| |
| |
| |
Bart Moeyaert
door Jooris van Hulle
1. Biografie
Bart Boudewijn Peter Moeyaert werd op 9 juni 1964 in Brugge geboren als jongste in een gezin van zeven zonen. Zijn voornaam Bart dankt hij aan het hoofdpersonage in de bekende roman van Anne de Vries; dat zijn tweede naam Boudewijn luidt, heeft te maken met een traditie in België die zegt dat de zevende zoon op rij in een gezin naar de koning wordt genoemd en meteen ook de vorst als peetoom krijgt toegewezen.
Moeyaert volgde lager en middelbaar onderwijs aan het Sint-Leocollege in Brugge. Daarna, van 1981 tot 1984, volgde hij de Kunsthumaniora Sint-Lucas in Gent. In 1987 behaalde hij het diploma voor het regentaat (leraarschap) in de vakken Nederlands, Duits en geschiedenis aan het Sint-Thomasinstituut in Brussel. Hij koos nadien niet voor een voor de hand liggende loopbaan in het onderwijs, maar besloot meteen zijn weg te zoeken als schrijver. Hij werkte op freelancebasis als recensent en vertaler mee aan het damesblad Flair en aan de kindertijdschriften van uitgeverij Averbode. Van 1992 tot 1995 was hij redacteur van Top Magazine, een jongerentijdschrift. In 1995 werd hij fulltime schrijver. Vanaf 2002 is hij ook als docent Creatief Schrijven verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen.
Moeyaert was negentien toen hij in 1983 debuteerde met Duet met valse noten, een jeugdroman over vriendschap en verliefdheid. Het is de start geweest van een bijzonder vruchtbare schrijversloopbaan waarin hij zich niet laat vastpinnen op één genre. Moeyaert publiceert kinder- en jeugdboeken, die ook door volwassenen gelezen kunnen worden, hij schrijft poëzie, hij
| |
| |
was van 2006 tot 2008 stadsdichter van Antwerpen, hij is actief als vertaler, hij werkt voor het theater en voor de televisie en schrijft geregeld bijdragen in diverse kranten en tijdschriften. Het werk van Moeyaert werd vaak bekroond. Hij kreeg de Zilveren Griffel voor Blote handen, Het beest heet Mona en De Schepping (respectievelijk in 1996, 2002 en 2004), de Boekenleeuw voor Kus me, Blote handen, Het is de liefde die we niet begrijpen, De Schepping, De Melkweg en Wie klopt daar? (respectievelijk in 1992, 1996, 2000, 2004, 2012 en 2013), de Boekenwelp voor Een kuil om in te wonen, Voor altijd, altijd, Mansoor, De brief die Rosie vond en Dani Benoni: lang zal hij leven (respectievelijk in 1991, 1997, 1998 en 2005), de Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor Duet met valse noten (1984), de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor jeugdliteratuur, de Deutsche Jugendliteraturpreis en de Norske Oversetterpremien voor Blote handen (respectievelijk 1996, 1998 en 1998), de Woutertje Pieterse Prijs voor Broere: de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik (2001), de Gouden Uil-jeugdliteratuurprijs voor Luna van de boom (2001) en de Nienke van Hichtumprijs voor Dani Benoni: lang zal hij leven (2006).
Vertalingen van zijn werken verschenen in heel Europa en ook in het Japans.
Bart Moeyaert woont sinds 1987 in Antwerpen.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek
Bart Moeyaert was pas negentien toe hij debuteerde met Duet met valse noten (1983), een roman die grotendeels gebaseerd is op zijn dagboeknotities en die over een tienervriendschap en verliefdheid gaat. Ook Terug naar af (1986) is een verhaal over tieners, dit keer geconcentreerd rond moeilijkheden op school. De tragische ondertoon in beide boeken wordt bepaald door de eenzaamheid van de hoofdpersonages, die zich door iedereen in de steek gelaten voelen. Zo slaagt Mattias er in Terug naar af niet in vriendjes te maken, terwijl hij de volwassenen niet in vertrouwen kan en durft te nemen. Net als het hoofdpersonage in Het boek van Niete (1988) vindt Mattias troost in de boeken die hem een uitweg bieden uit de cocon van eenzaamheid. In ‘Voor het laatst’, een van de verhalen uit Broere (2000), reikt Moeyaert een mogelijke verklaring aan voor de nadrukkelijke aandacht die hij besteedt aan emoties: ‘het hoofd is een kijkkast en het hart vergeet niets’. Met Suzanne Dantine (1989), later opnieuw en in een herziene versie uitgebracht onder de titel Wespennest, wordt de thematiek verder uitgebreid tot wat het grondmotief zal worden in het werk van Bart Moeyaert: de spanning tussen de wereld van het opgroeiende kind en die van de volwassenen.
