| |
| |
| |
Dola de Jong
door Marleen Slob
1. Biografie
Dorothea Rosalie (Dola) de Jong werd op 10 oktober 1911 geboren in Arnhem als enige dochter in een welgesteld, liberaal joods gezin, waarin eerder al een zoon was geboren. Tien maanden na de geboorte van haar jongste broer, Dola was toen vijf, overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde acht jaar later.
Hoewel zij eigenlijk ‘aan het ballet’ wilde, koos zij na de middelbare school voor een carrière in de journalistiek omdat haar vader ballet weinig decent vond. Zij kwam als volontaire bij de Nieuwe Arnhemsche Courant, waar zij consciëntieus, helder en snel leerde schrijven.
Toen de krant failliet ging, besloot Dola de Jong alsnog te gaan dansen. Zij ging naar Amsterdam en danste in de gezelschappen van Lili Green en Yvonne Georgi. Daarnaast startte zij een freelance-carrière als schrijfster en journaliste. Zij publiceerde verschillende kinderboeken en een roman en schreef korte verhalen, artikelen, interviews, kinder- en reisverhalen voor onder meer Het Vaderland, De Telegraaf, De Groene Amsterdammer, en Algemeen Handelsblad.
In 1940 vluchtte zij voor de nazi-dreiging naar Tanger, waar zij trouwde met de Nederlandse kunstschilder Jan Hoowij. Een jaar later vertrok De Jong via Lissabon naar New York. Zij danste er in een circus, werkte voor de Nederlands-Indische voorlichtingsdienst en schreef kinderboeken, al snel ook in het Engels.
In opdracht van haar Amerikaanse uitgever begon zij in 1944 aan de op haar verblijf in Tanger geïnspireerde roman En de
| |
| |
akker is de wereld, waarvoor zij in 1947 de Prozaprijs van de Gemeente Amsterdam kreeg.
Het huwelijk met Hoowij hield niet lang stand, en in 1946 hertrouwde Dola de Jong met Robert Joseph.
Na de oorlog, waarin behalve haar oudste broer haar hele familie omkwam, schreef De Jong nog diverse kinderboeken en enkele romans. Daarnaast werkte zij als ‘reader’ en ‘scout’ voor uitgevers en schreef zij tussen 1947 en 1967 voor een groot aantal Nederlandse kranten en tijdschriften (waaronder Het Vrije Volk, Algemeen Handelsblad, Het Parool, N.R.C., Elseviers Weekblad, De Groene Amsterdammer en Literair Paspoort). In 1951 werd haar zoon Ian geboren, en na haar scheiding in 1960 voedde Dola de Jong hem alleen op. Tussen 1968 en 1978 woonde De Jong meestentijds in Nederland, vanaf 1969 met Oscar van Leer.
In 1978 ging zij terug naar New York, waar zij psychologie en literatuur studeerde aan de State University New York. Op 71-jarige leeftijd behaalde zij cum laude de titel Bachelor of Arts, en tot haar achtenzeventigste bleef De Jong als docente creative writing aan de universiteit verbonden. Daarna zette zij haar workshops nog enige jaren thuis voort.
Sinds april 1995 woont De Jong om gezondheidsredenen in Californië.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Kritiek
‘Ik ken [...] niet veel dat me zó beroerd maakte, dat met zóveel afschuw is geschreven, dat over zoveel leugenachtigheid gaat, en dan toch op een opmerkelijk luchtige manier. Die maakt het onmiskenbare cynisme snijdend, en laat het medelijden met wat hartverscheurend is [...] onaangetast’, schreef Diny Schouten in 1990 over En de akker is de wereld (1947).
| |
Thematiek
De roman beschrijft een Nederlands echtpaar dat zich uit de beschaving heeft teruggetrokken, per woonwagen naar Tanger is gereisd en onderweg door de oorlog losgeslagen kinderen uit verschillende Europese landen heeft opgepikt. Even buiten Tanger proberen ze een lapje grond te bebouwen, een dor, steenachtig terrein waar niets wil groeien, ook al lopen de kinderen hele dagen met zware emmers water heen en weer tussen de put en de akker. Zoals de titel van de roman (ontleend aan Mattheüs 13:38) al duidelijk maakt, is de akker een metafoor voor de wereld, de wereld in oorlog.
