen de eerste persoon gebruikt, verschilt dan ook niet wezenlijk van die in het overgrote deel van zijn werk, dat hij de derde persoon vertelt.
Cruciale gebeurtenissen worden door Verstegen soms nogal nadrukkelijk voorbereid, een hebbelijkheid die het meest opvalt in de teksten waar geen alwetende verteller het woord voert. In Legt uw hart daarop wordt tientallen malen, zowel direct als indirect, gerefereerd aan het doorsnijden van een
| |
| |
vrouwenkeel. De lezer is dan ook absoluut niet verrast wanneer aan het eind van het boek Chawa, de geliefde van de verteller, op deze manier wordt gedood. Vergelijkbaar is de frequentie waarmee in De tocht over Bessegen op de dood van het dochtertje van de hoofdfiguur wordt gezinspeeld.
Verstegen springt opvallend zuinig met zijn materiaal om: de stof van enkele korte verhalen is in zijn romans terug te vinden. Deze economie heeft overigens geen invloed op de kwaliteit van de beschreven passages; zowel in verhaalvorm als binnen de roman zijn ze de moeite waard. Dit geldt ook wanneer het materiaal in kleinere eenheden meermalen wordt gebruikt, van een enkele regel tot enige pagina's.
De tocht over Bessegen is zo'n roman waarin we verschillende elementen uit de vorige romans terugvinden. Uit De noordelijke samenzwering kennen we de wat truttige echtgenote met haar afkeer van gebrekkig comfort, evenals het romantische onderkomen in Amsterdam waar het bed in de keuken staat, naast de vuilnisbak. Uit deze roman komt ook het motief van de donkere ogen van het dochtertje die eerst in de ontwikkelaar ontstaan, dat van de onvermijdelijke erectie in de trein en dat van het verdwalen door de neiging naar links af te wijken. Het type werk van de hoofdpersoon en de geografische details van de omgeving ten slotte treffen we behalve in De noordelijke samenzwering ook aan in Legt uw hart daarop en De vloek van het schema. In alle drie de boeken leeft en werkt een geleerde in Skedsmo en omgeving en speelt het sterven van de vader van de hoofdpersoon een rol.
Zo'n continuïteit van details hoeft geen bezwaar te zijn, zij kan er integendeel toe bijdragen dat een auteur de status verwerft van de schrijver van een oeuvre in plaats van van een serie losse boeken. De bezwaren tegen De tocht over Bessegen waren dan ook eerder dat Verstegen met zijn vertrouwde materiaal niets nieuws onderneemt.
Verstegen hecht eraan dat de wetenschappelijke details die in zijn werk voorkomen, zowel correct als voor leken begrijpelijk worden gepresenteerd. Dat geldt niet alleen voor de natuurwetenschappelijke informatie, maar ook voor de biologische in Een kurk in de rit. In dit boek zijn de hoofdfiguren - mollen -
| |
| |
nauwelijks antropomorf, in tegenstelling tot de aanpak die bij auteurs als Koolhaas gebruikelijk is.
| |
Thematiek
De zinloosheid van het bestaan en de vergeefsheid van de pogingen daarin verandering te brengen, vormen de thematiek in een groot deel van Verstegens werk. Hij is daarin, vooral in zijn eerste boeken, inderdaad negatief en bitter, in die zin dat hij zijn personages zowel laat falen in het zoeken naar een wetenschappelijke waarheid, als hun de illusies ontneemt geluk in het leven te vinden. We zien dat in het zinloze wetenschappelijke onderzoek dat zijn protagonisten verrichten, de tegenwerking waaraan zij blootstaan en het tekort in hun relaties met anderen.
Aanvankelijk gaat het Verstegen om de omstandigheden waarvan zijn hoofdpersonen het slachtoffer zijn, later verinnerlijkt hij de tegenstelling. Het gaat er dan niet meer om of de personages bereid zijn tot compromissen, maar hoever zij willen gaan in hun aanpassing.
