| |
| |
| |
Jan Brokken
door Bernd Albers
1. Biografie
Johannes Cornelis Brokken werd op 10 juni 1949 te Leiden geboren, enkele maanden nadat zijn ouders uit (voormalig) Nederlands-Indië waren gerepatrieerd. Hij was de derde zoon in het gezin. Zijn jeugd bracht hij door in Rhoon, op het Zuid-hollandse eiland IJsselmonde, waar zijn vader Nederlands Hervormd predikant was. Op zijn zestiende jaar raakte hij - inmiddels in een geloofscrisis verwikkeld - onder de indruk van het werk van de Zweedse cineast Ingmar Bergman, een domineeszoon net als hijzelf, in wie hij veel van zichzelf herkende. Later wilde hij het liefst naar de Filmacademie in Amsterdam, maar hoe kunstminnend zijn ouders ook mochten zijn, een dergelijke studie weigerden zij financieel te ondersteunen.
In plaats daarvan ging hij in 1967 naar de School voor Journalistiek in Utrecht. Na deze opleiding afgemaakt te hebben, studeerde hij vervolgens enige jaren politieke wetenschappen in Bordeaux. Terug in Nederland vestigde hij zich in Amsterdam en trad hij in 1972 als journalist in dienst bij het dagblad Trouw; in 1975 stapte hij over naar de Haagse Post. Voor dit weekblad maakte hij onder andere portretten van tal van Nederlandse en buitenlandse schrijvers en musici.
Na reeds eerder enkele verhalen in Maatstaf gepubliceerd te hebben, maakte hij zijn echte literaire debuut in 1984 met de roman De provincie. In 1986 verliet hij de journalistiek om zich full-time aan de literatuur te wijden. Voor de verhalenbundel De zee van vroeger ontving hij in 1988 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs.
| |
| |
Jan Brokken is gehuwd met een Franchise, die onder meer herscholingscursussen gegeven heeft aan docenten in Burkina Faso.
| |
| |
| |
2. Kritische beschouwing
Thematiek
Het verlangen zich los te maken van het bekrompen en neerdrukkende milieu waarin iemand als kind is opgegroeid; daarmee valt de thematiek van het nog kleine oeuvre van Jan Brokken voorlopig het best te karakteriseren. Deze kenschets is zeker van toepassing op De provincie, Brokkens debuut als literator; in deze psychologische roman met onmiskenbare thriller-kwaliteiten keert de hoofdpersoon, dein Amsterdam woonachtige Frank de Roover, terug naar zijn geboortedorp Portland, dat door de gesloten dorpsgemeenschap en de strenge protestantse geloofsbeleving een benauwende indruk maakt. De gruwelijke moord op zijn vroegere jeugdvriendin is voor Frank de aanleiding in het dorp op nader onderzoek uit te gaan. Hoewel van het begin af aan duidelijk is wie deze moord heeft gepleegd, ontstaat er toch een flinke spanning door de zorgvuldige dosering van de achtergrondinformatie, die Frank met betrekking tot het hoe en waarom van de misdaad weet te achterhalen. Met alle onthullingen groeit bij hem het besef dat de moord in feite het catastrofale gevolg is van de frustraties om een beknotte jeugd van het vroegere vriendenclubje en van de maar ten dele geslaagde pogingen zich uit de wurgende omhelzing van Portland te bevrijden. Ook al is Frank onder de vrienden degene die het meeste heeft kunnen verwezenlijken van die drang naar vrijheid en ongebondenheid, zelfs hij is door het gevoel mede schuldig te zijn aan de moord niet volledig van het dorp losgekomen: ‘Klaarblijkelijk bestaat er een centripetale kracht die je telkens terugwerpt naar de plaats waar je begonnen bent; een geografisch complex waar je je slechts met titanische inspanning van kunt bevrijden.’
| |
Stijl
Brokken formuleert dit alles sober. Ook in later werk is zijn taalgebruik zeer helder en beeldend. Met vrij eenvoudige zinnen en korte, soms spitse dialogen weet hij vaak uitstekend de juiste sfeer te tekenen, karakters raak te typeren en scènes neer te zetten.
