| |
| |
| |
Inez van Dullemen
door Daan Cartens
1. Biografie
Inez van Dullemen is op 13 november 1925 geboren als dochter van de jurist en later procureur-generaal Arnold van Dullemen en de schrijfster Jo de Wit. Inez was de middelste van drie kinderen.
Na de HBS-A in Amsterdam volgde Inez van Dullemen een opleiding tot logopediste. Dat vak heeft zij maar enkele jaren uitgeoefend. De jaren 1947 en 1948 bracht Van Dullemen in Engeland door. Daar vertaalde zij een novelle van D.H. Lawrence en schreef zij haar eerste boek, de novelle Ontmoeting met de andere, waarvoor zij een eervolle vermelding kreeg van de jury voor de Reina Prinsen Geerligsprijs. Voor haar in 1950 verschenen novelle Het wiel kreeg zij een reisbeurs van tweeduizend gulden. Zij reisde door Spanje en ontmoette in Parijs de toenmalige mimespeler Erik Vos.
Van Dullemen en Vos huwden in 1954. Het echtpaar adopteerde twee Griekse kinderen, Matthijs (geboren in 1961) en Celia (1963). In 1965 kreeg Erik Vos de gelegenheid in de Verenigde Staten te gaan regisseren. Daarnaast gaf hij college aan Stanford University. Over de V.S. schreef Inez van Dullemen in die jaren reportages voor de Volkskrant. Een bundeling van deze stukken, onder de titel Op zoek naar de olifant, werd in 1967 bekroond met de ANWB-prijs voor reisjournalistiek.
In de jaren tachtig maakte Van Dullemen reizen door Alaska, Kenya, Mexico, India, Nepal en Japan. Artikelen en reportages over die tochten verschenen in de Volkskrant en De Tijd.
Met de kroniek Vroeger is dood bereikte Van Dullemen voor het eerst een groot lezerspubliek. De roman, geschreven naar
| |
| |
aanleiding van de dood van haar ouders, is verfilmd en in het Duits vertaald.
In opdracht van het Theater van het Oosten schreef Van Dullemen in 1989 het toneelstuk Schrijf me in het zand, dat handelde over de incest-problematiek. Het stuk is behalve in Nederland inmiddels ook opgevoerd in Duitsland, Zwitserland en Israël. In 1992 bewerkte Van Dullemen haar succesvolle en voor de AKO-prijs genomineerde roman Het gevorkte beest (1986) tot het toneelstuk Labyrint, dat in de regie van Erik Vos werd opgevoerd. Voor Toneelgroep De Appel, waarvan Vos ook artistiek leider is, maakt Van Dullemen al sinds jaar en dag vertalingen en bewerkingen.
Van Dullemen en Vos wonen afwisselend in Den Haag en in de Franse Drôme. Over het huis dat zij daar bewonen, schreef Van Dullemen de roman Een ezeldroom.
Naast de al genoemde onderscheidingen kreeg zij twee keer de novelleprijs van de stad Amsterdam: voor Het verzuim en voor ‘De oude man in de schaduw van de regen’. De Haagse sociëteit De Witte onderscheidde Van Dullemen in 1983 met de De Witteprijs. In 1989 kreeg zij voor haar hele oeuvre de Anna Bijnsprijs.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Visie op de wereld
Na Josepha Mendels en Ellen Warmond was Inez van Dullemen de derde schrijfster die, in 1989, met de Anna Bijnsprijs voor haar hele oeuvre werd onderscheiden. Van Dullemen, die sympathiseert met ‘de vrouwelijke stem’ in de literatuur, heeft herhaaldelijk betoogd dat zij geen extreem feministische opvattingen aanhangt. Wel meent zij dat vrouwen anders, zintuiglijker, emotioneel geladener schrijven dan mannen. Door haar vele reizen is zij ervan overtuigd geraakt dat vrouwen in de Tweede of Derde Wereld vaak een tweede- of derderangs rol vervullen. Behalve voor hun positie heeft Van Dullemen altijd een open oog gehad voor outsiders en buitenstaanders in onze samenleving. Of het nu gaat om bejaarden die afgesloten van ‘de wereld’ in tehuizen hun laatste jaren slijten, om psychiatrische patiënten of om slachtoffers van fysiek of geestelijk geweld, steeds weet Van Dullemen hun wereld overtuigend en nooit larmoyant op te roepen. Haar afkeer van machtsstructuren, van oneigenlijk gezag, belijdt zij op een heel persoonlijke manier. In haar oeuvre staat het individu altijd centraal. Door een mens in zijn verhouding met de omgeving, met de samenleving zo men wil, te portretteren neemt zij impliciet stelling. Van Dullemen wil ontmaskeren, ontleden, ontraadselen. Zij is op jacht naar ‘de doorgesneden mens’, zoals de regisseur Ray in Het gevorkte beest. Het gaat haar nooit om de buitenkant, maar om de innerlijke roerselen, de onduidelijke drijfveren, de hartstochten en passies van vrouwen én mannen. Door haar toon en werkwijze is Van Dullemen in haar oordelen en opvattingen overtuigender dan de expliciet geëngageerde auteurs.
