| |
| |
| |
Anja Meulenbelt
door Agnes Andeweg
1. Biografie
Anja Henriëtte Meulenbelt werd op 6 januari 1945 in Utrecht geboren. Haar ouders, die in de oorlog betrokken waren bij het in veiligheid brengen van joodse kinderen, waren daar zelf ondergedoken. Anja was het oudste kind, na haar werd nog een jongen geboren.
Ze groeide op in Amsterdam, in een tamelijk welgesteld gezin. Meulenbelts vader was directeur van een zaak in kantoorapparatuur (schrijf- en rekenmachines), haar moeder was huisvrouw. Zij had weliswaar een diploma als onderwijzeres, maar ze werkte nooit in dat beroep.
Anja Meulenbelt werd op zestienjarige leeftijd zwanger van een jongen die ze op vakantie had ontmoet - een ervaring die haar verdere leven zou vormen. Ze trouwde met hem en kreeg een zoon, Armin. Het huwelijk was slecht, haar man gokte, had geen werk en sloeg het kind. Op twintigjarige leeftijd liet ze zich scheiden. Ze volgde een opleiding aan de sociale academie in Amsterdam en studeerde daarna sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 1977 afstudeerde. Ze werd actief in de vrouwenbeweging, die in die tijd opkwam. Ze leverde bijdragen aan feministische bladen als de Vrouwenkrant, Lover en Opzij, en was betrokken bij de oprichting van de eerste feministische praatgroepen.
Vanaf 1972 werkte Meulenbelt als docent op de Hogeschool van Amsterdam, waar ze meer dan twintig jaar bleef. Ze publiceerde vele boeken op het terrein van emancipatie en hulpverlening, en was ook in de praktijk van de hulpverlening actief. Daarnaast schreef ze een aantal romans.
| |
| |
Haar romandebuut, De schaamte voorbij, verscheen in 1976. Het boek vond een enorme weerklank: het kende tweeëntwintig herdrukken, er werden meer dan honderdduizend exemplaren van verkocht en het werd in vele talen vertaald: behalve in het Engels en het Duits onder meer in het Fins, Grieks, en het Servisch.
Samen met schrijfster Renate Dorrestein, dichteres Elly de Waard en uitgeefster Caroline van Tuyll was Meulenbelt initiatiefneemster van de Anna Bijns-Prijs, een literaire prijs ter bevordering van de ‘vrouwelijke stem in de Nederlandstalige literatuur’. Ook was ze betrokken bij de oprichting van de feministische uitgeverij Sara, een collectief dat bestond van 1977 tot 1989. Na een conflict vanwege haar roman Alba, brak Meulenbelt in 1985 met dit collectief.
In 1987 ontving Meulenbelt de Annie Romeinprijs, een prijs van het feministische maandblad Opzij, voor haar essayistische werk.
Anja Meulenbelt woont in Amsterdam.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek
Het bekendste boek van Anja Meulenbelt is zonder twijfel De schaamte voorbij. Een persoonlijke geschiedenis, haar romandebuut uit 1976. De schaamte voorbij vertelt op aangrijpende wijze het levensverhaal van de jonge Anja: van haar jeugd en de kille verstandhouding met haar ouders, tot haar zwangerschap en de moeizame eerste stappen als tienermoeder. Anja weet zich na enkele jaren te bevrijden uit haar slechte huwelijk en ontdekt de vrouwenbeweging als plaats waar ze zich kan ontplooien. Ze experimenteert volop met relaties: met mannen en vervolgens ook met vrouwen. Ze gaat een opleiding volgen, wordt actief feministe en ontdekt haar verlangen om te schrijven - De schaamte voorbij beschrijft ook de wordingsgeschiedenis van het boek zelf. De hoofdstukken waarin Anja terugblikt op haar leven worden afgewisseld met hoofdstukken waarin ze aan het boek werkt.
| |
Relatie leven/werk
Met De schaamte voorbij gaf Meulenbelt een inkijkje in de Amsterdamse vrouwenbeweging in haar eerste jaren. Ze kende die van binnenuit. In de zogenoemde ‘praatgroepen’, die het begin van de vrouwenbeweging vormden, deelden vrouwen hun ervaringen en ontdekten ze dat ze niet alleen stonden. De schaamte voorbij beschrijft hoe groot de honger naar kennis was onder vrouwen, hoe groot de intimiteit en de herkenning, en met welk enthousiasme allerlei activiteiten werden georganiseerd. Het boek laat de euforie van een beginnende sociale beweging zien, de solidariteit en de onvermijdelijke schisma's.