Het zinloze zoeken naar een waarheid in wetenschap en leven demonstreert Verstegen meestal aan de hand van natuurwetenschappers. De meest extreme vertegenwoordiger van deze discipline is de geoloog Kommer Ezemer (De koekoek in de klok) die als gerechtigheidsfanaticus ten onder gaat. In De noordelijke samenzwering en De tocht over Bessegen leggen de protagonisten - respectievelijk een chemicus en een fysicus - zich beide neer bij de druk die op hen wordt uitgeoefend. Varianten op de geleerden die aan hun integriteit twijfelen, zijn de ‘uitvinder’ Steven Dadel (De regentijd, 1973) en de Georgische revolutionair Anastas Objidze (De revoluties, 1971).
De thematiek van het zinloze onderzoek ondersteunt Verstegen door het opvoeren van voorwerpen die niet of nauwelijks bruikbaar zijn. Wetenschappelijke apparatuur die gebrekkig werkt of waaraan een vitaal onderdeel ontbreekt, onvolledige handboeken, een Volvo die op superbenzine is afgesteld in een land waar slechts normale benzine is te krijgen. In De tocht over Bessegen - om een recenter werk te noemen - treffen we een camera zonder lens aan, een beschadigde verrekijker en een flora die geen informatie over Noorse variëteiten bevat.
De zinloosheid blijkt ook uit het feit dat relaties met vrouwen
| |
| |
voor de hoofdfiguur geen uitweg bieden. Een huwelijk leidt tot sleur en het gevoel opgesloten te zitten. Andere verhoudingen hebben een incidenteel, erotisch karakter. Wanneer er wel sprake is van een waardevolle relatie, zoals in Legt uw hart daarop, sterft de vrouw.
Niet alleen in deze roman, maar ook in ander werk van Verstegen neemt de dood een belangrijke plaats in. Opvallend vaak, zoals gezegd, is degene die sterft de vader van de hoofdfiguur. De voortdurende angst van de hoofdfiguren dat geliefde personen zullen sterven, hangt ongetwijfeld hiermee samen.
De geleerde hoofdpersonen zijn vaak afkomstig uit een lower middle class milieu: de moeder is een brave vrouw die voor versterkend voedsel en warme kleren zorgde, de vader een ordelievende provinciaal die hoge verwachtingen van het ‘vooruitkomen’ van zijn zoon had.
| |
Visie op de wereld
Verstegens hoofdpersonen hebben met al hun twijfels niets van helden, soms lijden ze zelfs aan een vorm van paranoïa. Vrijwel altijd zijn ze bereid tot compromissen. Een uitzondering is Kommer Ezemer, maar hij gaat dan ook ten onder aan zijn niets en niemand ontziende rechtvaardigheidsgevoel. De student Van Wingerden (Een bruine ring om de ziel) en de uitvinder Dadel passen zich aan de omstandigheden aan; dat doet ook Peter Passeer (De noordelijke samenzwering). Wanneer van hem wordt verwacht dat hij, naast experimenten met kernenergie - die vooral ten doel hebben het imago van zijn hoogleraar op te vijzelen - van overheidsgeld onderzoekjes doet voor een superfosfaatfabriek, weigert Passeer niet.
Floor Mol (De tocht over Bessegen) blijkt ten onrechte aan een wetenschappelijk complot te hebben geloofd. De directie van de industrie waar hij werkt, eist dat hij een onderzoek waaraan hij al jaren zonder resultaat werkt, opgeeft voor een commerciëler project. De zelfmoord van een Amerikaanse vakgenoot die op hetzelfde onderzoeksgebied werkzaam is, brengt Mol hiermee in verband. Aan het slot verneemt Mol echter dat de Amerikaan een eind aan zijn leven had gemaakt omdat hij kanker had en bovendien dat de man het bewuste onderzoek als minder belangrijk beschouwde.
