| |
| |
| |
Wanda Reisel
door Josje Kraamer
met een aanvulling door Dick van der Klis
1. Biografie
Wanda Reisel is geboren op 24 november 1955 in Willemstad op Curaçao. Haar ouders, die tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar ondergedoken hadden gezeten, waren in 1948 uit angst voor de Koude Oorlog daarheen verhuisd. In 1960 keerde het gezin naar Amsterdam terug. Wanda's vader was internist, haar moeder verpleegster. Het gezin telde zeven kinderen. Wanda's oudste broer kwam om het leven bij een auto-ongeluk toen hij twaalf jaar was, wat een onuitwisbare indruk maakte op het hele gezin. Zij groeide op in een liberaal joods milieu, waarin cultuur een grote rol speelde, met name beeldende kunst en muziek. Als kind speelde ze veel toneel.
In Amsterdam bezocht zij van 1968 tot 1974 het Spinozalyceum, afdeling gymnasium alfa. Daarna studeerde zij anderhalf jaar geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 1976 begon zij aan de regieopleiding van de Amsterdamse Theaterschool, die zij in 1981 afrondde.
Wanda Reisel schrijft proza, toneel en tv- en filmscenario's. Zij regisseerde aanvankelijk enkele van haar eigen toneelstukken, maar stopte daarmee toen zij merkte dat ze als auteur te weinig afstand kon nemen tot de tekst. Artikelen en verhalen van haar verschenen onder andere in Toneel Theatraal, NRC Handelsblad, De Gids, De Groene Amsterdammer, De Revisor, Raster, Maatstaf, Bunker Hill en de Volkskrant. Baby Storm (1996) en Een man een man (2000) stonden beide op de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Witte Liefde (2004) haalde de shortlist van de AKO Literatuurprijs en verwierf in 2007 de Anna Bijnsprijs. Het scenario voor de tv-film Dwaalgast kreeg in 2003 een Gouden Kalf voor het
| |
| |
beste korte tv-drama. Werk van haar is in het Duits vertaald. Wanda Reisel is gehuwd en woont in Amsterdam. Zij heeft geen kinderen, omdat zij vindt dat die niet zijn te combineren met het schrijverschap. In een interview in 2005 zei ze daarover: ‘Schrijver zijn betekent buitenstaander zijn en kinderen dwingen je het volle leven in.’
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Visie op de wereld
In de optiek van Wanda Reisel bestaat de werkelijkheid uit twee lagen: enerzijds is er een rationele, beregelde laag; anderzijds gaat onder die maatschappelijke buitenkant een meer verborgen wereld schuil, een intieme binnenwereld, waar chaos heerst. Het is de spanning tussen deze twee lagen die de thematiek van haar romans, verhalen en toneelteksten beheerst.
| |
Thematiek
De personages in het werk van Reisel worden door haar in een aanvankelijk rustige wereld geplaatst, die echter na verloop van tijd als het ware aan het schuiven gaat; de verhaalfiguren komen geleidelijk in een verontrustende omgeving terecht, waar de wetten van de rede het veld moeten ruimen voor de onzekerheden van het gevoel. Het werk van Reisel draait telkens weer om de vraag in hoeverre de verhaalfiguren er uiteindelijk in slagen rede en gevoel met elkaar in harmonie te brengen. Het instrument dat een brug kan slaan tussen die twee uitersten, blijkt vaak taal te zijn. Kester Freriks omschreef, naar aanleiding van de in Heimwee verzamelde toneelteksten, Reisels thematiek als volgt: ‘het perspectief [verschuift] herhaaldelijk van de realiteit naar een surreële wereld, naar een werkelijkheid waar de alledaagse wetten van oorzaak en gevolg niet gelden. Met de maatschappelijke werkelijkheid hebben de personages van Wanda Reisel weinig op. Zij staan daar ver vanaf, levend in hun eigen verbeelding. Met hun woorden reiken ze echter naar die concrete wereld.’
Deze thematiek wordt op verschillende niveaus uitgewerkt: in de structuur van het werk, in de verwerking van motieven en in de wijze waarop de personages tegenover elkaar worden geplaatst.
| |
Techniek
Thematiek
In het titelverhaal van Jacob's tocht hanteert Reisel een montage-achtige techniek, waarbij in korte scènes heden en verleden elkaar snel afwisselen. Deze structuur heeft tot gevolg dat de lezer niet goed een midden weet te vinden tussen wat er nu werkelijk plaatsvindt en wat slechts wordt gevoeld door het hoofdpersonage, Elena Jacobi. De lezer wordt in een positie gemanoeuvreerd waarin hij in hoge mate op zijn intuïtie moet
| |
| |
afgaan. Daarmee bevindt hij zich in min of meer dezelfde situatie als de protagonist. Elena Jacobi probeert het onbekende leven van haar vader in kaart te brengen. Zij doet dit door haar verbeelding aan het werk te zetten; zij ‘observeert’ haar vader nauwkeurig in allerlei situaties waar ze onmogelijk gedetailleerd van op de hoogte kan zijn. Elena Jacobi's tocht speelt zich dan ook voornamelijk in haar hoofd, in taal af; met woorden probeert zij het raadsel dat het leven van haar vader is te ontsluieren.