| |
Thematiek
Sober en zonder sentimentaliteit beschrijft De Jong de erbarmelijke omstandigheden waaronder de groep leeft, de vergeefsheid van hun streven, hun wanhoop en berusting, en de voortijdige volwassenheid van de kinderen. Daarnaast geeft de roman een scherp beeld van het leven van de refugiés in Tanger, die in benauwde pensionkamertjes met gammele bedden en een petroleumstel op tafel probeerden hun vroegere regelmaat te hervinden en die hun dagen vulden met gesjacher.
| |
Kritiek
Stijl
Schrijver en criticus Jan Greshoff las het boek in handschrift. Hij werd getroffen door de lichte, frisse toon en levendige verteltrant van En de akker is de wereld, maar constateerde onmacht om dieper op figuren of gebeurtenissen in te gaan. De roman bleef in zijn visie ‘een aaneenschakeling van anecdoten’. Over het algemeen werd de roman echter heel goed ontvangen. Vooral de beheerste stijl van De Jong werd geroemd, de nuchterheid en objectiviteit waarmee zij verslag doet van de gebeurtenissen en de suggestiviteit van wat ze onuitgesproken laat.
| |
Publieke, belangstelling
En de akker is de wereld zou de bekendste roman worden van De
| |
| |
Jong. In Nederland verschenen er tussen 1950 en 1968 veertien pocketedities van en ook in Amerika werd hij herhaaldelijk herdrukt.
| |
Ontwikkeling
Eerder had De Jong een aantal kinderboeken gepubliceerd en een roman over de danswereld. Die roman, Dans om het hart, in 1939 verschenen bij Querido, hangt - ondanks een motto van Rilke - tegen het driestuivergenre aan. ‘Het is allemaal als in een kitsch-film’, denkt een van de hoofdpersonen ook al bij zichzelf, maar het boek geeft een aardig beeld van de toenmalige danscultuur. Ook laat het sterke, onafhankelijke vrouwen zien die de innerlijke strijd tussen de liefde voor een man en hun artistieke roeping - twee zaken die toen nog maar moeilijk samengingen - vol verve aangaan.
Met het schrijven van kinderboeken ging De Jong ook in New York door, en terwijl de oorlog in Europa in volle gang was, werkte zij aan een jeugdboek over een harmonieus Nederlands gezin aan de vooravond van de invasie.
| |
Publieke belangstelling
Dat boek, dat in 1943 verscheen als The Level Land, was het eerste jeugdboek over de Tweede Wereldoorlog en het antisemitisme. Het werd een doorslaand succes in Amerika en in Japan. Unesco verklaarde het tot een van de drie moderne kinderboeken die de meeste goodwill hadden verspreid onder kinderen. Er werd een hoorspel van gemaakt dat door talloze radiostations werd uitgezonden.
| |
Thematiek
In 1952 begon De Jong - naar eigen zeggen ‘uit mededogen met wat we nu closet lesbians noemen’ - aan de roman die in 1954 onder de titel De thuiswacht zou verschijnen. Zij heeft het altijd haar beste boek gevonden, al kon zij zich later niet meer verenigen met het freudiaanse perspectief van waaruit het geschreven is.
Het boek vertelt het verhaal van Bea en Erica, twee vrouwen die uit praktische overwegingen met elkaar gaan samenwonen en wier levens onontwarbaar in elkaar verstrikt raken. De ik-vertelster, de verantwoordelijke, lieve, geremde Bea, houdt de thuiswacht voor haar huisgenote, de jongensachtige, onstuimige, egoïstische en onberekenbare journaliste Erica. Voor de moderne lezer is Erica, met haar sandalen, hardblauwe sokken, rode sportblouse en kortgeknipte haren, gemakkelijk als
| |
| |
‘lesbisch’ te herkennen - vooral als ook nog blijkt dat ze ‘ongelooflijk handig met gereedschappen’ is - maar zelf heeft ze aanvankelijk niets door. Bea probeert zich te handhaven door de rol van toeschouwer aan te nemen, maar die positie wordt onhoudbaar als Erica haar geaardheid onthult. Want ook Bea is ambivalent. ‘Ik deelde mijn bed met mannen, wier lichaam me even vreemd was als hun physionomie. [...] Mannen staan als schimmen in de coulissen van mijn leven. Op het toneel, waar Erica de hoofdrol speelde, was voor hen geen plaats.’