| |
Ontwikkeling
Behalve dat Verstegen zijn personages zich dingen laat ver- | |
| |
beelden, laat hij ze soms ook dromen. Mol blijkt te hebben gedroomd dat zijn dochtertje een noodlottige val maakt. Zo droomt de student Luuk van Wingerden regelmatig van een bezoek aan Frankrijk, waar hij in een lijmfabriek werkt en gesprekken voert met een Nederlandse schilder. Aan het slot vernemen we dat het bij de dromen is gebleven: Van Wingerden is vrijwel direct weer teruggekeerd van zijn weg naar het zuiden. De eerder geciteerde opmerking van Aad Nuis over het traditionele karakter van Verstegens verhalen is niet alleen van toepassing op de latere, maar ook op de eerdere bundels en zelfs op een groot deel van de romans. Aanvankelijk echter week Verstegen in zijn romans nogal af van de traditionele, realistische aanpak. Legt uw hart daarop was zeer los en onconventioneel van constructie: veel witregels, discontinu verteld, omvangrij - ke flash-backs, kranteberichten. De koekoek in de klok is daarentegen juist overgestructureerd: de structuur geeft als het ware een fraaie afspiegeling van de gefixeerde toestand waarin de hoofdfiguur Ezemer zich bevindt. Latere romans, zoals De tocht over Bessegen, zijn zeer conventioneel van structuur en geheel volgens de chronologie opgebouwd.
Kende Legt uw hart daarop of De regentijd nog verschillende thema's, in De tocht over Bessegen heeft Verstegen die gereduceerd tot één: dat van de bedreigde eenling die slechts in de verbetering van de relatie met zijn dochter de uitkomst voor al zijn problemen ziet. Een vergelijkbare ‘reddende’ functie heeft het dochtertje van Passeer in De noordelijke samenzwering. Het is een van de vele elementen waardoor we de belevenissen van Floor Mol als een soort vervolg op die van Peter Passeer kunnen lezen.
In de eerste boeken speelden beschouwingen over politieke en ethische kwesties een grote rol. Beschouwingen over de ondemocratische universiteit met haar incompetente bestuurders en wetenschappelijke knoeiers; de hoogleraren - al of niet met belastend oorlogsverleden - die onoirbare bindingen met het bedrijfsleven hebben. Over de verstikkende ideologische systemen in de Oostbloklanden en de religieuze in het Westen. Over de betekenis van de dood, over de schuld van de christenen aan de moord op de joden in de Tweede Wereldoorlog en
| |
| |
ten slotte over de tegenstellingen binnen de Israëlische samenleving.
Gaandeweg betrekt Verstegen in zijn verhalen andere vormen van discriminatie en onderdrukking bij deze onderwerpen, zoals die van Amerikaanse negers, van gastarbeiders en van Zuideuropeanen.
Recenter werk bevat echter nauwelijks dit type commentaar, afgezien van wat obligate kritiek op de christelijke godsdienst en wat gemopper over hippies, macrobiotici, het hoge inkomen van plattelandsdokters, het functioneren van de spoorwegen en ‘het nivelleren van het handschrift ten behoeve van de kansarmen’. Hadden de eerste protagonisten bij Verstegen een afkeer van ideologie omdat zij als individu niet in een schema wilden leven, bij Passeer is dit alles gereduceerd tot: ‘Hij had geen enkele overtuiging’.
| |
Relatie leven/werk
Het is aantrekkelijk in de ontwikkeling van deze visies een parallel te zien met de manier waarop de ideeën van Verstegen zelf zijn geëvolueerd. Er zijn immers overeenkomsten tussen de geschiedenis van de schrijver en die van zijn scheppingen. De jonge Steven Dadel uit De regentijd, die opgroeide op het eiland Texel, heeft dezelfde leeftijd als de auteur die opgroeide in het nabije Den Helder. Leeftijdgenoot Luuk van Wingerden uit Een bruine ring om de ziel studeerde scheikunde onder dezelfde omstandigheden als zijn schepper.