| |
Ontwikkeling
Moeyaert heeft er steeds op gewezen dat hij met de roman Suzanne Dantine pas echt begonnen is als bewust literair auteur. Het is een complex boek met diverse verhaallijnen die in elkaar grijpen en waarin heden en verleden onlosmakelijk met elkaar verbonden blijven. In de bewerkte versie ervan is de chronologische lijn strakker en duidelijker uitgewerkt, doordat het verhaal begint met de geboorte van de hoofdfiguur. Over zijn werkwijze zegt Moeyaert: ‘Ik schrijf nogal impulsief. Ik maak geen schema van hoe mijn boek moet worden. Het komt bij wijze van spreken uit mijn ellebogen.’ (interview Karel Maartense, 1993) Overigens zal Moeyaert in zijn latere werken de structuur steeds strakker in de hand houden, zonder daarbij direct te opteren voor een rechttoe rechtaan verhaal. Uiteindelijk is het hem hierom te doen: een spannend verhaal vertellen in een literair verantwoorde vorm.
| |
| |
| |
Thematiek
In de novelle Kus me (1991) worden binnen de beperkte tijdsruimte van een dag in de zomer vier tieners geconfronteerd met elkaars geheimen. Net als in Blote handen (1995), waarin het pestgedrag van twee jongetjes ten aanzien van een oudere man centraal staat, worden de dieperliggende vragen waarmee de personages te kampen hebben en die grotendeels zijn terug te voeren tot relationele problemen, slechts mondjesmaat prijsgegeven. In het prentenboek Afrika achter het hek (1995) verruimt Moeyaert deze thematiek tot die van de ontworteling. Een Afrikaanse vrouw kan in Europa moeilijk aarden. Daarom bouwt de vertellende ik-figuur voor haar een hut waarin ze zich bijwijlen kan terugtrekken om zich onder te dompelen in de sfeer van vroeger. Het motief van de herinnering en de manier waarop die gekoesterd wordt, komt hierin sterk naar voren. Het past hier binnen het overkoepelende thema van de eenzaamheid, de afzondering en het gebrek aan liefde dat de personages veroordeelt tot een geïsoleerd bestaan.
Soms mondt dit alles regelrecht uit in gevoelens van angst. Moeyaert roept die op in De Melkweg (2011), waarin twee broers op het voorplan treden die in afwezigheid van hun ouders hun weg moeten zien te vinden. Die fundamentele eenzaamheid, gecombineerd met het motief van een machtsstrijd, speelt ook mee in de roman Dani Bennoni: lang zal hij leven (2004), die zich afspeelt tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon is de kleine Bing die er alles voor wil doen om indruk te maken op zijn broer Moon die is opgeroepen als soldaat. Bing wil daarom leren voetballen bij Dani Bennoni, de voetbalheld tegen wie Moon altijd heeft opgekeken. De novelle Graz (2009), die geïnspireerd is op een verblijf van de auteur in de gelijknamige Oostenrijkse stad, focust op de eenzaamheid van de apotheker Eichler. Aan dit thema van de eenzaamheid wordt dat van de liefde verbonden in Het is de liefde die we niet begrijpen (1999), waarin drie verhalen zijn opgenomen die de liefde als drijfveer van het menselijk handelen uittekenen, maar evenzeer de manier waarop mensen, al proberen ze dat wel, elkaar niet echt kunnen bereiken.
