| |
| |
| |
Hans Münstermann
door Dick van der Klis
1. Biografie
Lutgardus Johannes (Hans) Münstermann werd op 16 juni 1947 geboren in Arnhem in een groot katholiek gezin met een Nederlandse moeder en een Duitse vader. Hij groeide vanaf 1951 op in Amsterdam-Zuid in de buurt van de Harmoniehof. Hij bezocht verschillende middelbare scholen, meestal met noodlottig resultaat, maar uiteindelijk behaalde hij in 1967 het hbs-diploma aan het Lely Lyceum. Zijn lievelingsvakken waren Nederlands en geschiedenis. Daarna ging hij Nederlandse taaien letterkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn kandidaatsexamen stapte hij over op de studie Theaterwetenschappen, waarin hij met succes doctoraalexamen deed. Hij leerde er Jacques Hendrikx kennen, met wie hij onder het pseudoniem Jan Tetteroo een aantal toneelstukken schreef die eind jaren tachtig in Amsterdam werden opgevoerd maar niet uitgegeven.
Na zijn afstuderen woonde hij tussen 1970 en 1980 's zomers in Nederland en 's winters in Griekenland. Ook maakte hij reizen naar het Midden-Oosten en Indonesië. In 1981 werd hij medewerker aan de toneelacademie in Maastricht, waar hij nog steeds werkt.
Het duo onder de naam Jan Tetteroo publiceerde tussen 1992 en 2001 zes romans. In dezelfde periode publiceerde Münstermann onder zijn eigen naam twee toneelstukken, die werden opgevoerd en gepubliceerd, en een voorpublicatie van Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf (2001) in Hollands Maandblad.
Eind jaren negentig besloot hij ook romans alleen te gaan schrijven. De eerste daarvan, Het gelukkige jaar 1940 (2000),
| |
| |
werd genomineerd voor de AKO en de Libris Literatuurprijs en de ECI-prijs Schrijvers van Nu. Voor De bekoring (2006) ontving hij de AKO Literatuurprijs.
Münstermann woont nog steeds in Amsterdam, is getrouwd met actrice Marina Duvekot en heeft met haar een zoon.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Ontwikkeling
Zoals uit zijn biografie blijkt, heeft Hans Münstermann als auteur een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Hij schreef aanvankelijk samen met Jacques Hendrikx een aantal toneelstukken en daarna zes romans. Onder eigen naam volgde eenzelfde ontwikkeling: eerst twee toneelstukken en vervolgens romans.
| |
Thematiek / Visie op de wereld
Als toneelschrijver was Münstermann politiek links geëngageerd: in Bovary/Kissinger (1991) bijvoorbeeld wordt Henry Kissinger, veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Nixon tijdens de Watergate-affaire in 1973 - die leidde tot de afzetting van de president - overduidelijk bekritiseerd als een nietsontziende machtswellusteling. In Het Picassianum of Portret van Stalin (1994) gaat het om de vraag of een kunstenaar, in dit geval Picasso, een opdracht mag aannemen om een portret van een verderfelijk politicus als Stalin te maken.
Ook samen met Hendrikx schrijvend onder het pseudoniem Jan Tetteroo nam Münstermann een duidelijk politiek standpunt in: via een pamflettistische stijl wilden zij de lezer laten nadenken over maatschappelijke kwesties, hoewel zij niet de illusie hadden dat ze met hun werk de maatschappij zouden kunnen veranderen. Zo schreven ze over het nationalisme in Korte historie van het Nederlandse volk (1995), over de vulgaire voetbalwereld in De fantastische Boris Engel (1998) en over vier mannen die zonder succes het initiatief nemen om het maatschappelijk verval te stoppen in Bozoc (2001), dat staat voor de Burgers Onbestrafte Zonden Onderzoeks Commissie. Daarbij lieten ze zien dat mensen feitelijk onmachtig zijn om misstanden aan te pakken, onder andere doordat primitieve driften moeilijk zijn te beteugelen.
| |
Ontwikkeling
Eind jaren negentig kreeg Münstermann behoefte om zijn eigen leven om te zetten in literatuur. Daarom begon hij onder zijn eigen naam aan een aantal semi-autobiografische romans. In dit verband is zijn uitspraak in een interview dat een soloschrijver altijd aan zijn autobiografie schrijft, veelzeggend. In de vijf romans die hij tussen 2000 en 2006 publiceerde, is telkens zijn alter ego Andreas Klein de hoofdpersoon.
| |
| |
| |
Thematiek
Centraal in deze cyclus staat het onderzoek naar de eigen identiteit en de invloed van het verleden daarop, met name die van de Tweede Wereldoorlog: de schrijver reconstrueert als ‘archeoloog’ het verleden, dat bij hem veel vragen oproept, onder andere over de vergankelijke liefdesrelaties tussen mensen. Als de feiten onvoldoende antwoorden opleveren, probeert hij via zijn verbeelding de resterende vragen te beantwoorden.