Uit wat we van Verstegens biografie weten, blijkt dat overeenkomsten tussen hem en zijn creaties toch niet meer dan globaal zijn (werkkring en locatie: attributen als ‘de witte Volvo’ van Wesseling, waarin Verstegen zijn interviewer naar het station rijdt). Die globale overeenkomsten vinden we juist in die boeken waar zich het sterkst een vergelijking met de schrijver opdringt. De Wesselings in Legt uw hart daarop en De vloek van het schema lijken net als Passeer in De noordelijke samenleving door het type onderzoek dat ze verrichten en de situatie waarin ze leven, enigszins op Verstegen zelf. Zo ook Mol in De tocht over Bessegen, die voor een grote industrie werkt en in een Brabants dorpje woont. Het autobiografische karakter van De vloek van het schema is echter wat sterker, wat gezien het karakter van een essayistisch reisverslag ook niet verwonderlijk is.
| |
| |
Een aparte plaats neemt de sleutelroman De koekoek in de klok in, die speelt aan de Amsterdamse subfaculteit waar Verstegen zelf heeft gestudeerd. Hij baseerde het boek op een werkelijke gebeurtenis: de zaak-Colpa, die in 1968 aan de Amsterdamse Universiteit tot een onverkwikkelijk juridisch steekspel had geleid. Op het boekomslag staat nog betrekkelijk algemeen: ‘Roman over menselijke onmacht en tragiek tegen een achtergrond van twee conflicten aan een universiteit’. Naar aanleiding van Verstegens roman werden de bewuste conflicten uit de doeken gedaan in het maandblad Student, waarbij diverse hoogleraren van de subfaculteit werden genoemd als modellen voor de romanpersonages. Toch had de jonge doctor Verstegen sommige van deze hoogleraren enige jaren tevoren in het voorwoord van zijn dissertatie bedankt, zodat we mogen aannemen dat hij zelf in de conflicten geen rol heeft gespeeld.
Desondanks ondervond Verstegen de dreiging van een proces omdat enige hoogleraren zich in de personages van De koekoek in de klok meenden te herkennen. Na een schikking tussen eiser, uitgever en auteur is het boek uit de handel genomen.
Opmerkelijk is dat er in Verstegens werk nooit een personage optreedt dat schrijft, behalve in het meest autobiografische: De vloek van het schema. Dat is de enige gelegenheid waarbij Verstegen het over zijn schrijverschap heeft. Zijn schrijverschap, want de critici van wie hij de voornamen noemt, hebben in werkelijkheid ook boeken van hem besproken.
Waarom zijn fictieve personen nooit schrijven? Misschien geldt voor hen wat Verstegen in De vloek van het schema formuleert: ‘De enige manier waarop je als auteur te werk kunt gaan is het schrijven erbij te doen, zoals iemand anders huisjes bouwt van afgebrande lucifers.’
| |
Verwantschap
Sinds zijn debuut moest Verstegen telkens weer horen dat een boek van hem sterke overeenkomsten vertoont met de roman Nooit meer slapen (1966) van W.F. Hermans. Dit op grond van een deel van de locaties, de eerste persoon presens en vooral de thematiek van het zinloze onderzoek en de nutteloze instrumenten. De suggestie van epigonisme wijst hij af: volgens een interview ‘schrok hij zich rot’ toen hij Hermans' boek las, maar toen was hij al vergevorderd met zijn debuutroman.
| |
| |
Blijkbaar zat die schrik er niet zo diep in, want Verstegen liet de thematiek van Legt uw hart daarop regelmatig terugkeren. Hiermee kreeg hij het imago van de chroniqueur van wantrouwende geleerden in hun zinloze queeste naar de waarheid, die ook hun persoonlijk leven als een mislukking ervaren. Toch heeft Verstegen in boeken als De revoluties, De regentijd en Een bruine ring om de ziel heel andere zaken aan de orde gesteld. Bij zijn bespreking van de laatstgenoemde roman vergeleek Ab Visser hem, juist vanwege de verschillende genres die hij binnen het proza had beoefend, met Vestdijk. Naar aanleiding van de manier waarop de ouders van Luuk van Wingerden in dit boek worden beschreven, kan men ook van een verwantschap met De avonden van Gerard Reve spreken. Zelf schreef Verstegen (1980) dat hij het werk van Saul Bellow bewondert. Die bewondering heeft echter op zijn werk, afgezien van wat echo's in Legt uw hart daarop, weinig invloed gehad.
