| |
| |
| |
Daphne Meijer
door Steven Stroobants
1. Biografie
Daphne Louise Meijer werd op 24 juli 1961 te Amsterdam geboren. Zij groeide op in een socialistisch gezin, waar zij geen traditioneel Joodse opvoeding kreeg. Pas in een Joodse jeugdbeweging kwam zij in de ban van de daar heersende socialistisch-zionistische sfeer. In 1985 begon ze aan een studie Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam die ze in 1994 voltooide met een scriptie over Jacobus van Rijn, de grondlegger van de Leidse schouwburg, en diens familie. Begin jaren tachtig had Meijer reeds een poging ondernomen om politicologie te studeren (niet afgemaakt) en woonde ze bovendien niet alleen een tijdlang in Israël, maar ook als kraakster in Amsterdam.
In 1987 begon ze als trainee bij het Nieuw Israëlietisch Weekblad waar ze zich opwerkte tot lid van de redactieraad, een functie die ze sinds 2010 niet meer bekleedt. Daarnaast was Meijer ook werkzaam als theaterrecensente voor Het Parool (1997-2002) en als journaliste voor diverse kranten en magazines, waaronder De Groene Amsterdammer (1994-2004). In 1997 bekleedde Meijer de positie van ‘Schrijver-in-Residence’ aan de Universiteit van Michigan-Ann Arbor. Haar werk voor de Joodse radio illustreert samen met haar verblijf als freelance correspondente in India en Afghanistan in 2003 en 2004 en haar lesopdracht aan de Amsterdamse schrijversschool 't Colofon (tot 2000) Meijers professionele veelzijdigheid. Verslagen van Meijers verblijf als freelance buitenlandcorrespondente waren enerzijds te horen in radioprogramma's als Wereldnet en Tegenlicht en anderzijds te lezen in tijdschriften als De Groene Amsterdammer. Sinds augustus
| |
| |
2010 geeft ze niet alleen cursussen ‘Creatief schrijven’ aan kinderen, maar is ze, als toneelschrijfster, ook verbonden aan Stichting Korben. Onder het pseudoniem Kandigol (Afghaans voor ‘Zoete bloem’) verzorgt zij sinds februari 2010 ook een weblog. Sinds oktober 2011 maakt Meijer als communicatiemedewerkster deel uit van de GroenLinks-fractie in de deelraad van Amsterdam-Zuid.
Zij debuteerde in 1993 met de roman Resten van de eeuw.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Kunstopvatting / Visie op de wereld
Het werk van Daphne Meijer wordt gekenmerkt door een interesse in de geschiedenis en een uitgesproken maatschappelijk engagement. Deze eigenschappen zijn zowel typerend voor haar romans als voor haar non-fictieboeken. Het is niet mogelijk om Meijers kunstopvatting los te zien van haar visie op de wereld. Ook als schrijfster kiest ze geregeld voor thema's met een maatschappelijke inslag, zoals de Jodenvervolging en de geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland. Men kan stellen dat haar engagement getuigt van een uitgesproken joodse signatuur. In haar gedeeltelijk autobiografische debuutroman Resten van de eeuw (1993) tracht Meijer de lezer te laten kennis maken met het jodendom. Net zoals Jochem van het hoofdpersonage Dorith allerhande teksten over de joodse identiteit moet lezen, maakt Meijer de lezer wegwijs in de gewoontes van het jodendom. De schrijfster beschouwt de roman als een illustratie van haar ‘persoonlijke wordingsgeschiedenis’. Enerzijds tracht ze het joodse geloof een plaats te geven in haar individuele geschiedenis, anderzijds gaat ze met haar debuutroman op zoek naar een plaats in de Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Terwijl het in Resten van de eeuw vooral om het individu gaat, handelt het in Onbekende kinderen (zom) om het collectief: ‘Het gaat mij uiteindelijk om een patroon, om de geschiedenis van een groep als een uitsnede van de joodse gemeenschap in Nederland in haar geheel.’ In haar bekendste literaire werk, de historische roman Het plezier van de duivel (1995), portretteert ze een episode uit de Nederlandse geschiedenis, namelijk de brand in de Amsterdamse schouwburg op de avond van 11 mei 1772. Hoewel ze zich uitgebreid gedocumenteerd heeft, combineert ze feit en fictie met elkaar.
