| |
| |
| |
Bas Heijne
door Peter Henk Steenhuis
1. Biografie
Bastiaan Johan (Bas) Heijne werd op 9 januari 1960 geboren in Nijmegen. Hij groeide op in Zwanenburg, een dorp tussen Haarlem en Amsterdam. Zijn vader was zakenman en handelde in foto-apparatuur. Heijne zei over zijn afkomst: ‘Ik kom uit een ongebroken gezin en werd homoseksueel toen je je daar niet meer op kon laten voorstaan.’
Heijne bezocht het Haarlemmermeerlyceum in Badhoevedorp. In 1978 begon hij in Amsterdam zijn studie Engelse taaien letterkunde, die hij in 1984 voltooide. Vlak voor het eind van zijn studie debuteerde Heijne, hij was toen drieëntwintig, met de roman Laatste woorden.
Direct na zijn debuutroman kondigde zijn uitgever een nieuwe roman aan: Suez. Toch duurde het nog negen jaar voordat die roman verscheen. In de tussentijd publiceerde Heijne reisverhalen in De Tijd en journalistiek en essayistisch werk in onder andere NRC Handelsblad, HP, De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland, in welk tijdschrift hij een paar jaar lang een wekelijkse column heeft gehad. Sinds 1991 is Heijne verbonden aan NRC Handelsblad. Ook maakte hij deel uit van de redactie van Optima.
Heijne vertaalde werk van E.M. Forster, Evelyn Waugh en J.R. Ackerly en hij stelde onder het pseudoniem E. Prondini de verhalenbundel Korter dan kort samen.
Heijne woont momenteel in Amsterdam.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Kunstopvatting
In zijn column ‘Kakofonie’, opgenomen in de bundel Heilige monsters, spreekt Bas Heijne zijn afkeer uit van de vermenging van journalistiek en literatuur: de verslaggever is chroniqueur geworden; de romancier verslaggever van straatrumoer. ‘Het is goed wanneer een romancier zijn blik op de wereld richt, de gebeurtenissen om hem heen registreert, en luistert naar het aanzwellende rumoer, maar wel vanuit een ivoren toren.’ In zijn columns benadrukt Heijne herhaaldelijk dat hij een hekel heeft aan romans die bij de lezer een gemakkelijke ‘herkenning’ teweegbrengen. Nadrukkelijk realistische romans zijn voor hem geen literatuur, maar journalistieke documentaires. Literatuur is per definitie dubbelzinnig en kan niet voor educatieve of pedagogische doeleinden worden gebruikt: proza moet suggestief zijn.
Deze antimimetische opvatting komt het sterkst tot uitdrukking in Suez, een roman over een bootreis naar Indië, gesitueerd rond 1900. De hoofdpersoon is de gedesillusioneerde ‘dichter van het geluk’ Cornelis Zeylmaker. Hij is verteller én personage in een gecompliceerd web van verhalen, waarin de werkelijkheid niet te ontwarren is van de verbeelding. De verhalen die Zeylmaker vertelt, gaan over de liefde, die al honderden keren bezongen en beschreven is - niet in de laatste plaats door de dichter zelf: ‘Liefde dat was mijn lievelingswoord. Alles was Liefde bij mij. Regel na regel, vers na vers, bundel na bundel na bundel, alles draaide om dat ene woord.’ De liefde die op de boot een rol speelt, bootst deze bezongen of beschreven liefde na, of om het anders te zeggen: in Suez imiteert de kunst niet het leven, maar het leven de kunst.
| |
Traditie
Zeylmaker, de dichter-estheet die zijn leven heeft vergooid ter wille van de kunst, vertoont overeenkomsten met personages van Thomas Mann. Bijvoorbeeld met Gustav von Aschenbach uit Der Tod in Venedig, die net als Zeylmaker gebiologeerd is door het klassieke schoonheidsideaal van de efebe, liefst gepersonifieerd als beeld met blanke handen van ivoor en dofglanzende gouden haarlokken. De laat negentiende-eeuwse verveling, die in de roman breed wordt uitgemeten, evenals de sfeer
| |
| |
op de boot, en het noodlot, dreigend op de achtergrond, doen denken aan het werk van Louis Couperus en Marcellus Emants. Verder zijn in Suez veel elementen van E.M. Forsters A Passage to India te herkennen. Dat Heijne passages uit juist dit boek verwerkt, is weinig verwonderlijk: Heijne vertaalde romans van Forster en reisde hem, blijkens zijn reisboek Vreemde reis, achterna.
