| |
| |
| |
Jessica Durlacher
door Nora van Laar
1. Biografie
Jessica Durlacher, dochter van de socioloog en schrijver G.L. Durlacher, werd op 6 september 1961 geboren te Amsterdam als oudste van drie meisjes. Later verhuisde de familie naar Haarlem, waar Durlacher haar schoolopleiding aan het Stedelijk Gymnasium afrondde. Daarna ging zij in 1979 Nederlandse taal- en letterkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam, een studie die zij in 1988 afrondde.
Tijdens haar studie richtte zij met anderen het literaire tijdschrift De Held op, waarin zij interviews, recensies en het verhaal ‘Schoorstenen’ publiceerde. Uit Durlachers bezigheden bij De Held vloeiden haar latere journalistieke activiteiten voort als criticus en columnist bij onder andere de Volkskrant, Vrij Nederland, De Tijd en HP/De Tijd. Daarnaast maakte zij documentaires voor het televisieprogramma Prima Vista van de VPRO. Bovendien stelde zij verschillende bloemlezingen samen.
Voor haar roman Het Geweten (1997) ontving Durlacher de Debutantenprijs 1998 en Het Gouden Ezelsoor 1999. In 1999 verscheen dit boek in Duitse vertaling en werd het genomineerd voor de Literaturpreis Nordrhein-Westfalen en de NS Publieksprijs. Haar volgende roman, De dochter (2000), werd vertaald in het Duits, Italiaans en Zweeds.
Lange tijd woonde Jessica Durlacher met man - schrijver en filmproducent/-regisseur Leon de Winter - en later ook met zoon en dochter, afwisselend in Los Angeles en Bloemendaal. In de VS schreef zij haar eerste twee romans. Toen de kinderen op de schoolgaande leeftijd kwamen, vestigde het gezin zich definitief in Bloemendaal.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek / Ontwikkeling / Relatie leven/werk
In het werk van Jessica Durlacher staat altijd een liefdes- of vriendschapsrelatie centraal. Een oeroud gegeven, maar in vernieuwde vorm gebracht, doordat degenen die in haar werk de relaties aangaan, kinderen zijn van de slachtoffers van de concentratiekampen van Hitler-Duitsland. Het kampverleden van de vaders is zelfs een bindende factor en maar al te vaak worden de betrekkingen tussen gelieven of vrienden uitgedrukt in termen van bloedverwantschap - men voelt zich bijvoorbeeld broer en zus. In Durlachers eerste twee romans, Het Geweten (1997) en De dochter (2000), wordt dit gegeven in zijn meest pure vorm uitgewerkt. In Emoticon (2004) treedt het onderwerp minder op de voorgrond en is het uitgebreid met dat van de derde generatie; bovendien is er hier het thema van het Israëlisch-Palestijnse conflict aan toegevoegd. In Schrijvers! (2005) is het thema van de tweede generatie nog slechts miniem aanwezig en ligt de nadruk meer op de antisemitische ideeën van sommige Marokkaanse jongeren en hun weigering de vrouw als autoriteit te aanvaarden.
| |
Thematiek / Relatie leven/werk
Parallel aan deze ontwikkeling verandert in haar oeuvre op den duur het gebruik van autobiografische elementen en worden op fantasie gebaseerde thema's belangrijker. In ‘Vol als Fisj’, Durlachers bijdrage aan de bloemlezing De olifant & het joodse probleem (1994), herkent de lezer nog heel gemakkelijk de auteur, haar - dan toekomstige - echtgenoot Leon de Winter en haar vader, die Auschwitz overleefde. In het verhaal beschrijft een ik-vertelster het begin van een verhouding met een ‘nieuwe geliefde met wie ik zoveel meer deel, zoveel meer achtergrond, zoveel meer gevoeligheden, zoveel meer, een geliefde die even halfjoods is als ik’. Die halfjoodse lijn loopt via hun vaders, hoewel dit tegen de joodse wetten in gaat, die een bloedband via de moeder vereisen. Daarenboven hebben beide vaders een oorlogsverleden: de hare overleefde ternauwernood Auschwitz, de zijne zat langdurig ondergedoken. Maar er is ook een belangrijk verschil, want in haar familie is de oorlog, nadat de vader erover is gaan schrijven, voortdurend onderwerp van gesprek, terwijl er bij hem thuis hardnekkig over wordt gezwegen. Hem
| |
| |
stuit de betrokkenheid van zijn vriendin bij haar vaders leed dan ook tegen de borst; ‘aanstellerij en Wichtigmacherei’ noemt hij het.