Het dierverhaal Een kurk in de rit vertoont enkele overeenkomsten met William Horwoods Duncton Wood (1980), dat eveneens mollen als hoofdfiguren heeft. Maar Verstegens reeds genoemde hang naar natuurwetenschappelijke betrouwbaarheid maakt dat er van epigonisme geen sprake kan zijn. Door deze houding verschilt Verstegen dan ook van veel auteurs die wetenschappers als personages opvoeren. Hierin vertoont hij verwantschap met W.F. Hermans en ook in het feit dat hij natuurwetenschappelijke waarheden in twijfel trekt Dat Verstegens cultuurkritiek uiteindelijk sterk zou gaan lijken op die van de grimmige Parijzenaar, is iets dat de lezers van Verstegens eerste boeken niet hadden kunnen voorspellen.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
J.M.P.J. Verstegen, The mechanism of sulfuric acid and uranium extraction by tertiary amines. Den Haag 1960, Reactor Centrum Nederland, Dissertatie. |
Judicus Verstegen, Legt uw hart daarop. Amsterdam 1967, Querido, R. |
Judicus Verstegen, Omdat ik het leven liefheb... In: De Nieuwe Linie, 23-11-1968, G. |
Judicus Verstegen, Een zon bij nacht. Amsterdam 1968, Querido, VB. (tweede druk 1975, De Bezige Bij) |
Judicus Verstegen, Bohème (cabarettekst). In: Alfred Kossmann e.a., Jong gedaan. Kinderwerk en beginnerswerk van 28 auteurs. Amsterdam 1968, Querido, p. 72, G. |
Judicus Verstegen, De koekoek in de klok. Amsterdam 1969, Querido, R. |
Judicus Verstegen, De vloek van het schema. Een hybride. Amsterdam 1970, Querido, Reisverhalen. |
Judicus Verstegen, De koning van het puin. Amsterdam 1970, Querido, VB. |
Judicus Verstegen, De revoluties. Amsterdam 1971, Querido, R. |
Judicus Verstegen, De harde plasser. In: Geert van Beek e.a., Dat was nog eens lezen! 40 auteurs over boeken uit hun kinderjaren. Amsterdam 1972, Querido, pp. 85-86, V. |
Judicus Verstegen, De regentijd. Amsterdam 1973, De Bezige Bij, R. |
Judicus Verstegen, De nieuwe vrijheid. Utrecht/Antwerpen 1973, Bruna, VB. |
Judicus Verstegen, Een bruine ring om de ziel. Amsterdam 1974, De Bezige Bij, R. |
Judicus Verstegen, De noordelijke samenzwering. Amsterdam 1975, De Bezige Bij, R. |
Judicus Verstegen, De tocht over Bessegen. Amsterdam 1978, De Bezige Bij, R. |
Judicus Verstegen, Bruine eieren. In: Tirade, jrg. 23, nr. 251, december 1979, pp. 697-704. V. |
Judicus Verstegen, De terugkeer van Ralf Pedersen. Amsterdam 1980, De Bezige Bij, VB. |
Judicus Verstegen, Saul Bellow. In: De Volkskrant, 19-4-1980, E. |
Judicus Verstegen, De toren van meneer Capuccio. In: Tirade, jrg. 24, nr. 256, mei 1980, pp. 296-309, V. |
Judicus Verstegen, De voetnoot. In: Tirade, jrg. 26, nr. 274/275, maart/april 1982, pp. 230-239, V. |
Judicus Verstegen, Een kurk in de rit. Amsterdam 1982, De Bezige Bij, R. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Fons Sarneel. Een geval van ‘close imitation’. Legt uw hart daarop door Judicus Verstegen. In: Vrij Nederland, 28-10-1967. |
J. van Doorne, ‘Legt uw hart daarop’ een boeiende roman. In: Trouw, 4-11-1967. |
Leo Geerts, Ahasverus Verstegen in Jerusalem. In: De Nieuwe, 17-11-1967. (over Legt uw hart daarop) |