Ook in zijn debuutroman Laatste woorden zijn de sporen van het esthetisch decadentisme al duidelijk aanwijsbaar. Een van de hoofdpersonen, ook weer gepreoccupeerd met de ‘schone jongen’, is gemodelleerd naar Oscar Wilde. In een interview met Joost Niemöller zegt Heijne dat zijn debuut zowel qua stijl als qua techniek tegen de boeken van Evelyn Waugh aanleunt. Oscar Wilde, die hij vroeger bewonderde, en E.M. Forster boeien hem vooral vanwege de aandacht die zij schonken aan de stijl en dan in het bijzonder aan die van de dialogen.
| |
Relatie leven/werk
Virginia Woolf zei eens dat je niet moet proberen te schrijven als een vrouw: als je goed schrijft en je bent een vrouw, blijkt dat vanzelf wel. Iets vergelijkbaars geldt ook voor Bas Heijne. Hij noemt zichzelf geen ‘homoschrijver’, hij houdt niet van ‘homoromans’, of herkenningsliteratuur, en hij heeft niet de illusie met zijn romans de wereld te veranderen: ‘Dan kun je beter condooms gaan uitdelen op de Dam.’ Heijne sluit aan bij een nieuwe generatie homoseksuele schrijvers, die, zoals de Amerikaan David Leavitt zei, behoefte heeft aan een huis en aan vastigheid. Je dient als schrijver echter wel een morele visie te ontwikkelen, maar die visie moet in het verhaal verwezen zijn en niet expliciet gepresenteerd worden. Gebeurt dit laatste wel, zo zegt Heijne in een van zijn columns, dan zal de Nederlandse literatuur van de tweede helft van de twintigste eeuw, net als die van de negentiende, als een domineesliteratuur de geschiedenis ingaan.
| |
Thematiek / Visie op de wereld
Dat de hoofdpersonen uit Heijnes romans en verhalen bijna altijd homoseksueel zijn, moet gezien worden als iets vanzelfsprekends. Homoseksualiteit is niet direct een thema in zijn werk, maar zij speelt als motief een belangrijke rol. Zo ook in Laatste woorden. De roman speelt in een steriel Amsterdams kunstenaarsmilieu. De hoofdpersoon, de vijfendertigjarige
| |
| |
auteur Immanuel ‘Jojo’ ter Braak, probeert in de tijd dat zijn vriend in Italië met vakantie is, te beginnen aan een nieuwe roman. Zonder veel succes. En de roman eindigt wanneer de hoofdpersoon concludeert geen schrijver te zijn en besluit nooit meer te schrijven. Laatste woorden gaat over de reflectie op het literair onvermogen. Ook in Suez speelt de bezinning op eigen onvermogen een rol, al gaat het de al eerder genoemde hypochondrische dichter Zeylmaker uiteindelijk niet om zijn creatieve mislukking, maar om zijn persoonlijke mislukking en die van zijn huwelijk. Zijn homoseksuele aard heeft Zeylmaker tijdens zijn huwelijksleven onderdrukt, en het sterven van zijn vrouw ervaart hij dan ook als een grote bevrijding. De bekentenis van deze ervaring en zijn schuldgevoelens hieromtrent vormen een kernpunt van de roman. In het verhaal ‘Cherry’, uit de bundel Met liefde, als ook in het verhaal ‘Slecht ding’, uit de bundel De tien geboden, is het onderwerp niet zo zeer homoseksualiteit, maar, hoewel niet met name genoemd, de ziekte Aids. Aids komt ook uitvoerig aan bod in het titelverhaal van zijn gebundelde reisimpressies: Vreemde reis, waarin de hoofdpersoon de homoseksuele en seropositieve schrijver Edmund White ontmoet.