Maaike Meijer, die als een van de weinigen een serieuze beschouwing over Meulenbelts werk schreef, typeert De schaamte voorbij als ‘een hedendaags sprookje met een utopische dimensie’. Ze vergelijkt het boek met Hilda van Suylenburg (1897) van Cécile Goekoop-de Jong van Beek en Donk, dé tendensroman uit de eerste feministische golf: ‘Maar terwijl Hilda van Suylenburg nog twaalf personages nodig had om alle facetten van het vrouwenleven te belichten, neemt Anja al die facetten zelf op zich. Zij belichaamt de mogelijkheid van verandering. Zij representeert in haar eentje een scala aan opeenvolgende keuzes die moderne vrouwen kunnen maken.’
| |
| |
| |
Publieke belangstelling
De schaamte voorbij groeide uit tot het cultboek van de tweede feministische golf. Geheel in de geest van de beweging was de ‘persoonlijke geschiedenis’, zoals de ondertitel van De schaamte voorbij luidde, van belang voor vele vrouwen. Meulenbelt bood een identificatiemogelijkheid voor talloze lezeressen, ook voor hen die niet tot de feministische voorhoede behoorden.
| |
Verwantschap / Traditie
Meulenbelt doorbrak met De schaamte voorbij bestaande literaire conventies: de exemplarische levensgeschiedenis van een jonge vrouw op zoek naar seksuele en geestelijke vrijheid was een literair novum. De literaire kritiek wist dan ook niet wat ze met dit boek moest beginnen. Moest het als een autobiografie of als een roman beschouwd worden? Voor een roman werd er te weinig gefictionaliseerd in De schaamte voorbij, voor een egodocument werd het persoonlijke te politiek gemaakt, maar een politiek pamflet was het boek ook niet.
Toch zijn er wel enkele voorgangers en verwante auteurs aan te wijzen. In Nederland valt bijvoorbeeld te denken aan Gerard Reve en Jan Cremer. Hoewel beide auteurs weinig op hadden met de ‘vrouwenzaak’, zijn er wat betreft stijl en vorm zeker overeenkomsten met het werk van Meulenbelt. Cremer schreef net als Meulenbelt een min of meer gefictionaliseerde autobiografie: Ik Jan Cremer. Ook het bekentenisproza van Gerard Reve - zoals Nader tot U, Op voeg naar het einde of Lieve Jongens - vertoont verwantschap met Meulenbelt, wat betreft de realistische, weinig verhalende verteltrant en de aandacht voor seksualiteit. Elk van deze auteurs is, ieder op een geheel eigen wijze, een exponent van de seksuele revolutie van de jaren zestig.
| |
Kunstopvatting
Meer overeenkomsten, wat betreft vorm en inhoud, zijn er echter met de zogenoemde bewustwordingsliteratuur van buitenlandse feministische auteurs die in dezelfde tijd publiceerden als Meulenbelt, zoals Kate Millett (Flying), Erica Jong (Fear of Flying), Marilyn French (The Women's Room), Lisa Alther (Kinflicks) en de Duitse Verena Stefan (Häutungen). Deze auteurs beschrijven en politiseren het vrouwenleven met realistische codes. Meulenbelt recenseerde zelf het boek van Millett en vertelde later dat het haar op het idee bracht om een boek te schrijven over haar eigen leven. Realisme was daarbij het streven, getuige Meulenbelts credo: ‘Ik wil het niet mooier maken dan het
| |
| |
is’. Juist door dat realisme - de onversierde beschrijvingen van de werkelijkheid, inclusief de schrijfstijl vol herhalingen en slordigheden, die de lezeres de indruk konden geven dat zij getuige was van het schrijfproces - riep het werk van Meulenbelt bij velen herkenning op.
Meulenbelt laat in De schaamte voorbij zien welke consequenties het feminisme kan hebben voor het persoonlijk leven; de roman was daarvoor waarschijnlijk het meest geschikte genre. In een roman - hoe autobiografisch die ook is - kan immers bij uitstek het persoonlijk leven geëxploreerd worden.
| |
Stijl / Kritiek
Meulenbelts stijl valt het best te kenschetsen als toegankelijk en realistisch. Ze maakt weinig gebruik van metaforen en haar taalgebruik is direct. Deze stijl is beurtelings geprezen en verguisd. Critici verweten haar dat ze ‘bekeringsproza’ schreef vol ‘getourmenteerde clichés en herhaalzucht’ (Aad Nuis), ‘ontsnappingslectuur van niveau’ (Diny Schouten), of dat ze ieder talent ontbeerde (Annie Romein). Toch viel er niet uitsluitend kritiek op haar stijl te beluisteren; er was door de jaren heen ook fascinatie bij recensenten voor Meulenbelts felle en persoonlijke toon en voor de gedrevenheid en de meeslependheid die haar werk kenmerkt.
Haar slordigheid - schrijf- en spelfouten, en soms ook grammaticale fouten ontsieren haar proza - werd door Meulenbelt zelf niet ontkend. Dat haar werk door een aantal recensenten niet als literatuur werd beschouwd, interesseerde haar eigenlijk maar weinig: ‘Ik schrijf voor het gebruik. Ik weet dat er clichés in voorkomen en niet-mooie zinnen, 't Boek [= De schaamte voorbij] gaat over de pijn die je oploopt in het gewone leven. Als ze mij verwijten dat het geen literatuur is, lijkt het op de slager verwijten dat hij geen brood bakt’, zei ze in een interview met Bibeb (1982).
| |
Publieke belangstelling
De publieke belangstelling voor Meulenbelts werk is altijd groot geweest, al heeft ze het succes van haar debuut nooit kunnen overtreffen. Haar romans werden vrijwel altijd breed besproken en goed verkocht. Ongetwijfeld speelde Meulenbelts bekendheid daarbij een rol.