| |
Traditie
Ontwikkeling
Aanvankelijk was Inez van Dullemen een schrijfster die vooral ‘mooi’ wilde schrijven; zij zag zichzelf als ‘een belletriste, een kind van Van Schendel en Couperus.’ Haar eerste novellen waren romantisch en dromerig, de gemoedsstemmingen van haar
hoofdpersonen bleken uit lyrische ontboezemingen. De titel van haar debuut, Ontmoeting met de andere (1949), blijkt achteraf veelzeggend voor haar hele werk. Contact met de ander, anders denkende en levende naturen in onze eigen maatschappij en meer exotische samenlevingen verbindt haar no- | |
| |
vellen, reisverslagen en romans. In de novellenbundels die in 1960 en 1961 verschenen, De schaduw van de regen en Een hand vol vonken, is de thematiek al ruimer en de taal kariger dan in haar vroegste werk. Die novellen zijn saillante uitvergrotingen van beslissende momenten uit haar eigen bestaan. De vader die tijdens de oorlog maar net aan de Duitsers weet te ontkomen; de grootmoeder die een hard leven achter de rug heeft en gefascineerd door haar kleindochter wordt geobserveerd, en een vrouw die op een Grieks eiland een bloeding krijgt en doodziek per boot naar een hospitaal wordt getransporteerd.
| |
Stijl
Een essentiële verandering in het schrijverschap van Van Dullemen wordt veroorzaakt door haar verblijf in de Verenigde Staten in het midden van de jaren zestig. Zij had van de Volkskrant de opdracht gekregen journalistieke reportages te schrijven. Reportages, en geen gestileerde literaire verhalen. Haar stijl veranderde. Zij ging minder bloemrijk schrijven, preciezer, en documenteerde zich grondig over voor haar vreemde mensen en hun omstandigheden.
| |
Ontwikkeling
Vanaf dat moment was zij niet langer een schrijfster in de beslotenheid van haar studeerkamer, maar een schrijvende vrouw die midden in de wereld stond.
Voor de eerste roman die zij schreef na haar verblijf in de V.S., Luizenjournaal (1969), moest zij zich uitvoerig documenteren. Zij beschreef de trektocht die de Mormonen in de negentiende eeuw omwille van hun geloof en idealen gedwongen waren te maken. Uit de analyse van hun motieven blijkt voor het eerst in fictionele vorm Van Dullemens maatschappelijke betrokkenheid. In haar latere werk overlappen de genres elkaar regelmatig. Haar grote romans Het gevorkte beest (1986) en Het land van rood en zwart (1993) bevatten ook essayistische passages, en in haar reisboeken beperkt zij zich niet tot de verslagen van ondernemingen, maar combineert zij individuele ervaringen en cultuurgeschiedenis. In latere reisboeken, zoals Huis van ijs (1988), ligt het accent meer op haar innerlijke gewaarwordingen dan op wat zij ziet en meemaakt.
| |
Thematiek
De behoefte aan een synthese, aan het opmaken van een balans van eigen en andermans leven, bleek al eerder. In haar kroniek Vroeger is dood (1976) beschreef zij de aftakeling en
| |
| |
desintegratie van haar ouders, die uiteindelijk in verschillende inrichtingen, gescheiden van elkaar, zouden overlijden. Met pregnante beelden typeert Van Dullemen een groep die eigenlijk geen deel meer uitmaakt van de samenleving, alleen nog berustend kan wachten op het definitieve einde. Zij neemt het op voor degenen die strijdbaar en nieuwsgierig, of zelfs onhandelbaar blijven, omdat zij gelooft in de authentieke krachten van elk individu. Tegelijk bepaalt Van Dullemen op een heel herkenbare wijze haar positie ten opzichte van haar eigen ouders. Hun einde is voor haar een nieuw begin, het begin van een andere levensfase.