| |
Kritiek
Het verhaal speelt zich af net voor en tijdens de Duitse inval in 1940. Volgens sommige critici fungeert de oorlog te veel als een deus ex machina, maar, zoals Bea overweegt: ‘Het is toch immers zo, dat de oorlog dikwijls een alibi of uitweg biedt voor de mens in het nauw, die zelf geen redding of toekomst meer ziet en die stilletjes op een catastrophe van buitenaf hoopt om een eind te maken aan de onhoudbare toestand waarin hij zich bevindt.’
De kritiek op het boek was overwegend positief, al werd Hans Warrens bespreking door de waarnemend hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant geweigerd, omdat het besproken boek en bijgevolg ook zijn recensie zich in de sfeer van een ‘lesser way of love’ zouden bewegen. De meeste critici echter waardeerden de ingetogen, terughoudende wijze waarop De Jong het ‘delicate’ thema ter hand had genomen. Voor schrijfster en critica Jeanne van Schaik-Willing bijvoorbeeld vertegenwoordigde De Jong bij uitstek de ‘moderne mentaliteit’; een klinische instelling tegenover het bestaan, een zakelijk aanvaarden van de feiten, een zich aanpassen aan de eisen van de samenleving zonder sentimentaliteit, zonder zelfbeklag. Klinisch en zakelijk, zo doet de toon van De Jong in eerste instantie inderdaad aan, maar daaronder zindert het van ingehouden dramatiek.
| |
Kunstopvatting
Schrijven was voor Dola de Jong ‘het enige middel [...] om de mens zo dicht mogelijk te benaderen’, zoals zij in Singel 262 (1956) schreef, ‘om te compenseren voor de uiteindelijke eenzaamheid van het menselijk bestaan’.
| |
Ontwikkeling
Na De thuiswacht, de laatste roman die De Jong in het Nederlands schreef, kon zij zich eigenlijk nooit meer de luxe permit- | |
| |
teren de boeken te schrijven die ze wìlde schrijven. Zij moest zich richten naar de markt, want met haar werk voorzag zij in het onderhoud van haar gezin. En omdat met romans niets meer te verdienen was, schreef zij kinderboeken. ‘Ik doe het als een vak, als een schoenlapper’, zei zij in een interview. ‘Mijn bedoeling is om daarmee genoeg geld bij elkaar te sparen om aan het grote boek te kunnen gaan werken waarmee ik al drie jaar rondloop.’ Dat ‘grote boek’, waarover zij regelmatig sprak, en dat zou gaan over de problemen van de refugié in Amerika, is er nooit gekomen. Maar het is de vraag of dat alleen te wijten is aan de ‘markt’, waarop De Jong zich zei te moeten richten. Veel aannemelijker is dat De Jong nooit genoeg afstand heeft kunnen nemen van het onderwerp, en afstand was in haar ogen voorwaarde voor een goede roman. De Jong wilde als auteur bovendien liefst ‘buiten het verband’ van het verhaal blijven, zoals zij Greshoff in een brief liet weten, omdat te veel identificatie te pijnlijk zou zijn.