Het onderwerp vormt de kern van Durlachers debuutroman Het Geweten, waarin Edna Mauskopf terugblikt op haar relatie met Samuel Finken. Hun verhouding, sterk bepaald door het verblijf van hun vaders in Auschwitz, loopt uiteindelijk stuk en Edna kiest voor schrijver Felix Ganz. Wanneer ze van de laatste zwanger blijkt, zoekt ze nog éénmaal contact met Samuel, maar die heeft intussen haar vroegere raad opgevolgd en is naar Tsjetsjenië vertrokken om Artsen zonder Grenzen bij te staan. Daar is hij vermoord.
Opnieuw zijn de schrijfster zelf, haar vader en De Winter herkenbaar, maar ook bijvoorbeeld Durlachers eerdere partner Mischa Cohen, redacteur bij Vrij Nederland, als voorbeeld voor Samuel.
In Durlachers volgende roman, De dochter, wordt het onderwerp meer gefictionaliseerd. Zeker zijn de auteur zelf en haar vader nog steeds herkenbaar, maar het hoofdonderwerp is in Durlachers verbeelding ontstaan, toen zij een jonge Duitse vrouw ontmoette die een verhouding had met een veel oudere joodse man. De schrijfster fantaseerde dat de vrouw de relatie was aangegaan om iets goed te maken en ontwierp zo de personages van de bejaarde filmproducent Sam Zaidenweber en zijn trouwe assistente Sabine Edelstein. Sabine gaf zij als partner ik-verteller Max Lipschitz mee, met net als zijn vriendin een joodse vader die het concentratiekamp overleefde. Het slachtofferschap van Sabines vader blijkt echter een leugen: in werkelijkheid is hij niet joods en heeft hij de joodse onderduikers in het ouderlijk huis juist verraden. Wanneer Sabine hierachter komt, gaat zij zonder enige uitleg bij Max weg. Maar deze verneemt toch de waarheid via de memoires van Sam, een van de verraden onderduikers. Uiteindelijk komt het tussen Max en Sabine toch goed.
Emoticon gaat allereerst over de vriendschap tussen Ester Michaels en Lola die uiteindelijk stukloopt op het lang bewaarde geheim dat Esters eerste vriendje, de Israëliër Arik Keller, de vader is van Lola's zoon Daniël. Naast deze verhaallijn wordt de
| |
| |
geschiedenis geschetst van de geradicaliseerde Palestijnse Aisja, die Daniël, in Israël op zoek naar zijn vader, als haar slachtoffer uitkiest. Na de moord op de jongen zien beide vriendinnen elkaar pas na lange tijd terug: Lola is dan zwanger van haar echtgenoot Maurice, terwijl Ester Ariks kind draagt.
Met een figuur als Ester, dochter van een joodse vader met een kampverleden, is de lezer inmiddels vertrouwd. Maar Lola is joods via de vrouwelijke lijn en heeft een Amerikaanse afkomst, waardoor zij geen oorlogsverleden heeft. Het joodse thema is nu in een internationale setting geplaatst; het is ontleend aan het waar gebeurde verhaal van een Palestijnse die een willekeurige joodse jongen ombrengt.