| |
Relatie leven/werk
Naar aanleiding van de verhalenbundel Broere, waarin bij de eerste editie 31 verhalen stonden die in 2010 werden aangedikt
| |
| |
tot 49, kreeg Moeyaert meer dan eens de vraag of en in hoeverre die verhalen autobiografisch waren. In Het is de liefde die we niet begrijpen was het hoofdpersonage een meisje, net als in Duet met valse noten. Moeyaert zegt daarover: ‘In het begin verstopte ik mij zeker, ik verzon van alles om mezelf niet bloot te geven. Maar in mijn latere werk is dat niet meer het geval. [...] Ik vind het niet erg om mezelf te laten zien zoals ik ben en te tonen waarvoor ik sta.’ (interview Karine Somers, 2005) De vertelde anekdotes spelen hierin ontegenzeglijk een rol, maar het zijn vooral de thema's van liefde, eenzaamheid en dood die de auteur als het ware op de huid zijn geschreven. Naar aanleiding van zijn veertigste verjaardag, die samenviel met twintig jaar schrijverschap, publiceerde Moeyaert 56 kilometer, waarin hij zichzelf en zijn werk voorstelt aan de hand van 56 notities met anekdotes, beeldmateriaal en korte reflecties over het schrijven. De ‘56 kilometer’ uit de titel verwijzen naar Moeyaerts passie voor potloden. Naar het schijnt kun je met een potlood een lijn van 56 km trekken.
| |
Visie op de wereld
Het werk van Moeyaert wordt doorgaans gerekend tot de jeugdliteratuur. Dit is in de eerste plaats toe te schrijven aan het feit dat hij zich vooral richt op het innerlijk van kinderen en jongvolwassenen. Uit zijn benadering van de leef-, denk- en gevoelswereld van zijn personages blijkt dat hij een sombere, tot op zekere hoogte zelfs pessimistische visie heeft op de manier waarop jongeren zich tot de wereld van de volwassenen verhouden. Vaak is de relatie tussen beide werelden pijnlijk. Toch is het wereldbeeld van Moeyaert genuanceerd: vaak breekt aan het slot een vorm van hoopvolle verwachting door, die perspectieven voor de toekomst opent.
| |
Stijl / Techniek
In een interview met Gaea Schoeters uit 2011 zegt Moeyaert: ‘Elk boek begint met een beeld. Opeens zie ik iets voor me, waarvan ik 100 procent zeker weet: dit wordt het. Ik voel een heel sterke aandrang om de scène op papier te zetten, met een vlotheid die nooit meer terugkomt, want de rest van het boek is zwoegen.’ Dat ‘zwoegen’ komt voort uit zijn visie op het schrijven: ‘Schrijven heeft voor mij zeker te maken met een vorm van macht, want op papier kan ik de dingen zelf sturen.’ (interview Karine Somers, 2005) Dit sturen heeft zowel te maken met de
| |
| |
ontwikkeling van het initiële beeld tot een samenhangende plot, als met de aandacht voor de structuur ervan en de verwoording. In zijn ontwikkeling als schrijver is Moeyaert meer en meer een gecomprimeerde vertelstijl gaan hanteren die gaandeweg soberder en helderder is geworden.
| |
Traditie
Vooral door de aandacht die hij besteedt aan de opbouw van en de taal in zijn boeken, is Moeyaert, samen met onder meer Anne Provoost, uitgegroeid tot een belangrijk vertegenwoordiger van een generatie schrijvers die kinder- en jeugdliteratuur tot een volwaardig literair genre hebben uitgebouwd.
| |
Techniek
Moeyaert verlegt graag zijn literaire grenzen. Dat resulteerde onder meer in een aantal muziektheatervoorstellingen. In 1999 bewerkte hij op verzoek van componist Filip Bral het Slowaakse sprookje ‘Berona’. Moeyaert heeft van de vertelstof een nieuw verhaal gemaakt, Luna van de boom (2000). In het genre van het muziektheater zijn er verder nog De Schepping (2003), waarin hij zijn versie brengt van Genesis, en Het Paradijs (2010), beide geschreven op verzoek van het Nederlands Blazersensemble. Over het laatste werk schreef Patrick Jordens: ‘De gelaagdheid aan betekenissen is zeker een van de sterktes van deze poëtische tekst, maar stelt ook hoge eisen aan de jonge lezer. Daarom is dit een boek bij uitstek om samen met volwassenen te lezen, zodat er een dialoog kan ontstaan.’ Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis is een bewerkte versie van De vuurvogel van Igor Stravinsky. Moeyaert bewerkte ook klassiekers uit de theaterwereld: Ongelikt is een hervertelling van King Lear van William Shakespeare, Drie Zusters is gebaseerd op het gelijknamige stuk van Anton Tsjechov. Ten slotte samplet hij ook binnen eigen werk. Het thema van de afwezige vader en de vragen die dat oproept bij een kind, kwam aan bod in Echt weg is niet zo ver (in Missen is moeilijk, 2008) en komt terug in het toneelstuk Rover, dronkeman.