In het werk van Wanda Reisel ontstaat daar waar het verstand op een harmonieuze wijze met het gevoel in evenwicht wordt gebracht een soort schemergebied, ook letterlijk. Er wordt in haar verhalen, romans en toneelteksten vaak verwezen naar het uur tussen hond en wolf, wanneer de dag voorbij is en de nacht nog niet begonnen; het spel met de verschillende schakeringen van het licht vormt een terugkerend motief. De personages in het werk van Reisel streven ernaar ‘het blauwe uur’, het schemeruur waarnaar ook de roman met die titel verwijst, zo lang mogelijk te rekken. Bijna aan het slot van ‘Jacobi's tocht’ bekijkt Elena in de schemering de lucht boven haar, ‘die mooi aarzelt tussen dag of nacht. De wolken krijgen een oneindige diepte doordat ze van onder af beschenen worden door het felle oranje licht.’ En, voegt Elena daaraan toe: ‘Als kind fantaseerde ik, net als nu, hoe het zou zijn om op wolken te lopen. En ik nam mij voor om in dat oneindige landschap te gaan leven.’
Een tweede veel voorkomende motievenreeks in het werk van Reisel wordt gevormd door verwijzingen naar de kindertijd. Kinderen hebben (nog) geen verschil aangebracht tussen de schijn van de buitenkant en de werkelijkheid van de intieme binnenwereld. In Het beloofde leven probeert de hoofdfiguur Vera haar dierbare kindertijd op te roepen door in het oude huis van haar ouders te gaan wonen, in plaats van het te verkopen, zoals zij met haar broer heeft afgesproken. Toch kan zij in de voormalige ouderlijke woning het gevoel uit haar kindertijd niet terugvinden. Alleen in een schemerige bioscoop keert dat gevoel soms terug: ‘Film, het bewegende beeld, de duisternis, dat waren de betoveringen die haar restaureerden, die de schrammen opgedaan in het dagelijks leven deden genezen.’
| |
| |
De thematiek krijgt niet alleen een uitwerking op het niveau van de structuur en de motieven, maar wordt ook benadrukt door de wijze waarop Reisel de verschillende personages in haar werk tegenover elkaar plaatst. Reisels verhaalpersonages mogen niet als ‘psychologische karakters’ zonder meer worden opgevat, maar kunnen voor een deel misschien beter worden getypeerd als ‘maskers’ - een term die door Harry Mulisch veelvuldig gebruikt is ter toelichting van de wijze waarop hij met zijn verhaalpersonages omspringt, en waarmee Mulisch doelt op het feit dat de personages in zijn romans en verhalen vooral een rol spelen (vandaar de term ‘masker’) ter ondersteuning van de thematiek. In het werk van Reisel komen drie groepen personages voor. Allereerst zijn er de personages die zich uitsluitend laten leiden door rationele en zakelijke motieven. In Het beloofde leven zijn dit bij voorbeeld de makelaar Martin Herlaar en de filmproducent Frank Fos. In de toneeltekst ‘Op de hellingen van de Vesuvius’ (in Heimwee) wordt die rol vervuld door de nuchtere Fanny. Ten tweede zijn er de personages die zich op een onbeheersbare wijze laten meeslepen door hun emoties: de grillige Adriaan Karton in Het blauwe uur, Adler in Het beloofde leven, de dichter Giacomo Leopardi in ‘Op de hellingen van de Vesuvius’. Tot slot zijn er de personages, meestal de hoofdfiguren, die tussen deze twee uitersten heen en weer worden geslingerd. In Het blauwe uur wordt het rustige, geordende leven van Emy Andersen verstoord door Adriaan Karton. Deze Karton, een jeugdvriend, zuigt Emy mee in een duistere onderwereld van wapenhandel, prostitutie en niet meer te beheersen obsessies en verlangens. Uiteindelijk weet Emy die duistere wereld op een harmonieuze wij ze te integreren in haar eigen bestaan: ‘Ik wist nu zeker dat ik Adriaan
Karton nooit meer in mijn leven zou ontmoeten. Maar mijn liefde zou niet in de tijd verdwijnen. Die zou altijd bij me blijven, als een slapend roofdier dat in het blauwe uur ontwaakt, bij het minste geritsel klaar om toe te slaan. [...] Ik neuriede een deuntje en zette er de pas in.’
| |
Traditie / Verwantschap
Uit de wijze waarop Wanda Reisel haar thematiek verwerkt, spreekt een zorgvuldige aanpak. Reisel schrijft zeker geen eenduidig realistisch werk, het is eerder zo dat in haar werk een
| |
| |
meerduidige gelaagdheid opvalt. Wat dat betreft, kan haar werk vergeleken worden met dat van een auteur als Mulisch, zijn naam viel al eerder, die weliswaar erkent dat de door hem gecreëerde verhaalwereld meestal een beginpunt heeft in een (voor de lezer) herkenbare werkelijkheid, maar die tegelijkertijd benadrukt dat zijn schrijven van dien aard is ‘dat het in de werkelijkheid begint en ergens anders eindigt’. Mulisch verklaarde dit in een interview, en het is opvallend dat Wanda Reisel, ook in een interview, iets soortgelijks opmerkt als zij zegt dat zij het werk waardeert van auteurs die situaties tekenen ‘waarin je trapje voor trapje afdaalt in een andere wereld’. De uitgangssituatie van haar werk is wellicht ‘realistisch’, de uitkomst ervan zeker niet. Dít aspect ervan, gecombineerd met de zorgvuldige verwerking van thema en motieven, heeft ertoe bijgedragen dat haar werk in verband is gebracht met het zogeheten Revisor-proza, dat geschreven werd door auteurs als Canaponi, Kellendonk, Kooiman, Matsier en Doeschka Meijsing. Een derde aspect dat bij die vergelijking een rol speelt, is het volgende. Een verhaal als ‘Jacobi's tocht’ kan gelezen worden als een onderzoek naar de werking van de verbeelding: er gebeurt eigenlijk niets in, de ‘gebeurtenissen’ uit het verleden worden in het heden in een verhaal gezet. In opzet en uitwerking vertoont het verhaal ‘Jacobi's tocht’ een opvallende gelijkenis met Kellendonks De nietsnut (1979). Het onderzoek naar de werking van de verbeelding is een kenmerk dat het Revisor-proza in hoge mate typeert.