| |
Thematiek
Kan De provincie beschouwd worden als een eerste case-study over de invloed van het verleden op iemands persoonlijkheid, in de zeven verhalen uit De zee van vroeger diept Brokken deze
| |
| |
thematiek nog wat verder uit. Deze verhalen laten zich voortreffelijk als een eenheid interpreteren, op grond van de overeenkomende entourage, de volgehouden licht melancholische toon en de steeds terugkerende personages. Opgevat als de versnipperde delen van een Bildungsroman leveren de geschetste portretten, de gepresenteerde jeugdherinneringen en de gefabuleerde vertellingen te zamen een caleidoscopisch beeld op van het proces van ontworsteling, dat de hoofdpersoon - in de meeste gevallen tevens de ik-figuur - heeft doorlopen. De moeder van de hoofdpersoon fungeert in deze ontwikkeling onopzettelijk als de katalysator.
Deze behoefte zich van knellende banden te bevrijden is bij de hoofdpersoon min of meer ontstaan uit een gevoel van vervreemding, van eigenlijk niet thuis te horen op de plek waar hij volwassen is geworden. Ter compensatie tracht hij keer op keer af te dalen in de geschiedenis van zijn familie, hetzij door middel van herinnering en verbeelding, hetzij door naderhand de plaatsen (in Rusland en Indonesië) te verkennen waar zijn ouders, en dan met name zijn moeder, hebben gewoond. Afgesneden van een zoveel kleurrijker herkomst dan die van zijn moeder, fantaseert en (re-)construeert hij aldus een ander en aansprekender verleden. In dit streven kan de hoofdpersoon wel enigszins vergeleken worden met zijn achternichtje Katja, dat in het verhaal ‘Het ballingenhotel’ ook alle moeite doet zich een herkomst met wat meer allure te construeren, in haar geval vanwege een uit de hand gelopen passie voor Rusland.
Het meest tekenend voor de hierboven in een notedop weergegeven thematiek van De zee van vroeger is het verhaal ‘Olga en het oosten’, dat beschouwd kan worden als een evocatie van de moederfiguur in haar meest karakteristieke momenten. De moeder wordt beschreven als een vrouw die na de vlucht uit Rusland en de gedwongen repatriëring uit Nederlands-Indië letterlijk aan het gemis van een thuis lijdt, maar desondanks haar uiterste best doet zich aan de zeden en gewoonten van Portland te conformeren. Pas wanneer zij met haar zoon een reis naar Wenen onderneemt, om daar een begrafenis bij te wonen, laat zij, tot genoegen van haar zoon, haar ware aard weer even zien.
| |
| |
Twee momenten springen er uit Het ene is dat waarop zij met een uitgeweken Rus, een oude jeugdvriend die zij op de begrafenis tegen het lijf is gelopen, weemoedig herinneringen ophaalt aan vroeger. Tijdens het luisteren naar dé uitwisseling van anekdoten wordt de hoofdpersoon zijn groeiende verbondenheid met zijn moeder gewaar: hij voelt zich evenzeer een balling, zij het een imaginaire. Het andere moment is dat waarop de moeder terug in Nederland tegen haar zoon zegt: ‘De meeste mensen reizen om thuis te komen. Maar ik ken dat gevoel helemaal niet. En jij?’ ‘Ik ook niet,’ geeft de ik-figuur onmiddellijk ten antwoord. Daarmee drukt dit korte dialoogje de essentie van de verhalenbundel pregnant uit.
Sterk gerelateerd aan het centrale thema van de ontworsteling zijn motieven als het reizen, de godsdienst, het verval, de muziek (zoals het pianospel van de moeder) en de literatuur. Wat dit laatste betreft: uit de lectuur van hun lievelingsboeken hebben zowel de hoofdpersoon als zijn moeder zich grotendeels hun ‘land van herkomst’ gefantaseerd. De vaderfiguur is zo mogelijk een nog hartstochtelijker lezer, die het liefst zijn taken als dominee verzaakt door zich op het toilet af te zonderen met een mooi boek. Het verhaal ‘Het laatste oordeel’, waarin beschreven wordt hoe de gepensioneerde predikant bijgestaan door zijn zoon uit zijn bibliotheek een aantal boeken selecteert om mee te nemen naar het bejaardentehuis, laat van die oude liefde iets herleven.
