| |
| |
| |
Thomas Verbogt
door Dick van der Klis
1. Biografie
Thomas Verbogt werd op 9 december 1952 geboren in Nijmegen. In het katholieke gezin waarin hij opgroeide, golden veiligheid, rust en regelmaat als belangrijke criteria. Als kind had Verbogt al een rijke fantasie, die nog werd gestimuleerd door de verhalen over Kuifje, die hem de wereld deden ontdekken.
Hij doorliep van 1965 tot 1972 het gymnasium op het katholieke Canisius College. Na zijn eindexamen studeerde hij Nederlands aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, maar hij stopte toen hij al aan zijn eindscriptie bezig was, omdat hij zich helemaal aan het schrijven wilde wijden. Samen met Anthon Fasel, Frans Kusters en Nop Maas was hij redacteur van het tijdschrift De Schans - genoemd naar de Sterreschansweg waar ze in een studentenhuis woonden - waarvan het eerste nummer verscheen in mei 1976. Hij publiceerde daarin onder andere autobiografische verhalen, waarvan er zes werden opgenomen in zijn debuut De feestavond (1981).
Van 1980 tot 1985 werkte hij als literair criticus en columnist mee aan de Arnhemse Courant. In dezelfde krant publiceerde hij van 1981 tot 1992 columns; sindsdien verschijnen zijn columns in De Gelderlander. Verder schreef hij tussen 1992 en 2006 korte, humoristische verhalen voor het VPRO-programma Music Hall. Van 1983 tot 2005 was hij adviseur van uitgeverij L.J. Veen; daarna vervulde hij dezelfde functie bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Ook was hij docent aan de schrijversvakschool 't Colofon (1992-1999); vanaf 1998 doceert hij aan de toneelschool in Maastricht en vanaf 2008 eveneens aan de Rietveld- | |
| |
academie in Amsterdam. Van 2005 tot 2008 was hij redacteur van het literaire poptijdschrift Wah Wah.
Zijn verhalen publiceerde hij voornamelijk in Hollands Maandblad, maar ook in tijdschriften als Optima en Bunker Hill. Zijn eerste toneelstuk was Heden Christine (1986); dit stuk is veelvuldig opgevoerd door vooral amateurgezelschappen, ook in het Fries. In opdracht van allerlei gezelschappen heeft Verbogt nadien meer dan vijfentwintig toneelstukken geschreven. Grote drama's (1991) is in Franse vertaling opgevoerd op het festival van Avignon. Voor de VPRO-radio schreef Verbogt hoorspelen.
Na zijn studietijd woonde hij vanaf 1979 in Arnhem. In 1996 verhuisde hij naar Rotterdam en in 1998 naar Amsterdam, waar de ongehuwde Verbogt nog steeds woont.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek / Visie op de wereld
Het belangrijkste thema in het werk van Thomas Verbogt is het zoeken naar geluk. De achtergrond daarvan is dat volgens hem de kwaliteit van het leven wordt bepaald door de mate waarin je gelukkig bent. Geluk komt in zijn visie neer op het vermogen onbevangen in de wereld te staan. Argeloosheid is daarom een voorwaarde om gelukkig te zijn. Verbogt gelooft dat geluk bestaat uit momenten die uit het verloren paradijs komen: het gevoel van veiligheid uit de kinderjaren. In die tijd ben je nog niet bevangen door wat je moet doen en heb je nog geen verplichtingen of schuldgevoelens. Over de mogelijkheden om als schrijver dit thema te hanteren zei Verbogt tegen Elsbeth Etty (2003): ‘Het zijn kleine dingen die een explosief geluksgevoel kunnen veroorzaken. Mijn personages zijn, zoals de meeste mensen, niet in staat geluk vast te houden.’
Door de vele codes die zij moeten kennen en hanteren om zich in de maatschappij staande te houden, kunnen mensen niet argeloos blijven. Tegen hun wil worden zij geconfronteerd met de eisen van een omgeving waarin aan prestaties en rendement een veel groter belang wordt toegekend dan aan gedachten en gevoelens van mensen. Het is tegen deze onderwaardering van emotionele en morele normen en tegen de eis tot aanpassing aan allerlei van buitenaf opgelegde normen dat Verbogt zich in veel van zijn werk keert. Hij wil de motieven onthullen van mensen die zich net zo verzetten, tot aan het vinden van verklaringen voor extreme daden als het doden. Kwaad mag je weliswaar niet met kwaad vergelden, maar in Verbogts wereld doorbreekt het kwaad de redelijkheid die het dagelijks leven beheersbaar maakt. Dat is verontrustend. Mensen zijn kennelijk niet in staat zich in alle omstandigheden te beheersen.