Het feministische tijdschrift Lover, het vrouwenrecensietijdschrift Surplus, en het homoblad Homologie kwamen elk afzon- | |
| |
derlijk op het idee om, vele jaren na het verschijnen van De schaamte voorbij, het boek te (laten) herlezen of het door jongeren te laten lezen. Het tekent de status van de roman als mijlpaal in de tweede feministische golf. De herlezing leverde het commentaar op dat het boek gedateerd aandoet. De herkenning, één van de belangrijkste effecten die het boek opriep bij verschijnen, blijkt voor latere generaties lezers niet meer op te gaan.
| |
Relatie leven/werk
Meulenbelt maakte er geen geheim van dat haar romans zijn geïnspireerd op haar eigen leven. In verschillende van haar boeken treedt een ikfiguur als hoofdpersoon op die de naam Anja draagt. Vaak is die hoofdpersoon schrijfster, altijd is ze feministe; en de boeken zijn meestal geschreven vanuit een ikperspectief. Het is dan ook niet verwonderlijk dat lezers en critici haar werk als autobiografisch lezen - Meulenbelt nodigt daar wel enigszins toe uit. Toch hecht ze eraan dat haar leven en werk niet volledig met elkaar worden geïdentificeerd. Ze zet daarom steeds de genre-aanduiding ‘roman’ op haar werk, als om duidelijk te maken dat ze niet samenvalt met haar (hoofd)personages. In Alba (1984), haar tweede roman, schrijft ze daarover: ‘Ik ben sneller dan mijn boeken, ik ben altijd alweer ergens anders, als mensen naar binnen kijken bij degene die ik was.’ In Blessuretijd (1994) verwoordt ze het aldus: ‘Ik verzin mezelf waar ik bijzit.’ De genreaanduiding ‘roman’ dient ook om haar latere boeken te onderscheiden van De schaamte voorbij. In de essaybundel Meer dan één engel (1989) legt Meulenbelt uit dat ze bij de boeken ná De schaamte voorbij niet meer in het midden kon laten of het fictie dan wel non-fictie betrof, omdat haar debuut zo overduidelijk autobiografisch was.
| |
Ontwikkeling
Meulenbelt is lang trouw gebleven aan het genre van de ‘fictionele autobiografie’, zoals Meijer De schaamte voorbij karakteriseerde. De liefde en het schrijven blijven ook in haar latere boeken de belangrijkste thema's. De rode draad in al haar werk is de invloed die het feminisme heeft op het persoonlijk leven.
In Alba kijkt een vrouw tijdens een vakantie met haar vriend terug op de tijd toen zij hem moest delen met een andere vriendin, en zij zelf ook nog een vriendin had. Uiteindelijk is alleen de relatie tussen de man en de vrouw overgebleven. Het
| |
| |
ontlokte een recensent het commentaar: ‘Een vrouw die verliefd wordt op een man en die jaloers wordt op zijn vriendin. Vreemder verhaal was er toen (in 1984) in tijden niet gehoord.’ Afgaande op de felle reacties die Alba opriep bij enkele feministen leek Meulenbelt inderdaad een onconventioneel verhaal geschreven te hebben, door haar boek te eindigen met een heteroseksueel plot. In een artikel in het lesbisch-culturele tijdschrift Lust en gratie verweet Carla Brünott Meulenbelt na de verschijning van Alba dat ze ‘vrouwvijandig’ was, en dat ze de vrouwenbeweging ‘verraden’ had door een relatie met een man aan te knopen. Brünott identificeerde de hoofdpersoon in Alba met Meulenbelt, al had die voorin Alba geschreven: ‘Gelijkenis met bestaande personen is [...] noch toevallig, noch bedoeld’. Briinotts kritiek tekent de polarisatie binnen de vrouwenbeweging van die tijd, waarin lesbisch-zijn als een politieke keuze werd beschouwd. Meulenbelt reageerde op deze kritiek in het boekje In het huis van onze moeder zijn vele kamers (1985); ze zette zich hiermee af tegen het toenemende separatisme en dogmatisme dat zij onder feministen waarnam.
In Een kleine moeite (1985) beschrijft Meulenbelt de laatste levensdagen van haar moeder. Moeder en dochter hebben jarenlang een moeizame verhouding gehad. De feministische dochter nam haar moeder haar afhankelijkheid kwalijk, de moeder had moeite met de openhartigheid van de dochter. Via de boeken die dochter Anja heeft geschreven vindt enige toenadering plaats en krijgen de vrouwen langzamerhand meer begrip voor elkaar. Meulenbelt zelf typeerde de feministische golf van de jaren zeventig ooit als een ‘beweging van dochters’: vrouwen met het vaste voornemen om niet zo te worden als hun moeder. In Een kleine moeite laat Meulenbelt zien waar die uitspraak vandaan komt.