| |
Ontwikkeling
Opmerkelijk is dat ook de ontwikkeling van het werk van Wanda Reisel parallel loopt met die van de Revisor-auteurs. Van schrijvers van knap geconstrueerde, vaak korte romans ontwikkelden zij zich tot vertellers van meer epische, langere teksten, waarin naast nog altijd knappe constructies ook niet-functioneel ‘straatrumoer’ een voorname rol is gaan spelen. Hoewel het niet helemaal onproblematisch is deze lijn zo scherp te trekken (het is bij voorbeeld de vraag of het werk van Van der Heij den werkelijk zo sterk afwijkt van dat van Canaponi, zoals vaak wordt beweerd), moet geconstateerd worden dat een roman als Het beloofde leven inderdaad volgepropt is met allerhande straatrumoer (er wordt verwezen naar actuele poli- | |
| |
tieke situaties die via ‘het Amerikaanse kabelnet’ door de hoofdpersoon op de voet gevolgd worden. Allerlei modieuze tijdverschijnselen, zoals de opkomst van de door de steden dravende joggers, worden op de hak genomen. Bovendien lijkt Reisel een zorgvuldige constructie - zo kenmerkend voor Jacobi's tocht en Het blauwe uur - enigszins ondergeschikt te maken aan een breed uitgesponnen verhaallijn.
Beide elementen - actualiteit en een meer epische verhaallijn - komen sterk naar voren in Nacht over Westwoud (2011). Vreemdelingenhaat speelt in deze roman een centrale rol. Reisel laat haar verontrusting zien over de tijdgeest die door het populisme wordt beheerst. De ongefundeerde beschuldiging van verkrachting en poging tot doodslag van een buitenlander door de inwoners van het idyllische dorpje Westwoud is een voorbeeld van een gebeurtenis die gemakkelijk kan escaleren, zo blijkt in de roman. Ook de joden, in de persoon van hoofdfiguur Levi Levi, worden bedreigd.
Deze Levi is een typisch Reisel-personage. Als waarnemend huisarts - waarnemend, in letterlijke én figuurlijke betekenis - is hij de ultieme buitenstaander. Herkenbaar uit ander werk van Reisel is ook de façade: lang laat Levi een brief van zijn moeder uit angst voor het ongewisse ongelezen, maar als hij hem uiteindelijk toch leest, blijkt dat zijn vader een masker heeft gedragen: deze heeft een heel ander, minder heldhaftig oorlogsverleden dan de zoon altijd had gedacht.
Met deze roman combineert Reisel, naar eigen zeggen, voor het eerst de twee hoofdlijnen in haar werk: het psychologisch-familiale en het politiek-sociale. Wat in het begin een traditionele doktersroman of een streekroman lijkt, mondt uit in een politiek geëngageerd verhaal.
De psychologisch-familiaire lijn is dominant in eerdere romans als Baby Storm (1996), Een man een man (2000), Witte liefde (2004) en Die zomer (2008). Zo is de hoofdpersoon van Baby Storm, een bijna zesentwintigjarige vrouw, iemand die buiten het maatschappelijk proces staat. Ze wil wel deelnemen, maar blijft toch altijd buitenstaander. Ze vlucht in een wereld van woorden, dromen en fantasieën. Het gevolg daarvan is dat, net als in Jacobi's tocht, soms onduidelijk is wat werkelijk plaatsvindt en wat
| |
| |
verbeelding is. En net als Elena Jacobi zoekt de vrouw in eenzaamheid een manier om in het leven te staan, om wezenlijk contact te leggen met anderen, maar ze vindt haar identiteit niet. In baby Storm, een kind van een vriendin van haar, projecteert ze vergeefs haar hoop op een betere tijd.
Dat het onmogelijk is jezelf en een ander helemaal te doorgronden, blijkt ook in Een man een man. Het motto van deze roman, ‘De ziel van een ander is een donker bos’ (Saul Bellow), is veelzeggend. De beide hoofdpersonen, Duco en Eden, proberen wel vrienden te blijven, maar een diepgaande relatie blijkt uiteindelijk onmogelijk: Eden vermoordt Duco, omdat deze telkens op een onaangename manier ingrijpt in zijn leven.
Dat ook tussen man en vrouw een ‘echte’ relatie onbereikbaar is, laat Witte liefde (2004) zien. De hartstochtelijke buitenechtelijke verhouding die hoofdpersoon Ro(sa) begint, houdt geen stand: ze blijft bij haar echtgenoot. Het verstand overwint het gevoel. Terwijl hun relatie vervolgens voortkabbelt, maakt zij gebruik van haar verbeelding om aan de sleur te ontsnappen.