Velen leven in een schijnwereld, die bijvoorbeeld door bepaalde televisieprogramma's wordt gepresenteerd, waarin imago voorop staat en identiteit nauwelijks meer bestaat. Zo wordt Maurits Verkerk, de presentator van televisiespelletjes in De zomerval (1998), getypeerd als een duidelijk voorbeeld van iemand die niet inziet dat televisiegeluk niet meer is dan een surrogaat voor het echte geluk.
| |
| |
| |
Relatie leven/werk / Thematiek
In een interview met Maarten Moll (2007) maakte Verbogt duidelijk dat hij net als zijn personages een antwoord probeert te vinden op de vraag wat alles nu heeft betekend, zodat je met die betekenis verder kunt Door het schrijven probeert hij zelf meer greep te krijgen op de manier waarop hij leeft en wat hij wil.
| |
Thematiek
Zijn personages leven maar door met een grote intensiteit en snelheid, maar staan nooit eens stil bij hun eigen leven. Het gevaar daarvan is dat ze zichzelf gaan verliezen, dat de afstand tussen leven en zelfreflectie te groot wordt. Zij verlangen in hun wanhoop om het nutteloze bestaan wel naar roerloosheid of stilstand. Zij willen als het ware in hun gevecht tegen de tijd ‘verdwijnen’ in de stilstand van de tijd, zoals verwoord staat in De verdwijning (1999). Toch blijven zij zoeken naar geluk. Die zoektocht impliceert beweging, die de rust of het evenwicht verstoort, maar het geluk blijft onbereikbaar. In Onze dagen (2001) bijvoorbeeld wil de hoofdpersoon vier gelukkige momenten uit zijn leven terughalen, maar dat lukt hem niet, doordat met het verstrijken van de tijd alles verandert of verdwijnt. De mensen zijn niet in staat geluksmomenten op het juiste tijdstip te pakken doordat zij te gehaast leven. Alles is voorbij voor we het weten, en al beseffen we soms wel even dat er een bijzonder moment is, dat moment is al voorbij terwijl het zich voltrekt. Het bewustzijn dat de tijd verstrijkt, het inzicht van de vergankelijkheid, leidt tot melancholie.
Een verweer tegen dit verstrijken van de tijd vormen herinneringen, maar daar kun je de tijd niet mee overwinnen. Herinneringen zijn sowieso onbetrouwbaar door de selectieve werking van het geheugen, dat ons ontregelt en ons dwingt onder ogen te zien wat wij verhullen. Het kan zelfs zo ver gaan dat iets ernstigs vergeten of verdrongen wordt, met catastrofale gevolgen, zoals de hoofdpersoon in Verdwenen tijd overkomt. De werking van het geheugen, waar het in deze roman om draait, levert een ‘ander’ verhaal op dan de werkelijkheid: ‘de waarheid is wat wij ervan maken’, staat ook al in Eindelijk de zee (2007). En hoofdpersoon Wuiter in Onze dagen beseft: ‘In belangrijke mate ben je wat je je herinnert.’ Daarom moet je herinneringen een plaats en betekenis geven; anders ben je door het ouder worden bezig te verdwijnen, verlies je je identiteit. In het werk van
| |
| |
Verbogt verdwijnt veel: mensen vervagen, vergeten hun herinneringen of verdwijnen letterlijk.
De hoofdpersonen minachten zichzelf, omdat ze beseffen dat ze hun kans op geluk in hun leven niet hebben gegrepen. Hoe meer de tijd verstrijkt, des te schuldiger ze zich voelen door wat ze allemaal niet hebben bereikt. Met dit schuldgevoel wil de hoofdpersoon in De zomerval op een bijzondere manier afrekenen, namelijk door zich ‘echt’ schuldig te maken aan het plegen van twee moorden.
De personages zijn ook niet in staat zich over te geven aan geluk. Omstandigheden dwingen iemand tot een keuze die later verkeerd blijkt te zijn. Het toeval speelt daarbij een grote rol. Mensen hebben geen verweer tegen het toeval, dat zomaar kan ingrijpen. In ‘Uit logeren’, het eerste verhaal in Verbogts debuut De feestavond, staat al een in dit opzicht voor hem typerende uitspraak: ‘Alles verliep alleen maar en dat verlopen werd bepaald door toevalligheden.’ Scherper nog formuleert hij dit inzicht in De verdwijning. ‘Toeval is het enige dat essentiële gebeurtenissen veroorzaakt.’
| |
Ontwikkeling / Thematiek
In zijn eerste verhalen en romans leven zijn personages bescheiden en teruggetrokken. Zij zijn onzekere, zachtaardige buitenstaanders, die de leegte en eenzaamheid van het bestaan voelen en langzaam wanhopig worden. Door afstandelijkheid en ironie proberen ze uit te komen onder een leven dat al te grote betrokkenheid en beslissingen eist. Zij kiezen zelf voor een isolement om van de claims van de omgeving verlost te zijn, maar raken tegen wil en dank verzeild in situaties waarin ze door anderen gedwongen worden te handelen. In Glazen schaduwen (1984) bijvoorbeeld wordt het isolement doorbroken door de zelfmoord van de vader van de hoofdpersoon. De personages hebben andere verwachtingen van het leven dan de mensen met wie ze omgaan. Zodra mensen bij elkaar komen, gebeuren er dingen die ze niet willen, omdat ze verwachtingen van elkaar hebben die niet worden ingelost. Bovendien verlangen ze van zichzelf altijd iets anders dan ze verwezenlijken. Ze falen in wat ze ondernemen. Ze zijn zich pijnlijk bewust van dit menselijk tekort. Tegelijkertijd zijn ze best in staat ‘gezellig’ mee te doen. Het gevolg daarvan is een nog pijnlijker
| |
| |
zelfinzicht Ze kunnen zich uiteindelijk niet staande houden in de maatschappij.