In Het gelukkige jaar 1940 (2000) onderzoekt Andreas het verleden van zijn ouders. Zijn Nederlandse moeder Marianne en zijn Duitse vader Joachim hebben als trouwdatum 10 mei 1940 uitgekozen. Na de tijdelijke gevangenneming van Joachim gaat het huwelijk op de geplande dag toch door. Later leven Marianne en hij jarenlang gescheiden van elkaar, doordat hij in Duitsland gaat werken. Na de oorlog komt hij gebroken terug, mede doordat hij in Duitsland geïnterneerd is geweest wegens openlijke kritiek op Hitler. Hoewel ze nog jaren samenleven, komt het huwelijk niet meer goed en scheiden ze uiteindelijk.
Andreas probeert erachter te komen of zijn ouders ooit liefde voor elkaar hebben gevoeld. Hij wil ook eerherstel voor zijn naïeve vader, die hij als een slachtoffer van de omstandigheden ziet. Door middel van gesprekken met zijn moeder en de andere familieleden - die bij elkaar zijn voor de viering van een verjaardag - wil hij de waarheid van het familieverleden achterhalen dat op zijn schouders drukt, om zo zijn eigen leven en dus zijn eigen identiteit beter te begrijpen.
De tweede roman, Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf (2001), gaat opnieuw over de liefde, zij het niet die tussen zijn ouders, maar die welke Andreas zelf wil geven. In deze bildungsroman gaat hij studeren in het roerige Amsterdam van eind jaren zestig. Hij probeert zijn positie ten opzichte van vrouwen te bepalen, maar zijn onvermogen zich te binden levert veel problemen op. Na allerlei mislukte avonturen met vrouwen, tot in Israël toe, leeft hij uiteindelijk toch samen met een vrouw in Griekenland, waar hij probeert een roman te schrijven, maar die mislukt: hij komt tot het inzicht dat liefde en schrijven niet samengaan. Hij faalt zowel in de relatie met de vrouw als in het schrijven van zijn boek. Toch is uiteindelijk het schrijverschap het enige wat hem rest.
| |
| |
In Certificaat van echtheid (2003) zoekt Andreas naar een nieuwe invulling van zijn bestaan om zijn identiteit, en dan vooral die als schrijver, te zoeken. Hij wordt aangenomen aan het Hoger Instituut Voor Uitbeelding Van De Ware Werkelijkheid, dat streeft naar authenticiteit om zo meer macht te verkrijgen in de samenleving. Het onderscheid tussen schijn en werkelijkheid blijkt echter in de praktijk moeilijk te bepalen. Niet alleen vat Andreas, tegen de regels van het Instituut, liefde op voor medewerkster Bibi Halbzwei, wat uiteraard tot ‘vals’ spel aanleiding geeft, ook speelt Han van Meegeren, meestervervalser van schilderijen van Vermeer, een belangrijke rol. De authenticiteit van Andreas ligt in zijn vermogen om te vervalsen. Ook op het niveau van het vertellen speelt dit fenomeen een rol: Bibi verdwijnt op een gegeven moment, maar komt met een andere identiteit, als Ramona Fromm, terug als directeur van het Instituut. Authenticiteit wordt dus in de hele roman op zijn kop gezet.
In deze roman toont Münstermann zich zo geëngageerd als Jan Tetteroo. Zo schrijft hij satirisch over het Instituut als een organisatie die alleen het voortbestaan van zichzelf ten doel heeft. De gesprekken die er worden gevoerd, zijn dan ook onzinnig. Ook laat hij zien dat Grote Idealen, zoals die op het Instituut nagestreefd worden, onbereikbaar zijn.