Een kleine moeite werd tamelijk welwillend ontvangen, al vonden sommige critici, zoals Elsbeth Etty en de recensent van de Vlaamse krant De Morgen, dat Meulenbelt wat al te goed naar Un mort très douce van Simone de Beauvoir had gekeken, dat hetzelfde gegeven heeft - een feministische dochter die aan het sterfbed van haar moeder zit. Sommige scènes lijken inderdaad erg op elkaar, bijvoorbeeld de bezoeken aan het ziekenhuis en
| |
| |
het opruimen van het huis, maar of er werkelijk sprake is van plagiaat is moeilijk te zeggen. Meulenbelt ging niet in op de aantijgingen.
Meulenbelts volgende roman, De bewondering (1987), speelt zich af tijdens een tournee door Duitsland en Zwitserland. De hoofdpersoon, een schrijfster, overdenkt haar houding ten opzichte van haar vriendin en haar werk. Ze staat enigszins ambivalent tegenover de roem die haar boeken haar gebracht hebben en de rol van ‘voorbeeldfeministe’ begint haar tegen te staan.
Na De bewondering verscheen pas in 1994 opnieuw een roman: Blessuretijd, in 1996 gevolgd door Je broer en ik. In Blessuretijd beschrijft Meulenbelt de kortstondige relatie met een man, aangeduid als G., die een grote liefde van haar was. Het boek is geschreven in de vorm van een dagboek en vormt het verslag van de moeilijke periode die Meulenbelt doormaakt na het eindigen van die verhouding. De dagboekstructuur van het boek vergroot het altijd al sterk aanwezige realistisch effect, net zoals het optreden van personen onder hun eigen naam - de dichteres Elly de Waard verscheen bijvoorbeeld in eerdere boeken nog als ‘de dichter’, maar wordt nu met name genoemd.
Je broer en ik is een roman met hetzelfde gegeven als Blessuretijd, en vormt een herneming van het eerdere boek: een vrouw ontmoet haar grote liefde en heeft enkele maanden een verhouding met hem. Het verhaal is nu meer gefictionaliseerd - met meer afstand geschreven en met andere personages. Sommige scènes uit de twee boeken zijn echter haast identiek. De man, die nu de naam Guus draagt, heeft een verhouding met een fotografe. Behalve een liefdesverhaal is Je broer en ik ook een verslag van een bezoek aan Zuid-Afrika en van de eerste vrije verkiezingen die daar plaatsvinden. In dat opzicht vormt het meer een journalistiek reisverslag.
| |
Ontwikkeling
Dat is de richting die Meulenbelt in de jaren negentig insloeg. Ze schreef verschillende reisboeken: Dagen in Gaza (1995), Zoals het oog de regenboog (1999), Het beroofde land (2000) en De tweede intifada (2001). Het zijn geen verslagen van toeristische bezoeken, maar veeleer politiek-journalistieke dagboeken over bezoeken aan landen die door oorlog geteisterd zijn.
Meulenbelt had al eerder het reisboek Kleine voeten, grote voeten
| |
| |
(1982) gepubliceerd, waarin ze verslag deed van de reis naar China die zij met enkele andere feministen maakte, op uitnodiging van de Chinese communistische vrouwen. Het boek was tamelijk naïef van toon. Meulenbelt zag, zoals wel meer progressieve, geëngageerde Nederlanders in die tijd, China als een voorbeeld van een samenleving waar de verhouding tussen mannen en vrouwen veel gelijkwaardiger was dan in Nederland. Kleine meten, grote voeten werd echter hevig bekritiseerd door China-deskundigen. Volgens hen was Meulenbelt met open ogen blind geweest voor de ongelijkheid en onrechtvaardigheid in China. Ze was door haar gastvrouwen en -heren rondgeleid in een modelprogramma.
Meulenbelts latere reisboeken zijn aanmerkelijk kritischer en opmerkzamer van toon. Dagen in Gaza is het verslag van een reis die de schrijfster maakte op verzoek van Artsen zonder Grenzen naar Israël en de Palestijnse gebieden. Ze beschrijft de vaak schrijnende situatie van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Meulenbelt denkt kritisch maar genuanceerd na over haar eigen positie: van oudsher pro-Israël, heeft ze gaandeweg begrip gekregen voor de situatie van de Palestijnen.