Meestal is een traumatische gebeurtenis uit het verleden oorzaak voor een fatale wending in hun leven, die het alledaagse leven verstoort. Vrouwen op wie ze verliefd worden, zijn in het algemeen de katalysator voor deze verstoring. In Het laatste uur van de middag (1991) bijvoorbeeld krijgt de hoofdpersoon bezoek van zijn broer, die hij tweeëntwintig jaar niet heeft gezien. Doordat een beladen gebeurtenis uit het verleden - een onduidelijk ‘ongeluk’ waarbij hun vader om het leven is gekomen - wordt opgerakeld en hij een relatie krijgt met de vrouw van zijn broer, raakt zijn hele leven, inclusief zijn huwelijk, ontwricht. Vrouwen met wie de hoofdpersonen geen relatie hebben of vrienden weten wel hoe te leven en laten hun zien hoe zij hun leven opnieuw kunnen inrichten. Dat gebeurt ook in Het laatste uur van de middag. In Het ongeluk (2003) creëert de hoofdpersoon zelfs een verleden - een ongeluk - om het ‘echte’ verleden te ontlopen. In feite heeft hij zichzelf daarmee uit het paradijs verjaagd.
Door de echo uit het verleden verdwijnt voor menig hoofdpersonage het geluk. Zij proberen het terug te vinden, maar zien uiteindelijk in dat dat onmogelijk is, wat hen gedesillusioneerd achterlaat. Uiteindelijk berusten zij daarin, omdat zij accepteren dat het leven nu eenmaal is zoals het is. Zo gaan die dingen, luidt de in dit opzicht kenmerkende titel van een verhalenbundel uit 2004.
| |
Relatie leven/werk / Kunstopvatting
Het ongeluk is de afsluiting van een reeks romans vanaf De zomerval over niet erg gelukkige relaties waarin tijd, herinneringen en vooral een onverwerkt verleden een rol spelen. Een kentering vindt plaats met Eindelijk de zee. Hoofdpersoon Bo, die ‘permanent in beweging’ was, wil tot rust komen. De dood van een jeugdvriend leidt bij hem tot een herbezinning op zijn bestaan. Aan het eind van deze roman lacht hem met Julia het geluk toe: zij wil hem de zee laten zien, wat hier geldt als symbool voor het vinden van het geluk. Ook Verdwenen tijd - een voor Verbogt typerende thematische titel - heeft een positief slot: de hoofdpersoon heeft een traumatische gebeurtenis uit zijn verleden verwerkt en kan nog van alles van zijn leven maken.
| |
| |
De meeste hoofdpersonen in Verbogts werk lijken op de auteur zelf. Vaak zijn zij romanschrijver of columnist en hebben zij ongeveer de leeftijd van de auteur op het moment van schrijven. Zijn columns zijn geen reacties op de actualiteit, maar gaan over hemzelf, over wat hij meemaakt. Op ironische wijze doet hij daarin verslag van zijn onzekerheid en verwarring. Ook in zijn verhalen en romans put hij uit zijn eigen omgeving, zoals uit zijn studententijd (De feestavond) of uit zijn benauwende ervaringen in de Arnhemse kunstwereld (De verdwijning), die voor hem reden waren om Arnhem te verlaten. Een schrijver, zo vindt Verbogt, is nu eenmaal op zijn eigen ervaringen aangewezen. Hij is bij het ouder worden steeds gemakkelijker gebruik gaan maken van autobiografische elementen.
De personages in Verbogts werk veranderen van karakter, net als Verbogt zelf. Aan het einde van de jaren zestig maakte hij zich onder invloed van de politiek, de popmuziek en de literatuur los van de opvattingen van zijn ouders. Zijn leven veranderde in die tijd net als dat van zijn personages permanent. Ook toen hij ouder werd, bleef de onrust als levenshouding. Vanaf 2007 probeert hij evenals zijn personages meer tot rust te komen en zoekt hij meer zekerheid en houvast.
| |
Traditie / Thematiek
Verbogts eerste verhalenbundels over het ongelukkige bestaan doen sterk denken aan de existentialistische literatuur uit de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Met de latere romans kan hij worden gerekend tot de ironische realisten, zoals Mensje van Keulen, Heere Heeresma, Bob den Uyl en Hans Vervoort, die halverwege de jaren zeventig van die eeuw vanuit een melancholisch levensgevoel vaak spottend schreven over de tragiek van het dagelijks bestaan. In hun werk treden sympathieke antihelden op, die hun draai niet kunnen vinden in de maatschappij en zich meestal vergeefs verzetten tegen het proces van verburgerlijking waarin ze door hun leeftijd zijn beland. Ook Verbogt geeft in zijn boeken regelmatig een ironisch tijdsbeeld, bijvoorbeeld van de desillusie van de jaren zeventig na de hooggestemde verwachtingen in de jaren zestig. De typering van de universiteitswereld in Glazen schaduwen en de kritiek op de kunstenaars met hun pretenties in Onze dagen zijn ook voorbeelden van kritische beschrijvingen van het moderne leven. Meestal
| |
| |
zoeken de personages tevergeefs naar een uitweg. Hun levens draaien allemaal min of meer op een mislukking uit.