De Hitlerkus (2004) is duidelijk met vorig werk verbonden, doordat erin wordt verteld dat Andreas, die een boek over 1940 probeert te schrijven, na zeven jaar Bibi/Ramona weer tegenkomt. Bibi nodigt Andreas thuis uit. Als ze ziet dat hij De Hitlerkus bij zich heeft, een boek van Felix Metzelaar, onthult ze dat ze met deze auteur ook een verhouding heeft gehad. Een aantal fragmenten van Felix' boek is in het verhaal opgenomen. Het gaat over de twaalfjarige Tobias, die een NSB'er helpt die zich in een onderduikruimte in hun tuin heeft verscholen. Kort na de bevrijding wordt de man tot groot verdriet van Tobias door Nederlanders doodgeschoten.
Een derde verhaallijn is die van de afkomst van Bibi. Ze onthult dat haar grootvader Hermann Göring was, die in 1940 bij een Nederlandse vrouw, die hem een schilderij van Van Meegeren als een Vermeer verkocht, haar vader had verwekt. Deze
| |
| |
geschiedenis komt ook al in Certificaat van echtheid ter sprake. Voor alle personages, en zeker ook voor Münstermann, geldt het motto van L.F. Céline: ‘Alles wat interessant is, speelt zich af in het duister Je komt nooit achter de ware geschiedenis van de mens.’ Fictie die een schrijver bedenkt, is soms aantrekkelijker dan wat er werkelijk is gebeurd. Naast het schrijverschap spelen ook identiteit, liefde en het verleden, inclusief de Tweede Wereldoorlog, opnieuw een belangrijke rol.
| |
Kunstopvatting
Uit de opvattingen van de romanschrijver Felix Metzelaar, die door Andreas Klein wordt bewonderd, kunnen we opmaken welke opvattingen Münstermann over het schrijven heeft. Hij staat voor ‘een manier van schrijven die volslagen persoonlijk [is], origineel’. Dat sluit aan bij een van de motto's in dit boek: ‘A great writer creates a world of his own and his readers are proud to live in it.’ Ook in Certificaat van echtheid wordt de authenticiteit van de schrijver benadrukt.
| |
Verwantschap
Door dit voorop te stellen is Münstermann een literaire nazaat van Frans Kellendonk, die hij een ‘honnête homme’ noemt, onder meer omdat die er openlijk voor uitkwam dat hij katholiek was, in een tijd waarin daarvoor durf nodig was, omdat velen dat te naïef vonden. Verder wordt Münstermann in zijn manier van vertellen - bijvoorbeeld in het gebruik van allerlei zijlijnen - wel vergeleken met Kees 't Hart. In het gebruik van korte zinnen en alinea's kunnen Gerrit Krol en Armando als verwante auteurs genoemd worden. Met de laatste deelt hij ook zijn obsessie voor de Tweede Wereldoorlog en de doorwerking ervan. Felix Metzelaar in De Hitlerkus is geïnspireerd op Harry Mulisch, die ook zijn eigen wereld creëert.
| |
Traditie
Met zijn keuze voor de persoonlijkheid van de schrijver enerzijds en de verbeelding anderzijds past Münstermann in de lijn van zowel het tijdschrift Forum uit de jaren dertig van de twintigste eeuw als in die van De Revisor van een halve eeuw daarna. Opmerkelijk is dat hij, daartoe uitgenodigd door de Volkskrant, Het land van herkomst van E. du Perron, een van de coryfeeën van Forum, zijn favoriete boek noemde en dat zijn tweede keus een roman van de Franse schrijver Patrick Modiano was, in wiens werk verbeelding en de zoektocht naar de eigen identiteit ingenieus met elkaar zijn vervlochten.
| |
| |
Een andere invloed is die van het realistisch absurdisme van André Gide, die in Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf door Andreas Klein ‘een soort broer uit een andere tijd en een andere plaats’ wordt genoemd. Personages uit verschillende tijden kunnen bijvoorbeeld met elkaar communiceren. Zo kan de nog niet geboren Andreas in Het gelukkige jaar 1940 zijn ouders ‘toespreken’. Hij probeert ze zo te beïnvloeden.
| |
Thematiek / Relatie leven/werk
In De bekoring (2006) wordt verteld hoe Andreas' moeder op zijn twaalfde verjaardag haar gezin verlaat om bij haar nieuwe liefde Arie in te trekken. Die is daar echter niet van gediend en na nog een escapade keert ze gedesillusioneerd terug naar haar gezin. De moeder, Marianne, vlucht voor de huwelijksellende, mede veroorzaakt door een oorlogstrauma, en voor de verstikkende sfeer van eind jaren vijftig: de sleur van een bestaan in een groot gezin, met een autoritaire, veeleisende man in een klein huis. Dat ‘intieme’ huis staat ironischerwijs in de Harmoniehof (waar Münstermann zelf ook was opgegroeid), die door de idealistische, socialistische architect Van Epen was ontworpen om mensen gelukkig in te laten leven. Hij probeert dan ook Marianne te bewegen thuis te blijven en later terug te keren, maar hij heeft geen invloed op haar: architectuur alleen blijkt geen geluk te kunnen brengen.