| |
Thematiek
Als dichter debuteerde Bart Moeyaert met de bundel Verzamel de liefde. Hij schrijft er over de thema's die ook aan bod komen in zijn prozateksten: verliefdheid, verlaten en verlaten worden, sterven. Het openingsgedicht, ‘Dit’, is een programmatische stellingname tegenover het proza: ‘Van alles wat ik schreef/ zijn dit het minste woorden’. De bundel Gedichten voor gelukkige mensen
| |
| |
bevat onder meer de gedichten die Moeyaert schreef als stadsdichter van Antwerpen. In raak gekozen beelden typeert hij 's mensen handel en wandel, zoomt hij in op de actualiteit (bijvoorbeeld de moord op de tweejarige Luna en haar oppas) en komt uiteindelijk, zoals blijkt uit het gedicht ‘Aquarel’, weer uit bij de liefde: ‘Ik moet niet doen alsof. Per slot van rekening/weet iedereen dat alles - alles - over liefde gaat.’
| |
Stijl
Op de vraag hoe hij het stadsdichterschap wilde gaan invullen, antwoordde Moeyaert: ‘Het enige wat ik kan doen, is de stem weergeven van iemand die in deze stad woont.’ (interview Sofie vanden Bossche, 2006) Een vorm van empathisch schrijven dus, die ook al in zijn debuutbundel nadrukkelijk aanwezig was. Moeyaert schrijft toegankelijke verzen waarin onder de schijnbare eenvoud van de parlando-stijl diepere betekenislagen schuilgaan.
| |
Kritiek / Publieke belangstelling
De belangstelling voor het werk van Moeyaert gaat in stijgende lijn, ook over de grenzen van ons taalgebied. De werken die verschenen voor 1989 zijn volgens Rita Ghesquière ‘soms wat gevoeliger en zeker explicieter in de verwoording dan het latere werk’, waarvan critici bijna unaniem de literaire aanpak loven. Een vaak terugkerend gegeven in de benadering van zijn werk is het grensverleggende karakter ervan. Zo schrijft Marita Vermeulen over Het is de liefde die we niet begrijpen: ‘(Dit) is geen kinder- of jeugdboek, het is een roman voor jonge en oudere volwassenen, een boek dat rijker en dieper wordt naarmate de lezer er met zijn hele hebben en houden durft in te stappen. Het is een verhaal dat zich beschroomd en brutaal, onschuldig en verleidelijk en in alle opzichten totaal aan de lezer overlevert.’
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
In deze bibliografie zijn niet de door Moeyaert gemaakte vertalingen opgenomen. Een bibliografisch overzicht daarvan en van alle primaire publicaties biedt: Koen Hilberdink en Jos Joosten, Jan Campert-prijzen 2005. Nijmegen 2005, pp. 85-92.