| |
Techniek
Altijd vormt voor Verbogt de werkelijkheid de aanleiding voor een verhaal. Door goed te kijken en te luisteren probeert hij die werkelijkheid iets te verhevigen, verzint hij wat bij het echte leven, waardoor het verhaal een ‘verhaaltje’ wordt. Over dramatische gebeurtenissen als dood, zelfmoord en tragische liefde schrijft hij zonder omhaal op een melancholische toon meer cerebraal dan emotioneel. In zijn suggestieve verhalen en romans spelen de belangrijkste gebeurtenissen zich tussen de regels af. Hij verzwijgt als het ware meer dan hij vertelt. Daarom kan hij een economisch schrijver worden genoemd. Niet de anekdote is belangrijk, maar de aanleiding tot gebeurtenissen en de ontregelende gevolgen daarvan. Opvallend in dit verband is dat aanleiding en gevolgen vaak niets met elkaar te maken hebben. Een voorbeeld is het verhaal ‘Aanleidingen’, in Onvolledig landschap (1989), waarin de moord op een melkboer slechts een simpele aanleiding heeft: hij belt nietsvermoedend aan op ongewenste momenten.
De verhalen beginnen meestal in medias res, waarna de noodzakelijke informatie nauwkeurig gedoseerd wordt gegeven. De gebeurtenissen worden door de verteller bescheiden en op een bijna terloopse manier in een vrij traag tempo gepresenteerd. De verhalen werken zelden toe naar een climax; soms is er zelfs geen duidelijk slot, maar houdt het verhaal ‘gewoon’ op. De interpretatie wordt aan de creatieve lezer overgelaten.
| |
Techniek / Kunstopvatting
In een interview verklaarde Verbogt dat hij veel heeft geleerd van films. Aanvankelijk wilde hij, naar eigen zeggen, zijn verhalen te mooi maken, te veel ‘aan literatuur doen’. Bij De zomerval vond hij de bij hem passende manier van vertellen: een filmische aanpak. Als hij een fragment heeft geschreven, ziet hij dat gefilmd voor zich, waarbij hij vooral let op dialogen en veelzeggende details. Om die nauwgezet te beschrijven maakt hij veel aantekeningen van kleine, maar invloedrijke gebeurtenissen, close-ups van scènes als het ware, die hij in zijn verhalen een plaats geeft.
Behalve van film kunnen prozaschrijvers, meent Verbogt, ook veel opsteken van toneel. Door de ervaring in het schrijven van
| |
| |
toneelstukken bevat zijn proza een scenische en zorgvuldig geconstrueerde opbouw met een opmerkelijk ritme in de zinnen en dialogen. Bij het schrijven van toneelstukken vindt hij de samenwerking met de andere betrokkenen belangrijk. Uiteraard begint een stuk met de verbeelding van de auteur, maar de visies van de acteurs, de regisseur, de dramaturg en de decorontwerper maken de tekst pas vitaal. Toneel schrijven is volgens Verbogt vergroten: de gebeurtenissen kunnen in een toneeltekst overdrevener worden gepresenteerd dan in een verhaal of roman. Ook hoef je bij toneel nooit iets uit te leggen, want het publiek ziet tijdens de opvoering wel hoe het zit. Van deze vrijheid om veel ongezegd te laten, heeft hij naar eigen zeggen gebruikgemaakt bij zijn verhalen en romans.
| |
Stijl
Verbogts suggestieve, melancholieke wijze van vertellen wordt gekenmerkt door een beknopte, strakke stijl. Hij gebruikt geen grote symbolen, maar houdt het bij voorkeur ‘klein’, met oog voor details. Uit zijn alledaagse taalgebruik blijkt een voorkeur voor de dialoog. Te opzichtige literaire taal gaat hij uit de weg. Hij gebruikt vaak korte, enkelvoudige mededelende zinnen, waardoor er sprake is van een staccatostijl. Zijn weemoedige en lichte toon staat in sterk contrast met de dramatische gebeurtenissen, die daardoor worden gerelativeerd.
| |
Traditie
Met name door zijn techniek en stijl is Verbogt vaak vergeleken met Nescio. In zijn benadering van het alledaagse - een combinatie van melancholieke bespiegelingen, een traag tempo en vriendelijke ironie - zijn met name zijn columns nogal eens in een adem genoemd met die van Simon Carmiggelt en Remco Campert.
| |
Kritiek
Opmerkelijk is dat zijn debuut zeer veel aandacht kreeg: zo'n dertig recensies verschenen er naar aanleiding van De feestavond. De meningen van de critici liepen nogal uiteen en dat is bij zijn volgende boeken eigenlijk niet veranderd. Zijn techniek en stijl worden meestal gunstig beoordeeld. De columns en korte verhalen en de vaak rake, humoristische typeringen erin worden in het algemeen geroemd. Aan de andere kant wordt hem vaak verweten dat hij met name in zijn romans te veel overhoop haalt en te veel suggereert en daardoor te weinig emotioneert of de personages onvoldoende uitdiept. Ook is wel opgemerkt dat hij
| |
| |
inhoudelijk te weinig oorspronkelijk zou zijn. Het oordeel van Lies Schut over Eindelijk de zee laat zien wat ook andere critici vaak opmerken over het werk van Thomas Verbogt: ‘[Het] is een onderhoudende roman die tot doorlezen dwingt, maar die niet werkelijk iets losmaakt, iets nieuws vertelt, verontrust of ontroert.’