Met dit boek geeft Münstermann via een persoonlijke geschiedenis een beeld van zijn generatie. Andreas' vrouw, broers en zusters, bijeen om de begrafenis van de net gestorven moeder te regelen, vinden zijn gereconstrueer maar onzin, maar hij wil per se weten waarom zijn moeder wegging. Immers: het verleden heeft invloed op het heden! Desnoods wil hij via zijn verbeelding de ‘waarheid’ achterhalen. Op die manier probeert hij dat wat onverklaarbaar is, toch te verklaren.
| |
Kunstopvatting / Visie op de wereld
Münstermann wil, zo verklaarde hij in een interview, een kroniek van deze tijd schrijven. Hij probeert daarbij een objectiverende houding aan te nemen tegenover wat hij heeft meegemaakt en wil daar getuigenis van afleggen. Inderdaad biedt de cyclus over Andreas Klein een tijdsbeeld van diverse perioden, zoals de traumatische oorlogsjaren, de benauwende jaren vijftig, de vrijheid in de jaren zestig, de tijd van de Grote Idealen in de jaren zeventig en tachtig. Het objectiveren lukt echter niet altijd:
| |
| |
satirische beschrijvingen van het studentenleven van eind jaren zestig, zoals van de roerige ‘vergaderingen’ tijdens de Maagdenhuisbezetting, laten dat bijvoorbeeld duidelijk zien.
| |
Relatie leven/werk
Andreas Klein lijkt in de hele cyclus sterk op Hans Münstermann: talloze elementen uit het leven van de schrijver komen terug in het leven van zijn alter ego, maar uiteraard gefictionaliseerd. En waar Münstermanns herinnering hem in de steek liet, roept hij, zoals gezegd, zijn verbeelding te hulp. De cyclus van ‘fictieve autobiografische romans’ (T. van Deel) is een verwerking van zijn eigen leven en dat van zijn ouders.
| |
Techniek
Over zijn techniek van schrijven zei Münstermann: ‘Je moet bij de stam van je verhaal blijven, maar ik houd erg van uitstapjes, van zwenkingen, van vertakkingen. Met name uitstapjes in de tijd zijn voor mij het zout in de pap.’ Münstermann besteedt inderdaad veel aandacht aan de vorm: hij combineert verschillende verhaallijnen en tijdlagen en laat diverse vertellers optreden, die de gebeurtenissen van allerlei kanten belichten. Opvallend is de aandacht voor details in de vorm van opsommingen, herhalingen en variaties. Veelzeggend is dan ook wat in Certificaat van echtheid staat: ‘Het zit hem in de kleinigheden [...], de details die subtiel de kern blootleggen.’ Al deze vormaspecten passen goed bij de behoefte van de schrijver aan precieze reconstructie van het verleden. In het gebruik van verschillende tijdlagen laat hij zien dat het verleden doorwerkt in het heden. Het oorlogstrauma van Andreas' moeder in Het gelukkige jaar 1940 en De bekoring is daarvan een duidelijk voorbeeld.
| |
Techniek / Thematiek / Ontwikkeling
Veel van deze techniek is al in de romans van Jan Tetteroo te vinden. In De laatste Nederlandse man (1993) bijvoorbeeld reconstrueert de verteller de voetbalwedstrijd Nederland-Duitsland uit 1985 en de nooit opgehelderde verdwijning van een jonge vrouw uit 1939. In Protocol overspel (1997) denkt een man dat zijn vrouw overspel heeft gepleegd, terwijl de vrouw zegt dat hijzelf met haar het bed heeft gedeeld. Deze identiteitskwestie in samenhang met de liefde wordt vanuit verschillende vertellers belicht. ‘De’ waarheid zal nooit duidelijk worden.