Bart Moeyaert, Duet met valse noten. Averbode/Apeldoorn 1983, Altiora, Top-boeken, JR. (15e druk Amsterdam 2008, Querido) |
Bart Moeyaert, Terug naar af. Averbode/Apeldoom 1986, Altiora, Top-boeken, JR. (5e druk Amsterdam 1999, Querido) |
Bart Moeyaert, De wereld volgens Aidan Chambers. Antwerpen 1987, St-Thomas Instituut, E. |
Bart Moeyaert, Het boek van Niete. Illustraties Joke van Eyck. Averbode/Apeldoom 1988, Altiora, JR. |
Bart Moeyaert, Mijn tuin uit. Illustraties Annemie Heymans. Tilburg 1989, Zwijsen, J. |
Bart Moeyaert, Een klap is geen kus. Illustraties Ruud Bruyn. Tilburg 1989, Zwijsen, J. |
Bart Moeyaert, Suzanne Dantine. Averbode/Apeldoom 1989, Altiora, Top-boeken, J. (3e, geheel herziene drek, onder de titel Wespennest, Amsterdam 1997, Querido) |
Bart Moeyaert, Een kuil om in te wonen. Illustraties Jan Jutte. Tilburg 1990, Zwijsen, J. (opgenomen in Durf voor drie) |
Bart Moeyaert, Een boot in de mist. Illustraties Alice Hoogstad. Tilburg 1990, Zwijsen, J. |
Bart Moeyaert, Kus me (een novelle). Averbode/Apeldoom 1991, Altiora, Top-boeken, J. |
Bart Moeyaert, Voor altijd, altijd. Illustraties Annemie Heymans. Tilburg 1992, Zwijsen, J. (opgenomen in Missen is moeilijk) |
Bart Moeyaert, De man in de maan. Illustraties Annemie Heymans. Tilburg 1992, Zwijsen, J. |
Bart Moeyaert, Echt weg is niet zo ver. Illustraties Annemie Heymans. Tilburg 1993, Zwijsen, J. (opgenomen in Missen is moeilijk) |
Bart Moeyaert, Die steeg van ons. Illustraties Annemie Heymans. Tilburg 1995, Zwijsen, Bizon boek, J. (opgenomen in Missen is moeilijk) |
Bart Moeyaert, Afrika achter het hek. Illustraties Anna Höglund. Amsterdam 1995, Querido, J. |
Bart Moeyaert, Blote handen. Illustraties Peter van Poppel. Amsterdam 1995, Querido, J. (licentieuitgave 2010, Muntinga Pockets, Rainbow jeugd 11) |
Bart Moeyaert, Mansoor. Amsterdam 1996, Querido, JVB. (2e druk, onder de titel Mansoor, of Hoe we Stina bijna doodkregen, 2001) |
Bart Moeyaert, De brief die Rosie vond. Illustraties André Sollie. Antwerpen/Houten 1997, Standaard / Van Holkema & Warendorf, J. (opgenomen in Durf voor drie) |
Bart Moeyaert, Wespennest. Amsterdam 1997, Querido, R. (geheel herziene uitgave van Suzanne Dantine; licentieuitgave Groningen 1999, Wolters-Noordhoff, Jonge lijsters 1999, 4) |
| |
| |
Bart Moeyaert, Grote oma's. Illustraties Kitty Crowther. Amsterdam 1999, Querido, J. |
Bart Moeyaert, Het is de liefde die we niet begrijpen. Amsterdam 1999, Querido, R. (als luisterhoek: 2008; licentieuitgave Groningen 2011, Noordhoff, Jonge lijsters 2011) |
Bart Moeyaert, Luna van de boom. Berona, Slowaaks sprookje. Illustraties Gerda Dendooven. Brussel 2000, Pantalone, J. |
Bart Moeyaert, Broere: de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik. Amsterdam 2000, Querido, JVB. (5e, vermeerderde druk 2002; licentieuitgave 2007, de Volkskrant, Schatkist uit de jeugdliteratuur) |
Bart Moeyaert, Rover, dronkeman. Amsterdam 2000, Querido, Querido toneel, JT. |
Bart Moeyaert, Eerst zien & Mansoor of hoe we Stina bijna doodkregen. Amsterdam 2001, Querido, VB. |
Bart Moeyaert, Het beest heet Mono. Tilburg 2001, Zwijsen, J. (opgenomen in Durf voor drie) |
Bart Moeyaert, Ongelikt. Gebaseerd op King Lear van William Shakespeare. Amsterdam 2001, Querido, T. (licentieuitgave Krommenie 2002, Nederlandse Vereniging voor Amateurtheater, NVA 11518). (2e druk 2001) |