| |
Publieke belangstelling
Verwantschap
Behalve de ook in het Nederlands vertaalde thriller The Whirligig of Time (1964) schreef De Jong na 1954 geen romans meer. In Nederland bleef zij nog enigszins bekend door de vertalingen van haar kinderboeken en door haar bijdragen aan diverse kranten en tijdschriften, maar toen zij daar in 1967 ook mee stopte, werd zij gaandeweg vergeten. Diny Schouten had het in dat verband over de ‘veronachtzaming van De Jong’, een veronachtzaming die zij dacht te kunnen verklaren ‘uit de speciale, ingeroeste Nederlandse gewoonte om het bijzondere niet in te zien van boeken waarover je niet veel meer kunt uitbrengen dan dat ze zo “menselijk” of “waarachtig” zijn’. Maar met een oeuvre van slechts twee romans - Dans om het hart is te verwaarlozen - ligt ‘veronachtzaming’ al snel op de loer. Bovendien hebben de boeken van De Jong eerder door hun thematiek dan door hun vorm indruk gemaakt, wat ook al niet bijdraagt aan het vestigen van blijvende literaire roem. Daarbij was De Jong, zoals wel meer schrijfsters uit die tijd, een eenling, een auteur die geen aansluiting vond bij een stroming of groep, wat opname in de literatuurgeschiedenis nogal eens bemoeilijkt.
| |
Thematiek
In Amerika verschenen na 1954 nog enkele - ook in het Nederlands vertaalde - jeugdromans. By Maruelous Agreement
| |
| |
(1960) bijvoorbeeld, dat in 1961 door An Rutgers van der Loeff-Basenau werd vertaald onder de titel Begin maar opnieuw. Het is het enige boek waarin De Jong de problemen van een refugié in New York expliciet aan de orde stelt. Hoofdpersoon is de zeventienjarige Roza van de Hoop, een joods weesmeisje dat als pleegkind wordt opgenomen in het gezin van de Amerikaanse psychoanalytica Nan Remington. Roza, die ‘echte moeilijkheden’ heeft gekend, ontdekt langzaam dat er ‘allerlei soorten van moeilijkheden’ bestaan, en haar Amerikaanse vriendinnen ontdekken dat ook hun problemen recht van bestaan hebben. ‘Jullie hebben het mis, als je denkt dat de problemen die jullie hebben - en die de meeste jonge mensen hebben - onbelangrijk zijn, of belachelijk, zelfs gesteld tegenover datgene wat mensen als Roza als gevolg van de oorlog hebben doorgemaakt’, betoogt mevrouw Remington. ‘We hebben bepaalde maatstaven in het leven. [...] Maar de Tweede Wereldoorlog [...] is geen maatstaf. Wat Roza is overkomen, is zo abnormaal, dat wij niet moeten trachten te gaan vergelijken.’
In al haar boeken toont De Jong die compassie met zowel het grote als het kleine leed dat jonge mensen kan overkomen. Oorlogsgeweld of puberproblemen, ze neemt het even serieus. En door haar vermogen om, zoals Bernadette de Wit opmerkte, betrokkenheid en distantie te verenigen, wordt haar engagement nergens sentimenteel of prekerig, hoewel het nu ontegenzeggelijk een beetje gedateerd aandoet.
Een thema dat vaak terugkeert in haar werk is dat van het (vroegwijze) kind dat hardhandig met de wereld van de volwassenen wordt geconfronteerd. Steeds weer schrijft De Jong, over ‘het verbijsterende onbegrip dat de meeste volwassenen voor kinderen tonen. Over de machteloosheid van een kind en ook over zijn activiteit om boven de dingen uit te komen’, zoals zij begin jaren zestig zei.
| |
Relatie leven/werk
‘Als ik terugkijk op mijn werk - ja, het klinkt eigenlijk vreselijk - ben ik altijd voortgedreven door “mededogen”. Ik zette me in voor mensen die de underdog waren’, verklaarde ze in 1990 in een gesprek met De Tijd. ‘Waarschijnlijk omdat ik dat zelf als kind al was en later als vluchteling’, voegde zij daar in 1993 aan
| |
| |
toe. Maar na The Whirligig of Time, vertaald als De draaitol van de tijd (1964), publiceerde zij geen fictie meer. In 1967 sloot zij nog wel een contract af voor een psychologische roman, ‘The Search for Maria Bonissima’ - over een vrouw die na 1945 naar Amerika is geëmigreerd en haar verleden niet kwijtraakt, maar die roman is nooit verschenen.