| |
Stijl
De gesignaleerde behoefte aan detaillering leidt vrijwel nergens in de cyclus over Andreas Klein tot lange volzinnen; alleen in Certificaat van echtheid wordt het hoogdravende, nietszeggende
| |
| |
taalgebruik van de medewerkers van het Instituut geëtaleerd en bespot. De vier andere romans worden gekenmerkt door een heldere, vrij zakelijke stijl, waarin korte, kemachtige zinnen en vaak ultrakorte alinea's van soms maar één zinnetje opvallen. Het zoeken naar antwoorden in het verleden leidt ook tot veel vraagzinnen, die de lezer heel direct bij het verhaal betrekken. De verschillende vertellers bezigen meestal hun eigen stijl. De gedeelten van Felix Metzelaars boek in De Hitlerkus zijn daarvan het duidelijkste voorbeeld.
| |
Kritiek
De kritiek reageerde in het algemeen vrij positief op de boeken van Jan Tetteroo. De directe wijze van vertellen, de heldere stijl en de aanval op maatschappelijke misstanden werden goed ontvangen. Münstermanns eerste ‘eigen’ roman, Het gelukkige jaar 1940, werd eveneens gunstig beoordeeld. Janet Luis bijvoorbeeld concludeerde: een ‘liefdevolle roman [waarin] twee rampzalige levens niet onopgemerkt zijn gebleven.’
Met de drie romans daarna uit de cyclus over Andreas Klein nam het enthousiasme van de kritiek af: Certificaat van echtheid en De Hitlerkus werden zelfs nauwelijks gerecenseerd. En over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf werd opgemerkt dat het verhaal van een jeugd in de jaren zestig al eerder was verteld en dat deze roman, hoewel hilarisch van toon, daar weinig aan toevoegde. Verder werd Münstermanns vormgeving nogal eens als gekunsteld ervaren.
De stemming sloeg weer helemaal om bij De bekoring. Vrijwel zonder uitzondering waren de critici het erover eens dat dit boek in de beschrijving van een korte periode uit het leven van Andreas Klein een zeer indringend tijdsbeeld gaf van de jaren vijftig.
| |
Publieke belangstelling
De belangstelling voor het werk van Münstermann liep min of meer parallel met het oordeel van de critici. Het gelukkige jaar 1940 werd goed verkocht, de drie romans daarna (veel) minder. Maar de AKO Literatuurprijs voor De bekoring had een positieve invloed: niet alleen werd dit boek regelmatig herdrukt, ook Het gelukkige jaar 1940, Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf en De Hitlerkus (onder de nieuwe titel De confrontatie) werden opnieuw uitgegeven.
Voor de boeken van Tetteroo geldt de overeenkomst tussen de
| |
| |
meningen van de critici en de lezers niet: de laatsten lieten zijn boeken vrijwel links liggen. Wel werden ter gelegenheid van het Rembrandtjaar (2005) en het Michiel de Ruyterjaar (2007) twee boeken herdrukt, te weten No flash (1992), dat onder andere een beschrijving geeft van de figuren op de Nachtwacht, en Korte historie van het Nederlandse volk, onder de nieuwe titel De lieveling van de zee, met welke titel De Ruyter wordt bedoeld.
| |
Ontwikkeling / Thematiek
Land zonder Sarah (2008) is de eerste roman waarin Andreas Klein niet de hoofdpersoon is. Wel komt ook deze roman voort uit Münstermanns preoccupatie met de Tweede Wereldoorlog. In het verhaal reist Hitler in de nacht van 10 mei 1940, wanneer de Duitsers Nederland binnenvallen, per trein naar het westen. Hij droomt dat hij als journalist Wolf leeft in het Nederland van begin eenentwintigste eeuw, waar een ‘kale homo’ die op Pim Fortuyn lijkt premier is. Wolf is omstreden wegens zijn documentaire ‘Mein Kampf Update’, die gebaseerd is op zijn ervaringen in Darfur en Afghanistan. Hij wordt verdacht van de moord op televisiepresentator Ang (die doet denken aan Theo van Gogh), die hem een racist en een antisemiet heeft genoemd. Wolf maakte namelijk vlak na de moord een reis naar China, woont in Angs buurt en is in zijn televisieprogramma te gast geweest. Zijn huwelijk staat ook op springen omdat hij een maîtresse heeft, Sarah, die hem uiteindelijk naar de ondergang voert.