Bart Moeyaert, Mijn hart is een pinguïn. Brussel 2002, Pantalone, V. (met cd) |
Bart Moeyaert, De schepping. Illustraties Wolf Erbruch. Amsterdam 2003, Querido, J. |
Bart Moeyaert, Verzamel de liefde. Amsterdam 2003, Querido, GB. |
Bart Moeyaert, Dani Benoni: lang zal hij leven. Amsterdam 2004, Querido, R. |
Bart Moeyaert, Drie zusters. Hasselt 2004, Afijn, T. |
Bart Moeyaert, 56 kilometer. Amsterdam 2004, Querido, Autobiografische notities. |
Bart Moeyaert, Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis. Illustraties Wolf Erbruch. Amsterdam 2006, Querido, J. |
Bart Moeyaert, De baas van alles. Illustraties Katrien Matthys. Antwerpen/Amsterdam 2007, Manteau / De Harmonie, J. |
Bart Moeyaert, Durf voor drie. Illustraties Rotraut Susanne Berner. Amsterdam 2007, Querido, JVB. (bevat Een kuil om in te wonen, De brief die Rosie vond en Het beest heet Mona) |
Vlees is het mooiste. Gedichten. Samenstelling Bart Moeyaert. Foto's Elisabeth Broekaert. Leuven 2007, Davidsfonds, Bl. |
Bart Moeyaert, Gedichten voor gelukkige mensen. Amsterdam 2008, Querido, GB. |
Bart Moeyaert, Missen is moeilijk. Drie verhalen over de tijd na het afscheid. Amsterdam 2008, Querido, VB. (bevat Voor altijd, altijd, Echt weg is niet zo ver en Die steeg van ons) |
Bart Moeyaert, Graz. Amsterdam 2009, Querido, N. |
Bart Moeyaert, Het Paradijs. Illustraties Wolf Erlbruch. Amsterdam 2010, Querido, R. |
Bart Moeyaert, De Melkweg. Amsterdam 2011, Querido, R. (ook als luisterboek) |
Bart Moeyaert, Bestaan kan iedereen. Nijmegen 2012, Faculteit der Letteren, Kellendonklezing 2012, E. |
Bart Moeyaert, Wie klopt daar? Illustraties Gerda Dendooven. Amsterdam 2012, Querido, J. |
| |
| |
Bart Moeyaert, Iemands lief. Illustraties Korneel Detailleur. Amsterdam 2013, Querido, V. |
Bart Moeyaert, Jij en ik en alle andere kinderen. De verzamelde verhalen en kindergedichten. Met tekeningen van Rotraut Susanne Bemer. Amsterdam 2013, Querido, VB/GB. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Een uitgebreide bibliografie tot 2005 is te vinden in: Koen Hilberdink en Jos Joosten (red.), Jan Campert-prijzen 2005. Nijmegen 2005, pp. 92-97. |
Rik Pareit, Bart Moeyaert: een woord van tederheid. In: Knack, 21-11-1983. (over Duet met valse noten) |
Herman de Graaf, Terug naar af. In: Jeugdboekengids, jrg. 29, mei 1987, pp. 170-171. |
Ruud Kamphoven, Matthias zoekt en krijgt ongeluk. In: Brabants Dagblad, 10-3-1987. (over Terug naar af) |
Dirk Musschoot, Schrijven is prettig zwoegen. In: Het Volk, 24-10-1989. (over Suzanne Dantine) |
G.S., ‘Het eiland Niete’ massatoneel. In: Het Volk, 28-2-1989. (over Het boek van Niete) |
Luc Lannoy, Een vreemde eend die niet bijt. In: Jeugdboekengids, jrg. 32, nr. 1, 1990, p. 6-8. (over Suzanne Dantine) |
Luc Lannoy, De diepten van de eenvoud: literair edelsmeedwerk van Bart Moeyaert. In: Jeugdboekengids, jrg. 33, nr. 9, 1991, pp. 281-282. (over Kus me) |
Rita Ghesquière, Grensverkeer en grensvervaging. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 137, nr. 6, 1992, pp. 725-730. (over Kus me) |
Jan Smeekens, Wat een geheim, zei Lena toonloos. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 7-2-1992. (over Kus me) |