| |
Relatie leven/werk
Behalve romans schreef Meulenbelt veel essayistisch en theoretisch werk, over onder andere vrouwenhulpverlening, seksualiteit, vrouwen en alcohol, educatie en over oorlogsslachtoffers. Emancipatie is de rode draad in al haar werk, of dat nu de emancipatie betreft van (lesbische) vrouwen, van Palestijnen of van Bosniërs. Het schrijven is voor Meulenbelt een onderdeel van dat streven naar emancipatie en gaat vrijwel altijd hand in hand met maatschappelijk activisme. Voorbeelden daarvan zijn de talloze lezingen en trainingen over geweld en seksueel misbruik die Meulenbelt in de loop der jaren gaf, in Nederland en in het buitenland. Ze zette onder andere hulpverleningsprojecten op voor Servische oorlogsslachtoffers en voor Palestijnen in de bezette gebieden. Ook haar (mede-)initiatief tot de Anna Bijns-Prijs en haar betrokkenheid bij feministische uitgeverij Sara passen in het beeld van de maatschappelijk actieve schrijfster.
| |
| |
| |
Visie op de wereld / Kunstopvatting
In de bundel Meer dan één engel. Over literatuur en seksenstrijd zet Meulenbelt haar opvattingen over de relatie tussen schrijverschap en ideologische - feministische - opvattingen uiteen. Ze wijdt beschouwingen aan het idee van een ‘vrouwelijke stem’ in de literatuur en aan canonvorming, en ze pleit voor een pluriforme literatuurbeschouwing. Meulenbelt is van mening dat de beoordeling van literatuur nooit plaatsvindt vanuit ‘zuiver’ literaire argumenten, omdat die niet bestaan. Iedereen oordeelt vanuit een bepaalde ideologie, en het enige wat je kunt doen (en wat recensenten volgens Meulenbelt zouden móeten doen) is proberen die ideologie zoveel mogelijk te expliciteren. Pas dan wordt een eerlijk debat mogelijk.
Anja Meulenbelt heeft met haar literaire activiteiten en essays in ieder geval een belangrijke bijdrage geleverd aan het vergroten van de zichtbaarheid en erkenning van vrouwelijke auteurs. Bovendien heeft ze met haar romans de politieke boodschap van het feminisme weten te vertalen naar een groot publiek.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Anja Meulenbelt, Peter Schumacher en Jelte Rep, De zwarte panters. Odijk 1971, Sjaloom, Studio Kosmopolitiek, Kosmoschrift nr. 3/4, E. |
Anja Meulenbelt, Vrouwen in praatgroepen. Weten hoe het voelt. Amsterdam 1974, Sjaloom, WIJ Nieuwschrift, 1974, nr. 6, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt, Feminisme en socialisme. Een inleiding. Amsterdam 1975, Van Gennep, Kritiese biblioteek, Vakliteratuur. |
Selma Leydesdorff, Anja Meulenbelt en Joyce Outshoom, Feminisme, dl. 1. [=Te elfder ure, nr. 20, 1975, pp. 602-884], Vakliteratuur. |
Vrouwengezondheidscollectief Boston, Je lichaam, je leven. Het lijf-boek voor vrouwen. Vertaling Heleen Pott en Liesbeth van der Sluijs. Bewerking Anja Meulenbelt. Amsterdam 1975, Bert Bakker, Naslagwerk (vert.). |
Anja Meulenbelt, De schaamte voorbij. Een persoonlijke geschiedenis. Amsterdam 1976, Van Gennep, R. (licentie-uitgave Breda 1997, De Geus, Geuzenpocket 103) |
Anja Meulenbelt Johanna's dochter, Ariane Amsberg, Jolet Leenhouts e.a., Voor onszelf Vanuit vrouwen bekeken. Lijf en seksualiteit. Amsterdam 1979, Sara, Naslagwerk. |
Selma Sevenhuijsen, Joyce Outshoorn en Anja Meulenbelt (red.), Socialisties-feministiese teksten 1. Amsterdam 1978, Sara, Vakliteratuur. |
Selma Sevenhuijsen, Socialisties-feministiese teksten 2. [Amsterdam] 1979, Sara, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt, Wat is feminisme? [Amsterdam] 1981, Sara, Informatiereeks nr. 1, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt, Kleine voeten, grote voeten. Vrouwen in China, een indruk. Amsterdam 1982, Sara, Reisboek. |
Anja Meulenbelt, Brood en rozen. Artikelen 1975-1982. Amsterdam 1983, Sara, EB. |
Anja Meulenbelt, De schillen van de ui. Socialisatie: hoe zijn we vrouwen en mannen geworden. Amsterdam 1984, Sara, EB. |
Anja Meulenbelt, Alba. Amsterdam 1984, Van Gennep, R. |