| |
Publieke belangstelling
Hoewel Verbogts werk regelmatig en vrij uitvoerig wordt gerecenseerd, is hij als auteur nooit echt doorgebroken. Als schrijver van columns en korte verhalen is hij wel enigszins populair, waarschijnlijk doordat ze op een humoristische manier over herkenbare, alledaagse gebeurtenissen gaan zonder mensen echt te kwetsen, maar zijn romans worden minder gewaardeerd. Aanprijzingen van andere, meer bekende auteurs als Thomas Rosenboom en Arnon Grunberg hadden nauwelijks invloed. Toch is de promotieactie van zijn nieuwe uitgever vanaf 2007, Nieuw Amsterdam, niet zonder succes gebleven: vroeger werk is in twee verzamelbanden verschenen en later werk wordt vaker herdrukt.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Thomas Verbogt, Masker voor een kaal hoofd. Zeven zeefdrukken. Met zeefdrukken van Sven Hoekstra. Nijmegen 1977, [Eigen beheer]. |
Thomas Verbogt, De feestavond. Amsterdam 1981, De Bezige Bij, BB Literair, VB. |
Thomas Verbogt, Glazen schaduwen. Amsterdam 1984, Bert Bakker, R. |
Thomas Verbogt, De tucht. Nijmegen 1985, Joep Jaspers en Nop Maas, V. (opgenomen in Verhuld naakt) |
Thomas Verbogt, Sporen, geen verhalen. In: Olga Beumer en Thomas Verbogt, Stilzwijgend. Arnhem 1986, Nova Zembla, V. |
Adriaan van Dis, Mensje van Keulen, Thomas Verbogt, Tropenjaren, De zaak, Heden Christine. Utrecht/Antwerpen 1986, Veen, T. (2e druk van Heden Christine, Krommenie 2002, Nederlandse Vereniging voor Amateurtheater) |
Thomas Verbogt, Ooit Sakahama, Arnhem 1987, Gelderse Culturele Raad, Gelderse Cahiers nr. 4, T. |
Thomas Verbogt, Andere woorden. Arnhem 1987, Stichting PlaatsMaken, V. |
Thomas Verbogt, Nijlpaard in bad. Nijmegen 1988, Cadans, C. |
Thomas Verbogt, Zomergasten. Arnhem 1988, Stichting PlaatsMaken, V. (opgenomen in Onvolledig Landschaft) |
Thomas Verbogt, De promotiedromen. Inleiding Frans Kusters. Nijmegen 1988, Maas, Br. |
Thomas Verbogt, Onvolledig landschap. Utrecht/Antwerpen 1989, Veen, VB. |
Frans Kusters en Thomas Verbogt, Verhuld naakt. Uit het leven van Andries Kannebier. Oosterbeek 1990, Ravenberg Pers, VB. |
Thomas Verbogt, Elst, Lent. Arnhem 1990, Stichting Beeldende Kunst Gelderland, V. |
Thomas Verbogt, Grote drama's. Amsterdam/ Antwerpen 1991, Veen, T. |
Thomas Verbogt, Wat overblijft. Brummen 1991, De Geiten Pers, V. (opgenomen in De man bij een meer) |
Thomas Verbogt, Het laatste uur van de middag. Amsterdam/Antwerpen 1991, Veen, R. |
Thomas Verbogt, De tentoonstelling. In: Ronald Brouwer (samenst.), Indringers. Arnhem 1992, Theater van het Oosten, pp. 163-209, T. |
Thomas Verbogt, De man bij een meer. Amsterdam/Antwerpen 1992, Veen, VB. |
Thomas Verbogt, Opluchting. Arnhem 1993, Bibliotheek Arnhem, V. |
Thomas Verbogt, Gedroomd New York. Nijmegen 1993, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Verkeerde sneeuw. Amsterdam/Antwerpen 1994, Veen, R. (2e druk samen met De zomerval en De verdwijning: Amsterdam 2009, Nieuw Amsterdam) |
Thomas Verbogt, Fifth Avenue - St. Annastraat. Een Summer Holiday in Nijmegen. Nijmegen 1994, Dekker & van der Vegt, N. |
| |
| |
Thomas Rosenboom en Thomas Verbogt, Vijf jaar examenwerk Schrijversvakschool 1989-1993. Amsterdam 1994, Schrijversvakschool 't Colofon, E. |
Huib van Krimpen en Thomas Verbogt, Het schoone kennen veredelt de ziel. Arnhem 1994, Hijman Boeken, E. |
Thomas Verbogt, Donker Afrika. Nijmegen 1994, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Geen danstype. Amsterdam/Antwerpen 1995, Veen, C. |
Thomas Verbogt, Vrolijk België. Nijmegen 1995, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Verder. Arnhem 1996, Stichting voor Kunst en Cultuur Gelderland, V. |
Thomas Verbogt, Kleinzjwitserland. Nijmegen 1996, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Gebroken glimlach. Amsterdam/Antwerpen 1996, Veen, VB. |
Thomas Verbogt, Naast Noorwegen. Nijmegen 1997, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, De zomerval. Amsterdam/Antwerpen 1998, Veen, R. (3e druk samen met Verkeerde sneeuw en De verdwijning. Amsterdam 2009, Nieuw Amsterdam) |
Thomas Verbogt, Tussen stem en stilte. Arnhem 1998, Killa Kossa, V. |
Thomas Verbogt, De verdwijning. Amsterdam/Antwerpen 1999, Veen, R. (3e druk samen met Verkeerde sneeuw en De zomerval: Amsterdam 2009, Nieuw Amsterdam) |