Alfred Kossmann, Gebrek aan zelfkritiek in debuut met veel inzet. In: Het Vrije Volk, 3-12-1967. (over Legt uw hart daarop) |
Ben Bos, Judicus Verstegen: Een geweer in de hand van een jood past niet In: De Nieuwe Linie, 10-2-1968. (interview) |
Anne Wadman, Een voltreffer. Israël-roman van Judicus Verstegen. In: Leeuwarder Courant, 25-5-1968. (over Legt uw hart daarop) |
H. Vogelesang, Judicus Verstegen. Legt uw hart daarop. In: Levende Talen, nr. 348, juni 1968, p. 370. |
J. Boelema. Toen er geen koning in Israël was, of De schreeuw van een hoop-loze man. In: Christelijke Bibliotheek, jrg. 16, nr. 7, juli 1968, pp. 6-8. (over Legt uw hart daarop) |
Marcel Janssens, Judicus Verstegen. Legt uw hart daarop. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 113, nr. 5, juni-juli 1968, pp. 285-286. |
[Anoniem], Een zon bij nacht. In: Algemeen Handelsblad, 28-9-1968. |
H. van Overveld, Judicus Verstegen: Ik schrok me rot. In: Brabants Nieuwsblad, 3-10-1968. (interview) |
Willem G. van Maanen, Twee schrijvers met verschillende inzet In: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 5-10-1968. (over Een zon bij nacht) |
Fons Sarneel, De geconcentreerde, pikzwarte dreiging van Judicus Verstegen. Een zon bij nacht: Van talent tot theater. In: Vrij Nederland, 6-11-1968. |
Ellen Hermens, Verhalen van Judicus Verstegen. De wereld in een reageerbuis. In: Het Parool, 7-12-1968. (over Een zon bij nacht) |
J. Bernlef, Emotie alleen is te weinig. Een zon bij nacht van Judicus Verstegen. In: Algemeen Dagblad. 28-12-1968. |
Th. Herrmann Jr., De obsessie van het verleden. In: Ons Erfdeel, jrg. 12, nr. 2, december 1968, pp. 144-145. (over Een zon bij nacht) |
John Müller, Instant drama van Judicus Verstegen. In: Algemeen Handelsblad, 12-4-1969. (over De koekoek in de klok) |
Jaap Joppe, Een ‘veel belovend debuut’ overtuigend en volledig waargemaakt. In: Rotterdamsch Nieuwsblad, 26-4-1969. (over De koekoek in de klok) |
B.E., De Sleutel. In: Student, jrg. 5, nr. 6, mei 1969, p. 20. (over De koekoek in de klok) |
Peter van Eeten, Judicus Verhagen, meester van de menselijke onmacht. In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7-6-1969. (over De koekoek in de klok) |
Paul de Wispelaere, Indrukwekkende complexiteit in roman van Judicus Verstegen. De koekoek in de klok. In: Het Vaderland, 14-6-1969. |
Ellen Hermens, Universitair schandaal vol karikaturen. In: Het Parool, 28-6-1968. (over De koekoek in de klok) |
Kees Fens, De romanschrijver als didacticus. In: De Volkskrant, 5-7-1969. (over De koekoek in de klok) |
C. Ouboter, Kroniek van het proza. In: Wending, jrg. 24, nr. 11, januari 1970, pp. 755-774 (over Legt uw hart daarop. Een zon bij nacht en De vloek van het schema) |
Paul de Wispelaere, Judicus Verstegen. De koekoek in de klok. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, jrg. 23, nr. 1, januari 1970, pp. 70-72. |
Jacques Kruithof, Struikelen over het meer. In: Raam, nr. 63, maart 1970, pp. 62-64. (over De koekoek in de klok) |
Peter van Eeten, Op zoek naar de zin van het menselijk lijden. In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 4-4-1970. (over De vloek van het schema) |