Hoewel dit boek Münstermanns eerste niet-autobiografische roman is, speelt hierin dezelfde thematiek een rol als in de cyclus over Andreas Klein. Ook in Land zonder Sarah zoekt Münstermann een verband tussen het verleden en het heden. 10 mei 1940, algemener de Tweede Wereldoorlog, heeft opnieuw zijn doorwerking in het heden: de terreur en de onverdraagzaamheid passen in beide tijden. Ook de problematiek van identiteiten en de vergankelijkheid van de liefde spelen weer een rol.
| |
Techniek / Stijl
De wijze van vertellen is evenmin veranderd: weer zijn er diverse tijdlagen met bijbehorende verhaallijnen aanwezig en worden fictie en werkelijkheid ‘gecombineerd’. Ook de heldere, zakelijke stijl is kenmerkend.
| |
Kritiek
De critici reageerden niet onverdeeld gunstig. De meesten von- | |
| |
den de gekunsteldheid, een bezwaar dat al bij eerdere romans was genoemd, in dit boek te storend. Een roman met Hitler als hoofdpersoon in de eenentwintigste eeuw bijvoorbeeld vond men te bizar.
| |
Ontwikkeling
Opmerkelijk is dat in Land zonder Sarah de geest van Jan Tetteroo lijkt terug te keren: Münstermann geeft in deze politieke roman een provocerende, groteske beschrijving van de huidige Nederlandse maatschappij, waarin de balans zoek is en normloosheid lijkt te heersen, vooral op het gebied van racisme en godsdienst.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Jacques Hendrikx, Hans Münstermann, Joost Stemheim, Wilhelmina op weg naar Den Haag. Amsterdam 1989, Theater Frascati, Het hoge woord 1, T. |
Hans Münstermann, Bovary/Kissinger. Maastricht 1991, Theaterwerkplaats Het Kruis van Bourgondië, T. |
Jan Tetteroo, No flash. Amsterdam/Antwerpen 1992, Veen, R. (2e druk Amsterdam 2005, Nieuw Amsterdam) |
Jan Tetteroo, De laatste Nederlandse man. Amsterdam/Antwerpen, 1993, Veen, R. |
Hans Münstermann, Het Picassianum of Portret van Stalin. Maastricht 1994, Theaterwerkplaats Het Kruis van Bourgondië, T. |
Jan Tetteroo, Korte historie van het Nederlandse volk. Amsterdam/Antwerpen 1995, Veen, R. (2e druk, onder de titel De lieveling van de zee, Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam) |
Jan Tetteroo, Protocol overspel. Amsterdam/Antwerpen 1997, Veen, R. |
Jan Tetteroo, De fantastische Boris Engel. Amsterdam/Antwerpen 1998, Veen, R. |
Hans Münstermann, Het gelukkige jaar 1940. Amsterdam/Antwerpen 2000, Veen, R. (licentieuitgave Vianen 2000, ECI, Schrijvers van nu; 4e druk 2007, Nieuw Amsterdam) |
Jan Tetteroo, Bozoc. Amsterdam/Antwerpen 2001, Veen, R. |
Hans Münstermann, Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf. Amsterdam/Antwerpen 2001, Veen, R. (2e druk Amsterdam 2007, Nieuw Amsterdam) |
Hans Münstermann, Certificaat van echtheid. Amsterdam/Antwerpen 2003, Veen, R. |
Hans Münstermann, De Hitlerkus. Amsterdam/Antwerpen 2004, Veen, R. (2e druk, onder de titel De confrontatie, Amsterdam 2008, Nieuw Amsterdam) |
Hans Münstermann, De bekoring. Amsterdam 2006, Nieuw Amsterdam, R. |
Hans Münstermann, Land zonder Sarah. Amsterdam 2008, Nieuw Amsterdam, R. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Rob Schouten, In de hoofdrollen: een viool en een schilderij. In: Trouw, 2-9-1992. (over No flash) |
Marjoleine de Vos, Een deksel op een vulkaan. In: NRC Handelsblad, 18-12-1992. (over No flash) |
Frans de Rover, Geen licht op de Nachtwacht. In: Vrij Nederland, 10-4-1993. (over No flash) |
Jaap Goedegebuure, De verteller als psychopaat. In: HP/De Tijd, 29-10-1993. (over De laatste Nederlandse man) |
Marjoleine de Vos, De mens is een kinderachtige club. Jan Tetteroo's verdediging van de betrokkenheid. In: NRC Handelsblad, 12-11-1993. (over De laatste Nederlandse man) |