Thomas Verbogt, Vanwege Mockba. Nijmegen 1998, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Ulan Bator. Nijmegen 1999, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, My generation. Amsterdam/Antwerpen 2000, Veen, VB. (2e vermeerderde druk, Amsterdam 2003, Pandora) |
Thomas Verbogt, Onze dagen. Amsterdam/Antwerpen 2001, Veen, R. (3e druk samen met Het ongeluk: Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam) |
Thomas Verbogt, Modern Macao. Nijmegen 2001, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Del mar. Nijmegen 2002, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Salieri > < Mozart. Eindhoven 2003, Stichting Amai, T. |
Thomas Verbogt, Laatste jongen op aarde. Arnhem 2003, Voornies, V. |
Thomas Verbogt, Het ongeluk. Amsterdam/Antwerpen 2003, Veen, R. (2e druk samen met Onze dagen: Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam) |
Carianne Schellevis, Ton Schimmelpenninck en Thomas Verbogt, Van Boekman tot Schimmelpenninck. De kleine geschiedenis van een boekhandel op de Weteringschans. Amsterdam 2003, Boekhandel Schimmelpenninck, E. |
Thomas Verbogt, Zo gaan die dingen. Amsterdam/Antwerpen 2004, Veen, VB. |
Rascha Peper en Thomas Verbogt, Terug naar Brummen. Brummen 2004, De Geiten Pers, Br. |
Thomas Verbogt, Ooit Sahara. Nijmegen 2004, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Minder Wenen. Nijmegen 2005, De Vliegende Jongens, V. |
Tamar van den Dop en Thomas Verbogt, Blind. Amsterdam 2006, Podium, R. |
Thomas Verbogt, Hart van De Dijk. Amsterdam 2006, Nijgh & Van Ditmar, E. |
| |
| |
Thomas Verbogt, Dichtbij aan zee. Nijmegen 2006, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Schrijven is ritme. Antwerpen/Amsterdam 2007, Augustus, De schrijfbibliotheek, E. |
Flip Broekman en Thomas Verbogt, Oud vuil. Amsterdam 2007, Hummelinck Stuurman Theaterproducties, T. |
Thomas Verbogt, Eindelijk de zee. Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam, R. |
Thomas Verbogt, Echt iets voor jou. Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam, VB. (enkele verhalen zijn eerder opgenomen in Geen danstype, My generation en Zo gaan die dingen) |
Thomas Verbogt, Niemandsland. Nijmegen 2007, De Vliegende Jongens, V. |
Thomas Verbogt, Verdwenen tijd. Amsterdam 2009, Nieuw Amsterdam, R. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Wam de Moor, Veredeld gewas uit het achtertuintje van de Nijmeegse literatuur. In: De Tijd, 16-10-1981. (over De feestavond) |
Atte Jongstra, De veiligheid van de afstand. In: De Gooi- en Eemlander, 11-11-1981. (over De feestavond) |
Wiel Kusters, Debuut van Thomas Verbogt: Zachtaardige buitenstaanders. In: NRC Handelsblad, 13-11-1981. (over De feestavond) |
Frans de Rover, Gewoon een beetje hupsen. Twee debutanten zonder feest. In: Vrij Nederland, 21-11-1981. (over De feestavond) |
Cees van der Pluijm en Berit Sluyters Vogelzang, ‘Iedereen die meer zegt dan nodig is, vind ik al iets minder’. In: Tegenspraak, jrg. 5, nr. 12, november 1981, pp. 3-4. |
Wim Sanders, Wereldjes vol klein leed. In: Het Parool, 4-12-1981. (over De feestavond) |
Piet Valkman, Hollands getto van de ego. In: Elsevier, 6-2-1982. (over De feestavond) |
Rob Schouten, Een nieuwe lente, geen nieuw geluid. In: Trouw, 29-4-1982. (over De feestavond) |
Jan Zitman, De taal, je moet er altijd op oefenen. In: Tubantia, 8-6-1982. (interview) |
Corine Spoor, Thomas Verbogt en de generatie van het grote cliché. Schrijven tegen de kilheid van de tijd. In: De Tijd, 24-2-1984. (interview) |
Wam de Moor, Het oprechte medelijden met dakloze fietsen. In: De Tijd, 6-4-1984. (over Glazen schaduwen) |
Rob Schouten, Het verschil tussen daders en schuldigen. In: Trouw, 14-6-1984. (over Glazen schaduwen) |
Ton Verbeeten, Eerste toneelstuk van Thomas Verbogt in première: ‘Ik ben geen vriend van grote symbolen’. In: De Gelderlander, 3-5-1985. (interview) |
Paul Sars, Interview met Thomas Verbogt. In: Randschrift, jrg. 1, nr. 4, augustus 1985, pp. 29-38. |
Hans Schmidt, Thomas Verbogt. In: Adriaan van Dis, Mensje van Keulen, Thomas Verbogt, Tropenjaren, De zaak, Heden Christine, Utrecht/Antwerpen 1986, pp. 93-100. (interview) |