In de novelle Schrijvers! zijn zeker nog Durlacher en haar man te herkennen, maar nu vooral in hun hoedanigheid als auteurs. Het ontlenen van stof aan de directe omgeving is hier van hulpmiddel centraal thema geworden, dat uitmondt in een eindeloos spel rond fictie en werkelijkheid. Kort samengevat blijkt het werk van schrijfster Tirza Danz en een Duitse rivaliserende collega voortdurend overeen te komen en blijken zij zelfs elkaars leven te beschrijven.
| |
Thematiek / Techniek
Durlachers boeken zijn niet alleen onderling verbonden door genoemde eigenschappen, maar ook door het feit dat de personages zichzelf en hun verleden onophoudelijk aan analyse onderwerpen. In Het Geweten, De dochter en Schrijvers! leidt dit tot een terugblik die de hele tekst beslaat, waarbinnen de ik-vertellers zich toeleggen op het beschrijven en becommentariëren van hun vroegere emoties en beweegredenen. Deze neiging kenschetst ook de personages in Emoticon. Hier is het perspectief evenwel niet dat van een ik-verteller, maar van de drie personages Ester, Daniël en Aisja. Dit wisselend perspectief hangt samen met Durlachers wens het Joods-Palestijnse conflict vanuit verschillende gezichtspunten te beschouwen.
| |
Thematiek
Belangrijke begrippen binnen de zelfanalyses zijn schuld en schaamte. Schuldgevoelens kennen de figuren al van jongs af aan. Als kind probeerden zij hun gekwetste ouders te beschermen tegen nieuw leed en toonden zij zich solidair door zich het eten uit de mond te sparen (Edna in Het Geweten) of niet te genieten (Max in De dochter). Maar keer op keer moesten zij
| |
| |
merken in hun voornemens te falen en de oorlog soms zelfs even te vergeten, met diepe schuldgevoelens als gevolg. Als zij eenmaal volwassen zijn, wordt het schuldthema uitgebreid naar mensen buiten de familiekring. Edna vraagt zich af of ze schuldig is aan Samuels dood en Ester (in Emoticon) voelt zich schuldig aan de moord op Daniël, omdat zij Aisja met de jongen in contact heeft gebracht.
De schuldgevoelens worden gekoppeld aan schaamte, die vooral voortkomt uit de wijze waarop de tweede generatie met de geschiedenis van de ouders omgaat. De vertelster en haar vriend uit ‘Vol als Fisj’ illustreren dit onderscheid al: de een maakt het verleden steeds weer tot gespreksonderwerp, de ander zwijgt er liever over en meent dat al die belangstelling vooral het eigenbelang dient. Het gevolg is dat Durlachers personages, in termen die zij in Emoticon hanteert, onder te verdelen zijn in ‘uitsprekers’ en ‘inslikkers’. Het onderscheid tussen deze twee soorten loopt parallel aan de manier waarop de vaders met hun trauma omgaan.
In de zelfanalyse speelt schrijven een belangrijke rol. Om te beginnen houden veel personages een dagboek of een weblog bij, zoals Ester en Daniël in Emoticon. Het nut van dergelijke verslagen blijkt uit onderzoek als dat van Edna, in Het Geweten, naar kampdagboeken: zij hoopt zo haar vader beter te kunnen begrijpen en de oorlog eindelijk een plaats in haar leven te kunnen geven. Haar conclusie luidt dat de makers zich door middel van taal staande konden houden in de chaos.
| |
Thematiek / Techniek
Hierbij passen ook de memoires die sommige personages schrijven. Het meest uitgesproken voorbeeld hiervan is Sam in Emoticon. Maar ook Edna in Het Geweten en Max in De dochter verklappen uiteindelijk een boek te hebben geschreven; in beide gevallen zou dat boek heel goed kunnen samenvallen met de tekst die de lezer aan het lezen is. Dit Droste-effect wordt in Schrijvers! uitgebuit.