Patrick Verstuyft, Boekenwinnaar Bart Moeyaert: ‘Een personage kiest mij’. In: Het Volk, 5-3-1992. (interview) |
Karel Maartense, Elke auteur is een meesterdief. In: Leesgoed, jrg. 20, nr. 4, september 1993. (interview) |
Tilly Stuckens, Spetterend tegengif tegen racisme. In: De Standaard, 17-2-1995. (over Afrika achter het hek) |
Tilly Stuckens, Marte en de zingende engel. In: De Standaard, 10-8-1995. (over Die steeg van ons) |
Annemie Leysen, In de greep van lettergrepen. In: De Morgen, 13-10-1995. (over Die steeg van ons) |
Piet de Moor, Het stil verdriet van Bart Moeyaert. In: Het Volk, 27-10-1995. (interview) |
Tilly Stuckens, Macht en onmacht van een plastic hand. In: De Standaard, 30-10-1995. (over Blote handen) |
Annemie Leysen, Het onuitgesprokene. In: De Morgen, 15-12-1995. (over Blote handen) |
Luc Lannoy, Mansoor. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jrg. 3, nr. 3, april 1997, p. 107. |
Jan Vancoillie, De kracht van de suggestie. In: Rita Ghesquière e.a., Uit de schaduw. Een beknopte geschiedenis van de West-Vlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur. Brugge 1997, pp. 264-266. (algemeen) |
Bart Vanegeren, Het altijd durend verdriet van Bart Moeyaert: ‘Ik vertik het volwassen te worden’. In: Humo, 3-2-1998. (interview) |
Pascal Verbeken, De geïnspireerde adolescent. In: De Standaard, 12-2-1998. (interview) |
Annemie Leysen, De sterke troeven van Bart Moeyaert In: Ons Erfdeel, jrg. 41, nr. 2, 1998, pp. 261-265. (algemeen) |
Rita Ghesquière, Bart Moeyaert. Kortrijk 1998. (algemeen) |
Marita Vermeulen, ‘Ik geef me onopvallend helemaal bloot in mijn boeken’. In: De Standaard, 23-9-1999. (interview) |
Casper Markesteijn, Bart Moeyaert. In: Lexicon van de jeugdliteratuur, aanv. 49, 1999, pp. 1-6. |
Aleid Truijens, Verschrikkingen die iedereen gewoon vindt. In: de Volkskrant, 17-12-1999 (over Het is de liefde die we niet begrijpen) |
Ruud Kraaijeveld, Een mislukte meesterproef. In: Levende Talen Magazine, jrg. 87, januari 2000, pp. 33-34. (over Het is de liefde die we niet begrijpen) |
Ingrid Hoogervorst, Leer dan jeugdliteratuur. In: De Telegraaf, 4-2-2000. (over Het is de liefde die we niet begrijpen) |
Katrien Vloeberghs, Van de liefde weer terug. Twee polen in het schrijverschap van Bart Moeyaert In: Leesidee Jeugdliteratuur, jrg. 6, nr. 7, 2000, pp. 310-312. |
| |
| |
Arjan Peters, Bart Moeyaert en zijn broers. In: de Volkskrant, 29-9-2000. (over Broere) |
Aukje Holtrop, Eén kluit spannende aardigheid. Een leeftijdloos boek. In: Vrij Nederland, 11-11-2000. (over Broere) |
Annemie Leysen, Geluk was toen heel gewoon. In: De Morgen, 29-11-2000. (over Broere) |
Anne Brumagne, Vrijheid in je hoofd. In: De Morgen, 1-1-2001. (interview) |
Maarten de Pourcq, Schroomvol en impulsief. Bart Moeyaert als dichter. In: Poëziekrant, 25, nr. 2, maart-april 2001, pp. 34-37. (interview) |
Gwennie Debergh, Een zevenkoppig monster. In: Ons Erfdeel, jrg. 44, nr. 2, maart-april 2001, pp. 277-278. (over Broere) |
Gerda Jacobs, Lezen over Bart Moeyaert. Den Haag 2001. |
Jos Blom, Shakespeares King Lear. Shakespeare-bewerkingen en ‘Ongelikt’ van Bart Moeyaert. In: Literatuur zonder leeftijd, jrg. 16, nr. 57, 2002, pp. 86-90. |
Jeroen de Preter, Kies nooit voor de middelmaat. In: De Morgen, 1-10-2003. (interview n.a.v. Verzamel de liefde) |