Reinjan Mulder, Stuurloos de heuvel af. In: NRC Handelsblad, 2-2-1990. (over Onvolledig landschap) |
Doeschka Meijsing, Het geheimzinnig verbond. In: Elsevier, 3-2-1990. (over Onvolledig landschap) |
Arnold Heumakers, Chaotische relaties met vrouwen. In: de Volkskrant 2-3-1990. (over Onvolledig landschap) |
Wim Vogel, Weggelopen op een mooie vakantiedag. Het knappe verzwijgen in de verhalen van Thomas Verbogt. In: Vrij Nederland, 17-3-1990. (over Onvolledig landschap) |
Jeroen Kuypers, Thomas Verbogt: ‘Niet meer schrijven staat voor mij gelijk aan zelfmoord’. In: De vrije, jrg. 93, nr. 11, november 1990, pp. 11-12. (interview) |
Kester Freriks, Grote Drama's vol met tintelende dialogen. In: NRC Handelsblad, 27-1-1991. (over de opvoering van Grote Drama's) |
Carolien Zilverberg, Niets mag mij zomaar overkomen. In: NRC Handelsblad, 6-12-1991. (over Het laatste uur van de middag) |
J.A. Dautzenberg, Het is allemaal zo spijtig. In: de Volkskrant, 13-12-1991. (over Het laatste uur van de middag) |
Alfred Kossmann, De hoofdpersoon had best een keertje mogen lachen. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 10-1-1992. (over Het laatste uur van de middag) |
Doeschka Meijsing, Laffe stoplapjes: Halve roman van Thomas Verbogt. In: Elsevier, 15-2-1992. (over Het laatste uur van de middag) |
Doeschka Meijsing, Zij die geen mond opendoen. Melancholieke schetsen van Thomas Verbogt. In: Elsevier, 13-2-1993. (over De man bij een meer) |
Anthony Mertens, Nadrukkelijk broeierig. In: De Groene Amsterdammer, 17-8-1994. (over Verkeerde sneeuw) |
T. van Deel, Hoe het afloopt, moet niet
|
| |
| |
worden verklapt. In: Trouw, 26-8-1994. (over Verkeerde sneeuw) |
Doeschka Meijsing, De stilte van vroeger. In: Elsevier, 21-1-1995. (over Verkeerde sneeuw) |
A. Koopman, Tastenderwijs en enigszins verdoold rondgaan. Thomas Verbogt toont zich geboren columnist in ‘Geen danstype’. In: Apeldoornse Courant, 7-6-1995. |
Gerrit Jan Zwier, De vonk van heden naar verleden. In: Leeuwarder Courant, 10-1-1997. (over Gebroken glimlach) |
Robert Anker, Een woestijn van onverschilligheid. In: Het Parool, 24-4-1998. (over De zomerval) |
Wim Vogel, Meesterproef van Thomas Verbogt. In: Haarlems Dagblad, 30-4-1998. (over De zomerval) |
Jeroen Vullings, Zal ik er een leuk papiertje omheen doen? In: Vrij Nederland, 2-5-1998. (over De zomerval) |
Elsbeth Etty, Stalmeester in de amusementshel. In: NRC Handelsblad, 8-5-1998. (over De zomerval) |
Arjan Peters, ‘Meneer, ik heb maar twee paar handen’. Achter Verbogts observaties gaat kalme wanhoop schuil. In: de Volkskrant, 17-7-1998. (over De zomerval) |
Janita Monna, Wie leert mij wat? In: Tijdschrift Schrijven, jrg. 2, nr. 4, juli-augustus 1998, pp. 12-13. (interview) |
Bart Vervaeck, Heel veel is jammer. In: De Morgen, 11-2-1999. (over De zomerval) |
Wilfred Takken, Een zielige hufter in de provincie. In: NRC Handelsblad, 10-9-1999. (over De verdwijning) |
Robert Anker, Wezenloos Arnhem. In: Het Parool, 10-9-1999. (over De verdwijning) |
Hans Gulpen, ‘Opeens zie je jezelf en schrikt’. In: De Gelderlander, 15-9-1999. (interview) |
Arjan Peters, Veel praten, maar niets zeggen. In: de Volkskrant, 17-9-1999. (over De verdwijning) |
Wim Vogel, Versplinterende levens in nieuwe roman van Thomas Verbogt. ‘De verdwijning’, tussen melancholie en ironie. In: Haarlems Dagblad, 30-9-1999. |
Carla Boogaards, Omhels me en laat me daarna met rust. In: Hervormd Nederland, 15-1-2000. (interview) |
Hans Warren, Popmuziek volgens Thomas Verbogt. Herkenning voor hele generatie. In: Haarlems Dagblad, 18-5-2000. (over My generation) |
Max Pam, Liever drank & drugs dan pretenties. In: HP/De Tijd, 9-6-2000. (over My generation) |
Stine Jensen, Allemaal meiden achter me aan. Drie auteurs over popmuziek en verlangen. In: NRC Handelsblad, 7-7-2000. (over My generation) |
Robert Anker, Paniek, melancholiek. In: Het Parool, 27-4-2001. (over Onze dagen) |
Wim Vogel, Op zoek naar momenten van geluk. Roman ‘Onze dagen’ van Thomas Verbogt treffende analyse van moderne grotestadsleven. In: Haarlems Dagblad, 27-4-2001. |
T. van Deel, Want al onze dagen gaan voorbij. In: Trouw, 28-4-2001. (over Onze dagen) |