Ellen Hermens, Verstegens individuele revolte tegen het bestaan. In: Het Parool, 25-4-1970. (over De vloek van het schema) |
| |
| |
Kees Fens, Reizen en schrijven naar Auschwitz. De vloek van het schema, Judicus Verstegen. In: De Volkskrant, 23-5-1970. |
Kees Simhoffer, De ziekte van Middleton en andere ziektes. In: Streven, jrg. 23, nr. 8, mei 1970, pp. 842-843. (onder meer over De koekoek in de klok) |
Paul de Wispelaere, De vloek van het schema. In: Het Vaderland, 13-6-1970. |
Fons Sameel, De onderkoelde paniek van het heden. De vloek van het schema door Judicus Verstegen; In: Vrij Nederland, 22-8-1970. |
Ellen Hermens, Onmacht en isolement In: Het Parool, 14-11-1970. (over De koning van het puin) |
Peter van Eeten, Minder grimmigheid bij Judicus Verstegen. In: NRC Handelsblad, 18-12-1970. (over De koning van het puin) |
Gerard Buschman, Afzijdigheid of aanwezigheid. In: Jeugd en Cultuur, jrg. 16, nr. 1, januari-februari 1971, pp. 11-15. (over De vloek van het schema) |
Paul de Wispelaere, Nieuwe verhalen van Judicus Verstegen. In: Het Vaderland, 13-3-1971. (over De koning van het puin) |
Willem M. Roggeman, Machteloos protest. In: De Nieuwe Gazet, 6-4-1971. (over De koning van het puin) |
Helma Wolf-Catz, Judicus Verstegen: een krachtig talent. In: Amersfoortsche Courant, 22-5-1971. (algemeen) |
Ab Visser, Historie: Middel of vertelkunst. In: Leeuwarder Courant, 4-12-1971. (over De revoluties) |
Ad Breedveld, Judicus Verstegen: ‘De revoluties’. Schokkende spiegel voor arbeiders, boeren en salonrevolutionairen. In: Nieuwsblad van het Noorden, 16-2-1972. |
Maud Cossaar, Judicus Verstegen pleitbezorger van de Russen. In: De Gooi- en Eemlander, 25-3-1972. (over De revoluties) |
Jos Panhuijsen, De revolutie der Georgiërs. Russische roman van Judicus Verstegen. In: Het Binnenhof, 10-6-1972. (over De revoluties) |
Paul de Wispelaere, De twijfel van de intellektueel. Nieuwe roman van Judicus Verstegen. In: Het Vaderland, 24-6-1972. (over De revoluties) |
Ab Visser, Mozaiek van een eilandbevolking. In: Leeuwarder Courant, 27-10-1973. (over De regentijd) |
Karel Soudijn, Een eiland in de golven. In: NRC Handelsblad, 2-11-1973. (over De regentijd) |
Gabriël Smit, Oorlogsroman van Judicus Verstegen. In: De Volkskrant, 17-11-1973. (over De regentijd) |
Max Nord, Imposant boek over oorlogstijd op eiland. In: Het Parool, 20-11-1973. (over De regentijd) |
Marc Andries, Judicus Verstegen: experimenten met een jong leven. In: De Nieuwe Gazet, 11-8-1974. (over De nieuwe vrijheid) |
J. van Doorne, Schorre schreeuw om genade. In: Trouw, 24-8-1974. (over Een bruine ring om de ziel) |
Paul de Wispelaere, Realistische romankunst van Judicus Verstegen. Tegenstelling tussen denken en doen. In: Het Vaderland, 31-8-1974. (over Een bruine ring om de ziel) |
Ad Breedveld, De valse vrijheid van de bruine ziel. In: De Groene Amsterdammer, 9-10-1974. (over Een bruine ring om de ziel en De nieuwe vrijheid) |
Rico Bulthuis, De onvrede van Judicus Verstegen. In: Rotterdamsch Nieuwsblad, 13-3-1975. (over Een bruine ring om de ziel) |