In het werk van Meijer bestaat er een voortdurende wisselwerking tussen individu en collectief, Nederland en Israël, religie en geschiedenis. De zoektocht naar een identiteit (zowel individueel als collectief) binnen een religie en de geschiedenis (zowel van een volk, een natie, als van een literatuur) vormt de kern van Meijers poëtica.
| |
| |
| |
Relatie leven/werk
Meijer bewijst in haar bezigheid als schrijfster en journaliste dat haar leven en haar werk onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vaak kiest ze in haar zowel fictionele als non-fictionele teksten voor onderwerpen die haar nauw aan het hart liggen. Zo vertrekt ze in Resten van de eeuw vanuit haar eigen Joodse achtergrond en interessesfeer. In Het plezier van de duivel kiest ze dan weer voor een onderwerp dat aansluit bij haar doctoraalscriptie. Ook in de door Meijer samengestelde bloemlezingen en geschreven documentaires vindt de lezer de invloed van haar leven terug.
| |
Techniek / Stijl
Meijer beperkt zich niet tot één genre. Resten van de eeuw is een realistische roman met een autobiografische achtergrond, Het plezier van de duivel een traditionele historische roman en De bezoeking (1999) een novelle. In Resten van de eeuw hanteert de schrijfster een eenvoudige verteltoon en wisselt ze vaak van vertelperspectief. Daarnaast bevat de roman ook heel wat gesprekken en discussies die volgens recensent Jeroen Vullings gekenmerkt worden door ‘een hoog Joop ter Heul-gehalte: “Hanneke wat ben jij toch walgelijk slim” en “Was ik maar kleuterleidster geworden. Zou ik dan gelukkig geweest zijn? Vast wel, hè? Wat denken jullie?”’.
In Het plezier van de duivel gebruikt Meijer een gehistoriseerde taal die achttiende-eeuwse woorden (bijvoorbeeld ‘beuzeling’ en ‘leetweezen’) met Franse uitdrukkingen combineert om een realistisch tijdsbeeld te schetsen. De bezoeking vertoont enerzijds kenmerken van een thriller, anderzijds van een filosofische discussie die Meijer op een luchtige manier weet weer te geven. De levendige en lichtvoetige verteltrant, de korte zinnen en de verschillende vertelperspectieven die frequent in haar roman voorkomen, zorgen echter voor herhalingen en inwisselbare scènes.
| |
Visie op de wereld
Meijers visie op de wereld is dynamisch en geëngageerd. Net als de personages in haar romans (vaak zoekende en ietwat eenzame figuren) staat het elke persoon vrij om op zoek te gaan naar zijn eigen plaats in de samenleving. De schrijfster hangt een socialistisch-zionistische ideologie aan die vrijheid van denken vooropstelt. Bovendien treedt ze op als spreekbuis voor de huidige generatie Nederlandse Joden.
| |
| |
In de novelle De bezoeking zoomt ze in op de vermeende dualiteit van het menselijk handelen: handelt een mens autonoom of wordt dit handelen gestuurd door maatschappelijke conventies, religieuze normen en politieke kwesties?