Het motief van kinderen die nog geen verschil kennen tussen de intieme binnenwereld en de buitenwereld komt terug in Die zomer (2008). In deze coming-of-age-roman brokkelen voor de zeventienjarige Dana langzaam de zekerheden en de veiligheid van de kindertijd af. Ze moet leren omgaan met de vrijheid van de jongerencultuur in het Amsterdam van 1970, onder andere op seksueel gebied, om haar onafhankelijkheid te verwerven en haar identiteit te ontdekken. Net als in Een man een man leven vriendschap, in dit geval met vriendin Tessa, die de totale vrijheid beleeft, alleen teleurstellingen op.
| |
Ontwikkeling / Relatie leven/werk
Plattegrond van een jeugd (2010) is te beschouwen als de laatste in een reeks romans met autobiografische uitgangspunten, waarin Reisels ouders en het huis waarin zij opgroeide, een grote rol spelen. In Jacobi's tocht verwerkte zij haar herinneringen aan haar vader, Witte liefde beschrijft gebeurtenissen die haar moeder overkomen zijn - er staat zelfs een foto van haar op het voorplat van deze roman - en Die zomer laat zien hoe Reisel haar eigen volwassenwording heeft beleefd. Al deze verhalen convergeren in Plattegrond van een jeugd. In dit boek leidt Reisel de lezer rond in haar ouderlijk huis aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam.
| |
| |
De beschrijving van de vertrekken is verweven met jeugdherinneringen. Die brengen de verbeelding op gang, waardoor de autobiografische gedeelten worden afgewisseld met fictionele verhalen.
De auteur wil zichzelf met dit boek rekenschap geven van de wijze waarop ze volwassen is geworden; anders gezegd: hoe ze buiten de beschermde wereld van haar ouders de echte wereld heeft ontdekt. Maar de belangrijkste vraag in het leven is volgens Reisel de zoektocht naar je identiteit. Het is haar gebleken, verklaarde ze in een interview, dat ze net als haar personages buiten het maatschappelijk proces staat. Omdat ze te hoge eisen aan de kwaliteit van het leven stelt, blijft ze een buitenstaander. Taal is niet in staat de eenzaamheid te doorbreken die daarvan het gevolg is. Daarnaast wordt in de roman zichtbaar hoe ze schrijfster is geworden. Allerlei elementen uit eerdere verhalen en romans keren hier terug. Ze maakt bijvoorbeeld duidelijk dat Witte liefde is geschreven om haar houding omtrent het karakter van haar moeder te bepalen.
| |
Visie op de wereld / Kunstopvatting
Het is duidelijk dat er in de wereld van Reisel veel mis gaat. Mensen doen zich anders voor dan ze werkelijk zijn; ze leven achter een façade. Reisel wil die doorbreken door het verhaal te vertellen dat achter de façade speelt. Ze beschrijft daarom niet de ‘echte’ wereld, maar de wereld van het bewustzijn. Het gaat erom hoe de mensen ervaren wat hun overkomt: de binnenwereld is belangrijker dan de buitenwereld. Het gevolg is dat haar werk soms absurdistische trekken vertoont. Raadselachtigheid en chaos vormen volgens haar het fundament van de wereld, waarin het toeval regeert. Begrijpelijkheid en duidelijkheid zijn simplificaties en tonen alleen een schijnorde in de chaos. Ze geven het houvast dat we nodig hebben. Wezenlijke relaties tussen mensen zijn niet mogelijk. Zelfs met taal kunnen ze elkaar niet bereiken. Toch blijven ze altijd op zoek naar iets of iemand om zich aan te hechten. Keer op keer zijn ze echter op weg naar de volgende ontgoocheling.
| |
Traditie
Dit hele gedachtegoed lijkt sterk op de opvattingen van W.F. Hermans. Reisel noemde hem in een interview dan ook ‘mijn echte leraar Nederlands’. Verder heeft Patrick Modiano veel invloed op haar gehad, met name in het belang van de zoek- | |
| |
tocht naar de identiteit in een chaotische buitenwereld.
| |
Techniek
Het meest kenmerkende aan de werkwijze van Reisel is te vinden in wat zij in 2012 zei in een interview: ‘Het trekt me aan om met iedere roman een iets andere vorm toe te passen, waarbij ik steeds vanuit een andere hoek kijk.’ Vrijwel altijd begint zij een roman met een bijna filmische scène, maar daarna varieert de opbouw. Zo kent Het beloofde leven een niet-chronologische, verbrokkelde opbouw, waarin verschillende vertellers aan het woord zijn. Baby Storm laat de verwarrende gedachten en gevoelens van de ik-verteller zien. In Een man een man wisselen heden en verleden elkaar af. Witte liefde is een raamvertelling met een wisselend perspectief. Plattegrond van een jeugd is, zoals gezegd, een mengvorm van autobiografie en fictie. In Nacht over Westwoud is de verteltechniek weer anders: deze roman heeft een thrillerachtige, chronologische opbouw, waarin onder andere flashbacks de spanning verhogen. Een heel ander structureel element bestaat uit allerlei genadeloze portretten van de patiënten uit het dorp, die geschreven zijn door Levi's collega Simons, die hij tijdelijk vervangt.