Ingrid Hoogervorst, Vileine roman van Thomas Verbogt. In: De Telegraaf, 1-5-2001. (over Onze dagen) |
Arjan Peters, Spotlustige kenschetsen. In: de Volkskrant, 4-5-2001. (over Onze dagen) |
Thomas van den Bergh, Plekken van het geluk. In: Elsevier, 5-5-2001. (over Onze dagen) |
Elsbeth Etty, Stilstaan bij tijd, spijt en herinnering. In: NRC Handelsblad, 25-5-2001. (over Onze dagen) |
Solange Leibovici, Een echte tearjerker. In: De Groene Amsterdammer, 2-6-2001. (over Onze dagen) |
Hilde Proot, De valse volheid van het leven. In: De Standaard, 14-6-2001. (over Onze dagen) |
Onno Blom, Op zoek naar de extase van weleer. In: Vrij Nederland, 23-6-2001. (over Onze dagen) |
Hans Warren, Kiezen tussen slaafsheid of de barre weg van de vrijheid. In: Noordhollands Dagblad, 8-9-2001. (over Onze dagen) |
Arie Storm, De waarheid is een geheim. In: Het Parool, 19-9-2003. (over Het ongeluk) |
Arjan Peters, Angst voor geluk, het zal wel. Thomas Verbogt laat voortdurend alarmbellen afgaan. In: de Volkskrant, 19-9-2003. (over Het ongeluk) |
| |
| |
Marja Pruis, Een onvervalste Verbogt. In: De Groene Amsterdammer, 20-9-2003. (over Het ongeluk) |
Wim Vogel, Vakkundig en knap maar nergens rakend. In: Haarlems Dagblad, 20-9-2003. (over Het ongeluk) |
Pieter Steinz, Ik kwam, ik zag, ik ging nergens heen. Thomas Verbogt schrijft opnieuw over een verdwenen vrouw. In: NRC Handelsblad, 26-9-2003. (over Het ongeluk) |
Henk Aalbers, Thomas Verbogt: ‘Mensen maken zichzelf iets wijs’. In: Noordhollands Dagblad, 14-10-2003. (interview) |
Elsbeth Etty, Op zoek naar argeloosheid. In: NRC Handekblad, 17-10-2003. (interview) |
Arie Storm, Ontroerend en om te lachen. In: Het Parool, 2-12-2004. (over Zo gaan die dingen) |
Arnold Heumakers, Schrik niet van de wereld. In: NRC Handelsblad, 14-1-2005. (over Zo gaan die dingen) |
Pieter Sierksma, Opgroeien is voor zeikerds. In: Trouw, 11-3-2006. (over My generation) |
Lies Schut, Ware liefde. In: De Telegraaf, 21-1-2007. (over Blind) |
Sonja de Jong, Thomas Verbogt wil veel te veel tegelijk. In: Haarlems Dagblad, 2-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Maarten Moll, Van rock-'n-roll naar stilstand. In: Het Parool, 7-6-2007. (interview) |
Jaap Goedegebuure, Zacht zeurende melancholie. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 9-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Atte Jongstra, Terloopse menselijkheid. In: Leeuwarder Courant, 15-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Edith Koenders, Narcisme, Theo van Gogh en zinloos geweld. In: de Volkskrant, 15-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Pieter Steinz, Het geheim ontglanst. Verbogt gooit hoge ogen in de Campert-lookalike-test. In: NRC Handelsblad, 15-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Max Pam, Oprechte treurigheid. In: HP/De Tijd, 22-6-2007. (over Eindelijk de zee) |
Lies Schut, Terug naar de kust. Nieuwe roman van Thomas Verbogt. In: De Telegraaf, 21-7-2007. (over Eindelijk de zee) |
Herman Stevens, Schrijfbeest. In: HP/De Tijd, 6-3-2009. (interview) |
Arie Storm, Een ondraaglijk licht bestaan. In: Het Parool, 20-5-2009. (over Verdwenen tijd) |
Fleur Speet, Zoektocht naar een diepste herinnering. In: Het Financieels Dagblad, 30-5-2009. (over Verdwenen tijd) |
Ewoud Kieft, Hier ruist sfeervolle rust. In: NRC Handelsblad, 5-6-2009. (over Verdwenen tijd) |
Katja de Bruin, Mijn publiek wordt steeds groter. In: VPRO Gids, 6-6-2009. (interview) |
Jeroen Vullings, Of zoiets. In: Vrij Nederland, 6-6-2009. (over Verdwenen tijd) |
Daniëlle Serdijn, Uitzien naar de grote dikke nietsontziende Nijmeegse roman. De jaren zeventig volgens Thomas Verbogt. In: de Volkskrant, 12-6-2009. (over Verdwenen tijd) |
Frank van Dijl, Dood door schuld. In: HP/De Tijd, 12-6-2009. (over Verdwenen tijd) |
Kees 't Hart, Niet de oplossing maar het peinzen. In: De Groene Amsterdammer, 19-6-2009. (over Verdwenen tijd) |
Teunis Bunt, Verbogt wil alles verklaren. In: Nederlands Dagblad, 4-9-2009. (over Verdwenen tijd) |
Elsbeth Etty, Argeloos vooraan in het peleton. Over de boeken van Thomas Verbogt. In: Ons erfdeel, jrg. 53, nr. 3, augustus 2010, pp. 16-23. (over het generatiegebonden karakter van het oeuvre) |
119 Kritisch lit. lex.
november 2010
|
|