Marjo van Soest en Anja Meulenbelt, Mannen, wat is er met jullie gebeurd? Amsterdam 1984, Sara, EB. |
Koos Slob, Anja Meulenbelt en Jos Frenken (red.), Facetten van seksualiteit. Een inleiding tot de seksuologie. Alphen aan den Rijn [etc.] 1984, Samsom Stafleu, Stafleu inleidingen, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt (samenst.), Wie weegt de woorden. De auteur en haar werk. Amsterdam 1985, Sara, EB. |
Anja Meulenbelt, In het huis van onze moeder zijn vele kamers. Opmerkingen over feministische literatuurkritiek als antwoord op Carla Brünott. Voorwoord Elly de Waard. Amsterdam 1985, Van Gennep, E. (opgenomen in Meer dan één engel) |
| |
| |
Anja Meulenbelt, Een kleine moeite. Het verslag van een moeder-dochterrelatie. Amsterdam 1985, Van Gennep, R. |
Anja Meulenbelt, De ziekte bestrijden, niet de patiënt. Over seksisme, racisme en klassisme. Amsterdam 1986, Van Gennep, EB. |
Anja Meulenbelt, De bewondering. Amsterdam 1987, Van Gennep, R. |
Anja Meulenbelt, Knollen voor citroenen, of Is het persoonlijke literatuur. In: Bzzlletin, jrg. 16, nr. 142, januari 1987, pp. 42-48, E. |
Anja Meulenbelt, Vanille en andere smaken. Vrouwen en seksualiteit. Amsterdam 1988, Contact, EB. |
Anja Meulenbelt, Meer dan één engel. Over literatuur en seksenstrijd. Amsterdam 1989, Sara/Van Gennep, EB. |
Anja Meulenbelt, Geliefde ramp. Over Sara en andere katten. Amsterdam 1989, Van Gennep, EB. |
Anja Meulenbelt, Casablanca, of De onmogelijkheden van de heteroseksuele liefde. Amsterdam 1990, Sara/Van Gennep, E. |
Dixi Hansen en Anja Meulenbelt (red.), Werken met liefde. Professioneel commentaar op de lesbische hulpverlening. Amsterdam 1992, Schorer, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt e.a., Visies op feministische therapie. Over liefde, geweld en racisme. Amsterdam 1992, Stichting De Maan, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt (red.), Het kind en het badwater. Over veranderend ouderschap. Amsterdam 1993, Hogeschool van Amsterdam/Van Gennep, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt, Emancipatie en overspel. Ontrouw, intimiteit, modern moederschap, rivaliteit, mannen als lustobject, als hoerenlopers, als daders en slachtoffers. Amsterdam 1993, Sara/Van Gennep, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt en Anke Wevers, Vrouwen en alcohol. Amsterdam 1994, Sara/Van Gennep, EB. |
Anja Meulenbelt, Blessuretijd. Amsterdam 1994, Van Gennep, R. |
Anja Meulenbelt, Dagen in Gaza. Amsterdam 1995, Van Gennep, Reisboek. |
Anja Meulenbelt, Je broer en ik. Amsterdam 1996, Van Gennep, R. |
Anja Meulenbelt, Chodorow en verder. Over de psychopolitiek van sekse. Amsterdam 1997, Van Gennep, Gender, psychologie, hulpverlening, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt, De eerste sekse. Meningen over mannelijkheid. Amsterdam 1998, Van Gennep, Gender, psychologie, hulpverlening, Vakliteratuur. |
Anja Meulenbelt en Anne-Marie Brinkman (red.), Bootje in de storm. Het gezin in debat. Amsterdam 1998, Van Gennep, De rode rand, EB. |
Anja Meulenbelt, Zoals het oog de regenboog. Overleven na geweld. Den Haag 1999, Novib [etc.], Reisboek. |
Anja Meulenbelt, Het beroofde land. Amsterdam 2000, Van Gennep, Reisboek. |
Anja Meulenbelt, De tweede intifada. Amsterdam 2001, Van Gennep, Reisboek. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Joke Huisman, Idealen en illusies van een feministe. In: NRC Handelsblad, 11-11-1976. (over De schaamte voorbij) |
Suzanne Baart, Vrouwen op zoek naar open relaties: eerlijk boek van Anja Meulenbelt. In: de Volkskrant, 13-11-1976. (over De schaamte voorbij) |
Aukje Holtrop, Anja Meulenbelts autobiografie. Een leuk boek voor meisjes. In: Vrij Nederland, 20-11-1976. (over De schaamte voorbij) |
Monika van Paemel, Een persoonlijke geschiedenis? In: Lover, jrg. 2, nr. 4, winter 1976, pp. 5-6. (over De schaamte voorbij) |
Maarten 't Hart, De doodsadem van het feminisme. In: Hollands Diep, 15-1-1977. (over De schaamte voorbij) |