| |
Techniek / Thematiek
Wat haar toneelstukken betreft, heeft Kester Freriks er in zijn inleiding bij Tien stuks (2006) op gewezen dat Reisel niet zozeer een bouwer is van hechte plots of dwingende structuren. Het verhaal staat bij haar niet voorop. Het gaat er, net als in haar proza, om dat de personages, balancerend tussen redelijkheid en emotionaliteit, een strijd met anderen aangaan door middel van taal. Het begin is vaak een verrassend woord of een onverwachte zinswending. Door de taal ontstaan op een gegeven ogenblik misverstanden, waardoor mensen elkaar niet bereiken. Het hoogst haalbare zijn enkele momenten van geluk. Freriks concludeert: ‘We zijn getuige van verlangen naar begrip en tegelijk van de onmogelijkheid daarvan. De taal is het enige houvast. En juist de taal is ongrijpbaar, zoals dromen, zoals illusies.’
| |
Traditie
Reisel is in dit opzicht duidelijk beïnvloed door Harold Pinter. Van hem is het motief van de indringer afkomstig, de buitenstaander die binnendringt in een samenzijn van twee of meer personen, met alle dramatische gevolgen van dien. In ieder geval brengt die buitenstaander, zoals het titelpersonage in De
| |
| |
vliegenier (1990), de personages tot inzicht in de onderlinge verhoudingen en de eigen identiteit.
| |
Stijl
Net als de techniek wisselt ook het taalgebruik van Reisel sterk per boek. In Jacobi's tocht vallen de korte zinnen op, wat een soms wat hortende, maar in ieder geval suggestieve en beeldende stijl tot gevolg heeft. Het blauwe uur is daarentegen geschreven in volzinnen, zonder dat het sterk beeldende en suggestieve vermogen van het proza daaronder heeft geleden. In Het beloofde leven is de vertelstijl exuberanter; er wordt vaak van toon gewisseld. De stijl past bij wat beschreven wordt; bovendien worden de gebeurtenissen weergegeven vanuit het perspectief van steeds andere personages. Deze twee principes heeft Reisel ook in de volgende romans toegepast: Baby Storm bijvoorbeeld wordt gekenmerkt door de toon en taal van jonge vrouwen van in de twintig; Witte liefde biedt levendige typeringen van de koloniale, mondaine sfeer van Curaçao in de jaren vijftig; in Die zomer zijn de typeringen van de jongerencultuur vaak ironisch. In zowel Plattegrond van een jeugd als Nacht over Westwoud opent Reisel verschillende registers. In de eerste roman verschillen de autobiografische en fictionele gedeelten onderling van stijl en in de tweede de patiëntendossiers en de ‘gewone’ gebeurtenissen.
| |
Stijl / Traditie
Kester Freriks heeft erop gewezen dat Reisel in haar toneelwerk schatplichtig is aan Thomas Bernhard. Dat geldt voor de woedeuitbarstingen in beider werk over onnozelheid en gemakzuchtig denken. Dat geldt ook voor de vorm: net als Bernhard laat Reisel haar teksten afdrukken als vrije verzen. Daarmee, en met allerlei klankherhalingen, onderstreept zij de poëtische inslag van haar toneelwerk.
| |
Kritiek
Reisels prozadebuut, Jacobi's tocht, kreeg opvallend veel aandacht. Wellicht is dat te verklaren door het succes van de opvoering van haar eerste toneelstuk, Ansichten (1984). De critici waren overigens niet zo positief over de twee verhalen. Frans de Rover vatte het hoofdbezwaar samen door te spreken van ‘suggestie zonder substantie’. De ontvangst van Het blauwe uur was daarentegen vrijwel unaniem lovend. Uitbundig werd onder andere de structuur geprezen. Latere romans werden heel wisselend beoordeeld. Dat veranderde pas bij Plattegrond van een jeugd,
| |
| |
dat zeer positief werd ontvangen. Voor Nacht over Westwoud geldt hetzelfde, hoewel een enkeling zich had gestoord aan de vreemde mengeling van een literaire roman en een stevige thriller.