Jeroen Vullings, De nederlaag van de regels. In: Vrij Nederland, 4-12-1993. (over De laatste Nederlandse man) |
Jeroen Vullings, Een fraaie geschiedenis en allemaal waar. In: Vrij Nederland, 4-3-1995. (over Korte historie van het Nederlandse volk) |
Annemiek Neefjes, ‘In de literatuur mag je mensen raken’. In: Vrij Nederland, 10-8-1996. (interview met Tetteroo) |
Hans Goedkoop, Lust als kern van elk gevoel. In: NRC Handelsblad, 2-5-1997. (over Protocol overspel) |
Jaap Goedegebuure, Dictatoriale dwangneurose. In: HP/De Tijd, 9-5-1997. (over Protocol overspel) |
T[homas] v[an] d[en] B[ergh], De 32 regels van het overspel. In: Het Parool, 16-5-1997. (over Protocol overspel) |
Annemiek Neefjes, Allesoverheersend is de liefde. In: Vrij Nederland, 24-5-1997. (over Protocol overspel) |
Jeroen Vullings, De regels van het overspel: intrigerende roman van het schrijversduo Jan Tetteroo. In: De Standaard, 5-6-1997. (over Protocol overspel) |
Arjan Peters, ‘Kom terug, Stalin’. Vierde roman van Jan Tetteroo registreert complicaties van overspel. In: de Volkskrant, 66-1997. (over Protocol overspel) |
T. van Deel, Boris Engel is overduidelijk gemodelleerd naar Kluivert. In: Trouw, 8-5-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Jaap Goedegebuure, Vulgaire charme. In: HP/De Tijd, 8-5-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Daniëlle Serdijn, De uitwassen van het voetbalevangelie. In: Het Parool, 8-5-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Pieter Steinz, Voetbal in grijs gebied. In: NRC Handelsblad, 15-5-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Arjan Peters, Spitsen zijn brokkenmakers. In: de Volkskrant, 22-5-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Hanneke de Klerck, Het had ook zonder de affaire-Kluivert gekund. In: de Volkskrant, 29-5-1998. (interview met Tetteroo) |
Annemiek Neefjes, Er bestaat niets ergers dan geluk. In: Vrij Nederland, 6-6-1998. (over De fantastische Boris Engel) |
Marijke Streefkerk, Een opdrachtgever uit hoger sferen. Over Jan Tetteroo. In: Bzzlletin, jrg. 28, nr. 259, oktober 1998, pp. 29-32. (interview) |
Robert Anker, Huwelijk met Duitsers. In: Het Parool, 25-2-2000. (over Het gelukkige jaar 1940) |
Janet Luis, Een gedoemd huwelijk. In: NRC Handelsblad, 10-3-2000. (over Het gelukkige jaar 1940) |
Arjan Peters, Een verdoemde trouwdag. Hoe een zoon na zestig jaar probeert scherven te lijmen. In: de Volkskrant, 10-3-2000. (over Het gelukkige jaar 1940) |
Jeroen Vullings, Het bederf in een huwelijk. In: Vrij Nederland, 11-3-2000. (over Het gelukkige jaar 1940) |
T. van Deel. Een volledig gebroken fatsoenlijk mens. In: Trouw, 18-3-2000. (over Het gelukkige jaar 1940) |
T. van Deel. Alles gebeurt maar niemand doet iets. In: Trouw, 31-3-2001. (over Bozoc) |
Jeroen Vullings, Een gespierde mannenpraatgroep. In: Vrij Nederland, 31-3-2001. (over Bozoc) |
| |
| |
Pieter Steinz, Omzien in burgermanswrak. Roman als een strip van Jan Tetteroo. In: NRC Handelsblad, 6-4-2001. (over Bozoc) |
Arjan Peters, Zoveel mis, en niemand die wat doet. In: de Volkskrant, 26-4-2001. (over Bozoc) |
Janet Luis, Een rolmaat als opmaat tot het leven. Geestige Bildungsroman van Hans Münstermann. In: NRC Handelsblad, 7-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
T. van Deel, Volgen nog Jasmijn, Deborah en Françoise. In: Trouw, 8-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
Max Pam, Samen op de motor naar Auschwitz: duo-helft Hans Münstermann is een literair talent. Nu zijn cabareteske neigingen nog wat intomen. In: HP/De Tijd, 14-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