Marita Vermeulen, Bart Moeyaert. Lang zal hij leven. In: De Standaard, 16-9-2004. (interview) |
Annemie Leysen, Lang zal hij leven! In: De Morgen, 22-9-2004. (over 56 kilometer en Dani Bennoni) |
Bregje Boonstra, Het gaat om wroeten en woelen. In: De Groene Amsterdammer, 8-10-2004. (interview) |
Willem Jan Otten, Willem Jan Otten las Bart Moeyaert. In: Vrij Nederland, 9-10-2004. |
Paul Demets, ‘Tot nu toe heb ik aan woorden genoeg’. In: Knack, 27-10-2004. (interview) |
Fien Sabbe, ‘Voelen hoe je de zaal doet leven. Het is bijna erotiek’. In: De Morgen, 27-10-2004. (interview) |
Karine Somers, ‘Op papier kan ik de dingen zelf sturen’. In: Raak, oktober 2005, pp. 14-17. (interview) |
Mirjam Noorduijn, ‘Als je het begin van alles wil zien moet je erg veel weglaten’. In: Koen Hilberdink en Jos Joosten (red.), Jan Campert-prijzen 2005. Nijmegen 2005, pp. 75-83. (over het hele werk; gevolgd door een primaire en secundaire bibliografie, pp. 85-97) |
Sofie vanden Bossche, Bart Moeyaert wordt vandaag benoemd tot Antwerps stadsdichter. In: De Morgen, 26-1-2006. (interview) |
Mischa Cohen, Volgens Bart Moeyaert. Stadsdichter van Antwerpen. In: Vrij Nederland, 9-6-2007. (interview) |
Marieke van Twillert, Drie tegen één, dat gaat lukken. In: NRC Handelsblad, 18-1-2008. (over Durf voor drie) |
Paul Demets, Een dichter voor iedereen. In: De Morgen, 30-1-2008. (over Gedichten voor gelukkige mensen) |
Jan van Coillie, Wij moeten zeer de moeite zijn. In: Poëziekrant, jrg. 32, nr. 6, september 2008, pp. 72-73. (over Gedichten voor gelukkige mensen) |
Eveline Vink, Vertellingen van kleine handelingen. Op: www.recensieweb.nl/recensie/2899, 26-5-2009. (over Graz) |
Fried'l Lesage, Bart Moeyaert, schrijver. In: Fried'l Lesage, Een leven in boeken. Tielt 2009, Lannoo, pp. 38-49. (interview) |
Mieke van Zonneveld, Een roman van schaamte en eenzaamheid. Op: www.recensieweb.nl/3036, 2-11-2009. (over Graz) |
Katrien Steyaert, ‘Het kwaad zit niet in een appel, maar in alles’. In: Standaard der Letteren, 25-9-2010. (interview) |
Patrick Jordens, ‘In het begin waren we nooit alleen’. Bart Moeyaert hervertelt het verhaal van Adam & Eva. In: De Morgen, 6-10-2010. (over Het Paradijs) |
Karel Berkhout, Volmaakte liefde is eindig. In: NRC Handelsblad, 8-10-2010. (over Het Paradijs) |
Ron Rijghard, De dorpsomroeper is terug. Adriaan Jaeggi & Bart Moeyaert. In: Ron Rijghard, Ik deug alleen voor de poëzie. Dichters over dichten. Amsterdam 2010, NRC Boeken, pp. 155-165. |
Annelies de Waele, Bart Moeyaert is een meester in het vangen van kinderangsten. In: Knack, 25-5-2011. (over De Melkweg) |
Gaea Schoeters, Bart Moeyaert in het zwembad. In: De Standaard, 15-7-2011. (interview) |
Jooris van Hulle, Bart Moeyaert. In: Jooris
|
| |
| |
van Hulle (red.), Iedereen is van ergens. 25 auteurs uit West-Vlaanderen, Antwerpen 2011, pp. 138-143. (algemeen) |
Karen Ghonem-Woets, ‘Het komt er in het hele leven op neer dat mensen gezien willen worden’. Een interview met Bart Moeyaert. In: Literatuur zonder leeftijd, jrg. 26, nr. 87, voorjaar 2012, pp. 85-101. |
Karin Kustermans, Noem het verwantschap. Bart Moeyaert, schrijver en vertaler. In: De Leeswelp, jrg. 19, nr. 5, juni 2013, pp. 182-185. (interview) |
133 Kritisch lit. lex.
mei 2014
|
|