| |
Kunstopvatting / Relatie leven/werk
Het noteren van de gebeurtenissen lijkt te leiden tot verwerking en bij te dragen aan de vergeving die telkens wordt geschonken. Zowel Edna als Ester en Lola (beide in Emoticon) kunnen hierdoor allen een nieuw leven beginnen, met een (toekomstige) baby als toepasselijk symbool. In De dochter sluit Max, in het
| |
| |
besef dat schuld niet overerfelijk is, Sabine in zijn armen. En ook Durlacher zelf, optredend als ik-vertelster in Arthuro d'Alberti (2006), het verslag naar de zoektocht naar haar in Bergen-Belsen omgekomen grootvader, besluit met vergiffenis van haar opa, die een opschepper en een hardvochtig man moet zijn geweest. In verschillende interviews wijst Durlacher erop dat schrijven voor haar een manier is om afstand te nemen. Hiermee is zij verwant aan haar vader, die door zijn boeken zijn herinneringen beheersbaar maakte. In Op scherp (2001) constateert de schrijfster echter dat haar vader inderdaad de woorden had gevonden om over de oorlog te schrijven, maar tegelijkertijd toch ook een geladen pistool in zijn bureau had liggen ‘om hen die zijn gezin kwaad hadden willen doen te bedreigen - misschien zelfs te vermoorden’. Ook van de romanfiguren is het niet zeker of het noteren van hun belevenissen hen in alle opzichten helpt, want hoe het hen uiteindelijk vergaat, zal de lezer nooit weten. In feite blijft taal als communicatiemiddel hoe dan ook ontoereikend wanneer er niet echt gecommuniceerd wordt. Niet voor niets loopt de relatie tussen Edna en Samuel in Het Geweten aanvankelijk stuk op het onvermogen een écht gesprek te voeren en ook de emoticons uit Daniels e-mails, die sterk versimpelde methode om gevoelens te noteren, zijn een illustratie van dergelijke onmacht.
| |
Kunstopvatting / Visie op de wereld / Relatie leven/werk / Techniek
Maar schrijven dient ook om het verleden te behouden voor volgende generaties. G.L. Durlacher noteerde daarom zijn herinneringen al en zijn dochter treedt in zijn voetsporen met haar wens om met haar romans de onverschilligheid te bestrijden die in de loop van de tijd ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog en het kwaad in het algemeen is ontstaan. Zij kiest voor de vorm van het spannende verhaal, in de hoop dat de lezer zo beter ervaart wat zijzelf voelt. Hierbij maakt zij graag gebruik van een thrillerachtige opzet. Zo horen de lezers van Het Geweten al vrij snel dat Samuel zal sterven en die van De dochter dat Sabine zal verdwijnen, maar het hoe en waarom blijft nog lang verzwegen. Ook in Schrijvers! en Emoticon past Durlacher deze techniek toe. Daarnaast zet zij hiertoe soms een a-chronologische vertelwijze in.
| |
Stijl / Verwantschap / Traditie
Plot krijgt door deze opzet voorrang op stijl, welke laatste vooral
| |
| |
de beschrijving van emoties dient. Durlacher legt in dit opzicht een verband met Terug tot Ina Damman van S. Vestdijk, een roman die zij tegenover Margot Dijkgraaf (2002) om de bijna psychoanalytische wijze van analyseren van gevoelens en ontwikkelingen, als het voor haar beslissende boek aanwijst. Tegenover Cor Vos (2004) spreekt de schrijfster, in verband met haar voorkeur voor ‘vertellers bij wie je vergeet dat je aan het lezen bent’, haar waardering uit voor Amerikaanse auteurs als Philip Roth en Jonathan Franzen met hun drang alles te vertellen en elke verhaallijn uit te werken. Maar ook ‘het onheilspellende vertellen’ van John Irving trekt haar aan.
In de Nederlandse literatuurgeschiedenis wordt Durlachers plaats door de inhoud bepaald en bespreekt men haar in relatie met andere tweedegeneratieschrijvers als Arnon Grunberg, Daphne Meijer, Marcel Möring, Chaja Polak en Leon de Winter.