| |
Techniek
Dit verhaal geeft tevens een staalkaart van de procédés die Brokken hanteert om binnen een verhaalheden flarden van het verleden op te roepen. De rondgang langs de omvangrijke bibliotheek wordt keer op keer soepel afgewisseld door dialogen tussen de vader en zijn zoon, flash-backs en mijmeringen van de ik-figuur. Omdat aan bijna elke boektitel wel een anekdote vast zit, wordt vaders bibliotheek aldus tot ‘het logboek van imaginaire reizen, de neerslag van een leven’.
| |
Kunstopvatting / Visie op de wereld
De functie die het lezen van literatuur voor enkele personages heeft, vindt haar pendant in de functie van het schrijven van literatuur voor de auteur zelf Brokken stelt zich - zoals hij zegt uit teleurstelling over en weerzin tegen zijn eigen leven - met zijn schrijverschap nadrukkelijk ten doel zijn leven ‘op papier’
| |
| |
over te doen. Met het schrijven van literatuur beoogt hij in het bijzonder een nieuwe wereld en een nieuwe werkelijkheid te creëren, die ruimte biedt voor het opdoen en verwerken van nieuwe, denkbeeldige ervaringen.
Er is in zijn werk overigens niet echt sprake van verzet tegen het milieu van herkomst - een van de gunstige aspecten van het christelijk geloof blijft in Brokkens ogen de gerichtheid op wezenlijker zaken in het leven dan het bevredigen van materiële behoeften. Maar deze rol van de godsdienst kan in een geseculariseerde wereld worden overgenomen door muziekjournalistiek en vooral literatuur: ook die geven voorstellingen van een ander leven.
De manier waarop Brokken dit nieuwe of andere leven gestalte wil geven, is het gewoonweg erover vertellen. Zijn literatuur bestaat enkel bij de gratie van zijn vertelkunst. Het is daarbij allerminst toevallig dat ook verschillende verhaalfiguren zelf verhalen vertellen en met hun kleine geschiedenissen eveneens het type van de echte verteller representeren, waarmee ze in miniatuur een afspiegeling zijn van hun geestelijke vader. Gedrevenheid, spanning en een strakke compositie zijn enkele sleutelbegrippen in de opvattingen van deze auteur.
| |
Relatie leven/werk
Op grond van deze literatuuropvatting is het duidelijk dat Brokken niet te boek kan staan als een autobiografisch schrijver. Aan de basis van elk verhaal staat steeds voor honderd procent zijn verbeelding. Dit neemt echter niet weg dat er in zijn oeuvre wel degelijk autobiografische sporen terug te vinden zijn, vooral in de decors. Te denken valt bijvoorbeeld aan het dorpje Portland, dat verschillende malen het verhaaldecor vormt. Ofschoon gefingeerd - en bovendien enigermate gemodelleerd naar het dorp uit Schetsen uit de pastorij te Mastland (1843) van C.E. van Koetsveld - lijkt het in meer opzichten op de plaats waar Brokken zelf zijn jeugd heeft doorgebracht. Ook het Afrikaanse decor van Zaza en de president, zijn tweede roman, kent Brokken uit eigen ervaring, zoals blijkt uit zijn dagboek De moordenaar van Ouagadougou.
| |
Traditie
Groten uit de negentiende-eeuwse Russische literatuur als Tolstoj, Dostojevski en Gogol hebben voor Brokken in dit opzicht een voorbeeldfunctie gehad, evenals het werk van García
| |
| |
Marquez. Van deze auteurs heeft hij geleerd dat de achtergronden nimmer verwaarloosd mogen worden, maar juist zeer goed gedocumenteerd en minstens zo goed beschreven dienen te zijn.