Ook in haar belangrijkste roman, Het gevorkte beest, combineert Van Dullemen maatschappelijke ontwikkelingen en historische processen met haar eigen ervaringen. Haar kennis van de toneelwereld, op de Bühne en achter de coulissen, heeft zij dwingend kunnen verbeelden door de keuze van het onderwerp. Een van origine joodse regisseur moet in het Duitsland van de jaren tachtig met Duitse acteurs het gewelddadige Koning Lear van Shakespeare instuderen. De werelden van schijn en wezen, van echtheid en ‘gedrag’, van moraal en voosheid verschuiven en vallen samen, harmoniëren en disharmonieren. Wat er gespeeld moet worden, voltrekt zich tegelijkertijd op de toneelvloer en in de hoofden van de acteurs, die zonder een duchtig zelfonderzoek dit stuk niet kunnen spelen: ‘Die oude krankzinnige koning (had) te maken met het eeuwige spel van macht en dood, winst en verlies, met een spel aan het eind van de wereld.’
In de roman Het land van rood en zwart (1993) wordt vanuit het perspectief van een stokoude vrouw teruggekeken op haar leven dat bijna heel onze eeuw omvat. Die balans pakt niet bijster positief uit. De Zwitserse domineesdochter Trudi Lörtscher kan weliswaar terugkijken op een strijdlustig leven en weet dat zij haar idealen nooit geweld heeft aangedaan, maar haar maatschappelijke inzet heeft haar persoonlijk weinig geluk en harmonie gebracht. Haar laatste ideaal is het strijden tegen de ondergang van het regenwoud. Als zij die ontwikkeling, ondanks haar verbeten betrokkenheid, geen halt kan toeroepen, acht zij haar leven mislukt.
| |
| |
| |
Relatie leven/werk / Kunstopvatting
In deze roman heeft Van Dullemen veel Mexicaanse couleur locale verweven met de feiten en gebeurtenissen uit het leven van een vrouw die zij tijdens een van haar reizen door Mexico was tegengekomen. Herhaaldelijk heeft Van Dullemen in interviews benadrukt dat zij ook autobiografische gegevens naar haar hand zet. Niet alles wat zich aan de ouders voltrekt in Vroeger is dood, is zo werkelijk gebeurd, en dat geldt al evenzeer voor de hoofdpersoon van Het land van rood en zwart. De (auto)-biografie vormt voor haar het uitgangspunt. Het uiteindelijke resultaat, de roman, is echter een produkt van de verbeelding. In de kritiek op het werk van Van Dullemen zijn, misschien veroorzaakt door de dikwijls direct aansprekende onderwerpen, haar leven en werk vaak te dwingend gelijkgeschakeld. Over Vroeger is dood zei ze: ‘Het is maar een fragment van hun werkelijke leven, veel heb ik niet beschreven. Het schrijven is een selectie- en componeerproces.’
| |
Techniek
Inez van Dullemen is zich in de loop van de jaren steeds meer bewust geworden van de techniek van het schrijven. ‘Eerst deed ik maar wat: ik schreef een leuk verhaal.’ Voor haar reisboeken laat zij de overvloed aan materiaal vaak lange tijd liggen, tot het moment dat de indrukken verwerkt zijn en de emoties bezonken. Pas dan kan er een evenwichtig en uitgebalanceerd verslag ontstaan.
Voor het toneelstuk Schrijf me in het zand (1989), waarin het afgedwongen seksueel contact tussen volwassenen en kinderen centraal staat, sprak Van Dullemen langdurig met betrokkenen. Het materiaal dat slachtoffers en hulpverleners haar aanreikten, vormde slechts de humuslaag waarop de eigenlijke tekst kon groeien. Over dat proces zei Van Dullemen: ‘Mijn kracht ligt in de compositie, in de geserreerdheid van de tekst, in het ordenen van bepaalde gegevens.’
Soms neemt Van Dullemen al gepubliceerde teksten op in een groter geheel. Een voorstudie voor Het gevorkte beest verscheen als het verhaal ‘De eendevoetenboom’ in de bundel Na de orkaan (1983). De grote romans, Het gevorkte beest en Het land van rood en zwart, zijn scenisch van opzet. Er is geen sprake van een lineaire, uitgesponnen verhaalhandeling, maar innerlijke monologen, beschrijvingen, essayistische tussenpassages en
| |
| |
dialogen wisselen elkaar voortdurend af. De werktitel van Het gevorkte beest was Labyrint, later werd dat de titel van het toneelstuk.