Haar maatschappelijk engagement toont ze niet alleen als schrijfster maar ook als journaliste en documentairemaakster. Dit blijkt bijvoorbeeld uit Onbekende kinderen, waarin ze ‘vergeten’ Joodse weeskinderen die de gruwel van de concentratiekampen hebben overleefd, alsnog een plaats in de geschiedenis wil geven.
| |
Thematiek
De romans van Daphne Meijer laten de zoektocht zien van een individu naar een plaats in het collectief van de samenleving. Deze zoektocht speelt zich af in verschillende periodes en tegen veranderende historische en culturele achtergronden. In Resten van de eeuw maakt de lezer kennis met een jonge Joodse vrouw, Dorith Flesschendrager (die later ook in De bezoeking opduikt). Zij staat symbool voor de post-Shoah-generatie Nederlandse Joden, die enerzijds een herwonnen zelfbewustzijn tentoonspreiden (al blijven de verschrikkingen van de Holocaust wel zichtbaar op de achtergrond) en die anderzijds gewrongen zitten tussen Nederland en Israël. In Resten van de eeuw kaart Meijer deze ideologische en culturele verschillen aan en laat ze haar personages debatteren over onder andere het leven in een kibboets en de rituelen van de Sabbat. De schrijfster gaat ook op zoek naar de integratie van de eigen identiteit binnen die van het Jodendom en de contemporaine samenleving. Aan het einde van het verhaal verkiest Dorith haar vrijheid boven een plaats in het collectief van de kibboets.
Naast het Jodendom speelt ook de geschiedenis een voorname rol in het werk van Meijer. In Het plezier van de wereld, waarvan het verhaal zich afspeelt tegen de rumoerige achtergrond van de achttiende-eeuwse theaterwereld, kiest een vrouwelijk hoofdpersonage, de gebochelde Antje, ervoor - net als Dorith in Resten van de eeuw - om haar eigen koers te varen. Ze verlaat haar man om in Amsterdam een Mechelse toneelspeler op te zoeken voor wie ze een boon heeft.
| |
Traditie / Verwantschap
Het maatschappelijke engagement en de heropleving van het Joodse zelfbewustzijn die een belangrijke rol spelen in Meijers
| |
| |
debuutroman Resten van de eeuw, maken haar werk in zekere mate verwant met dat van onder anderen Leon de Winter, Amon Grunberg en Marcel Möring. Meijer maakt deel uit van een generatie Joodse auteurs die de herwonnen dynamiek in het Joodse geloof beschrijft. Meijers interesse in het Jodendom en de culturele plaats ervan, blijken ook uit de door haar samengestelde bloemlezingen Joodse tradities in de literatuur. Van Medele Mojcher tot Arnon Grunberg (1998) en Levi in de lage landen. 350 jaar Joodse schrijvers in de Nederlandse literatuur (1999).
Met haar traditionele historische roman Het plezier van de duivel sluit Meijer aan bij een groep Nederlandse auteurs die in de jaren negentig opnieuw belangstelling toonden voor het verleden. Net als onder anderen Margriet de Moor, Nelleke Noordervliet en Thomas Rosenboom schrijft Meijer een goed gedocumenteerde historische roman over de achttiende eeuw, die als decor in historische romans stilaan uit de schaduw van de Gouden Eeuw treedt.
| |
Kritiek
De ontvangst van Meijers debuutroman, Resten van de eeuw, was gemengd. Zo vond Arjan Peters dat de ‘ongewone gewoonheid van de beschrijvingen en dialogen [...] ook de doorgewinterde lezer inpalmen’. Hij loofde de ongedwongen manier waarop Meijer over de Joodse problematiek vertelt. Ook Jinke Obbema vond de roman ‘in stilistisch opzicht wel degelijk een knap geschreven boek’. Gerrit Jan Zwier vond daarentegen het verhaal ‘flodderig [...] geweven’ waardoor het ‘teveel aan de oppervlakte blijft steken’. Volgens Jeroen Vullings helpt Meijer het verhaal in haar debuutroman ‘om zeep’.