Jeroen Vullings, Dood huisdier in vriesvak. In: Vrij Nederland, 22-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
Pieter van Os, Een meisje vangen. In: De Groene Amsterdammer, 29-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
Robert Anker, Kappen met die eenregelige alinea! In: Het Parool, 28-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
André Matthijsse, Katholieke puber wil niet boeien. In: Haagsche Courant, 28-9-2001. (over Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf) |
Arie Storm, Op zoek naar een echt mens. In: Het Parool, 16-5-2003. (over Certificaat van echtheid) |
Arjan Peters, Onder alles klopt een leugen. Amusement van Hans Münstermann verdient serieus genot. In: de Volkskrant, 23-5-2003. (over Certificaat van echtheid) |
T. van Deel, ‘Omdat er iets is misgegaan’. In: Trouw, 4-9-2004. (over De Hitlerkus) |
Arie Storm, Soap opera over Harry Mulisch. In: Het Parool, 9-9-2004. (over De Hitlerkus) |
Marleen Slob, Een veelkoppig monster. In: Vrij Nederland, 15-5-2004. (interview met Tetteroo) |
Judith Janssen, Duivelse nevel. In: de Volkskrant, 17-9-2004. (over De Hitlerkus) |
Mark Meekers, Peilen-Pijlen-Gepeld. In: Concept, jrg. 19, nr. 3, 2005, pp. 216-218. (over De Hitlerkus) |
Elsbeth Etty, Moeder moet tevreden zijn. Hans Münstermann schreef een imposante zedenschets over de jaren vijftig. In: NRC Handelsblad, 13-1-2006. (over De bekoring) |
Peter de Boer, Op een ochtend liep moeder weg. In: Trouw, 14-1-2006. (over De bekoring) |
Arie Storm, Dáár is moeder. In: Vrij Nederland, 21-1-2006. (over De bekoring) |
Wim Vogel, Het verraad van een getraumatiseerde moeder. In: Haarlems Dagblad, 28-1-2006. (over De bekoring) |
Edith Koenders, Moeder pakt haar koffers. In: de Volkskrant, 3-2-2006. (over De bekoring) |
Theodor Holman, Ongeluk in de Harmoniehof. In: HP/De Tijd, 10-2-2006. (over De bekoring) |
Daniëlle Serdijn, Wegkwijnen in dromen. In: Het Parool, 16-2-2006. (over De bekoring) |
Arend Evenhuis, Aan het hier en nu valt veel toe te voegen. In: Trouw, 18-11-2006. (interview) |
Bernard Hulsman, Je moest hier vrolijk en gezond zijn. De Harmoniehof volgens schrijver Hans Münstermann. In: NRC Handelsblad, 8-12-2006. (stadswandeling) |
Teunis Bunt, Een banale affaire, maar een mooi verhaal. In: Nederlands Dagblad, 23-5-2008. (over De confrontatie) |
Arie Storm, Hitler moet zelf in de huishouding. In: Het Parool, 22-10-2008. (over Land zonder Sarah) |
Elsbeth Etty, Hitler droomt over Pim en Geert. Hans Münstermann creëert een macaber doolhof van verwijzingen. In: NRC Handelsblad, 24-10-2008. (over Land zonder Sarah) |
Arjan Peters, Dit land en volk de maat genomen. In: de Volkskrant, 31-10-2008. (over Land zonder Sarah) |
Hans Hoenjet, Fantomen. In: HP/De Tijd, 31-10-2008. (interview) |
Jann Ruyters, Nederland nu: een droom van Hitler. In: Trouw, 1-11-2008. (over Land zonder Sarah) |
| |
| |
Jeroen Vullings, Fortuyn als Hitlers droom. In: Vrij Nederland, 8-11-2008. (over Land zonder Sarah) |
Marja Pruis, Sudokuën met Hitler. In: De Groene Amsterdammer, 8-11-2008. (over Land zonder Sarah) |
Dirk Leyman, Hans Münstermann verslikt zich in historische ratatouille. In: De Morgen, 19-11-2008. (over Land zonder Sarah) |
[Anoniem], O, Du Perron! Wat mis ik je. En je angst, liefde, talent. In: de Volkskrant, 28-11-2008. (over de vijf boeken die Münstermanns voorkeur hebben) |
Joseph Pearce, De führer verpest het boek. Werk van Hans Münstermann. In: Ons Erfdeel, jrg. 52, nr. 3, augustus 2009, pp. 176-177. (over De bekoring en Land zonder Sarah) |
116 Kritisch lit. lex.
februari 2010
|
|