Zoals de hoofdpersonen in die roman zoeken naar een uitweg, naar een zinvolle ordening van hun sentimenten, zo schuift de schrijfster ook met de verschillende motieven en thema's van de roman, totdat een in alle opzichten betekenisvol geheel ontstaat. Schrijven is voor Van Dullemen vooral: werken vanuit intuïtieve impulsen aan een zinvolle structuur en aan een emotionele spanningslijn.
| |
Stijl
Al heeft haar werk in stilistisch en thematisch opzicht een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt, Van Dullemen was en is een sterk zintuiglijk ingesteld schrijfster. Geuren, kleuren, gedragingen nemen in haar novellen, reisboeken en romans een vooraanstaande plaats in. Hoe groot de maatschappelijke betrokkenheid ook is, of hoe uitputtend de schrijfster zich ook heeft gedocumenteerd, het is altijd de toon, het licht emotionele timbre van haar stem die haar werk zo persoonlijk en vrij van epigonisme maken.
| |
Verwantschap
Van Dullemen meent dat vrouwelijke schrijvers niet zozeer andere woorden gebruiken dan hun mannelijke collega's, maar wel een ander ritme hanteren. Vrouwen schrijven naar haar opvatting associatiever en dramatischer. In haar vroegste werk was haar taalgebruik vaak lichtelijk gezwollen of overdadig. Haar journalistieke werkzaamheden hebben haar gedwongen tot een kariger en geserreerder woordgebruik.
| |
Kritiek
Toch blijft juist dat woordgebruik vaak een punt van kritiek. Diny Schouten meende in Vrij Nederland, in een overigens positieve reactie op Het gevorkte beest: ‘Ik zou wensen dat Van Dullemen wat smaakvoller en kalmer was in haar manieren van zeggen. Haar vergelijkingen zijn te hoogdravend of ze zijn clichématig.’ In Het land van rood en zwart wisselt Van Dullemen indringende beelden, die de aftakeling van de oude vrouwelijke hoofdpersoon moeten illustreren, af met welhaast handboekachtige passages als het om de nazistische terreur of het klimaat van de jaren dertig gaat. In introspectieve passages of innerlijke monologen is haar taalgebruik het meest overtuigend. Voor natuurverschijnselen, cultuurverschillen en stem- | |
| |
mingen heeft Van Dullemen een open oog en oor. Wat zij wil zeggen en de manier waarop zij dat doet, vallen dan op een doeltreffende manier samen, ‘een wereld volmaakt in zichzelf.’
| |
Thematiek
In alle boeken van Inez van Dullemen proberen de hoofdpersonen iets fundamenteels te weten te komen over zichzelf en anderen. De manier waarop mensen voor de buitenwereld leven, zich gedragen, contacten aangaan, blijkt dikwijls veel essentiëlere emoties te verbergen. De werkelijkheid moet worden ontdaan van een conventionele bekleding: overgeleverde gewoonten, maatschappelijk gedrag, door anderen bepaalde normen en waarden. Wat er uiteindelijk overblijft, is het naakte ‘zelf’. Heel vaak beschrijft Van Dullemen de pogingen van haar personages tot zo'n eerlijke en niets of niemand ontziende staat te komen ook in termen van schillen, pellen, breken. Zeker in haar reisboeken gebruikt zij vaak vergelijkingen met de natuur. Herhaaldelijk benadrukt zij dat de natuur, de cyclus van leven en dood, altijd sterker is dan de van tijd en plaats afhankelijke cultuur.
In Een zwarte hand op mijn borst (1983) analyseert Van Dullemen op basis van haar indrukken en ervaringen wat een land, Kenya, in het contemporaine Afrika wint en verliest door de toegenomen Westerse invloed. Eeuwenoude gebruiken, familieriten, sociale verbanden verdwijnen niet, maar worden doorbroken. Twee werelden, de autochtone archetypische en de Westers technologische, schuiven over elkaar. Zelden vallen de coördinaten samen. Schoksgewijs en gepaard gaand met de nodige fricties ontstaat er een nieuw evenwicht. Van Dullemen in haar rol van aanwezige waarnemer is er niet op uit die ontwikkelingen alleen te veroordelen. Zij realiseert zich dat door de toegenomen kennis het zelfbewustzijn van de bevolking in veel ontwikkelingslanden is gegroeid. Zij beschrijft mensen, vaak jongeren, die uit het oude systeem proberen te breken, maar eigenlijk nog met handen en voeten gebonden zijn aan de tradities van hun voorvaderen. ‘Schrijven is denk ik altijd een onderzoek, in mijn geval zowel op de horizontale vlak - het reizen - als in het verticale vlak: in je eigen psyche of die van iemand anders duiken,’ zei Inez van Dullemen in een interview.