| |
Publieke belangstelling
Het toneelwerk van Reisel is met groot succes opgevoerd. Vooral De vliegenier, een familietragedie was een publiekstrekker. De verkoop van haar prozawerk bleef hier aanvankelijk wat bij achter. Een enkel boek, zoals Het blauwe uur, werd herdrukt. Witte liefde was de eerste roman die regelmatig werd herdrukt en sinds Plattegrond van een jeugd is Reisel een redelijk succesvol auteur.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Wanda Reisel, Ansichten. Amsterdam 1984, Toneelgroep BAAL, BAAL-publikatie 19, T. (opgenomen in Heimwee) |
Wanda Reisel, Jacobi's tocht. Twee verhalen. Amsterdam 1986, Querido, VB. (opgenomen in Jacobi's tocht, Witte liefde, Die zomer) |
Wanda Reisel, Het blauwe uur. Amsterdam 1988, Querido, R. (licentieuitgave Vianen 1988, ECI, Schrijvers van Nu; 2e druk 1990, Salamanderpocket) |
Wanda Reisel, De vliegenier. Een familietragedie. Amsterdam 1990, International Theatre & Film Books, Carrousel 2, T. (opgenomen in Heimwee, 3e druk Krommenie 2003, Nederlandse Vereniging voor Amateurtheater, NVA 6144) |
Wanda Reisel, Heimwee. Vier toneelstukken. Amsterdam 1992, Prometheus, TB. (opgenomen in Tien stuks) |
Wanda Reisel, Het beloofde leven. Amsterdam 1993, Querido, R. |
Wanda Reisel, Baby Storm. Amsterdam 1996, Querido, R. (5e druk Amsterdam 2008, Muntingapockets 914) |
Wanda Reisel, Sangria. Antwerpen 1999, Het Toneelhuis, T. (opgenomen in Tien stuks) |
Wanda Reisel, Een man een man. Amsterdam 2000, Querido, R. (licentieuitgave Den Haag 2002, Uitgeverij XL, XL 835; 3e, herziene druk Amsterdam/Antwerpen 2011, Contact) |
Wanda Reisel, Loodgieters van de ziel. Brammen 2001, De Geiten Pers, V. |
Wanda Reisel, De zindering. Amsterdam 2002, International Theatre & Film Books, T. (opgenomen in Tien stuks) |
Wanda Reisel, Witte liefde. Amsterdam 2004, Querido, R. (5e druk 2007, Singel Pockets; opgenomen in Jacobi's tocht, Witte liefde, Die zomer) |
Wanda Reisel, Tien stuks. Alle toneel. Amsterdam 2006, Querido, TB. |
Wanda Reisel, Die zomer. Amsterdam 2008, Querido, R. (opgenomen in Jacobi's tocht, Witte liefde, Die zomer) |
Wanda Reisel, Plattegrond van een jeugd. Amsterdam/Antwerpen 2010, Contact, R. |
Wanda Reisel, Jacobi's tocht, Witte liefde, Die zomer. Amsterdam/Antwerpen 2012, Contact, RB. |
Wanda Reisel, Nacht over Westwoud. Amsterdam/Antwerpen 2011, Contact, R. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Frans de Rover, Dit is voor niemand geschreven. Het debuut van Wanda Reisel. In: Vrij Nederland, 15-3-1986. (over Jacobi's tocht) |
Cees van Hoore, Uitstekend debuut van Wanda Reisel. In: Leidsch Dagblad, 22-3-1986. (over Jacobi's tocht) |
T. van Deel, Dubbelzinnige gedragingen. In: Trouw, 27-3-1986. (over Jacobi's tocht) |
Aad Nuis, Heldinnen met aanvalslust. Ferm debuut van Wanda Reisel. In: de Volkskrant, 11-4-1986. (over Jacobi's tocht) |
P.M. Reinders, Vaders en dochters. In: NRC Handelsblad, 11-4-1986. (over Jacobi's tocht) |
Matthijs van Nieuwkerk, Wanda Reisel en haar gevecht met de waarheid. In: Het Parool, 18-4-1986. (interview) |
André Matthijsse, Veel talent bij debutante Wanda Reisel. In: Haagsche Courant, 25-4-1986. (over Jacobi's tocht) |
Jessica Durlacher en Peter Eiberse, Het geheim. Interview met Wanda Reisel. In: De held, jrg. 2, nr. 2, april-mei 1986, pp. 3-4. |
Wam de Moor, Van zoete mijmeringen brouw je geen literatuur. Op zoek naar de vrouwelijke stem. In: De Tijd, 23-5-1986. (over Jacobi's tocht) |
Robert Anker, Stiekem gelezen dagboek en een zoektocht vol haat. In: Het Parool, 23-5-1986. (over Jacobi's tocht) |
Lisette Bosch, Werkelijkheid is alleen het Wetboek van Strafrecht. In: De Tijd, 14-11-1986. (interview) |
Willem Kuipers, In de ban van een hoerenjong. In: de Volkskrant, 16-12-1988. (over Het blauwe uur) |
Nico Keuning, De metamorfose van een vrouw indringend geschetst. In: Haarlems Dagblad, 19-1-1989. (over Het blauwe uur) |
Wim Vogel, Overgeleverd aan de grillen van een roofdier. Klassiek geconstrueerde roman waar de passie vanaf spat. In: Vrij Nederland, 4-2-1989. (over Het blauwe uur) |
André Matthijsse, Op zoek naar identiteit. In: Haagsche Courant, 17-2-1989. (over Het blauwe uur) |
Marjoleine de Vos, Verliefd op andermans leven. In: NRC Handelsblad, 17-2-1989. (over Het blauwe uur) |
Joost Niemöller, ‘Sobere teksten vind ik vaak de beste’. In gesprek met Wanda Reisel. In: Bzzlletin, jrg. 17, nr. 165, april 1989, pp. 69-74. (interview) |