| |
Kritiek
De met het oog op de spanningsopbouw soms ingewikkelde opzet en de analytische vertelwijze vormen de kern waarrond de recensenten hun opinie vormen. In positieve zin constateert men dat de tweedegeneratieproblematiek het liefdesverhaal nieuw leven inblaast of ziet men bepaalde scènes, zeker wanneer die de sfeer tussen getraumatiseerde ouders en hun kinderen raken, als zeer natuurgetrouw. Daarenboven prijzen sommigen de spanningsopzet en de vlotte stijl van de schrijfster. Anderen ergeren zich juist aan het liefdesthema en achten de verhalen te voorspelbaar, de structuur te geconstrueerd en de stijl te clichématig of te damesromanachtig. Verduidelijkend in dit verband is het artikel ‘Tussen kunst en kitsch’ (2000), waarin Bastiaan Bommeljé de besprekingen van De dochter tegenover elkaar zet. Hij citeert onder andere Daniëlle Serdijn die de roman typeert als ‘een muurvast boek, alsof het uit een mal komt’, maar ook Ingrid Hoogervorst die van ‘een licht en onderhoudend boek over een zwaar beladen onderwerp’ spreekt. En terwijl Elsbeth Etty Durlacher ‘de gedreven, vaardige pen die een ware verteller nodig heeft’ meegeeft, noemt Monica Soeting de auteur juist ‘de koningin van het sjabloon’.
Zijn bij Het Geweten en De dochter positieve en negatieve oordelen nog in evenwicht, bij Emoticon en Schrijvers! vallen de
| |
| |
kritieken voornamelijk slecht uit. Dieptepunt was de nominatie van Emoticon voor de shortlist van de Gouden Doerian 2005, de prijs voor het slechtste boek van het jaar.
| |
Publieke belangstelling
De negatieve ontvangst staat in schril contrast met Durlachers populariteit bij het publiek. Haar boeken prijkten langdurig in de verschillende boeken-top tienen en van bijvoorbeeld De dochter zijn inmiddels al meer dan 150.000 exemplaren verkocht.
Durlacher heeft de tegenstelling tussen kritiek en oplagecijfers verwerkt in Schrijvers!. Op de achterflap van het boekje staat de ondubbelzinnige mededeling: ‘Geen enkele overeenkomst met bestaande personen en of gebeurtenissen is denkbeeldig’. Het lijkt dan ook niet ongerechtvaardigd het oordeel van de protagoniste, bestsellerschrijfster Tirza Danz, gelijk te stellen aan dat van haar schepster. Daarom tot slot een citaat waarin Tirza zich uitspreekt over haar verafschuwde Duitse vakgenoot die wél door de critici wordt gewaardeerd en over die beoordelaars zelf: ‘Een zogenaamde zwartschrijver, dat was hij. In Nederland had je er ook een paar van. Het vreemde was: hoe feller hun nihilisme, zwarter en kouder hun wereldbeeld, hoe liefdelozer hun humor (om maar te zwijgen van hun cryptische taal), in de kwaliteitsmedia werden zulke schrijvers gekoesterd en geknuffeld. Publiek, ik veracht u! riepen die schrijvers. Mensheid, ik veracht u! En het culturele establishment, als de dood dat de verachting hun richting op zou waaien, juichte, joelde, klapte in de verfijnde handen. Voor psychologische, spannende verhalen was geen plaats meer in hun eregalerij, maar wel voor hen die openlijk hun grondeloze minachting beleden voor iedereen en alles, zelfs van zoiets vanzelfsprekends als de innerlijke samenhang van een tekst.’