| |
Visie op de wereld
Van Dullemen reist en reflecteert op die reizen met een dub- | |
| |
bel doel: zij wil een haar vreemde cultuur trachten te doorgronden en genieten van de overdadigheid van natuur en vegetatie en tegelijkertijd wil zij de veranderingen die het reizen in haar innerlijk bewerkstelligt, definiëren. ‘Je wil jezelf testen: hoe reageer ik in die omstandigheid? Niet alleen je omgeving verandert, jijzelf moet ook veranderen - eigenlijk word je weer een kind dat alles voor het eerst beleeft.’ (Eeuwig dag, eeuwig nacht, 1981). Behalve in Vroeger is dood wordt ook in de regelmatig herdrukte roman De wouw met de vogelkop (1979) een psychische zoektocht ondernomen. Twee vriendinnen zijn door hun echtgenoten verlaten. De ene
houdt zich overeind, al weet zij van zichzelf dat zij tal van zaken, zoals haar joodse afkomst, verdringt; de andere ontspoort. Haar kind wordt haar afgenomen, de psychiater biedt haar geen soelaas, zij belandt in een inrichting en pleegt uiteindelijk zelfmoord. De vertellende ik-persoon beschikt over haar nagelaten spullen, foto's, brieven en haar dagboek, en reconstrueert zo, achteraf, een mislukt bestaan. Daarbij is zij ervan doordrongen dat het verschil tussen ‘gek’ en ‘normaal’, tussen ‘mislukken’ en ‘slagen’ maar minimaal is. Zoals altijd gaat het in deze roman om de veelvormige, soms nauwelijks benaderbare of doordringbare menselijke natuur, maar Van Dullemen bekritiseert ook duidelijk de psychiatrische gebruiken en het daarbij gehanteerde jargon.
Ook in haar toneelstuk Schrijf me in het zand ontkomt zij niet aan een standpunt, in dit geval ten aanzien van de ingewikkelde incest-problematiek. Zij beperkt zich in dit stuk niet tot de dader en het slachtoffer, maar laat ook de moeder, die in een lastige dubbelrol gedwongen is, uitgebreid aan het woord. Zij is gehecht aan haar man en heeft met haar dochter een verwrongen relatie, maar net als de anderen is zij er zich op een gegeven moment van bewust hoezeer individuen elkaar kunnen beschadigen, geestelijk al in het leven kunnen vermoorden.
| |
Thematiek
In Het gevorkte beest worden de thema's en motieven van Inez van Dullemen het meest dwingend verbeeld. Anders dan in de romans Vroeger is dood en Een ezeldroom is zij hier niet als vertellende ik-persoon in de roman zelf aanwezig. Het gevorkte beest
| |
| |
toont in vaak verscheurende scènes en taferelen ‘de mens’ in zijn meest elementaire staat. Van Dullemen gaat in deze tekst bij haar pogingen gewoonten te ontmaskeren, ook bij acteurs in hun gespeeld gedrag, tot op het bot. Alleen de joodse regisseur blijft aanvankelijk enigszins buiten schot. Hij merkt en constateert dat zijn acteurs allemaal in mindere of meerdere mate door de trauma's van de oorlog zijn getekend. Hij doorgrondt hun talent, ziet hoe de één zich kan handhaven en de ander ten onder gaat, maar zijn eigen plaats is hij kwijtgeraakt. Hij is verdwaald in het labyrint van het leven. ‘Ik ben een professionele emigrant geworden, ik ben een mens die geen wortels heeft.’ Hij moet ook genadeloos zijn voor zichzelf, het verleden toelaten, het spoor terug zoeken. Hij begrijpt dat hij jarenlang uitvluchten heeft gezocht, gekozen heeft voor vermommingen en gedaantewisselingen. Als hij aan het eind van het boek de plaatsen van zijn jeugd bezoekt, komt hij tot schokkende ontdekkingen. Pas dan laat hij het verleden ten volle in zijn eigen bestaan toe.
Het gevorkte beest is een uiterst complexe roman, die naar de vorm de opbouw van het toneelstuk volgt en eigenlijk tot in de kleinste details een weerspiegeling is van de wereld van schijn en maskerade, waarheid en bedrog die door het theater wordt gevisualiseerd. Alle personen krijgen te maken met een identiteitsverheviging. Ze moeten uit zichzelf treden, een ander worden, een rol spelen, maar daaraan voorafgaand moeten ze hun intieme leven blootleggen, hun eigen persoonlijkheid ontmaskeren. ‘Bij mij draait alles om het compromisloos oproepen van dingen die je normaliter niet laat zien, die je voor je houdt, die je niet behoort te openbaren.’
| |
Kritiek / Relatie leven/werk
De kritiek heeft met betrekking tot deze roman gewezen op de gelijkenissen met het persoonlijk leven van Inez van Dullemen, de schrijfster, en Erik Vos, de regisseur. De jarenlange ervaringen met het theater en de vaak enerverende periode die voorafgaat aan een voorstelling, hebben de authenticiteit van Het gevorkte beest duidelijk vergroot. De roman werd in 1987 voor de eerste AKO-prijs genomineerd en verscheen als ‘Boek van de maand’ bij de boekenclub ECI.