Nico Keuning, Schrijfster maakt nieuw theaterstuk voor Discordia. Wanda Reisel: ‘De meesten over wie ik schrijf, zijn echt’. In: Haarlems Dagblad, 6-4-1989. (interview) |
Karel Osstyn, De smaak van passie. In: De Standaard, 22-7-1989. (over Het blauwe uur) |
Bart Geeraedts, Wie schrijft, verdwijnt. ‘Je moet zelf op de planken hebben gestaan’. In: De Tijd, 18-8-1989. (interview) |
Bart Geeraedts, Theater op vleugels (2). In: De Tijd, 20-4-1990. (over De vliegenier) |
Hein Jansen, Gezinsleden als biljartballen flink tegen elkaar geketst. De Vliegenier puzzelvormige familietragedie van Wanda Reisel. In: de Volkskrant, 24-4-1990. |
Nicoline Baartman, Die stoplichten interesseren me niet. In: de Volkskrant, 27-4-1990. (interview) |
Hanny Alkema, Soms is het er heel even. Het toneelwerk van Wanda Reisel gebundeld. In: Surplus, jrg. 6, nr. 3, mei-juni 1992, pp. 16-17. (over Heimwee) |
Kester Freriks, Wie praat die blijft. In: NRC Handelsblad, 15-5-1992. (over Heimwee) |
Dirkje Houtman, Heimwee van Wanda Reisel. In: Toneel Theatraal, jrg. 111, nr. 6, juni 1992, pp. 6-11. |
Arnold Heumakers, De Ik-zwakte van een scriptdokter. ‘Het beloofde leven’, een caleidoscopische roman van Wanda Reisel. In: de Volkskrant, 14-5-1993. |
Reinjan Mulder, Een komen en gaan van namen. Wanda Reisel over ontwortelde mensen. In: NRC Handelsblad 28-5-1993. (over Het beloofde leven) |
Anthony Mertens, Overbekend: het grote verlangen naar contact. In: De Groene Amsterdammer, 2-6-1993. (over Het beloofde leven) |
| |
| |
Annemiek Neefjes, Van brokstukken uit je leven moet je een zinnige eenheid maken. In: Vrij Nederland, 12-6-1993. (interview) |
T. van Deel, Het verleden is er ook nu. In: Trouw, 24-6-1993. (over Het beloofde leven) |
Alfred Kossmann, Wanda Reisel tussen leven en satire. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 9-7-1993. (over Het beloofde leven) |
Doeschka Meijsing, Registreren met cameraoog. De voorliefdes van Wanda Reisel. In: Elsevier, 10-7-1993. (over Het beloofde leven) |
Robert Anker, Een jood temidden van Christus-beelden. In: Het Parool, 10-7-1993. (over Het beloofde leven) |
Karel Osstyn, Eenzaam in drie puzzels. In: De Standaard, 31-7-1993. (over Het beloofde leven) |
Johan Diepstraten, Het beloofde leven moet veroverd worden. In: De Stem, 20-8-1993. (interview) |
Hans Goedkoop, Gevoelens bij de vuilnis. Wanda Reisel beklaagt een hedendaagse Emma Bovary. In: NRC Handelsblad, 8-3-1996. (over Baby Storm) |
T. van Deel, Wie niet aangeraakt wordt, sterft af. In: Trouw, 15-3-1996. (over Baby Storm) |
Arnold Heumakers, Het gat in mezelf. Wanda Reisel roept een bijna surrealistische wereld op. In: de Volkskrant, 22-3-1996. (over Baby Storm) |
Jaap Goedegebuure, Op de automatische piloot. In: HP/De Tijd, 5-4-1996. (over Baby Storm) |
Johan Diepstraten, Baby Storm merkwaardige roman van Wanda Reisel. Van weerzin naar waarachtigheid. In: De Stem, 5-4-1996. |
Annemiek Neefjes, Wachten op het Grote Iets. In: Vrij Nederland, 6-4-1996. (over Baby Storm) |
André Matthijsse, Wanda Reisel zaait verwarring. In: Haagsche Courant, 3-5-1996. (over Baby Storm) |
Doeschka Meijsing, Staren naar Venus. Moderne wanhoop bij Wanda Reisel. In: Elsevier, 18-5-1996. (over Baby Storm) |
Elsbeth Etty, Troost is een woord dat ik niet kende. In: NRC Handelsblad, 16-5-1997. (interview) |
Marja Loomans, Blijvend uit het lood. Montere zwaarmoedigheid bij Wanda Reisel. In: Lust en Gratie, jrg. 14, nr. 53, zomer 1997, pp. 70-81. (over het hele oeuvre) |
Ingrid Hoogervorst, Jaloezie tussen mannen is groot taboe. Wanda Reisel bewogen door eigen roman. In: De Telegraaf, 24-11-2000. (interview) |
Wim Vogel, Het verraad van een vriendschap. In: Haarlems Dagblad, 25-11-2000. (over Een man een man) |
Monica Soeting, Voor altijd onherkenbaar. In: de Volkskrant, 1-12-2000. (over Een man een man) |
Janet Luis, Naar de volgende ontgoocheling. In: NRC Handelsblad, 8-12-2000. (over Een man een man) |
Onno Blom, Hij is mijn vriend niet meer. In: Vrij Nederland, 17-2-2000. (over Een man een man) |
Arie Storm, Liefde als sidderende spiraal. In: Het Parool, 18-11-2004. (over Witte liefde) |
Janet Luis, Waarheid is iets voor accountants. In: NRC Handelsblad, 26-11-2004. (over Witte liefde) |
Aleid Truijens, Woeste passie op Curaçao. Wanda Reisel verhaalt over liefdesaffaire. In; de Volkskrant, 3-12-2004. (over Witte liefde) |
Marja Pruis, Meer ballen. In: De Groene Amsterdammer, 10-12-2004. (over Witte liefde) |
Sandra Kooke, Tijdens het schrijven leefde ze nog voor me. In: Trouw, 15-12-2004. (interview) |