Zowel Suez als Laatste woorden zijn ook te lezen als initiatieromans. De hoofdpersonen, ervan overtuigd dat alle leven uitmondt in een boek, worden geconfronteerd met en ingewijd in een leven waarin dit allerminst het geval is. In Suez hoopt de hoofdpersoon een nieuw leven te beginnen door naar Indië te vertrekken; in Laatste woorden moet Jojo ter Braak de dood van zijn vriend en de mislukking van zijn schrijverschap accepteren en verwerken.
| |
Stijl / Techniek
Het thema van de initiatie werkt Heijne in Suez vooral verteltechnisch uit. Alles wat Zeylmaker noteert, bedenkt hij of stelt hij zich voor, terwijl hij kijkt en interpreteert wat er op het schip plaatsvindt. Ook wanneer de personages het woord voeren, is het nog steeds Zeylmaker die hen de woorden in de mond legt - zo lijken hun levens uit te monden in een boek of een verhaal. Tot het moment dat de werkelijkheid Zeylmaker de macht ontneemt en de personages hem ontglippen; dan verzucht hij: ‘Maar zij waren het die mij in de steek lieten. Ze
| |
| |
hebben me aan mijn lot overgelaten, net op een moment dat ik kwetsbaar was. Een oude man alleen laten, kunnen ze wel? [...] Na alles wat ik voor hen gedaan heb, na al mijn inspanningen.’ Ook op een andere manier wordt duidelijk dat het verhaal een rite de passage is, namelijk door het feit dat de roman gegrondvest is op overgangsgebieden of tussenposities. De boot waarop het verhaal zich afspeelt, bevindt zich in het Suezkanaal, tussen Oosten West. De gebeurtenissen zijn gesitueerd rond 1900, op het breukvlak van twee eeuwen. Verder laat Heijne het aan de lezer over vast te stellen wat innerlijk is en wat uiterlijk, verzinsel en realiteit, toekomst en verleden.
De innerlijke-monoloog-stijl, vaak pathetisch aangezet, gebruikt Heijne in Suez. meer dan in Laatste woorden. In zijn debuutroman, die filmisch geschreven is, voeren dialogen de hoofdtoon. Korte zinnen, korte alinea's en herhalingen geven zijn stijl, zoals in een aantal recensies ook werd opgemerkt, iets hakkelends.
| |
Kritiek
Deze stijl werd in de literaire kritiek nogal gelaakt. Van Deel vond dat de taal die in Suez gebruikt werd, het lezen bijna tot een onmogelijke opgave maakte; Heumakers sprak van proza van bordkarton. Hoewel de kritiek overtuigd was van het talent van Heijne, kreeg ook Laatste woorden een aantal negatieve reacties. Eén recensent hoopte zelfs dat de roman voorlopig Bas Heijnes laatste woorden waren. Heijnes reisverhalen en vooral zijn gebundelde columns, Heilige monsters, die hij voor Vrij Nederland schreef, werden daarentegen bijzonder goed ontvangen. Brems zei over Heilige monsters dat het een boek was dat getuigde van een ruime lectuur, met veel gezond verstand en intelligentie, en Offermans noemde Heijne de beste columnist die zich de laatste jaren heeft aangediend.
| |
Ontwikkeling
Bas Heijne heeft zich uitdrukkelijk verzet tegen romans als verpakte pamfletten, maar vooral de laatste jaren voelt hij zich wel aangesproken door het literaire engagement. Mystiek lichaam van Frans Kellendonk ziet Heijne als een goed voorbeeld van een actuele ideeënroman, waarin bepaalde kwesties behandeld worden, zonder dat hier nu sprake is van het engagement van de krantekoppen.