| |
| |
| |
Kritiek / Publieke belangstelling
Vanaf haar vroegste werk is Inez van Dullemen overigens door de kritiek welwillend bejegend. Welwillend, meestal niet uitgesproken positief of negatief, alsof de onderwerpen van haar boeken een zuiver literair oordeel onmogelijk zouden maken. Op haar reisboeken werd aanvankelijk door zowel het publiek als de critici enthousiast gereageerd. Toen Op zoek naar de olifant in 1967 verscheen, was het genre van het reisverhaal nog niet zo geëxploiteerd als twintig jaar later. De recentere reisboeken van Van Dullemen, i Viva Mexico! en Huis van ijs, zijn door de kritiek echter volledig veronachtzaamd. Ook in 1991, toen de CPNB reizen als thema van de boekenweek had verkozen, bleef de aandacht voor de reisverhalen van Van Dullemen ver achter bij die van auteurs als Nooteboom, Brokken of Joris. Bij het grote publiek brak Van Dullemen door met Vroeger is dood. Ook De vrouw met de vogelkop werd, misschien meer om therapeutische redenen dan om literaire, door de lezers gewaardeerd. De verfilming van Vroeger is dood en de herhaling van die film, op de Nederlandse en Vlaamse tv, heeft de belangstelling voor dat boek levend gehouden. De meeste titels van Van Dullemen zijn overigens één of meer keer herdrukt. In weerwil van de gunstige reacties van de AKO-jury en de overwegend positieve kritieken van Aad Nuis en Diny Schouten, bleef de belangstelling voor Het gevorkte beest achter bij de hooggespannen verwachtingen van auteur en uitgever.
| |
Verwantschap
Inez van Dullemen staat in de Nederlandse literatuur betrekkelijk alleen. Zij wordt naar haar woonplaats wel eens een ‘Haagse schrijfster’ genoemd, maar de residentie speelt in haar werk een te verwaarlozen rol. Zij publiceert niet regelmatig in een bepaald literair tijdschrift en heeft zich ook altijd verre gehouden van uitgesproken richtingen of stromingen. Als zij zich al verwant voelt met andere auteurs, dan is dat met schrijvers die emotionele gedrevenheid laten prevaleren boven literair vormvernuft. In interviews noemt zij regelmatig Pablo Neruda en Heinrich Böll, maar ook een aantal ‘klassieke’ auteurs als Tsjechov of Tolstoj wordt door haar blijvend gewaardeerd.
Schrijven is, zoals Inez van Dullemen na de toekenning van de Anna Bijnsprijs zei, ‘een eenzame reis’ waarbij zij haar lezers
| |
| |
‘onder de huid wil treffen.’ De jury die haar de prijs toekende, was van mening dat haar stem ‘alleen indringend klinkt voor wie wil horen.’
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Inez van Dullemen, Ontmoeting met de andere. Amsterdam 1949, Wereldbibliotheek, N. |
Inez van Dullemen, Het wiel. Amsterdam 1950, Wereldbibliotheek, N. |
D.H. Lawrence, De vos. Vertaald door Inez van Dullemen. Amsterdam 1951, Wereldbibliotheek, N. (vert.) |
Inez van Dullemen, Het verzuim. 's-Gravenhage 1954, A.A.M. Stols, N. |
Inez van Dullemen, De schaduw van de regen. Amsterdam 1960, Querido, NB. |
Inez van Dullemen, Een hand vol vonken. Amsterdam 1961, Querido, NB. |
Inez van Dullemen, Op zoek naar de olifant. Amsterdam 1967, Querido, VB. (2de, uitgebreide druk 1968) |
Inez van Dullemen, Luizenjournaal. Amsterdam 1969, Querido, R. (2de druk 1979, onder de titel De honger heeft veel gezichten) |
Inez van Dullemen, Logeren op een vulkaan. Amsterdam 1971, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Vroegeris dood. Amsterdam 1976, Querido, R. |
Inez van Dullemen, Oog in oog. Amsterdam 1977, Querido, VB. (bevat selectie uit Op zoek naar de olifant en Logeren op een vulkaan) |
Inez van Dullemen, Een ezeldroom. Amsterdam 1977, Querido, R. |
Inez van Dullemen, De vrouw met de vogelkop. Amsterdam 1979, Querido, R. |