J. van Doorne, Verslag van een samenzwering. In: Trouw, 29-3-1975. (over De noordelijke samenzwering) |
Paul de Wispelaere, een nieuwe roman van Judicus Verstegen. In: Het Vaderland, 12-4-1975. (over De noordelijke samenzwering) |
Ab Visser, De noordelijke samenzwering, boeiende roman. In: Leeuwarder Courant, 3-5-1975. |
Max Nord, Roman vol machteloosheid. In: Het Parool, 5-5-1975. (over De noordelijke samenzwering) |
| |
| |
Clem Schouwenaars, Judicus Verstegen: Noordelijke samenzwering. In: De Nieuwe Gazet, 29-5-1975. |
Dr. O. Jager Judicus Verstegen. In: C. Ouboter e.a., Uitgelezen 2. Reakties op boeken. 's-Gravenhage 1975, pp. 105-112, 136. (algemeen) |
Carlos Callaert, Judicus Verstegen. De revoluties. In: Hagelslag, jrg. 5, nr. 1, maart 1976, pp. 31-34. |
Maud Gossaar, Twee grote romans van Judicus Verstegen. In: De Gooi- en Eemlander, 15-10-1976. (over De noordelijke samenzwering en Een bruine ring om de ziel) |
Hugo Bousset, Judicus Verstegen. Een bruine ring om de ziel. In: Hugo Bousset, Woord en schroom. Enige trends in de Nederlandse prozaliteratuur 1373-1376. Nijmegen/Brugge 1977, pp. 113-116. |
Paul de Wispelaere, Een onheilspellende droom en een merkwaardig document. In: Het Vaderland. 12-8-1978. (over De tocht over Bestegen) |
Herman Leys, Veertiger op de helling. In: De Standaard, 18-8-1978. (over De tocht over Bessegen) |
Ben Maandag, Betere roman van Judicus Verstegen. In: Het Vrije Volk, 19-8-1978. (over De tocht over Bessegen) |
W.A.M. de Moor. Een bruine ring om de ziel. In: W.A.M. de Moor. Meesteren leerling. In de voetsporen van S. Vestdijk. Kritieken. 's-Gravenhage 1978, pp. 105-109. |
André Demedts, Nederlands proza. In: Dietsche Warande & Belfort. jrg. 124, nr. 3, maart/april 1979, pp. 205-207. (over De tocht over Bessegen) |
Ab Visser, Korte verhalen. In: Leeuwarder Courant, 10-5-1980. (over De terugkeer van Ralf Pedersen) |
Wim Sanders, Verhalen boeiend zolang ze duren. In: Het Parool. 11-7-1980. (over De terugkeer van Ralf Pedersen) |
Marjolein Pouw, Bevestigde verwachtingen. In: NRC Handelsblad, 15-8-1980. (over De terugkeer van Ralf Pedersen) |
Willem Bulter, De terugkeer van Ralf Pedersen. In: Tubantia, 27-10-1980. |
August-Hans den Boef, Judicus Verstegen tussen literatuur en entertainment In: Literair Paspoort, jrg. 32, nr. 290, mei/juni 1981, pp. 248-250. (over De terugkeer van Ralf Pedersen) |
August-Hans den Boef, Manus de Mol komt in opstand en krijgt plezier in het doden. In: De Volkskrant, 13-8-1982. (over Een kurk in de rit) |
Wim Sanders, Mollen graven niet erg diep. In: Het Parool, 29-9-1982. (over Een kurk in de rit) |
Cyrille Offermans, Bovenaardse molledrollen in ondergrondse verpakking. In: De Groene Amsterdammer, 13-10-1982. (over Een kurk in de rit) |
Marc Andries, Een kurk in de rit In: De Nieuwe Gazet, 28-10-1982. |
Ab Visser, Ontluistering van het studentenleven. In: Ab Visser, Tegendraads, literair kritische essays. Amsterdam/Brussel 1985, pp. 53-57. (over Een bruine ring om de ziel) |
40 Kritisch lit. lex.
februari 1991
|
|