B. van Dantzig-van Amstel, Enkele gedachten naar aanleiding van haar boek. In: Maandblad geestelijke volksgezondheid, jrg. 32, nr. 2, februari 1977, pp. 75-78. (over De schaamte voorbij) |
Harriët Freezer, Het is een fenomeen. In: Opzij, jrg. 5, nr. 4, april 1977, p. 25. (over De schaamte voorbij) |
Literatuuropvattingen van feministische auteurs en critici, een tussentijdse balans. In: Spektator, jrg. 7, nr. 9-10, mei-juni 1978, pp. 513-527. (over De schaamte voorbij) |
Annie Romein-Verschoor, Een feministisch boek? In: Annie Romein-Verschoor. Vrouwenwijsheid. Een bundel kritieken en essays over de vrouw. Amsterdam 1980, pp. 60-62. (over De schaamte voorbij) |
Bibeb, Anja Meulenbelt: ‘Ik was gewend dat mannen er niet tegen konden dat ik een sterke vrouw ben, maar van vrouwen had ik dat niet verwacht’. In: Vrij Nederland, 19-6-1982. (interview, algemeen) |
Carolijn Visser, Dochters van het hemelse rijk. In: NRC Handelsblad, 24-7-1982. (over Kleine voeten, grote voeten) |
Anet Bleich, De grote liefde van Anja M. In: De Groene Amsterdammer, 24-10-1984. (over Alba) |
Diny Schouten, Anja vindt het geluk. Alba, een roman van Anja Meulenbelt. In: Vrij Nederland, 3-11-1984. |
Hans Warren, De ommezwaai van een feministe. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 10-11-1984. (over Alba) |
Thea Weijers, [Recensie]. In: Vrouwentongen, jrg. 8, nr. 2, januari-februari 1985, p. 33. (over Alba) |
Carla Brünott, Is Alba de schaamte voorbij. Analyse van A. Meulenbelts laatste roman. In: Lust & gratie, nr. 5, lente 1985, pp. 80-88. |
Marlenne Boussie, Alba, een bijzondere keukenmeidenroman. In: Sextant, jrg. 65, nr. 2, maart 1985, p. 18. |
Elsbeth Etty, Poseren als aankleedpop. Anja Meulenbelt over haar moeder in Een kleine moeite. In: Vrij Nederland, 2-11-1985. |
N.N., In het huis van Anja Meulenbelt zijn vele schrijfkamers. In: De Morgen, 30-11-1985. (over Een kleine moeite en In het huis van onze moeder zijn vele kamers) |
Riky van Og, [Recensie]. In: Katijf, jrg. 5, nr. 30, december 1985, p. 41. (over Een kleine moeite) |
Wam de Moor, Weg van die hele astrante meidenplaag. In: De Tijd, 3-1-1986. (over In het huis van onze moeder zijn vele kamers) |
Mylène Meester, Anja Meulenbelt, theorie en praktijk van het feminisme, haar feminisme. In: Confetti, jrg. 4, nr. 7, oktober 1986, pp. 10-12. (algemeen) |
Hannah van Buuren, Onthutsend eerlijk. In: Ons erfdeel, jrg. 29, nr. 5, november-december 1986, pp. 766-767. (over Een kleine moeite) |
Elly de Waard, Sara. Vier vrouwen over tien jaar feministisch uitgeven. Amsterdam 1987. (over uitgeverij Sara) |
Emma Brunt, De woede voorbij. In: NRC Handelsblad, 10-1-1987. (over De ziekte bestrijden, niet de patiënt) |
Elly de Waard, Anja Meulenbelt en het einde van Sara: op een gegeven moment werd de slijtageslag te groot. In: De Tijd, 11-9-1987. (interview) |
Sarah Verroen, ‘Ik heb niets geschreven wat niet verkeerd gebruikt kan worden’. In gesprek met Anja Meulenbelt. In: Bzzlletin, jrg. 16, nr. 145, april 1987, pp. 82-86. (algemeen) |
| |
| |
Diny Schouten, Hoge hakken, echte liefde. De bewondering van Anja Meulenbelt In: Vrij Nederland, 28-11-1987. |
Rudi Wester, ‘Helaas zijn mijn stukken nog steeds actueel’. Annie Romein-prijs voor Anja Meulenbelt. In: Opzij, jrg. 15, nr. 12, december 1987, pp. 10-14. (interview) |
Jolan van Herwaarden, Anja Meulenbelt: ‘De bewondering’ voorbij. In: Ma'dam, jrg. 3, nr. 1, januari 1988, p. 10. |
Suzanne van Norden en Marian Zanen, Laat honderd brillen kijken. Chinareizig(st)ers over China. In: Surplus, jrg. 2, nr. 3, juli-augustus 1988, p. 6. (over Kleine voeten, grote voeten) |
Jacolien Biesheuvel, [Recensie]. In: Expreszo, jrg. 1, nr. 1, juli 1988, p. 17. (over De bewondering) |
Marijke Foncke, [Recensie]. In: Nieuwsbrief - Lesbisch archief Nijmegen, nr. 9, september 1988, p. 7. (over De bewondering) |
Ingeborg van Teeseling, Gelijkwaardige relaties zijn veel leuker en spannender dan het ouderwetse patroon. Anja Meulenbelt. In: Humanist, jrg. 44, nr. 6-7, juni-juli 1989, pp. 12-15. (interview) |