| |
Verwantschap
Wat de eigentijdse Nederlandse literatuur betreft: vanwege zijn voorliefde voor het vertellen van een goed verhaal lijkt Brokken aardig te kunnen gedijen in het gezelschap van de anekdotische schrijvers uit de jaren zeventig. Omdat hij echter meer beoogt dan het louter beschrijven van de werkelijkheid, is een dergelijke plaatsbepaling toch niet terecht. Gelet op zijn journalistieke achtergrond en zijn reislust is hij welbeschouwd meer op zijn plaats naast schrijvers als Cees Nooteboom en Adriaan van Dis.
| |
Ontwikkeling
Een interessant aspect dat zich langzamerhand in het oeuvre van Jan Brokken begint te manifesteren, is het toenemende engagement met de wereld om hem heen. In Zaza en de president laat hij zijn hoofdpersoon naar West-Afrika vertrekken. Diens echtgenote, die voor de UNESCO een bij scholingscursus verzorgde aan docenten in Burkina Faso, blijkt na een kort en verontrustend telefoongesprek te zijn verdwenen en de roman verhaalt van de pogingen van de hoofdpersoon zijn geliefde terug te vinden in een voor hem onbekend land, dat geteisterd is door armoede, droogte, honger en corruptie.
Deze moeilijkheden van strikt persoonlijke aard zijn door Brokken haast organisch verweven met de problematiek van een Westafrikaans ontwikkelingsland. Allengs rijpt bij de hoofdpersoon immers het inzicht dat het ongelukkige lot van zijn vrouw in belangrijke mate verband houdt met het onvermogen van de Burkinese president om zijn revolutionaire bewind in de hand te houden. Meer nog dan uit De provincie blijkt uit deze roman dat voor Brokken literatuur zich beweegt in het grensgebied van particuliere en algemene geschiedenis, op het kruispunt ook van feit en fictie, van documentaire en roman. Een ander opvallend facet van Zaza en de president is dat een belangrijk motief uit De provincie in een ruimer kader geplaatst wordt. Het verhaal van de vroegere vriendschap die is omgeslagen in haat en jaloezie en tenslotte is uitgelopen op een bloedige wraak, krijgt hier een reëel historische dimensie. Zoals de
| |
| |
competitiedwang tussen de drie vrienden in De provincie een dodelijke afloop heeft, zo zijn de staatsgreep en de moord op de president het gevolg van diens broedertwist met zijn voormalige compagnon. In het reisdagboek De moordenaar van Ouagadougou treedt Brokken over deze kwestie meer in details.
| |
Kritiek
De literatuurkritiek reageerde op het werk van Brokken voorlopig gematigd positief. Men is in het algemeen van oordeel dat zijn verhalen en romans zeer onderhoudend en goed leesbaar zij n. Waardering geniet in het bijzonder de knappe wij ze waarop Brokken binnen het grotere kader van zijn roman of verhaal schijnbaar vloeiend diverse andere anekdoten en vertellingen tot een coherent en verbeeldingrijk netwerk ineen weet te vlechten. Anderzijds verwijt men hem echter soms ook onnodig pretentieus vertoon, effectbejag en een te ver gaande geconstrueerdheid.
| |
Publieke belangstelling
Uitgebreidere aandacht voor zijn werk dan in de vorm van een aantal recensies en enkele interviews is er verder tot nog toe niet geweest. Afgezien van de eerste herdrukken die zijn romans en verhalenbundel beleefden, de literaire onderscheiding voor De zee van vroeger met de Van der Hoogtprijs en de grote belangstelling binnen de kleine kring van uitgevers en collega-auteurs, is het oeuvre van Jan Brokken nog betrekkelijk weinig opgemerkt.