De Jong noemde de commercialisering van het uitgeversbedrijf in de Verenigde Staten als reden voor het uitblijven van een nieuwe roman. Maar er speelde nog iets anders mee. ‘Wat ik ook probeer, die holocaust komt er tegenwoordig altijd tussendoor. Die belet mij het schrijven’, vertelde zij journalisten. ‘Als je kinderen en je werk hebt, denk je minder na over die dingen. Maar als je ouder wordt en minder om handen hebt, komt alles weer terug’, legde zij uit. ‘Hoe ouder je wordt, hoe minder je kunt verwerken dat je survivor bent.’
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Vanaf 1954 schreef De Jong alleen nog in het Engels. In de bibliografie zijn uitsluitend de Nederlandstalige uitgaven van haar werk opgenomen.
Dola de Jong, Van Klaas Vaak en zijn brave Zandkaboutertjes. Den Haag-Batavia 1936, G.B. van Goor Zonen, J. |
Dola de Jong en Mies Moussault, Pieter loopt een blauwtje. 'n Bakvisch Roman. Amsterdam 1938, A.J.G. Strengholt, J. |
Dola de Jong, Tussen huis en horizon. Amsterdam 1938, Van Holkema & Warendorf, J. (2e druk: 1959, De Kern; 3e druk: 1973, Deltos Elsevier) |
Dola de Jong, Gastvrouw in het groot. Amsterdam 1939, Van Holkema & Warendorf, J. (2e druk: 1959, De Kern; 3e druk: 1973, Deltos Elsevier) |
Dola de Jong, Burgemeester Jan, Amsterdam 1939, Van Holkema & Warendorf, J. |
Dola de Jong, Dans om het Hart. Amsterdam 1939, Querido, R. |
Dola de Jong, Knikkernik, Knakkernak en Knokkernok. Drie trouwe broers in het bos. Amsterdam 1942, Van Holkema & Warendorf, J. |
Dola de Jong, En de akker is de wereld. Amsterdam 1947, Querido, R. |
Dola de Jong, De Pop. In: De Gids, jrg. 114, nr. 2, februari 1951, pp. 81-95, V. |
Dola de Jong, De thuiswacht. Amsterdam 1954, Querido, R. (2e druk: z.j., J.M. Meulenhoff; 3e druk: 1990, An Dekker, Moderne Klassieken) |
Dola de Jong, Brief uit Amerika. In: Singel 262. Eenentwintig jeugdindrukken. Amsterdam 1955, ABC/Querido, pp. 43-44, Br. |
Dola de Jong, Raap die parapluie eens op. In: Singel 262. Achttien schrijvers kiezen een boek. Amsterdam 1956, ABC/Querido, pp. 27-31, E. |
Dola de Jong, Dola de Jong. In: Singel 262. Zeventien auteursgeheimen. Amsterdam 1957, ABC/Querido, pp. 50-53, E. |
Dola de Jong, Begin maar opnieuw. Vertaling door An Rutgers van der Loeff-Basenau van By Marvelous Agreement, 1960. Amsterdam 1961, Ploegsma, J. |
Dola de Jong, Het geheimzinnige huis. Vertaling door Beccy de Vries van The House on Charlton Street, 1962. Amsterdam 1963, Ploegsma, J. |
Dola de Jong, De ander en jezelf. Vertaling door Gertie Evenhuis van One Summer's Secret, 1963. Amsterdam 1963, Ploegsma, J. |
Dola de Jong, De draaitol van de tijd. Vertaling door J.M. Meulenhoff van The Whirligig of Time, 1964. Amsterdam 1964, J.M. Meulenhoff, R. |
Dola de Jong, Moderne Amerikaanse verhalen. Amsterdam 1966, Polak & van Gennep, Bl. (2e druk onder de titel Meesters der Amerikaanse vertelkunst na 1945: Amsterdam 1968, Meulenhoff) |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Israël Querido, Dola de Jong. Dans om het hart. In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28-11-1939. |