Ook haar historische roman, Het plezier van de duivel, verdeelde de literaire kritiek. Jaap Goedegebuure verweet de schrijfster een gebrek aan ‘stijl en inlevingsvermogen’ waardoor het verhaal ‘even dof (blijft) als een schilderij dat eeuwenlang blootgesteld is geweest aan rook en vetwalm’. Doeschka Meijsing was het met Goedegebuure eens. Ze vond Meijers stijl te braaf en het verhaal ‘betrekkelijk mager’ en ‘een smal doorkijkje’. In een anonieme recensie die verschenen is in Tubantia werd de schrijfster dan weer geprezen voor haar bronnenonderzoek en de historische correctheid die ‘nergens de vloeiende lijn van het verhaal hebben beïnvloed’. Jan-Hendrik
| |
| |
Bakker vond dat Meijers historische roman ‘liefde voor historische details’ combineert ‘met een psychologische belangstelling voor het leven van de mismaakte Antje Barnard’ en dat het boek ‘prachtige inkijkjes in de rauwe theaterwereld van de 18de eeuw’ geeft.
Meijer heeft de novelle De bezoeking geschreven in opdracht van het Amsterdamse Juridische Genootschap ‘Notariële Vereniging’. Volgens Marja Pruis houdt de schrijfster zich braaf aan de opdracht en schrijft ze ‘een moderne parabel over de strijd tussen de goden Apollo en Dionysos’. Elsbeth Etty meent dat Meijer erin slaagt om ‘luchtig maar trefzeker filosofische en psychologische vraagstukken’ te behandelen. Dat de kritiek niet onverdeeld tegenover het werk van Meijer staat, blijkt uit de recensie van Robert Anker in Het Parool. Hij vindt dat ‘de uitwerking ervan zo tegenvalt’, dat de vele herhalingen ‘voor de lezer weinig interessant zijn’ en dat ook ‘de stijl het zaakje niet (kan) redden’.
Opvallend is dat er van Meijers hand sinds 1999 geen fictie meer verschenen is. Dit kan enerzijds worden verklaard door de voorrang die zij lijkt te verlenen aan haar andere interesses zoals de journalistiek, de politiek en (opnieuw) het theater. Anderzijds hebben de gemengde reacties van de literaire kritiek en de lauwe publieke belangstelling voor haar fictionele oeuvre een echte doorbraak mogelijkerwijs verhinderd.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Daphne Meijer, Koning David. Amsterdam 1993, Mets/Passatempo, Passatempo mini-biografie. |
Daphne Meijer, Resten van de eeuw. Amsterdam 1993, Nijgh & Van Ditmar, R |
Daphne Meijer, Madame de Pompadour. Amsterdam 1994, Mets/Passatempo, Passatempo mini-biografie. |
Daphne Meijer, Het plezier van de duivel. Amsterdam 1995, Nijgh & Van Ditmar, R (licentie-uitgaven Den Haag 1996, Stichting Uitgeverij XL, XL 196 en Amsterdam 1998, BulkBoek, Bulkboek, jrg. 27, nr. 256) |
Daphne Meijer (red.), Joodse tradities in de literatuur. Van Medele Mojcher tot Arnon Grunberg. Amsterdam 1998, De Bijenkorf, Bl. |
Daphne Meijer, De bezoeking. Amsterdam 1999, Nijgh & Van Ditmar, N. |
Daphne Meijer (red.), Levi in de lage landen. 350 jaar Joodse schrijvers in de Nederlandse literatuur. Amsterdam 1999, Contact, Bl. |
Daphne Meijer, Onbekende kinderen. De laatste trein uit Westerbork. Amsterdam 2001, Mets & Schilt, VB. (3e herziene druk: Hooghalen 2007, Herinneringscentrum Kamp Westerbork) |
Daphne Meijer en Brigitte Tillema, Twee vlaggen op tafel. Geschiedenis van het Genootschap Nederland-Israël. Genootschap Nederland-Israël 2008, EB. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Alfred Kossmann, Daphne Meijer kiest verkeerd. Resten van de eeuw. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14-5-1993. |