| |
| |
| |
3. Primaire bibliografie
Jan C. Brokken, Mata Hari. De waarheid achtereen legende. Amsterdam 1975, Wetenschappelijke Uitgeverij, E. |
Jan Brokken, Martin Schouten, John Jansen van Galen en William Rothuizen, Het volle literaire leven. Portretten uit de Haagse Post. Amsterdam 1978, De Arbeiderspers, Interviewbundel. |
Jan Brokken, Schrijven. Interviews met J.M.A. Biesheuvel, Willem Brakman, Remco Campert [en anderen]. Amsterdam 1980, De Arbeiderspers, Interviewbundel. |
Jan Brokken (red.), Over F.B. Hotz. Beschouwingen en interviews. 's-Gravenhage 1982, Bzztôh, EB en interviewbundel. |
Jan Brokken, De provincie. Amsterdam 1984, De Arbeiderspers, R. |
Jan Brokken, De zee van vroeger. Amsterdam 1986, De Arbeiderspers, VB. |
Jan Brokken, Met Musici. Elf portretten. Amsterdam 1988, De Arbeiderspers, Interviewbundel. |
Jan Brokken, Zaza en de president. Amsterdam 1988, De Arbeiderspers, R. |
Jan Brokken, De moordenaar van Ouagadougou. Gevolgd door Een basiliek in het regenwoud. Afrikaans dagboek. Amsterdam 1989, De Arbeiderspers, D. |
| |
| |
| |
4. Secundaire bibliografie
Aad Nuis, Gogol in de Hoeksche Waard. In: Rotterdams Nieuwsblad, 20-4-1984. (over De provincie) |
Aleid Truijens, Debuut van Jan Brokken, De moord op het verhaal. In: NRC Handelsblad, 18-5-1984. (over De provincie) |
Frans de Rover, De wraak van de provincie. In: Vrij Nederland, 19-5-1984. (over De provincie) |
Rob Schouten, Het verschil tussen daders en schuldigen. In: Trouw, 14-6-1984. (over De provincie) |
Hugo Quintiens en Guido Vanheeswijck, ‘Het oude dorp? Ik denk niet dat ik er nog zou kunnen leven’. Gesprek met de Nederlandse romancier Jan Brokken. In: Het Belang van Limburg, 16-7-1984. (interview) |
Jaap Goedegebuure, Imaginaire reizen. In: Haagse Post, 24-5-1986. (over De zee van vroeger) |
Hans Vervoort, Roman van Jan Brokken en verhalen van Kees Wielemaker. In: NRC Handelsblad, 13-6-1986. (over De zee van vroeger) |
Diny Schouten, Schetsen uit de pastorie van Portland. Jan Brokken: De zee van vroeger. In: Vrij Nederland, 14-6-1986. |
Frank Ligtvoet, De kwelgeest en de fantasie. In: De Volkskrant, 18-7-1986. (over De zee van vroeger) |
Wim Sanders, Een motor voor de verbeelding. In: Het Parool, 10-9-1986. (over De zee van vroeger) |
Jos Radstake, Jan Brokken. In: Uitgelezen, Reakties op boeken. Deel 10. Onder redactie van het Christelijk Lektuur Centrum. Den Haag 1988, pp. 45-54. (over De provincie) |
Gerlof Leistra, Jan Brokkens nieuwste roman over het ‘verschrikkelijke’ Afrika. ‘Dit boek heb ik met het schuim op m'n bek geschreven’. In: Haarlems Dagblad, 13-10-1988. (interview) |
Jaap Goedegebuure, Ontnuchterend. In: Haagse Post, 19-11-1988. (over Zaza en de president) |
Arnold Heumakers, Moeilijkheden in Bobo-Dioulasso. In: De Volkskrant, 2-12-1988. (over Zaza en de president) |
Doeschka Meijsing, Buigen voor je meerdere, spuwen voor je mindere. ‘Zaza en de president’ van Jan Brokken. In: Elsevier, 3-12-1988. |
Gerrit Jan Zwier, Een zombie in Afrika. In: Leeuwarder Courant, 23-12-1988. (over Zaza en de president) |
Paul Merkx, Meeslepend reisboek van Jan Brokken. Twee gezichten van Afrika. In: De Stem, 25-2-1989. (over De moordenaar van Ouagadougou) |
Hans Warren, Afrikaanse tragikomedie van Jan Brokken. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 18-3-1989. (over Zaza en de president en De moordenaar van Ouagadougou) |
Louise Fresco, De positie van de buitenstaander. Jan Brokkens rondzendbrief uit Afrika. In: Vrij Nederland, 22-4-1989. (over De moordenaar van Ouagadougou) |
Leonore van Prooijen, Jan Brokken. In: Nadruk, jrg. 1, nr. 4, augustus 1989, pp. 13-20. (interview) |
37 Kritisch lit. lex.
mei 1990
|
|