Maurits Uyldert, Het probleem van de moderne jeugd. Roeping tegenover liefde. Dans om het hart. In: Algemeen Handelsblad, 17-3-1940. |
S. Vestdijk, Kinderen in de verstrooiing. Oorlogsroman van Dola de Jong. In: Het Parool, 30-9-1946. (over En de akker is de wereld) |
Maurits Uyldert,... en de akker is de wereld; vergeten kinderen. Roman van Dola de Jong. In: Elsevier, 5-10-1946. |
Martha Jongkind, Carrière in Amerika. Een Nederlandsche schrijfster had succes. Gesprek met Dola de Jong. In: Elseviers Weekblad, 23-11-1946. (interview) |
C.J. Kelk, De Amsterdamse bekroning. (Dola de Jong: En de Akker is de Wereld). In: De Groene Amsterdammer, 1-11-1947. |
J. Greshoff, Bekroonde roman van Dola de Jong. Aaneenschakeling van anecdoten. In: Nieuwe Courant, 6-11-1947. (over En de akker is de wereld) |
Robert H. Joseph, Dola de Jong. In: Singel 262. Tweeëntwintig biografieën. Amsterdam 1950, pp. 37-41. (overzichtsartikel) |
A. Horsting-Boerma, Met Dola de Jong in New York. In: Kind, september 1951, pp. 21-23. (interview) |
A. Viruly, Interview met Dola de Jong. In: Het Parool, 12-4-1952. |
J. Greshoff, Roman of geschreven portret. Nieuw werk van Dola de Jong. In: Het Vaderland, 6-11-1954. (over De thuiswacht) |
R.Z. [Ruth Zimmerman], Het noodlot der moderne vrouw. Leven en dood van Erica. In: Vrij Nederland, 13-11-1954. (over De thuiswacht) |
Ben van Eijsselsteijn, Dola de Jongs ‘De Thuiswacht’. Niet ieder eerlijk boek is een geslaagd boek. Schimmige figuren rond een hoofdfiguur. In: Haagsche Courant, 20-11-1954. |
Jeanne van Schaik-Willing, In de beste zin een modern boek. In: Critisch Bulletin, jrg. 22 (1955), pp. 114-117. (over De thuiswacht) |
Jan Greshoff, Mensen en Meningen. In: Het Vaderland, 12-7-1956. (over De thuiswacht) |
Mies Bouhuys, In gesprek met Dola de Jong. In: Het Parool, 17-7-1958. (interview) |
Miep Diekman, Echtheid staat voorop bij Dola de Jong en Max van Amstel. Moderne meisjesromans wekken juist begrip voor problemen van deze tijd. In: Haagsche Courant, 9-2-1962. (over Gastvrouw in het groot en Tussen huis en horizon) |
[Anoniem], In Amerika bekroonde schrijfster op bezoek in Heemstede. Dola de Jong: kinderboekenauteur in Amerika gehinderd door ethische knibbelarijen. In: Haarlems Dagblad, 1-8-1963. (interview) |
Gertie Evenhuis, Ontmoeting met Dola de Jong. In: Nieuwe Rotterdamse Courant, 24-8-1963. (interview) |
Miep Diekman, Dola de Jong. Op de grens tussen contact en afweer. In: Haagsche Courant, 3-9-1963. (interview) |
Gertie Evenhuis, Dola de Jong, een ontmoeting. In: Hervormd Nederland, 29-2-1964. (interview) |
Jo Manassen, Praten met Dola de Jong is iets beleven. In: Het Vrije Volk, 15-8-1964. (interview) |
Hans Warren, Dola de Jong: ‘De draaitol van de tijd’ In: Provinciale Zeeuwse Courant, 4-9-1964. |
Erna van den Berg, Roman van Dola de Jong (in Nederland geboren en in Amerika wonend) wordt verfilmd met Bette Davis in de hoofdrol. In: De Telegraaf, 15-5-1965. (interview) |
M.R., Op boekenbeurs in de RAI. Dola de Jong werd schrijfster van formaat in Amerika (‘Jij deugt nergens voor,’ zeiden ze in
|
| |
| |
Amsterdam). In: Dagblad van Noord Limburg, 15-5-1965. (interview) |