Inez van Dullemen, Eeuwig dag eeuwig nacht. Amsterdam 1981, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Een zwarte hand op mijn borst. Bericht uit Kenya. Amsterdam 1983, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Na de orkaan. Amsterdam 1983, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Het gevorkte beest. Amsterdam 1986, Querido, R. |
Inez van Dullemen, i Viva Mexico! Een kroniek. Amsterdam 1988, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Huis van ijs. Reisimpressies uit India en Nepal. Amsterdam 1988, Querido, VB. |
Inez van Dullemen, Schrijf me in het zand. Amsterdam 1989, International Theatre & Film Bookshop en Theater van het Oosten, T. |
Inez van Dullemen, Een kamer op de Himalaya. De verhalen van Inez van Dullemen. Amsterdam 1990, Querido, VB. (bevat selectie uit Een hand vol vonken, Luizenjournaal, Na de orkaan, Een ezeldroom, Oog in oog, Eeuwig dag, eeuwig nacht, Een zwarte hand op mijn borst, i Viva Mexico! en Huis van ijs) |
Inez van Dullemen, Het land van rood en zwart. Amsterdam 1993, Querido, R. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Ivo Michiels, Twee vrouwelijke auteurs. In: Algemeen Handelsblad, 14-5-1949. (over Ontmoeting met de andere) |
Jos Panhuijsen, Jo de Wits dochter debuteert met een merkwaardige roman. In: De Gelderlander, 1-7-1949. (over Ontmoeting met de andere) |
J. Greshoff, Een merkwaardig debuut. In: Het Vaderland, 14-9-1949. (over Ontmoeting met de andere) |
J. Greshoff, Talent schept grote verantwoordelijkheid. In: Het Vaderland, 26-5-1950. (over Het wiel) |
W.J. van der Molen, Een hek rond het werk van Inez van Dullemen. In: De nieuwe ploeg, 9-10-1950. (over Het wiel) |
F.W. van Heerikhuizen, Goede propaganda voor novelle. In: Elseviers Weekblad, 29-1-1955. (over Het verzuim) |
Clara Eggink, Het verzuim. In: Leids Dagblad, 17-12-1955. |
B. Roest-Crollius, Inez van Dullemen schenkt sfeer van rust en bezinning. In: Haagsche Courant, 2-8-1960. (over De schar duw van de regen) |
J. Greshoff, De schaduw van de regen van Inez van Dullemen. In: Het Vaderland, 1-10-1960. |
Johan Veeninga, Regen heeft schaduw bij Inez van Dullemen. In: Het Vrije Volk, 11-2-1 1961. (over De schaduw van de regen) |
C.J. Kelk, Inez van Dullemen. In: De Groene Amsterdammer, 27-5-1961. (over Een hand vol vonken) |
J. Greshoff, Verhalen met uitnemende literaire manieren. In: Het Vaderland, 8-7-1961. (over Een hand vol vonken) |
J.H.W. Veenstra, Een hand vol vonken. In: Vrij Nederland, 8-7-1961. |
Ineke Jungschleger, Inez van Dullemen heeft heimwee naar het reizen. In: de Volkskrant, 18-2-1967. (interview over reizen en de V.S.) |
C.J. Kelk, Reisbrieven uit Amerika. In: De Groene Amsterdammer, 29-4-1967. (over Op zoek naar de olifant) |
Rico Bulthuis, Inez van Dullemen geeft speels en suggestief beeld van Amerika. In: Haagsche Courant, 13-5-1967. (over Op zoek naar de olifant) |
Jaap Joppe, Inez van Dullemen in Amerika. In: Vrij Nederland, 27-5-1967. (over Op zoek naar de olifant) |
Nel Noordzij, De moed der kleine luiden. In: Elsevier, 29-11-1969. (over Luizenjournaal) |
Rico Bulthuis, Inez van Dullemen experimenteert in Luizenjournaal. In: Haagsche Courant, 14-2-1970. (over Luizenjournaal) |
Jos Panhuijsen, Logeren op een vulkaan. In: Het Binnenhof, 17-7-1971. |
R(inus) F(erdinandusse), Reisbrieven uit Amerika. In: Vrij Nederland, 24-7-1971. (over Logeren op een vulkaan) |
Kees Fens, Rond het eigen centrum. In: de Volkskrant, 8-5-1976. (over Vroeger is dood) |
Aad Nuis, Verhalen van glorie en verval. In: Haagse Post, 15-5-1976. (over Vroeger is dood) |
Boudewijn Büch, Vertraagd sterven. In: Hollands Diep, 3-7-1976. (over Vroeger is dood) |
Pierre H. Dubois, Converseren met Picotin. In: Het Vaderland, 15-12-1976. (over Een ezeldroom) |