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Jessica Durlacher, Schoorstenen. In: De Held, jrg. 1, nr. 2, april-mei 1985, p. 11, V. 25 onder 35. Nieuwe verhalen van jonge Nederlandse en Vlaamse Schrijvers. Samenstelling Jessica Durlacher, Peter Elberse en Joost Zwagerman. Amsterdam 1990, Bert Bakker, Bl. |
Max 36. Verhalen van jonge schrijvers. Samenstelling Jessica Durlacher. Amsterdam 1992, Bert Bakker, Bl. |
Op de man af. Liefdesverhalen van schrijfsters. Samenstelling Jessica Durlacher. Amsterdam 1994, Bert Bakker, Bl. |
De olifant & het joodse probleem. Nieuwe verhalen over jodendom, antisemitisme en de erfenis van de oorlog. Samenstelling en inleiding Jessica Durlacher. Amsterdam 1994, Arena, Bl. |
Art Spiegelman, Maus. Vertelling van een overlevende. Vertaling Jessica Durlacher. Amsterdam 1994, Oog & Blik, Strip (vert.) (3e herziene druk 1996) |
Vaders. Verhalen van hun dochters. Samenstelling en inleiding Jessica Durlacher. Amsterdam 1995, Prometheus, Bl. |
Jessica Durlacher, Een zoen in de woestijn. In: De Daad. Nieuwe verhalen van nieuw Nederlands talent. Samenstelling Rob van Erkelens en Josien Laurier. Amsterdam 1995, Arena, pp. 149-155, V. |
Mijn kind. De mooiste verhalen over zwangerschap, bevalling en ouderinstinct. Samenstelling Jessica Durlacher. Amsterdam 1997, Prometheus, Bl. (2e druk 1999, Ooievaar; 3e druk, onder de titel Geheim genootschap. De mooiste literaire verhalen en gedichten over kinderen, 2002, Bert Bakker) |
Jessica Durlacher, Het Geweten. Amsterdam 1997, De Bezige Bij, R. (licentieuitgave Den Haag 1998, Stichting XL, XL 418) |
De laatste vrouwen van de eeuw. Een keuze uit de jaren negentig. Samenstelling en inleiding Jessica Durlacher en Nausicaa Marbe. Amsterdam 1999, De Arbeiderspers, Bl. |
Jessica Durlacher, De dochter. Amsterdam 2000, De Bezige Bij, R. (licentieuitgave Den Haag 2001, Stichting XL, XL 747; licentieuitgave Groningen 2002, Wolters-Noordhoff, Grote lijster 2002, nr. 1) |
Jessica Durlacher, Op scherp. Toespraak en gedicht ter gelegenheid van de Nationale Herdenking op 4 mei 2001 te Amsterdam, geschreven op uitnodiging van het Nationale Comité 4 en 5 mei. Amsterdam 2001, De Bezige Bij, E. |
Jessica Durlacher, Emoticon. Amsterdam 2004, De Bezige Bij, R. (licentieuitgave Den Haag 2006, Stichting XL, XL 1219) |
Jessica Durlacher, Nieuwbouw. Amsterdam 2004, De Bezige Bij, EB/VB. |
| |
| |
Jessica Durlacher, Schrijvers!. Amsterdam 2005, De Bijenkorf, N. (2e druk 2006, De Bezige Bij) |
Jessica Durlacher, Arthuro d'Alberti. Amsterdam 2006, Uitgeverij 521, Schrijvers & klassieke muziek, E. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Monica Soeting, Een schrijvende vader, een schrijvende dochter. Gerhard en Jessica Durlacher geïnterviewd. In: Surplus, jrg. 8, nr. 6, pp. 6-7. (interview) |
Mary Ann Lindo, Een wat hupsige kijk op de wereld mag best. In: Het Parool, 5-11-1997. (interview) |
Onno Blom, Werkelijk alles maakt Durlacher tot onderwerp van Edna's bespiegelingen. In: Trouw, 7-11-1997. (over Het Geweten) |
Yra van Dijk, Een goede neus voor oorlogsleed. In: de Volkskrant, 7-11-1997. (over Het Geweten) |
Jeroen Vullings, Vrolijk op zoek naar een schoon geweten. In: Vrij Nederland, 8-11-1997. (over Het Geweten) |