Manuel van Loggem, Schrijfster die van taal ‘wisselde’. Dola de Jong even terug in haar geboorteland. In: Algemeen Dagblad, 29-5-1965. (interview) |
Jos Panhuijsen, Vrouwelijke keus van Dola de Jong. Moderne Amerikaanse verhalen. Streven naar identiteit en vervreemding. In: Het Binnenhof, 20-8-1966. |
Frans Duister, Dola de Jong: schrijfster tussen twee werelden. ‘Rellen in Amerika wijzen op een breuk in de samenleving’. In: De Tijd, 19-8-1967. (interview) |
Ina van der Beugel, Wij weten zo heel veel niet. In: Elsevier, 18-11-1967. (interview) |
[Anoniem], Dola de Jong. In: Prinses, 29-6-1968. (interview) |
Emmy Ledel, Dola de Jong terug na 27 jaar in N.-Amerika. In: Het Parool, 19-10-1968. (interview) |
Dagboekanier, Amsterdams Dagboek. In de spiegel. In: Het Parool, 19-3-1969. (interview) |
Henk van der Meijden, Dola moet weer wennen. In: De Telegraaf, 20-3-1972. (interview) |
Leo Kleyn, Dola de Jong kijkt verwonderd rond. Schrijfster na dertig jaar terug uit Amerika. In: Trouw, 22-4-1972. (interview) |
Jojanneke Claassen, Schrijfster en docente Dola de Jong, een heel opmerkelijke carrière. In: Het Parool, 24-9-1983. (interview) |
Paula Borsboom, Een herkansing voor De thuiswacht. Dola de Jong en de recensenten. In: Homologie, jrg. 8, nr. 6, juni 1986, pp. 20-22. |
Linda Kleverlaan, Inleiding. In: Dola de Jong, De thuiswacht. Amsterdam 1990, pp. I-XV. (overzichtsartikel) |
Peter Leunissen, Dola de Jong, balletdanseres, schrijfster en docente: ‘Voor een autobiografie heb ik teveel ellende meegemaakt’. In: Arnhemse Courant/Graafschapsbode/Nijmeegs Dagblad, 25-8-1990. (interview) |
Corine Spoor, Dola de Jong's verscheurde gevoelens over Holland. ‘De holocaust belet mij het schrijven’. In: De Tijd, 31-8-1990. (interview) |
Cees Veltman, De Rebel. In: Hervormd Nederland, 6-10-1990. (interview) |
Bernadette de Wit, Dola de Jongs cultroman ‘De thuiswacht’ in herdruk. ‘Je bent een gevaarlijk meisje’. In: De Groene Amsterdammer, 10-10-1990. |
Bernadette de Wit, Verminkte band met het verleden. In: Het Parool, 16-11-1990. (interview) |
Karin van Munster, ‘Je moet het in zijn tijd zien’. Dola de Jong vindt ‘De Thuiswacht’ uit 1954 nog steeds haar beste boek. In: Trouw, 23-11-1990. (interview) |
Diny Schouten, Het is zoals het leven is. In: Vrij Nederland, 24-11-1990. (over En de akker is de wereld en De thuiswacht) |
Hans Warren, Een onwaarschijnlijke liefdesrelatie. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 18-1-1991. (over De thuiswacht) |
Bernadette de Wit, ‘Een volledige verhouding is in dit ondermaanse uitgesloten’. Over Dola de Jong. In: Margriet Prinssen en Lucie Th. Vermij (samenst.), Schrijfsters in de jaren vijftig. Amsterdam 1991, pp. 91-101. (overzichtsartikel) |
Jhim Lamoree, Het bewogen leven van Dola de Jong. In: HP/De Tijd, 26-11-1993. (interview) |
Marleen Slob, ‘Je moet in de stroom van hel leven blijven’; leven en werk van Dola de Jong. Nijmegen 1996. (daarin onder meer schets van haar leven, met nadruk op relatie leven/werk, bespreking van werkwijze en thematiek, overzicht van receptie van haar werk) |
63 Kritisch lit. lex.
november 1996
|
|