Corina Engelbrecht, Balanceren op de rand van het niets. In: Het Binnenhof, 18-12-1976. (interview over Vroeger is dood) |
Ben Haveman, Wegwezen of niet. In: de Volkskrant, 29-4-1978. (over Een ezeldroom) |
P. van de Eyk, ‘Het idee dat de tijd opgaat maakt me wel eens panisch’. In: De Tijd, 21-12-1979. (interview over De vrouw met de vogelkop) |
Pierre H. Dubois, Een roman van Inez van Dullemen. In: Het Vaderland, 2-2-1980. (over De vrouw met de vogelkop) |
A.H. den Boef, Twee vrouwen. In: de Volkskrant, 9-2-1980. (over De vrouw met de vogelkop). |
| |
| |
Herman Leys, Grenzen van het gevoel. In: De Standaard, 15-2-1980. (over De vrouw met de vogelkop) |
Wiel Klisters, Een bevrijdende zwemtocht. In: NRC Handelsblad, 21-3-1980. (over De vrouw met de vogelkop) |
Cyrille Offermans, Vlooien op de huid van de aarde. In: De Groene Amsterdammer, 21-10-1981. (over Eeuwig dag, eeuwig nacht) |
Aad Nuis, De reiziger als moralist. In: Haagse Post, 31-10-1981. (over Eeuwig dag, eeuwig nacht) |
Agnes Koerts, Waakzaamheid is de beste levenshouding. In: Opzij, jrg. 12, nr. 12, december 1981. (interview over reizen en feminisme) |
Daan Cartens, Ik ben een buitenstaander. In: Het Vaderland, 15-5-1982. (interview over schrijverschap) |
Ferry Versteeg, Kenia zonder Kenianen. In: NRC Handelsblad, 8-4-1983. (over Een zwarte hand op mijn borst) |
Frits van Veen, Inez van Dullemen schetst problemen in modern Kenia. In: de Volkskrant, 23-4-1983. (over Een zwarte hand op mijn borst) |
Hans Warren, Bericht uit Kenia. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 30-4-1983. (over Een zwarte hand op mijn borst) |
H.J. Oolbekkink, ‘Vroeger twijfelde ik aan elk woord’. In: Haagsche Courant, 18-2-1984. (interview over schrijven) |
Peter de Boer, Easy en minder easy reading. In: Vrij Nederland, 24-3-1984. (over Na de orkaan) |
Hans Warren, Acht verhalen van Inez van Dullemen. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 31-3-1984. (over Na de orkaan) |
Henriette Bonarius, ‘je moet het voelen, ik moet ter plekke zijn’. In: Serpentine, jrg. 5, nr. 4. (interview over reizen en feminisme) |
G.J. Zwier, De geur van truffels en lavendel. In: Leeuwarder Courant, 23-12-1984. (over Na de orkaan) |
Diny van de Manakker en Marjo van Soest, ‘Het lijkt me tijd voor een doorbraak van de vrouwen.’ In: Sarafaan, jrg. 1, nr. 2, maart 1986. (interview over schrijven en vrouwenbeweging) |
Hans Warren, Het gevorkte beest. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14-6-1986. |
Aad Nuis, De schim van Mulisch. In: de Volkskrant, 27-6-1986. (over Het gevorkte beest) |
Diny Schouten, Nachtmerries in het labyrint van Koning Lear. In: Vrij Nederland, 23-8-1986. (over Het gevorkte beest) |
G.J. Zwier, ‘Arme Yorik, waar zijn nu je grappen?’. In: Leeuwarder Courant, 11-3-1988. (over i Viva Mexico!) |
Hans Warren, Inez van Dullemen onderweg. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 12-3-1988. (over i Viva Mexico!) |
G.J. Zwier, Moeder gans. In: Leeuwarder Courant, 9-12-1988. (over Huis van ijs) |
Dirkje Houtman, Schrijf me in het zand. In: Trouw, 29-9-1989. (interview) |
Ton Verbeeten, Cirkels van woorden en beelden. In: De Gelderlander, 30-9-1989. (over Schrijf me in het zand) |
Kester Freriks, Helse driehoeksverhouding in de intimiteit van het gezin. In: NRC Handelsblad, 2-10-1989. (over Schrijf me in het zand) |
Rudi Wester, ‘Als schorpioen steek ik om mijn gif kwijt te raken’. In: Opzij, jrg. 20, nr. 10, oktober 1989. (interview naar aanleiding van Anna Bijnsprijs) |
Lucie Th. Vermij, Anna Bijnsprijs voor Inez van Dullemen. In: De Groene Amsterdammer, 22-11-1989. (over het oeuvre) |
Jan Paul Bresser, Portret van schrijfster Inez van Dullemen en regisseur Erik Vos. In: Elsevier, 9-1-1993. (over het oeuvre) |
53 Kritisch lit. lex.
mei 1994
|
|