Elsbeth Etty, Mijn vaders, mijn kinderen, mijn leven. In: NRC Handelsblad 14-11-1997. (over Het Geweten) |
Ingrid Hoogervorst, ‘Ik wilde af van dat geleende leed.’ In: De Telegraaf, 14-11-1997. (interview) |
Karel Osstyn, Een teveel aan bewustzijn. Jessica Durlacher, joods en lichtvoetig. In: De Standaard, 15-3-1998. (over Het Geweten) |
Robert Anker, Het opgeheven tobsyndroom. In: Het Parool, 12-12-1997. (over Het Geweten) |
Doeschka Meijsing, Uilskuikentje, 13-12-1997. In: Elsevier, 13-12-1997. (over Het Geweten) |
Douwe de Vries, Loodzware roman van Jessica Durlacher. In: Friesch Dagblad 14-2-1998. (over Het Geweten) |
Daphne Meijer, Twee gecompliceerde geliefden. In: Daphne Meijer, Joodse tradities in de literatuur. Van Medele Mojcher Sforim tot Arnon Grunberg. Amsterdam 1998, pp. 102-103. (over Het Geweten) |
Linda Huijsmans, Joodse vaders hebben vele dochters. In: Algemeen Dagblad, 6-10-2000. (over De dochter). |
Max Pam, Een mooie vette traan. In: HP/De Tijd, 6-10-2000. (over De dochter) |
Martin Hendriksma, ‘Hoe zou mijn vader zijn geweest zónder zijn oorlog?’ In: Haarlems Dagblad 7-10-2000. (interview) |
Elsbeth Etty, Door een oerwoud van leugen en bedrog. In: NRC Handelsblad 13-10-2000. (over De dochter) |
Monica Soeting, Kinderen van joodse vaders. In: de Volkskrant, 20-10-2000. (over De dochter) |
Agnes Andeweg, Overbodige dramatiek. De invloed van de oorlog. In: Vrij Nederland, 21-10-2000. (over De dochter) |
Ron Elshout, Moeilijke kwesties helder geanalyseerd. In: Haagsche Courant, 21-10-2000. (over De dochter). |
Daniëlle Serdijn, De kleffe verzoening. In: Het Parool, 25-10-2000. (over De dochter). |
Thomas van den Bergh, Vol mankementen. In: Elsevier. 28-10-2000. (over De dochter) |
Marja Pruis, Glibberend naar de climax. In: De Groene Amsterdammer, 28-10-2000. (over De dochter) |
Bastiaan Bommeljé, Tussen kunst en kitsch. In: Hollands Maandblad jrg. 42, nr. 11, november 2000, pp. 17-18. (over De dochter) |
Margot Engelen, Liefde tussen kinderen van holocaust-slachtoffers. In: Trouw, 4-11-2000. (over De dochter) |
Eva Berghmans, Jessica Durlacher en het tweedegeneratietrauma. Sabine en het geheim. In: De Standaard 14-12-2000. (over De dochter) |
Hans Warren, Werkelijk leed kan niet worden geloochend. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 28-12-2000. (over De dochter) |
Ger Witteveen, Jessica Durlacher over haar tweede roman ‘De dochter’. Geheimzinnige verhoudingen in een filmische wereld. In: Friesch Dagblad 27-1-2001. (interview) |
Hilde Pach, ‘Ik kom steeds bij de oorlog uit.’ In: Historisch Nieuwsblad jrg. 10, nr. 9-10, december 2001, pp. 10-15. (interview) |
Elrud Ibsch, De literaire ervaring versus de logica van de statistiek. In: Dick Schram (red.), Liber amicorum voor een bevlogen vakdidacticus Cor Geljon. Amsterdam [2002], pp. 43-48. (onder andere over De dochter) |
Margot Dijkgraaf, ‘Ik bewonder Vestdijks perfectionistische eerlijkheid’. In: Margot
|
| |
| |
Dijkgraaf en Martin Meijer, Het beslissende boek. Nederlandse en Vlaamse schrijvers over het boek dat hun levende veranderde. Amsterdam 2002, pp. 68-71. (interview) |
Tamara Gijrath, Jessica Durlacher en het ‘derde boeken’-syndroom. ‘Het heeft mij regelmatig aan het huilen gebracht.’ In: Joods Journaal, najaar 2002, pp. 19-21. (interview) |