Bert Bukman, De joodse renaissance. In: HP/De Tijd, 21-5-1993. (over Resten van de eeuw) |
Jet Kunkeler, De desillusies van kraakbeweging en kibboets. In: Trouw, 25-5-1993. (over Resten van de eeuw) |
Jeroen Vullings, Verzonnen resten van de eeuw. In: Vrij Nederland, 29-5-1993. (over Resten van de eeuw) |
Arjan Peters, De weelde van de diaspora. Ook de kibboets biedt volgens Daphne Meijer joodse jongeren geen verlichting. In: de Volkskrant, 11-6-1993. (over Resten van de eeuw) |
Jinke Obbema, Bevrijd van krakers en kibboets. In: NRC Handelsblad, 18-6-1993. (over Resten van de eeuw) |
Gerrit Jan Zwier, Moord in de kibboets. In: Leeuwarder Courant, 30-7-1993. (over Resten van de eeuw) |
Linda Huysmans, Resten van de eeuw. In: Surplus, jrg. 7, nr. 4, juli-augustus 1993, p. 40. |
Geert Malfliet, Noordnederlands proza. In: Boekengids, jrg. 71, nr. 7, 1993, pp. 513-516. (over Resten van de eeuw) |
L. Oomens, Roman rond de schouwburgbrand van 1772. In: Algemeen Dagblad, 1-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Arjan Peters, Achter de coulissen van de geschiedenis. In: de Volkskrant, 8-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Johan Diepstraten, Voorbeeldige historische roman van Daphne Meijer, een bultenaar in de 18e eeuw. In: De Stem, 15-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Mary Ann Lindo, En krom gebocheld creatuur! Zo menselijk. In: Het Parool, 15-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Gerrit Jan Zwier, Trekschuit en snuifdoos. In: Leeuwarder Courant, 22-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Yves van Kempen, De wereld wil bedrogen worden. In: De Groene Amsterdammer, 27-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Jeroen Vullings, Welk een menselijk lijden! Nederlands proza. In: Vrij Nederland, 30-9-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Alfred Kossmann, Een geheugen vol toneelteksten. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 6-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Erna Straatsma, Historische roman over onbekende directrice Leidse schouwburg... Antje, het krom gebochelde creatuur. In: Leidsch Dagblad, 12-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Jaap Goedegebuure, Een smeulend vuurtje. In: HP/De Tijd, 13-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Doeschka Meijsing, Roman in de kruissteek. De coulissen van Daphne Meijer. In: Elsevier, 14-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
[Anoniem], Opgeruimdheid als wapen tegen grauwsluier van de historie. In: Tubantia, 20-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
Jan-Hendrik Bakker, List en bedrog rond een theaterbrand. In: Haagsche Courant, 27-10-1995. (over Het plezier van de duivel) |
R.G.K. Kraan, Daphne Meijer. In: Uitgelezen, jrg. 17, 1999, pp. 123-132. (over het hele oeuvre) |
Arjan Peters, Klassiek geval van persoonsverwisseling. In: de Volkskrant, 14-5-1999. (over De bezoeking) |
Elsbeth Etty, Hoe twee goden dobbelen om de ziel. In: NRC Handelsblad, 28-5-1999. (over De bezoeking) |
Robert Anker, Venus in de controlekamer. In: Het Parool, 28-5-1999. (over De bezoeking) |
Dick Hofland, Er is geen rangorde van leed. Daphne Meijer over schrijven en jodendom. In: De Gooi- en Eemlander, 3-7-1999. |
Marja Pruis, Uit de koude keuken. In: De Groene Amsterdammer, 22-9-1999. (over De bezoeking) |
Martin Hendriksma, [Zonder titel]. In: Haarlems Dagblad, 22-12-2000. (algemeen) |
125 Kritisch lit. lex.
mei 2012
|
|