Rudi Wester, Niet te veel poespas, er moet ook nog gewerkt worden. De minnaar in de moderne Nederlandse letteren. In: Opzij, jrg. 17, nr. 9, september 1989, pp. 30-32. (over De bewondering) |
Bas Heijne, ‘Anders’. In: Bas Heijne, Heilige monsters. Amsterdam 1989, pp. 97-100. (over De schaamte voorbij) |
Jeanne Doomen, Vertrouwde schets van wat er zoal mis is met mannen. In: de Volkskrant, 5-1-1991. (over Casablanca) |
Lodewijk Brunt, Liefde: zie seksueel gedrag. In: Vrij Nederland, 5-1-1991. (over Casablanca) |
Frenk van der Linden, Is de schrijfster van ‘Casablanca’ ditmaal niet de schaamte, maar de realiteit voorbij? Want: heteroseksuele liefde bestaat niet volgens Anja Meulenbelt, behalve voor Anja Meulenbelt. In: HP/De Tijd, 11-1-1991. (interview) |
Ilse Bos, Anja Meulenbelt geeft raad. ‘Ik weet toch wat de mannetjes willen’. In: De Groene Amsterdammer, 27-2-1991. (algemeen) |
Joke Biesheuvel, Anja Meulenbelt en de onmogelijke heteroseksuele liefde. ‘Toen ik verliefd werd op een vrouw dacht ik: nu word ik gelukkig’. In: Gay-krant, nr. 181, 15 juni 1991, p. 27. (interview) |
Hanneke Kunst en Xandra Schutte, Zusterschap en zorgenkindjes. Twintig jaar lesbisch-feministisch lezen. In: Homologie, jrg. 13, nr. 4, juli-augustus 1991, pp. 8-11. (over De schaamte voorbij) |
Roelie Koning, Honger naar harmonie. Tweespalt lichaam-geest in een eeuw Nederlandse letteren. In: Rekenschap, jrg. 38, nr. 3, september 1991, pp. 169-176. (over Alba en De schaamte voorbij) |
Gerrit Jan Zwier, Vlinders in de buik. In: Gerrit Jan Zwier, Denkwijze 298. Hoogte- en dieptepunten in de Nederlandse literatuur uit de jaren tachtig. Baarn 1991, pp. 151-153. (over Alba) |
Pythia Dekker, ‘Ooit ben ik nog eens uitgeroepen tot pionier van de feministische corruptie’. Anja Meulenbelt over het fenomeen Meulenbelt. In: Furore, jrg. 10, januari 1992, pp. 12-17. (algemeen) |
Maaike Meijer, 15 oktober 1976: Anja Meulenbelt publiceert De schaamte voorbij. De tweede feministische golf en de literatuur. In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993, pp. 819-825. |
Marianne Cense, Met het schaamrood op de kaken. Meiden lezen Meulenbelt. In: Lover, jrg. 20, nr. 4, december 1993, pp. 208-210. (over De schaamte voorbij) |
Gesine Göβner, Frauen und Literatur in den Niederlanden. Feminismus, Literaturbetrieb, Literaturwissenschaft und literarische Produktion von Frauen vom Ende der sechziger bis zur Mitte der achtziger Jahre. Frankfort am Main [etc.] 1994. (over De schaamte voorbij) |
Maaike Meijer, Feminisme als taalstrijd. Reflecties over identiteit en subjectiviteit van vrouwen. In: Vemon February (red.), Taal en identiteit: Afrikaans en Nederlands. Voordragte gehou in die Pieterskerk, Leiden 23-24 junie 1992 onder beskerming van die Afrika Studiecentrum. Kaapstad 1994, pp. 90-105. (over De schaamte voorbij). |
Ernst Jan Rozendaal, Anja Meulenbelt ver- |
| |
| |
telt over haar geestelijke crisis. In: Provincale Zeeuwse Courant, 22-4-1994. (over Blessuretijd) |
Doeschka Meijsing, Ego-document van Anja Meulenbelt. In: Elsevier, 2-7-1994. (over Blessuretijd) |
Marjo van Soest, Vloekend de derde levensfase in. In: Opzij, jrg. 22, nr. 6, juni 1994, pp. 98. (over Blessuretijd) |
Paul Aarts, In gevecht met het conflict. Anja Meulenbelt in Gaza. In: Vrij Nederland, 4-11-1995. (over Dagen in Gaza) |
Irene Costera Meijer, De feministische betekenis van ervaringsverhalen. In: Irene Costera Meijer, Het persoonlijke wordt politiek. Feministische bewustwording in Nederland, 1965-1980. Amsterdam 1996, pp. 213-236. (over De schaamte voorbij) |
Linda Huijsmans, [Recensie]. In: Surplus, jrg. 11, nr. 1, januari-februari 1997, p. 38. (over Je broer en ik) |
Elisabeth Lockhorn, Anja Meulenbelt: ‘Ik ben mijn broeders hoeder’. In: Opzij, jrg. 29, nr. 3, maart 2001, pp. 30-35. (algemeen) |
Christi Klinkert, De schrijfster heeft altijd gelijk. In: Surplus, jrg. 15, nr. 6, oktober 2001, pp 22-23. (over De schaamte voorbij) |
88 Kritisch lit. lex.
februari 2003
|
|