Elisabeth Lockhorn, Schrijven is een betere manier van leven. In: Vrij Nederland, 1-1-2005. (interview) |
Martin Bons, Wanda Reisel. In: HP/De Tijd, 4-11-2005. (interview) |
Kester Freriks, Drijfzand, een trampoline, een bevroren zwembad. Over het toneelwerk van Wanda Reisel. In: Wanda Reisel, Tien stuks. Alle toneel. Amsterdam 2006, pp. 7-17. |
Thomas Verbogt, Spookrijders, lichtsignalen. Over de toneelstukken van Wanda Reisel. In: De Gids, jrg. 170, nr. 10, oktober 2007, pp. 1014-1022. |
Larissa Pans, Geen meisjes-voor-meisjesprijs. In: de Volkskrant, 8-1-2008. (interview) |
| |
| |
Vivian de Gier, Alle stereotiepe rolpatronen benauwen me. In: Opzij, 1-9-2008. (interview) |
Arjen Fortuin, Hier kan veel, maar niet alles. Wanda Reisel werpt een mooi genuanceerde blik op de jaren zeventig. In: NRC Handelsblad. 5-9-2008. (over Die zomer) |
Arie Storm, Mooi, die zomer van 1970. In: Het Parool, 10-9-2008. (over Die zomer) |
Lies Schut, Fysieke en mentale ontdekkingsreis. In: De Telegraaf, 12-9-2008. (interview) |
Bas Belleman, Zeventien, en nóg niet ontmaagd? In: Trouw, 13-9-2008. (over Die zomer) |
Daniëlle Serdijn, Open de tuindeuren voor de flower power. In: de Volkskrant, 19-9-2008. (over Die zomer) |
Fleur Speet, Terug naar de jaren van onbevangenheid. In: Het Financieele Dagblad, 20-9-2008. (over Die zomer) |
Kees 't Hart, Een schitterend meisje. In: De Groene Amsterdammer, 26-9-2008. (over Die zomer) |
Elsbeth Etty, De wereld achter de volgende wereld. Eigenlijk leven Wanda Reisel met haar ‘fictieve’ autobiografie hét boekenweekgeschenk 2010 af. In: NRC Handelsblad, 5-2-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Daniëlle Serdijn, Zestien kamers en een kolenhok. In: de Volkskrant, 12-2-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Jann Ruyters, Dwalend door het ouderlijk huis. In: Trouw, 13-2-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Jeroen Vullings, Wanda Reisel was (g)een escortmeisje. In: Vrij Nederland, 20-2-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Carel Peeters, Waarin de typische Salingertoon wordt geïllustreerd aan de hand van Wanda Reisels ‘Plattegrond van een jeugd’. In: Vrij Nederland, 26-2-2010. |
Theo Hakkert, Verbeelding tilt boek naar een ander niveau. In: Het Parool, 24-2-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Marja Pruis, Het wilde kind. In: De Groene Amsterdammer, 11-3-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Marte Kaan, Niet zielig, niet soepig, niet streng. In: Vrij Nederland, 13-3-2010. (interview) |
Maartje de Gruyter, Dit gebouw is meer dan een huis, het leeft. In: Het Parool, 17-3-2010. (interview) |
Frank van Dijl, Een huis als een romanpersonage. In: HP/De Tijd, 2-4-2010. (over Plattegrond van een jeugd) |
Eva Gerrits, Het overtreden van de denkbeeldige lijn. ‘Plattegrond van een jeugd’ van Wanda Reisel. In: Biografie Bulletin, jrg. 20, nr. 2, zomer 2010, pp. 61-63. |
Elsbeth Etty, ‘Het kan mij niet hopeloos genoeg zijn’. Wanda Reisel over theater, Joods zijn, ‘tegendenken’, xenofobie en het kwaad. In: NRC Handelsblad, 9-7-2011. (interview) |
Joost van Velzen, Het gevaar van ons paradijs. In: Trouw, 24-10-2011. (interview over Nacht over Westwoud) |
Arie Storm, Op zolder ligt een oude karabijn. In: Het Parool, 26-10-2011. (over Nacht over Westwoud) |
Elsbeth Etty, Haat stapelt zich op haat. Huiveren bij Wanda Reisels superrealistische roman. In: NRC Handelsblad, 28-10-2011. (over Nacht over Westwoud) |
Jaap Goedegebuure, PVV-standpunten op het platteland. In: Het Financieele Dagblad, 12-11-2011. (over Nacht over Westwoud) |
Jann Ruyters, Kwestie Slagboom: geen moslims in ons dorp! In: Trouw, 12-11-2011. (over Nacht over Westwoud) |
Theo Hakkert, Als de klep van rancune open gaat. In: De Twentsche Courant / Tubantia, 12-11-2011. (interview) |
Daniëlle Serdijn, Jodenvod in het schapendorp. Met ‘Nacht over Westwoud’ schreef Wanda Reisel een geslaagde eigentijdse variant op de aloude streekroman. In: de Volkskrant, 12-11-2011. |
Joost de Vries, Iedereen een duister geheim. In: De Groene Amsterdammer, 24-11-2011. (over Nacht over Westwoud) |
Fleur Speet, Het onschuldige dorp blijkt een nachtmerrie. In: De Morgen, 7-12-2011. (over Nacht over Westwoud) |
| |
| |
Sofie Gielis, Vreemd is verdacht. In: De Standaard, 20-1-2012. (over Nacht over Westwoud) |
Wim Sanders, ‘Al schrijvend voer ik een gevecht met mezelf’. In: Boek-delen, jrg. 12, nr. 2, juni 2012, pp. 5-7. (interview) Website: wandareisel.nl |
128 Kritisch lit. lex.
februari 2013
|
|