| |
Verwantschap
Dat Heijne juist Mystiek lichaam noemt, is niet verwonderlijk: hij
| |
| |
zag Kellendonk, met wie hij bevriend was, als een groot voorbeeld. Mystiek lichaam heeft Heijne ooit voorzichtig de intiemste roman van de naoorlogse literatuur genoemd. Bovendien snijdt Kellendonk de thema's homoseksualiteit en Aids aan, thema's die we ook bij Heijne terugvinden. Aids is volgens Heijne, nog afgezien van de epidemische gevolgen van de ziekte, belangrijk omdat het zowel bij homoseksuelen als bij heteroseksuelen een bewustzijnsverandering teweeg heeft gebracht.
| |
Publieke belangstelling
De publieke belangstelling voor Heijnes werk is redelijk. Van zijn debuutroman Laatste woorden verscheen in 1990 een goedkope pocketeditie en van Suez is een tweede druk verschenen.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Bas Heijne, Laatste woorden. Amsterdam 1983, Tabula, R. |
E.M. Forster, Monteriano. Vertaling uit het Engels en nawoord door Bas Heijne. Amsterdam 1984, Tabula, R. (vert.) |
Bas Heijne, Verloren paradijs: het beeld van Italië in recente Nederlandse literatuur. In: Hollands Maandblad, jrg. 27, nr. 463, juni 1986, pp. 6-12, E. |
E.M. Forster, Een kamer met uitzicht. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Amsterdam 1987, Tabula, R. (vert.) |
William Tennessee, Iets van Tolstoi. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Amsterdam 1987, Tabula, VB (vert.) |
Bas Heijne, Vreemde reis. Amsterdam 1987, Bert Bakker, VB. |
E.M. Forster, De obelisk en andere verhalen. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Utrecht 1988, Veen, VB. (vert.) |
Evelyn Waugh, Scoop. Roman over journalisten. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Amsterdam 1988, Bert Baker, R. (vert.) |
Bas Heijne, Heilige monsters. Amsterdam 1989, Bert Bakker, CB. |
Evelyn Waugh, Een handvol stof. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Amsterdam 1989, Bert Bakker, R. (vert.) |
Bas Heijne, De economie van de liefde. In: De Revisor, jrg. 18, nr. 1-2, maart 1991, pp. 139-140, E. |
De perfecte puber: van het lijden van de jonge Werther tot het geheime dagboek van Adriaan Mole. Samengesteld door John Müller, met een verhaal van Bas Heijne. Amsterdam 1991, De Bijenkorf, Bl. |
Bas Heijne, Suez. Amsterdam 1992, Prometheus, R. |
Met liefde: nieuwe Nederlandse verhalen. Samengesteld door Bas Heijne en Frank Ligtvoet. Amsterdam 1993, Contact, Bl. |
Korter dan kort. Samengesteld door E. Prondini. Amsterdam 1993, Prometheus, Bl. |
Evelyn Waugh, De dierbare. Een Anglo-Amerikaanse tragedie. Vertaald uit het Engels door Bas Heijne. Amsterdam 1993, Bert Bakker, R. (vert.) |
De tien geboden. Nieuwe verhalen. Samengesteld door Prometheus, met een verhaal van Bas Heijne. Amsterdam 1993, Prometheus, Bl. |
Bas Heijne, Vlees en bloed. Amsterdam 1994, Prometheus, VB. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Paul Aalbers, Bas Heijne. In: NRC Handelsblad, 6-12-1983. (interview) |
Aleid Truijens, Debuut van Bas Heijne. Het literaire babbelcircuit. In: NRC Handelsblad, 6-1-1984. (over Laatste woorden) |
Hans Warren, Laatste woorden, het debuut van Bas Heijne. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14-1-1984. |