Arjan Visser, Ik begrijp mezelf steeds beter. In: Arjan Visser, De tien geboden. Amsterdam 2003, pp. 136-146. (interview) |
Cor Vos, Jessica Durlacher. ‘Schrijven is vooral volhouden.’ In: Cor Vos, IJsberen en zitvlees. Schrijvers en dichters over hun schrijfproces. Amsterdam 2004, pp. 23-31. |
Ward Wijndelts, ‘Zodra ik een ritueel heb, word ik bijgelovig’. In: NRC Handelsblad, 30-7-2004. (interview) |
Janet Luis, Dat komt nooit meer goed. In: NRC Handelsblad, 24-9-2004. (over Emoticon) |
Mennò Schenke, Gedreven door het kwaad. Jessica Durlacher. Een roman is een vrijplaats. In: Algemeen Dagblad, 18-9-2004. (interview) |
Steffie Kouters, ‘Ik ben één bel tegenstrijdigheid.’ In: Volkskrant Magazine, 18-9-2004. (interview) |
Tessa Vermeiren, Kleine krantenberichten, grote tragedies. In: Knack, 22-9-2004. (interview) |
Rien van den Berg, Hoe moet ik leven? In: Nederlands Dagblad, 24-9-2004. (over Emoticon) |
Alain van der Horst en Pegtel Alies, Altijd op scherp. In: HP/De Tijd, 24-9-2004. (portret) |
Koen Eykhout, Liefde en oorlog in tijden van wanhoop. In: De Limburger, 30-9-2004. (over Emoticon) |
Arie Storm, Is dit literatuur? In: Het Parool, 30-9-2004. (over Emoticon) |
Max Pam, De idylle in duigen. In: HP/De Tijd, 1-10-2004. (over Emoticon) |
Thomas van den Bergh, Israëlische plotlijnen. In: Elsevier, 2-10-2004. (over Emoticon) |
T. van Deel, Jessica legt alles uit. ‘Emoticon’ laat zich alleen diagonaal lezen. In: Trouw, 2-10-2004. |
Jeroen Vullings, Een soort roman. In: Vrij Nederland, 2-10-2004. (over Emoticon) |
Kees 't Hart, Politiek drama. In: De Groene Amsterdammer, 8-10-2004. (over Emoticon) |
Peter Swanborn, Zijn aquamarijnen roversblik in de hare. De teloorgang van een vriendschap volgens Jessica Durlacher. In: de Volkskrant, 8-10-2004. (over Emoticon) |
Margot Engelen, Slappe zinnen en overbodige gedachten in ‘Emoticon’. In: De Stem, 9-10-2004. |
Fleur Speet, Twee zijden van dezelfde zaak. In: Het Financieele Dagblad, 9-10-2004. (over Emoticon) |
Gerrit Jan Zwier, Seks en geweld in Israël. In: Leeuwarder Courant, 15-10-2004. (over Emoticon) |
Douwe de Vries, Durlacher maakt emotie en pijn voelbaar. In: Friesch Dagblad, 27-10-2004. (over Emoticon) |
Mak Cloostermans, Meeslepende roman van Jessica Durlacher. Uit de schaduw van de man. In: De Standaard, 28-10-2004. (over Emoticon) |
Lidie Austin, Jessica Durlacher: ‘Schuldgevoel is iets zieks.’ In: Opzij, oktober 2004. (interview) |
Femke Deen, Jessica Durlacher: ‘Het is één grote krankzinnigheid.’ In: Boek, weet wat je leest, jrg. 1, nr. 1, oktober-november 2004, pp. 12-16. (interview) |
Jeroen de Valk, Durlacher slaat keihard terug. In: Utrechts Nieuwsblad, 5-3-2005. (over Schrijvers!) |
Judith Janssen, Bevend riet treft zwartschrijver. In: de Volkskrant, 11-3-2005. (over Schrijvers!) |
Erik de Vries, Wankelen van kaft naar kaft. In: Vrij Nederland, 12-3-2005. (over Schrijvers!) |
Fleur Speet, Alles past in dit thema. In: Het Financieele Dagblad, 11-3-2006. (over Arthuro d'Alberti) |
Kasper Jansen, Wagner was hun huisgod. In: NRC Handelsblad, 24-3-2006. (over Arthuro d'Alberti) |
105 Kritisch lit. lex.
mei 2007
|
|