Doris Grootenboer, Bas Heijne: ‘Ik noem mezelf geen schrijver’. Alweer een prima debuut. In: Algemeen Dagblad, 21-1-1984. (over Laatste woorden) |
Jaap Goedegebuure, Een haastig debuut. In: Haagse Post, 28-1-1984. (over Laatste woorden) |
Ed van Eeden, Sterk debuut Bas Heijne: Het kunstwereldje als kapstok voor ironie en kritiek. In: Utrechts Nieuwsblad, 17-2-1984. (over Laatste woorden) |
Thijs Westerbeek van Eerten, Bas Heijne: Laatste woorden. In: Homologie, jrg. 6, nr. 2, maart-april 1984, p. 32. |
Norbert Meijs, Debuut Laatste Woorden van Bas Heijne. Poseur valt door de mand. In: De Limburger, 21-4-1984. |
Guus Houtzager, Eerste woorden. Vijf debutanten tegen het licht. In: Oor, jrg. 14, nr. 7, april 1984, pp. 64-67 en nr. 11, juni 1984, pp. 62-65. (over Laatste Woorden) |
Frank van Dijl, Laatste Woorden als debuut, Bas Heijne: ‘Ik wil geen realistisch beeld geven’. In: Het Vrije Volk, 25-8-1984. (interview) |
Rudie Kagie, De debutanten. Speciaalnummer van de Literaire Boekengids. Amsterdam 1984, pp. 17 en 18. (over Laatste woorden) |
Frans de Rover, Griezelige mannen en artiesten. In: Vrij Nederland, 25-2-1985. (over Laatste woorden) |
Dirk van Ginkel, De dilemma's van de moraal. In: Haagse Post, 17-10-1987. (over Vreemde reis) |
Hans Steketee, Reisverhalen van Bas Heijne. Bedevaartganger op het slappe koord. In: NRC Handelsblad, 13-11-1987. (over Vreemde reis) |
Frans de Rover, Op zoek naar de schat van Priamus. Het romantisch levensgevoel van Bas Heijne. In: Vrij Nederland, 21-11-1987. (over Vreemde reis) |
Hans Warren, Vreemde reis: het tweede boek van Bas. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 23-1-1988. |
Marthy van Kerkhof, Bas Heijne: Vreemde reis. In: Homologie, jrg. 10, nr. 1. januari-februari 1988, p. 34. (over Vreemde reis) |
Joost Niemöller, In gesprek met Bas Heijne. In: Bzzlletin, jrg. 17, nr. 156, mei 1988, pp. 37-42. (interview) |
Karel Osstyn, Aflossing van de wacht bij de reizigers. In: De Standaard, 24-9-1988. (over Vreemde reis) |
Hugo Brems, Domineesliteratuur. In: De Morgen, 12-1-1990. (over Heilige monsters) |
Cyrille Offermans, De partij van het gezond verstand. Bas Heijnes polemieken tegen de culturele praatziekte. In: Vrij Nederland, 3-3-1990. (over Heilige monsters) |
Bart de Man, Bas Heijnes bezonnenheid. In: De Brakke hond, jrg. 7, nr. 26, juni 1990, pp. 4-7. (over Heilige monsters) |
Arendo Joustra, Verlangen naar geloof en liefde. In: Elsevier, 13-10-1990. (algemeen) |
Janet Luis, Een duivelskunstenaar op weg naar Indië. In: NRC Handelsblad, 31-1-1992. (over Suez) |
Eddy Schaafsma, Bas Heijne, Suez. In: Dagblad Tubantia, 1-2-1992. |
Henri de By, Bas Heijne. In: HP/De Tijd, 7-2-1992. (over Suez) |
Carel Peeters, Liefde die teveel weet. In: Vrij Nederland, 8-2-1992. (over Suez) |
Tom van Deel, Geen nagelaten bekentenis. In: Trouw, 13-2-1992. (over Suez) |
Jaap Goedegebuure, Gonzend van citaten. In: HP/De Tijd, 14-2-1992. (over Suez) |
Arnold Heumakers, Leegte in het grote bed.
|
| |
| |
In: de Volkskrant, 14-2-1992. (over Suez) |
Hans Warren, Elegant spel met de lezer. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14-2-1992. (over Suez) |
Robert Anker, Bas Heijne als Couperus. In: Het Parool, 11-4-1992. (over Suez) |
53 Kritisch lit. lex.
mei 1994
|
|